Eeuwenlang was het kind een 'minatuur-volwassene' Drie kilometer worst per uur ZATERDAG 26 JANUARI 1985 EXTRA PAGINA 27 Volgens sommigen heeft de jeugd het nog nooit zo goed gehad als nu. Anderen wijzen weer op problemen als drugs, werkloosheid, echtscheiding en niet te vergeten de dreiging van de Bom. Kanttekeningen bij het jongerenjaar van de Verenigde Naties, met in elk geval één conclusie: in twee eeuwen is er meer veranderd dan in de 2000 jaar ervóór. door Ben Rogmans Nog nooit in de geschiedenis heeft de jeugd zoveel aandacht gekregen als juist nu in de westerse wereld. De jeugd heeft niet alleen de toekomst, maar ook het heden: als consument, als trendsetter, als demonstrant, als popster of als sporter. Jeugd is in. Ze krijgt een jaar van de Verenigde Naties, een organisatie die tevens de algemene verklaring van de rechten van het kind heeft opgesteld. Vooral in de westerse wereld hebben kinderen rechten en kinderrechters, is er een (jonge) minister met de portefeuille jeugd', zijn er minimum-jeugdlonen, Als de vorst over de boerenkool is geweest gaat het lekker met de rookworst. Bij Unox is ze computergestuurd. Dat bespaart jaarlijks op grondstoffen en energie anderhalf miljoen en op arbeidskosten ruim tien miljoen gulden. Mooi meegenomen, in de visie van de worstmakers, is ook het krapper worden van de huishoudportemonnees. Stampot is goedkoop. En rookworst is weer eens wat anders dan een gehaktbal. Achtduizend rookworsten per uur. En per minuut 250 blikken erwtensoep. Omzet moet je maken om de moordende concurrentie in de vleesverwerkende industrie het hoofd te kunnen bieden. Hoog in de kille ruimte roos ters die een bleek blauw schijnsel verspreiden. Daar loert de dood. Vliegen die on danks de luchtgordijnen de fabriek binnendringen wor den door het ultraviolette licht aangetrokken en geë- lektrocuteerd. Het nog kleinere leven krijgt evenmin een kans. Massale moord op micro-organismen. De bacterie gaat ten onder in sterili satie- en pasteurisatieprocessen. Het sturen en bewaken van die processen kost de meeste capaci teit van de computer. De hygiëne heeft een hoge prioriteit. kinderartsen en -ziekenhuizen, jeugdboeken in de kinderboekenwinkel, jeugdige kleren in hippe boetieks, jeugdwerkers in de jeugdsoos, jeugdprogramma's van omroepen waarvoor je jong moet zijn en wat moet willen. De herkenning van de jeugd als een levensfase met zeer speciale eigenschappen bestaat nog niet zo lang en zeker de verheerlijking daarvan is nieuw. Eeuwenlang zijn kinderen gezien als .miniatuur-volwassenen'. Zo gauw ze zindelijk waren, konden praten en lopen, werden ze ingeschakeld in het arbeidsproces. Het woord kinderarbeid bestond niet eens, laat staan een beweging die dat verschijnsel afkeurde. Het enige dat door iedereen duidelijk werd Duizenden en duizenden kilo's diepgevroren vlees worden hy draulisch tot schoothoogte ver heven. Mannen in witte jassen hakken met slagersmessen het plastic eraf. De opslagcapaciteit is voor zo'n immense fabriek beperkt. Geen gram blijft een minuut te lang ingevroren. Snel erin en snel eruit. Het temperatuurpatroon is economisch verantwoord. Een dikke roze brij gulpt traag uit een trechter in een meer dan manshoge bak. Het lijkt op mar sepein, of soft ijs. Het is worst- deeg. De computer heeft de brij gemaakt op basis van het recept dat de worstmakers in zijn ge heugen hebben gestopt. Elke drieduizend kilo is van dezelfde samenstelling. De constante kwaliteit. Door een pijpleiding spuit de brij naar wat ze in Oss „de droom van de worstmaker" noemen. Een ingenieus spruitstuk geeft het deeg vorm en gelijk een huid, zodat een eindeloze, ononderbro ken worst ontstaat. De nachtmerrie was de natuur- darm. Doordat geen dier gelijk is, is ingezien, was dat een kind minder hard kon werken dan de volwassene. En de maat van hun kleren was wat kleiner, maar kinderen droegen wel precies dezelfde als volwassenen. Tegen het einde van de middeleeuwen woedden er grote pestepidemieën in Europa. De ziekte eiste miljoenen