'Reclame is een gevecht om emoties' Sluikreclame niet typisch Nederlands nietuitar ZWITSAL ZATERDAG 26 JANUARI 1985 EXTRA PAGINA 2.5 Het lijkt allemaal zo eenvou dig. Je laat een jongetje met een grappig snuitje en een petje op z'n hoofd een paar zinnetjes brabbelen. Je zet er een pot pindakaas naast en hup, je hebt een succesvolle reclamespot. Zo gaat het dus niet. Zoals zo vaak bedriegt ook hier de schijn. Aan het vertonen van een dergelijk filmpje op de buis gaat meestal een maandenlange periode van onderzoek, ont werpen en uittesten van al lerlei reclamevormen vooraf. Reclamemaken is een vak, een moeilijk vak. "Het is zeker geen kwestie van een druk op de knop", zegt Goos Geursen, on derzoeker bij één van Neder lands grootste reclamebureaus (FHV/BBDO in Amstelveen). Geursen trok onlangs de aan dacht met een boek over 'emo ties en reclame'. "Emoties hebben altijd een be langrijke rol gespeeld bij recla me. Door de jaren heen heeft men geprobeerd emotionele sna ren bij de consument te raken. Vroeger was het vaak een kwes tie van intuïtie, tegenwoordig komt er bij een reclamecampag ne heel wat meer kijken", zegt Geursen, die dat laatste nader toelicht. "Als een ondernemer een pro- dukt wil verkopen heeft hij be halve met een prijsbeleid, de ver-, spreiding en de kwaliteit van z'n produkt ook te maken met de promotie daarvan. De mensen moeten weten dat dat produkt er is en welke goede eigenschappen het heeft. Dat heet in vaktermen de communicatie met de markt. Dat communicatiegedeelte is het terrein waarop een reclamebu reau zich op beweegt". Interviews "Eén van de eerste stappen in een reclamecampagne is het in terviewen van consumenten, vragen wat zij van een bepaald produkt verwachten. Neem loop schoenen. Je vraagt waarom ze hardlopen, .wat ze van hardloop schoenen verwachten en waar om ze bepaalde schoenen prefe reren. Je krijgt in zo'n interview te maken met verstandelijke en emotionele argumenten. Om bij het voorbeeld met de schoenen te blijven: je krijgt zakelijke op merkingen over bescherming en veerkracht en emotionele op merkingen over gezondheid en dergelijke". "Het is van belang uit te zoe ken om welke redenen consu menten een bepaald produkt ko pen. Voor sommige produkten zullen voornamelijk zakelijke motieven gelden: aanstekers, harken, boormachines, afwas- middelen. Er moet goed mee te werken zijn, ze moeten een pres tatie leveren. Voor andere pro dukten gelden in de eerste plaats emotionele motieven: sieraden, cosmetica. Er zijn ook produkten waar zakelijke en emotionele motieven gelijkelijk een rol kun nen spelen, bijvoorbeeld een au to waarmee je je kunt verplaat sen van A naar B maar waarmee je aan de buitenwereld ook kunt laten zien wie je bent". "Behalve het nagaan van de motieven die een rol spelen bij de verkoop van dat specifieke produkt, moet je ook nagaan wat de concurrentie doet. Want je Reclame-onderzoeker Goos Geursen: in eenvoud ligt de kracht. (foto Holvast) Een onlangs gehouden onderzoek naar de mate waarin mensen zich reclamespots op de tv herinneren leverde een onbetwiste eerste plaats op voor de afwasmiddelenreclames. Hoewel veel mensen meedeelden die reclamefilmpjes nogal onnozel te vinden, konden ze de merknamen en eigenschappen feilloos opdreunen. Om dat laatste is het de reclamemakers vaak te doen. Maar behalve het er inhameren van een bepaalde boodschap wordt ook geprobeerd in te spelen op gevoelens van consumenten. "Emoties spelen een belangrijk rol bij reclame". door Bert Paauw moet jezelf onderscheiden, je moet voor je produkt een reden van bestaan scheppen. Soms on derscheiden produkten zich in prestatie. Je kunt in je campagne dan het accent op die prestatie leggen. Met een goed produkt kun je ook een goed reclamever- haal vertellen". Muziek en zang "Maar soms zijn twee produk ten vrijwel identiek. Dan moetje iets onderscheidends creëren. Dat is wat wij noemen de afde ling muziek, zang en dans. Pro dukten worden voorzien van een jingle in de trant van 'yogho, yog- ho' of 'de wereld van Peter Stuy- vesant'. Een soort toegevoegde waarde". "Het gevoel dat