'Nu al gezegend met twee heel mooie jaren' Matras hoeft niet 'bepiept' te worden TV-rubriek De vergankelijkheid van dans Karin Bloemen kan haar geluk niet op 'Nieuw' Bachwerk aanwinst orgel Warm spel pianiste Zacharieva ZATERDAG 12 JANUARI 1985 RADIO-TV-KUNST PAGINA 29 Tot mijn niet geringe voldoening heeft prof. dr. Anne van der Mei den, van de vakgroep massacom municatie aan de Rijksuniversi teit van Utrecht, dus niet iemand van de straat en al helemaal niet van de tv, met dezelfde argumen ten die ik de laatste tijd min of meer intuïtief of zelfs instinctief heb gebruikt, de hele boetegang van minister Brinkman ten nade le van de omroepen en de televi sie, bekritiseerd. Hij deed dat in TROS-Aktua, dat als eerste ac tualiteitenrubriek (althans voor zover ik het gezien heb) de pre ventieve boetecensuur van de minister doorbrak door even, heel kort, iets te tonen van het programma waarvoor de TROS een boete van 750.000 gulden kreeg opgelegd: een reportage over de rage in Amerika van de Cabbage Patch Dolls, de adoptie poppen. Het feit dat tot dan toe geen van de omroepen het ge waagd had de gewraakte frag menten waarvoor die extreme boetes waren gegeven en waar over in alle kranten in geuren en kleuren werd geschreven nu eens te laten zien, zodat wij ons er op dezelfde manier als de ambtenaren van WVC een oor deel over konden vormen, be wees dat de maatregelen van de minister een vorm van (preven tieve) censuur waren. Ik ben be nieuwd of het tonen van dat kor te fragmentje uit een Ameri kaans tv-programma waarin je zag hoe een volwassen ouder paar tegenover een soort zuster plechtig beloofde goed te zullen zorgen voor de door hen geadop teerde pop, nu ook weer tot een boete leidt. Dat het overigens een typisch Amerikaanse rage is, blijkt uit de voorraden die de be tere speelgoedwinkels in Neder land hebben. In Amerika moetje je nog altijd op een wachtlijst la ten zetten (ze kosten daar en hier zo tegen de honderd gulden), ter wijl hier Little Pony overal is uit verkocht. Hoe dat komt? Niet doordat er in een actualiteitenru briek of een andersoortig pro gramma aan dat kambare paard je aandacht is besteed, maar om dat er een tamelijk lange, aan trekkelijke STER-spot tegenaan is gegooid. Zou er dan toch ver schil zijn tussen de verwende werking van wat de minister 'sluikreclame' noemt, en de ech te, doelgerichte reclame? Het frappeert je, zei prof. Van der Meiden, dat de opgestelde re gels van minister Brinkman nau welijks passen in de tijd van van daag. Als je ze naar de letter gaat uitvoeren kom je in waanzin te recht. Ieder gezond mens denkt, als hij die adoptiepoppen op het scherm behandeld ziet: o ja, dat is die krankzinnige rage in Ame rika, waarover in de krant ge schreven is. Waarom zou een krant hier wel over mogen be richten en de televisie niet? De televisie, zei prof. Van der Mei den, heeft dezelfde rechten en plichten als de krant. De minis ter gaat duidelijk over de schreef! TROS-Aktua liet ook nog het een en ander horen van een ver gadering van omroepmedewer kers met de ambtenaren van WVC over de toepassing van de reclamerichtlijnen. Daaruit bleek dat drs. Wentholt, de WVC- deskundige op dat gebied, het ook niet allemaal wist. 'Ik twij fel', 'op het ogenblik is dat niet geregeld', 'dat is een probleem dat besproken moet worden', 'dat reken ik tot het grijze gebied waar we mee zitten"... Daaruit bleek toch wel dat de omroepen gelijk hebben als zij stellen dat minister Brinkman ongelijk heeft als hij zegt dat de regels be kend en duidelijk waren. Stel: Remco Campert leest een verhaal van hem voor waarin ie mand op zijn matras op en neer staat te springen, vroeg Jan Haasbroek namens de VPRO. en Campert volstaat niet met neu traal van een matras te reppen, maar noemt de naam Auping, moet dat dan weggepiept wor den? Dat valt onder de artikelen 10 en 11, antwoordde drs. Wentholt, dat is geen probleem. O, maar dan hebben wij ook geen probleem met Nederlandse films waar merknamen in ge noemd of getoond worden, riep iemand uit die eerder gevraagd had wat een omroep moest doen als een Nederlandse film, vaak gemaakt met subsidie van WVC, bijvoorbeeld een Renault uit de bocht liet vliegen, en de regis seur van de film weigert erin te laten knippen, om (bijvoorbeeld) door Nico Scheepmaker artistieke redenen? Dat is een probleem dat nog besproken moet worden, had drs. Wentholt gezegd. Maar als u geen houvast hebt aan de regels, belt u dan even WVC op voor toe stemming. Maar als we tevoren toestem ming moeten vragen, is