slachtoffers en in Engeland dreigde zelfs een ontvolking van het platteland. In 1388 werd bepaald dat ieder kind onder de twaalf jaar dat gewend was om op het land te werken, ook op dat land moest blijven werken. Naarmate echter de positie van de gilden en de steden sterker werd, kwamen meer en meer kinderen in het leerlingenwezen terecht. Ze moesten daarin weliswaar hard werken, maar ze kregen te eten en op den duur verwierven ze zich enige vakkennis. Hugo de Groot In de hogere sociale milieus werd veel meer aandacht besteed aan de opvoeding van de miniatuur-volwassenen. De dichter Constantijn Huygens beheerste op zijn tiende een stuk of zeven talen (in al die talen schreef hij toen gedichten), hij kon schermen en paardrijden en was vertrouwd met de toen bekende grondprincipes der fysica. Zijn dagen - en die van zijn zusje - waren zeer strikt ingedeeld en geheel gevuld met sporten, leren, lezen en schrijven. Op achtjarige leeftijd publiceerde Hugo de Groot zijn eerste gedichten in het Latijn. Op zijn negende studeerde hij aan de universiteit van Leiden. Op zijn vijftiende vertrok hij met Van Oldenbarneveldt naar Frankrijk voor een diplomatieke reis... Dat is wel even iets anders dan de Fabeltjeskrant en de Top-40. Aanvankelijk leek de positie van het kind in het leerlingenwezen behoorlijk verbeterd. Het systeem werd echter vaker en vaker misbruikt. De uitbuiting, groeide met name van wezen (Oliver Twist!). In de achttiende eeuw bedreigde een andere ontwikkeling de jeugd. Het was de tijd van de industriële revolutie, de opkomst van fabrieken, van ongekende bevolkingsgroei, de tijd van de stoommachine. Het was een tijd van vooruitgang, van verlichting. Hieronimus van Alphen schreef zijn „Kleine gedigten voor kinderen", waarvan het „Jantje zag eens pruimen hangen, o als eieren zo groot" het bekendste is. De gedichtjes waren uiteraard niet bedoeld voor de lagere klassen: die konden niet eens lezen. Alleen in hogere kringen, in studeerkamers en aan universiteiten ontstond enig begrip voor de tot dan toe nauwelijks herkende wereld van het kind: niet een volwassene die van alles wat minder heeft (kennis, lichaam, kracht), maar ook geen darm hetzelfde. Dikte, sterkte, lengte en elasticiteit ver schillen. Het worstmaken moest altijd worden onderbroken om een nieuw stuk darm aan te bren gen of om breuken en storingen te verhelpen. Dat hoeft in Oss niet meer. De bedachte darm is ragfijn, oersterk en bovendien eetbaar (eiwit). Uit de wonderspuit glijdt de grijze sliert met een snelheid van drie kilometer per uur over de band. De moderne worst be weegt zich voort met het tempo van de wandelaar. Malle ijzeren handjes knippen de worsten op maat, buigma- chientjes maken er een U van, waarna ze naar het plastic wor den gedirigeerd om luchtdicht te worden verpakt. Achtduizend per uur. Toch ruikt het naar rook en stoom in Oss. Maar rookkamers zijn er niet meer. De rook van beuke- en ei kehout zit samen met de stoom in de worst. Vloeibare rook, ont daan van teer. Ook dat is een ge heim van de computergestuurde worst. De slager zit achter de compu ter. een wezen dat zijn eigen unieke manieren heeft om de wereld in te kijken. In de eerste helft van de negentiende eeuw zijn in Europa wetten aangenomen die verboden dat kinderen jonger dan negen jaar in fabrieken werkten. Voor negen- tot veertienjarigen kwam er een achturige werkdag, althans op papier. De werkgevers klaagden dat hun winsten zouden teruglopen en de concurrentie van fabrieken in de koloniën en de Verenigde Staten te groot zou worden. In 1842 doet het Britse parlement een onderzoek naar kinderarbeid in de mijnen. Het rapport: „Samuel Davis is zes jaar oud. Hij werkt nu een half jaar. Woont anderhalve mijl van de mijn. Hij verlaat zijn huis om vier uur 's morgens en komt 's avonds om negen uur weer thuis. Hij krijgt thee en brood als hij naar zijn werk gaat en ook als hij terugkomt. Hij krijgt nooit warm eten, alleen, heel soms, op zondag een beetje vlees. Gaat sinds driejaar op zondag naar school. Kan