een consu- - ment verbindt aan een bepaald produkt is heel belangrijk". Geursen verduidelijkt die op merking weer met een voor beeld. "Bij sigaretten speelt de smaak wel een rol, maar het ge voel er omheen is ook heel be langrijk. Vroeger had Marlboro een vrouwelijk imago. Dat wilde men veranderen in een manne lijk imago. In reclameuitingen is men de sigaret toen heel bewust in verband gaan brengen met stoere binken. Denk maar aan de cowboy van Marlboro". "Zo werkt dat. Rond een merk wordt heel uitgekiend een be paald beeld opgebouwd. Dat kost veel tijd en geld. Daarom is het niet verstandig campagnes rond een produkt elk jaar te ver anderen. Een voorbeeld van een consistente uitstekende reclame campagne is die van Grolsch, vakmanschap is meesterschap. Dat wordt, met kleine wijzigin gen, al heel wat jaren volgehou den. Zo bouw je iets op". "Het gevoel waar je op mikt moet wel te maken hebben met het gebruik van het produkt. De drank Martini wordt in reclames pots gekoppeld aan dure parties, de jet set. Dat is een droomwe reld waar veel mensen graag bij willen horen. De kunst is om emoties te kiezen die mensen aanspreken. Reclame is eigenlijk een gevecht om emoties". Scholen onderscheiden. In de ene school richt men zich op de unieke ei genschap van een produkt en pompt dat er bij de consumenten in. Reclames van afwasmiddelen zijn daarvan een voorbeeld. Geursen: "Het lijkt dom en er zullen best mensen zijn die zich er aan ergeren, maar de reclame werkt wel. Reacties als 'we we ten nou wel dat Dreft dubbel ge concentreerd is' geven aan dat als je iets maar lang genoeg her haalt de boodschap wel over komt". In de andere school wordt ge speculeerd op het gevoel van de consument, via reclame moeten bepaalde gevoelens worden los gemaakt. Geursen: "Het is geble ken dat campagnes die mikken op emoties heel lang doorwer ken. Mensen kunnen zich jaren later nog bepaalde reclames her inneren. Je hoeft dan soms niet eens meer de merknaam te noe men. Heerlijk, helder,.... enfin, vul maar in". Na dat eerste, verkennende ge deelte in de reclamecampagne volgt de creatieve fase. Dat is de fase van de vormgeving, de plaatjes en de teksten. Dan moet besloten zijn welke eigenschap pen van het produkt op welke wijze (zakelijk of emotioneel) zullen worden overgebracht. Geursen: "Hoe werk je een be paalde boodschap uit? Daar draait het in de creatieve fase om. De originaliteit van een idee bepaalt vaak het effect. Je moet in elk geval nooit proberen te veel te willen overbrengen". "Om gevoel te creëren heb je ruimte nodig. Als je je concen treert op één eigenschap, kun je visueel meer doen maar ook meer vertellen. Je moetje als ad verteerder durven inhouden. Re clame kan nou eenmaal niet alle informatie overbrengen. Waar het bij reclame om moet draaien is het merk, de merknaam en de voornaamste eigenschap van het produkt. Voor uitgebreide infor matie bestaan andere kanalen, folders en dergelijke. Sommige adverteerders willen te veel in formatie kwijt of maken te moei lijke verhalen". Risico's "Creativiteit heeft ook te ma ken met het durven nemen van risico's. Zo'n spot als 'Amira met de ronde top, da's logisch hè', zouden heel wat adverteerders niet hebben aangedurfd. Je kunt uit reclames de bedrijfscultuur herkennen. Sommigen gaan op safe, anderen doen gedurfd. Hei- neken zet in de krantenadverten ties na de woorden Heerlijk, Hel der een zwarte balk. Dat moet je durven. Een aantal lezers zal het niet begrijpen, maar je scoort dieper bij degenen die het wel vatten". Na de creatieve fhse worden de consumenten weer binnenge haald om de effecten van de ont worpen reclame te testen. Geur sen: "Wat weten mensen en wat voelen mensen? Als je wilt weten of een tandpastareclame is aan geslagen kun je aan de mensen vragen om een aantal merken te noemen en je kunt vragen naar specifieke eigenschappen". "Gevoelens zijn moeilijk te tes ten. Wat voelt u bij die en die re clame?, is een vraag waarop je weinig zinvolle antwoorden mag verwachten. Maar uit de psycho logie zijn wel testen met foto's bekend. Je geeft de testpersonen een stapel