er geen sprake meer van repressief toe zicht, controle achteraf, maar controle vooraf, zei de omroep- Nou nee, want als de minister geen ontheffing verleent, mag u het toch uitzenden. Alleen volgt dan wel een boete, antwoordde de heer Wentholt. Dus toen, na Camperts Au ping, die onbepiept mocht blij ven, de omroepvertegenwoordi- ger riep dat dan ook alle proble men met Nederlandse films zijn opgelost omdat het in dat geval ook om een kunstwerk ging, riep drs. Wentholt haastig dat hij Remco Camperts onbepiepte Auping weer terugtrok! Het probleem is overigens meer academisch dan brandend, ik heb Remco Campert even op gebeld, hij had nooit een verhaal geschreven waarin iemand op zijn matras op en neer sprong, en hij gebruikte ook nooit merkna- UTRECHT (GPD) - Echt of niet echt? Dat is een vraag, die ook na. het beluisteren van een deel van de „nieuwe" Bach-werken nog niet met enige zekerheid valt te beantwoorden. Vrijdagavond speelde de Duitse organist Wil helm Krumbach het eerste deel van zijn vondst in de bibliotheek van de universiteit van Yale in de Verenigde Staten, in de Jacobi- kerk in Utrecht. Dit voor een groot aantal belangstellenden, maar de klapstoeltjes behoefden toch niet te worden uitgezet. Het koor van de Nederlandse Bach-Vereniging verleende me dewerking door een aantal van de koralen die in bewerking ge speeld werden, eerst te zingen. Dirigent van dit koor is Jos van Veldhoven. Ik stort me natuurlijk niet in de discussie, want dat zou alleen op een zinnige manier kunnen gebeuren wanneer ik er ook een paar jaar studie tegenaan gooi. Maar het staat me natuurlijk wel vrij mijn indruk te geven, die dan uitsluitend en alleen gebaseerd is op het horen van de muziek, die verder nog niet eens ter inza ge is. Wat mij betreft dan: het kan best muziek van Bach zijn, maar dan voor een deel wel geschre ven in een periode dat hij veel vuldig zijn dag niet had. Vak technisch klinkt het allemaal meer dan redelijk, maar ik mis toch het doorwrochte, dat toch vrijwel alle composities van mannen als Bach en bijvoor beeld ook Buxtehude karakteri seert. Wilhelm Krumbach is overi gens een, zij het soms wat tremu- lanterig, goed organist. Dat mag ook wel even vastgesteld wor den. Maar de aandacht is toch meer op de nieuwe vondsten ge richt. Wel, die kunnen be schouwd worden als een aan winst voor het orgelrepertoire, of zo nu wèl of niet van Bach zijn. Nogmaals, er zou in vele gevallen een wat hechtere structuur in kunnen zitten, maar het is in alle gevallen goed speelbare, vaak ook „mooie" muziek, het bij voeglijk naamwoord „indruk wekkend" is echter niet op zijn plaats. Stijjkritisch onderzoek is nog hard nodig. Indien de muziek van Bach is, dan zijn er overdui delijk invloeden van buiten aan- wijsbarr. Die invloeden moeten gedefinieerd worden, waarbij men zich tevens moet afvragen of die elementen die dan als in vloed omschreven worden niet gewoon de eigenheden van een andere componist geweest zijn, die in plaats van Bach deze mu ziek gemaakt heeft. De vondst is belangwekkend, zekerheid is er nog beslist niet. WIM HENK BAKKER Amsterdams Philharmonisch Or kest o.l.v. Thomas Sanderling. Werken van Webern (zes stukken voor groot orkest op. 6) en Schu mann (Rheinische Symfonie). Solis te: Jenny Zacharieva in het Piano concert van Grieg. Stadsgehoorzaal, 11 januari. LEIDEN - Diegenen, die al zeer vroeg in de Stadsgehoorzaal wa ren konden daar op het nog lege podium de soliste van de avond, Jenny Zacharieva, heel zachtjes horen inspelen, een voorproefje van wat ons in Grieg te wachten stond. Haar lof is al meermalen gezongen, en niet voor niets komt ze regelmatig terug. Haar spel heeft een sterk poëtische in slag die haar een ideale vertolk ster maakt van de romantische piano-literatuur, maar evenzeer van Mozart. Zij laat de muziek voor zich spreken zonder onnodige toe voegingen of franjes, haar toon is warm en genuanceerd, en iedere noot wordt door haar met inten siteit geladen. Al leek zij wat matter dan bij andere gelegenhe den, de grote kwaliteiten van haar spel werden nog eens over duidelijk in haar gul gegeven toegift: een Aria van Scarlatti in een romantische bewerking, rag fijn gespeeld. Jammer genoeg werd haar spel in Grieg meermalen overspeeld door het nogal lomp en ongelijk begeleidend orkest. Groter te genstelling dan tussen het eerste en het laatste werk van het pro gramma is nauwelijks denkbaar: Webern's ongeveer twaalf minu ten durende klankwereld contra de groot opgezette vijfdelige symfonie van Schumann. We