het woord God spellen, maar niet het ABC opzeggen". Aangepast werk Aandacht voor de eigen ontwikkeling van deze kinderen was er niet. Ze kregen hooguit aangepast werk, omdat ze nog niet sterk genoeg waren om zwaar werk te verrichten. Later ontstond pas enige aandacht voor het verschijnsel kind en de schade die jonge mensen oplopen als ze te zwaar werk moeten verrichten. Engeland heeft daarin steeds voorop gelopen, althans in de negentiende eeuw. Nederland volgde. Het probleem van de kinderarbeid is vanaf 1835 besproken. In 1863 zette een staatscommissie een wat ruimer onderzoek op naar het verschijnsel. Kinderen werkten toen vooral in de textielindustrie, de tabaksindustrie, de steenbakkerijen en de schoenfabrieken. In 1874 loodste de liberaal Van Houten zijn beroemde kinderwetje door het parlement. In 1886 (ook toen al!) kwam er op initiatief van het kamerlid H. Goeman Borgesius een grote parlementaire enquête naar kinderarbeid. De resultaten waren schokkend. In 1889 werd de arbeidswet van kracht, waarin arbeid van kinderen en vrouwen aan banden werd gelegd. In dezelfde tijd werd het onderwijs sterk verbeterd en toegankelijk gemaakt voor meer mensen. Begin deze eeuw werd - overigens min of meer toevallig - de leerplicht ingesteld. We schrijven het jaar 1900. De Tweede Kamer telde honderd leden. Vijftig van hen waren vóór de leerplicht, de andere vijftig tegen. Op de dag van de stemming verstuikte tegenstander Met één druk op de knop con troleert hij vocht-, vet- en eiwit gehalte. Vroeger, toen de voor uitgang nog was te stoppen, vergde zo'n analyse een halve dag. Op zijn snelle weg ontmoet de eigentijdse rookworst nauwe lijks nog mensen. Die ontmoeten ook elkaar nauwelijks meer. Aan het eind van de „lijn" kan je die aan het begin nog maar net zien. Aan het eind zitten de inpakkers. Schimmelpenninck zijn enkel bij de val van een paard. Hij verscheen niet en de leerplichtwet werd met 50 tegen 49 stemmen aangenomen. Alweer in Engeland werd vroeg in de negentiende eeuw het klassikaal lesgeven uitgevonden. Dat maakte het mogelijk om op redelijk goedkope wijze aan velen onderwijs te geven. De pedagogie was in opkomst als wetenschap. De psychiatrie maakte duidelijk dat ervaringen in de jeugd het gedrag van een volwassene kunnen bepalen. De medische wetenschap viste uit dat kinderen veel slaap moeten hebben om bepaalde hormonen te kunnen produceren. Deze hormonen bevorderen de opbouw van de hersenen en worden alleen in slaaptoestand aangemaakt. Veel veranderd In tweehonderd jaar tijd is er meer veranderd dan in de tweeduizend jaar daarvoor. Tegenwoordig is de plaats van de kinderen in de samenleving een van de graadmeters van de mate van beschaving van een volk. In 1959 aanvaardden alle bij de Verenigde Naties aangesloten landen de algemene verklaring van de rechten van het kind. Daarin wordt bepaald dat het kind recht heeft op liefde, aandacht, vorming en onderwijs, behuizing, voeding en zelfs op een naam.... In het Westen zijn we ver gekomen met het beschermen Ze hebben een walkman op. Geen gegil van varkens, maar Hilversum III. De technische dienst doktert op een machine die ook de in pakkers overbodig maakt. Inpakken en wegwezen. Tussen de torenhoog gestapel de blikken toch nog het teken van een mens. Een sticker op een pallet roept op Arbeidersmacht te stemmen bij verkiezingen van de jeugd tegen de kwade krachten waaronder ze vroeger zo geleden heeft. De VARA krijgt een boete omdat de nog geen vijftienjarige Danny de Munk 's avonds in de show van Sonja wordt geinterviewd. De leerplicht is opgetrokken tot zestien jaar. Jongeren beginnen veelal met een baan van 32 uur. Ze hebben in Nederland een recht op zelfstandigheid, woonrecht en een minimum jeugdloon, hoezeer er ook kritiek te leveren is op de verwezenlijking van die rechten in de praktijk. De jeugd maakt aanspraak op en krijgt voorzieningen. Jeugdwerkers,jeugdgogen te Blaricum", jongerenprogramma's, studiefaciliteiten, medezeggenschap, eigen bladen, eigen normen en waarden, eigen