foto's met portretten en je vraagt ze om zonder lang nadenken de gezichten bij ver schillende merken van een be paald produkt te leggen. Als de portretten van stoere typen steeds bij Marlboro worden ge legd dan mag je veronderstellen dat dit sigarettenmerk met man nelijkheid in verband wordt ge bracht". Geursen benadrukt nog eens dat een reclamecampagne z'n ba sis moet vinden in een goed pro dukt. "Bij een slecht produkt kun je mensen via reclame een malig verleiden tot een koop, maar daarna kopen ze het niet meer. Ook al stop je er honderd miljoen gulden aan reclame in". Marktaandeel "Anderzijds is de kwaliteit van een produkt allèèn niet genoeg om dat produkt tot een succes te maken. Er is nou eenmaal con currentie. Je moet je merknaam en eigenschappen in de herinne ring van de consumenten leven dig houden. Dat is het marke- tingspel, iedereen is actief. Als een consument niets meer hoort van de één, maar wel veel van de ander, gaat-ie onherroepelijk denken: he, ik hoor niet veel meer van dat merk. Zou het wel goed zitten? Ik moet dat andere merk toch eens proberen. Recla me is ook belangrijk om de eigen kopersgroep vast te houden, om het marktaandeel te behouden". Na de testperiode komt dan de produktiefase oftewel de wereld van de modellenbureaus en de studio's. Geursen: "Een filmpje op tv kost al gauw 2 a 3 ton en ik weet van sommige dat ze wel 8 9 ton hebben gekost. Het lijkt veel, maar je moet het uitsmeren over de hoeveelheid mensen die je ermee bereikt. Dan kom je uit op 1 a 2 cent per contact. Daar kun je geen folders voor ver spreiden". Dat de meeste reclameuitigen weinig diepgang vertonen vindt Geursen een voor de hand lig gende zaak. "Reclame zet geen trend, loopt niet voorop, speelt vrijwel altijd in op gedachten en gevoelens die al leven. Reclame is meestal bedoeld voor een groot pubhek. Dat betekent zoe ken naar een gemiddelde. Op het punt van humor kom je dan nog al gauw bij mensen als Andrè van Duin terecht, want veel men sen vinden hem leuk. En verder is het zaak een produkt niet be langrijker of interessanter te ma ken dan het is. Ook bij reclame geldt: in eenvoud ligt de kracht". Een mens is wel eens dorstig, en daarom wordt een groot deel van de bewoners van „Co ronation Street" zo nu en dan in de pub „Rovers Return" aangetroffen. Daar drinken ze bier uit echte pompen, met echte merknamen erop. Mocht iemand meer zin hebben in een glaasje whisky, dat wordt die drank uit een echte fles ge schonken waarop - als je er moeite voor zou doen en als de camera toe vallig lang genoeg in de buurt van de schenkende hand is - je even eens de merknaam zou kunnen le zen. De makers van .Coronation Street' (de commerciële omroep Granada) vinden dat realisme bo ven alles dient te gaan. En dus: geen verzonnen merknamen, en zeker geen afgeplakte etiketten of iets dergelijks geforceerds. In die gedachte worden ze gesteund door ook de hoogste autoriteiten binnen de Britse commerciële tv-wereld. Die hoogste autoriteiten zitten in de Independent Broadcasting Au thority (IBA) in Londen, een pu blieke organisatie die zo ongeveer optreedt als het bestuur, het gewe ten en als het moet de boeman van de verschillende commerciële om roeporganisaties van Groot-Brit- tannië. Het moge hier gaan om commer ciële omroepen, dat wil niet zeggen dat de commercie er vrij spel heeft. Een van de taken van de IBA is juist erop toe te zien dat program ma's en reclame streng gescheiden blijven, en dat de kwaliteit van bei de even strikt gewaarborgd blijft. Regels De IBA stelt daarom onder meer de regels op die gelden voor het al dan niet toelaatbaar zijn van sluik reclame, sponsorschap en verwan te commerciële activiteiten op de commerciële tv-kanalen ITV en Channel Four. De nationale om roep BBC past vergelijkbare regels toe voor de programma's op de ka nalen BBC-1 en BBC-2. Het is een hele reeks van soms zeer gecompliceerde regels, die evenwel een paar gemeenschappe lijke uitgangspunten tonen. Zo is sluikreclame verboden, maar als in de context van een tv-pr'ogramma het beter is dat een commercieel produkt bij naam te zien valt, dan wordt daar niet moeilijk over ge daan. Het kan bijvoorbeeld gaan om het realistische gehalte van een tv- serie, het kan evengoed zijn dat een journalistiek element in het ge ding is. Toen uitvinder en onderne mer Sinclair onlangs zijn electri- sche autootje C-5 lanceerde, was dat uitgebreid in de Britse nieuws programma's te zien, waarbij ook bijvoorbeeld prijs en accessoires niet onvermeld bleven. IBA en BBC vinden het niet meer dan logisch dat als in een van hun programma's een boek be sproken wordt, uitgever en prijs dan ook genoemd worden. Jenny Crick van de afdeling voorlichting van IBA: „Waarom zouden we dat niet doen? Het publiek heeft be lang bij die informatie". De twee omroeporganisaties vin den het „een stukje realiteit" dat veel grote sportevenementen en culturele manifestaties vandaag de dag alleen maar kunnen bestaan dank zij sponsors. Die kunnen en mogen dan ook niet helemaal wor den doodgezwegen, zo vinden zij. Maar er gelden wel sterk beperken de voorwaarden. De sponsor van een sportgebeuren mag bijvoor beeld niet meer dan twee borden met de naam van zijn produkt op een racebaan, een tennisveld of in een stadion hebben zijn naam mag door de commentator hooguit twee keer worden genoemd. Tour de France In een populair quiz-programma Nog steeds is Hilversum in rep en roer vanwege minister Brinkmans ('Mr. Bliep') boetes inzake het opvoeren van sluikreclame in televisieprogramma's. Hoe zit dat in de buurlanden? Onze correspondenten in Engeland, Frankrijk, België en West-Duitsland namen het probleem aldaar onder de loep en constateerden dat Nederland nauwelijks een uitzondering is. op zondagochtend werd een van de mededingsters geconfronteerd met Frankrijks slechtste schrijver van avonturenromans, de in een Engels kostuum gestoken Gérard de Villiers. De veelgelezen De Vil- liers doorspekt zijn verzinsels met merkartikelen en de dame in de quiz diende te vertellen welk soort horloge de held in de romans droeg, welke champagne hij dronk en naar welk soort hifi-installatie hij luisterde. Het is van minder be lang dat ze er niets van terecht bracht. Belangrijker was dat de quizmaster en monsieur De Vil liers kans zagen in korte tijd de be roemde namen enige malen luid en helder voor de camera uit te spre ken. Tegen zoiets valt in Frankrijk niets te doen. In de uiterst chique Avenue George V in Parijs bevindt zich in een indrukwekkend gebouw een luxueus appartement waar de „Reigie Frangaise de Publicité" ge vestigd is. Dat is een staatsinstel ling die tot taak heeft alle recla mespots te controleren die op de drie staatstelevisienetten in blok ken worden uitgezonden. Deze RFP produceerde een lijvige map met documenten waaruit valt op te maken aan welke eisen deze spots allemaal moeten voldoen. Zo mo gen ze in een land als Frankrijk waar men zijn longen vol rookt en men zijn lever kapot drinkt, met geen woord reppen over sigaren en sigaretten en drank komt er bij de gelukkige reclamegezinnetjes, die zich overdreven opwinden over soep uit een pakje of een nieuwe poederpurée, nooit op tafel. De doodernstige ijver van ge noemde instelling steekt wat hu moristisch af bij de werkelijkheid op de beeldbuizen. De anekdote over de quizmaster en zijn rommel- auteur is er een voorbeeld van. De sluizen van de ongebreidelde pu bliciteit gaan echter pas goed open bij op de buis uitgezonden voetbal wedstrijden, tijdens de rituele Tour de France en bij recentere fe nomenen als de dodenrit Parijs- Dakar of nog maar met moeite bij het publiek ingevoerde zeilraces over de oceaan. Tegen deze uitbar stingen aan publiciteit doet de Franse staatstelevisie zo goed als niets. Oase Wat etherreclame betreft is Bel gië een oase van rust in een Euro pese omroepwoestijn vol cieel geschreeuw. Voor het zien of horen van reclame via radio of tele visie künnen de Belgen terecht bij de via de kabel uitgezonden pro gramma's van al hun buren, maar niet in eigen land. Geen reclame dus op de Belgi sche (staats)omroep, maar daar gaat verandering in komen. Het Belgische parlement zal zich ver moedelijk dit jaar nog moeten uit spreken over een wetsontwerp dat reclame op buis en radio mo.et toe laten, zij het gebonden aan strenge regels, die in veel opzichten van de Nederlandse lijken afgekeken. Ten aanzien van sluikreclame hanteren de Belgen ongeveer de zelfde normen als wij die in Neder land kennen. Alleen wordt er op een duidelijk minder verkrampte manier de hand aan gehouden. 