geld. De jeugd wordt bejubeld en elke volwassene doet moeite om jong' te blijven. Kaalheid en rimpels zijn geen tekenen meer van wijsheid en ervaring, maar van verlies van jeugdigheid en flexibiliteit en van gebrek aan dynamiek. In reclames worden produkten aangeprezen die de geheimen van een jonge huid ontsluieren. In het culturele leven overheerst de jongerencultuur sterk. Met name de laatste dertig jaar, waarin jongeren fabelachtige bedragen te besteden hebben, worden ze als consument uiterst serieus genomen. We moeten overigens duidelijk stellen dat de positie van de voor de ondernemingsraad. Pro- duktieleider W. Hoogstad rea geert geïrriteerd. „Dat is van de Socialistische Partij. Het FNV is constructiever". Oorverdovend gekletter van duizenden blikken borrelworst- jes. In de soepfabriek zeilt een ont snapt worstje razendsnel over de spekgladde vloer. De soepballenmachine verwij jongeren alleen in het rijke Westen goed te noemen is. Een verhaal uit de jaren zeventig van een meisje in Colombia doet denken aan dat uit Engeland van honderdvijftigjaar geleden: „Het meisje had twee baantjes. Een van zeven uur 's avonds tot twee uur in de nacht en van half vijf tot half negen 's morgens. Het andere baantje begon om half negen 's morgens tot vijf uur 's middags". Problemen In ons land zullen velen zich afvragen of de jeugd niet .verwatert' nu ze het zo goed heeft. Anderen zeggen weer dat in deze ingewikkelde tijden de jeugd met enorme problemen geconfronteerd wordt: drugs, milieuvervuiling, werkloosheid, echtscheiding, toenemend geweld en het verdwijnen van traditionele sociale structuren. De dreiging van de Bom zou een weinig aantrekkelijk perspectief voor de toekomst bieden. Of de oorzaak nou is dat de jeugd het nu te goed heeft, of nog steeds te slecht, duidelijk is dat het ondanks alle verbeteringen nog lang niet ideaal is. Het onderwijs heeft te maken met grote groepen jongeren die de school verlaten. De arbeidsmoraal brokkelt af. De agressie neemt toe. Jongeren passen minder dan ooit in de samenleving die de ouderen voor ze achterlaten. En juist dit soort geluiden vormen een constante in de geschiedenis van de jeugd. dert meedogenloos te kleine en te grote ballen. Bij de kweek zorgvuldig bege leide erwten worden mechanisch naar de weekzolder geschroefd. In bubbelbaden weken duizen den kilo's erwten in duizenden li ters water. Opeens is het water heftig in beroering. Het blubbert. Een sliert erwten spuit boven het schuim uit. Dan valt het water stil. Het schuim sluit zich. In de soepfabriek ruikt het naar moeders keuken. Er staan nog koks achter de ketels. Al telt hun eigen smaak niet. Want het recept van de fabriek is wet. De koks takelen constant erwtenpu- ree van een constante dikte in de ketels. Elke keer weer vijfhon derd liter erwtensoep. De erwtensoep torent hoog bo ven Oss uit. Malcolm Hughes is marketing manager. Hij moet zorgen dat de rookworst z'n leidende positie op de markt behoudt en dat het met de erwtensoep eveneens cres cendo gaat. Met de erwtensoep die hij als kind heeft gegeten zou dat niet lukken. Want Hughes ziet er niet alleen Engels uit, hij is het ook. En Engelse erwten soep is waterig. Hollanders hou den van dik, gevuld. Aan de soep zelf moet een rookworstsmaak zitten. De kleur is ook belangrijk. „Ze moet plate-value Getterlijk: bord- waarde) hebben. Het is een van onze mooiste soepen om te zien". De tekening op het etiket is nóg mooier dan de werkelijkheid, de worstjes lijken ook groter. „Rookworst moet bit hebben", zegt Hughes, „stevig zijn, sappig en een beetje zurig". Niet te bleek of te bruin. Niet te dun of te dik. Hoe dik? „Net zo dik als die van ons". Jeugdige arbeidster in een katoenfabriek. Pas in 1889 werd in Nederland de arbeid van kinderen aan banden gelegd. (Uit: 'Vrouwen in opstand', ultg. SijthofT, Leiden) door Pieter v.d. Vliet De computer heeft het worstmaken van de slager overgenomen. Alleen voor het inpakken zijn nog mensenhanden nodig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 27