'Blieps' in programma's zal je niet tegenkomen, over een incidentele verspreking haalt men de schou ders op. Officieel is het maken van recla me nog verboden. Het noemen van de naam van een bedrijf of merk- produkt mag niet. Daarop zijn twee uitzonderingen gemaakt: boeken mogen in speciale boeken programma's vermeld worden met de naam van de uitgever, en bij au totests hoeft uiteraard de naam van de auto die getest wordt niet te worden verzwegen. Strafmaatregelen tegen overtre dingen zijn er eigenlijk niet. Om een simpele reden: "Men houdt ge woon zeer streng de hand aan de regels. Overtreding komt haast niet voor, ook al omdat de BRT als staatsbedrijf een monopoliepositie inneemt", zegt woordvoerder Wal- ly Pieters van de BRT. België kent wel het verschijnsel van de 'gesponsorde' program ma's. Vooral bij spelletjesprogram ma's met dure prijzen wordt nogal eens vermeld dat zij tot stand kwa men dank zij de 'Nationale Kas voor Beroepskrediet' of de-'Maat schappij voor Krediet aan de Nij verheid'. Het gaat daarbij echter al tijd om (semi-)overheidsinstellin- gen met een financieel karakter. Aangezien de BRT ook uit de staatsruif eet is hier dus sprake van een soort 'vestzak-broekzak' finan ciering. Verboden Reclame op de Westduitse televi sie is in principe aan strenge regels gebonden. Per dag mag zowel op het eerste als op het tweede net twintig minuten betaalde reclame uitgezonden worden; door de week tussen 18.00 en 20.00 uur en in het weekeinde tussen 17.30 en 20.00 uur. Er moet duidelijk worden aan gekondigd dat het om reclame gaat en uitzending dient in de vorm van „reclameblokken" te geschieden. Er is met andere woorden sprake van strenge scheiding tussen recla me-uitzendingen en de normale programma's. Hoe zit het echter met sluikrecla me? Het antwoord is eenvoudig: die is verboden. Maar de heer Fric- cius van de juridische afdeling van het ZDF (Zweites Deutschen Fern- sehen) erkent zonder meer dat hier heel wat moeilijkheden liggen op gestapeld. Tegen een bepaalde vorm van sluikreclame, vooral bij sportuitzendingen, is het praktisch nauwelijks mogelijk iets te doen. Ten behoeve van de informatie plicht wordt dat op de koop toe ge nomen. De verschillende omroe pen hebben een contract met de Duitse voetbalbond afgesloten waarin al te opzichtige sluikrecla me geweerd is. In het algemeen wordt daar de hand aan gehouden. Het is overigens wel eens voorge komen dat geplande uitzendingen niet zijn doorgegaan omdat recla me daarin een te grote rol zou heb ben gespeeld. Bijvoorbeeld toen ontdekt werd dat op de bodem van een zwembad reclameleuzen wa ren geschilderd. Volgens Friccius en zijn collega van de WDR (Westdeutscher Rundfunk) Michelsfelder, is sluik reclame weliswaar een voortdu rend terugkerend thema, maar nu ook weer niet zo groot dat men daar bij wijze van spreken wakker van ligt. Culturele programma's waarin bijvoorbeeld bepaalde boe ken worden aangeprezen of afge kraakt of gewoon vermeld, staan niet ter discussie in de Bondsrepu bliek Duitsland. De uitgeverijen worden, zo mogelijk, echter niet genoemd. Optreden Optreden tegen sluikreclame moet in eerste instantie door de programmamakers geschieden. Als hoogste instantie kan de zoge naamde Rundfunkrat de raad van toezicht, meestal bestaande uit vertegenwoordigers van de ver schillende maatschappelijke groe peringen van de publiekrechte lijk georganiseerde omroepen be zwaar maken tegen sluikreclame. En eventueel kan ook de regering van de betreffende deelstaat zich met sluikreclame bemoeien. (GPD). Zwitsal houdt al jarenlang zijn merkpersoonlijkheid constant. Een van de redenen waarom het merk zo sterk is. (.U V/ 11UXU 'fa rogen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 25