bern's muziek is ondanks het grote orkest sober en doorzich tig, gecomprimeerd, en vraagt van uitvoerenden en luisteraar een uiterste concentratie en stil te. Het relatief langste deel, het vierde, begint nauwelijks hoor baar en wordt tot een geweldige climax opgebouwd. De intenties van Webern werden uitstekend gerealiseerd, maar helaas werd zijn partituur nogal geweld aan gedaan door onbehouwen hoest- geluiden vanuit de zaal. Het blijft een onuitroeibaar euvel dat al veel dirigenten tot wanhoop heeft gedreven. De Symfonie van Schumann werd veel te zwaar aangezet zodat een eenzij dig beeld ontstond waarin voor poëzie en lichtvoetigheid geen ruimte was. MIES ALBARDA. Nederlands Dans Theater met de première van 'Converge' (Nacho Duato/Friis, Irgens-Móller en Pur- cell) en herhalingen van 'Vijf schet sen' (Van Manen/Hindemith), 'De anatomische les' (Tetley/Landowski) en 'Soldatenmis' (Kylian/Martinu). Gezien op 10 junuari in het Circus theater, Scheveningen. Aldaar ook op 12, 18 en 19 januari. Voorts op 21 en 22 januari in de Stadsschouw burg, Amsterdam. SCHEVENINGEN - De danser Nacho Duato van het Neder lands Dans Theater maakte met zijn twee eerste balletten 'Jardi Tancat' en 'Danza y Rito' snel naam als choreograaf. Die le venslustige, dynamische dansen vielen bij het grootste deel van de critici in de smaak en klaarb lijkelijk ook bij de leiding van het NDT. Want in het nieuwe programma is alweer nummer drie opgenomen. 'Converge' is de titel ervan, wat zoveel betekent als: het zich naar één punt richten. Dat ene punt is in dit geval de doem die elke danser boven het hoofd hangt: het einde van de carrière. De dans bestaat uit twee delen. Het eerste deel speelt zich af tegen een decor van zwarte achter- en zijdoeken. Gevangen in een spot maakt één danseres (Roslyn An derson) verkrampte dansbewe gingen. Soms zijn er aanzetten tot dansen in te herkennen, waarbij het lijkt alsof ze haar li chaam niet helemaal onder con trole heeft. Andere dansers trek ken in een flits voorbij. Eerst helpt zij hen, later moet ze zelf ondersteund worden. De mu ziek, flarden piano- en basspel met woorden, waarin soms dan- stermen zijn te herkennen, bena drukt de versnipperde sfeer. De overgang naar het tweede deel is dramatisch. Met woeste gebaren trekt de danseres alle gordijnen weg: de kale podium- ruimte wordt zichtbaar. In ge dempt licht voert de groep een romantisch ballet uit op de mu ziek van Purcell. De danseres houdt haar hoofd afgewend en trekt zich langzaam terug van het toneel. Nieuwe Duato en prille Van Manen bij NDT Roslyn Anderson als ouderse danseres Het zal duidelijk zijn dat het volksdansachtige van zijn beide eerstelingen hier niet terug te vinden is. Maar de bezwaren die ik tegen die dansen had, gelden ook voor 'Converge': Duato heeft de techniek van het choroegrafe- ren in zijn vingers, maar mist voorlopig nog oorspronkelijk heid. Die verkrampte bewegin gen in het eerste deel heb ik al veel vaker gezien en ook de groepsdans heeft geen eigen ge zicht. Dramatisch gezien is dit wel zijn beste werkstuk tot nu toe. De vergankelijkheid van de dans, die uit het ballet van Duato spreekt, wordt in 'Vijf schetsen' van Hans van Manen nog eens onderstreept. Hij maakte dit bal let in 1966 voor Alexandra Ra dius en Han Ebbelaar. Dat was in de tijd dat video nog niet be stond en niet genoteerde ballet ten alleen in de hoofden van dan sers en maker werden bewaard. Radius en Ebbelaar hebben hun geheugen gepijnigd en het ballet met behulp van een fragmenta risch super 8-filmpje bij het NDT ingestudeerd. Het is een pas de deux met nog veel van de versieringen, die hij later steeds meer achterwege is gaan laten. De jonge Van Manen toont in dit ballet nog minder een eigen gezicht, maakt veel ge bruik van klassieke technieken. De sfeer is veel vriendelijker en minder uitgesproken dan in zijn latere werk. Wel zijn soms al het soort gimmicks zichtbaar - zoals trillende handen, die de dansers daarna vol verbazing bekijken - die hij later vaak is gaan gebrui ken. De 'Vijf schetsen' is vooral leuk als curiosum, al heeft het door de graad van abstractie de tand des tijds aardig weerstaan. De danseres Nora Kimball danste prachtig beheerst, Philip Taylor was nog wat stijf in zijn rol. ARIEJAN KORTEWEG Maar dit fysieke aspect van de 24-jarige Karin Bloemen wordt rap overvleugeld door de innemende en enthousiaste wijze waarop zij praat over haar optreden in musicals en over haar succes: „September 1983 was de eerste keer dat ik in de krant stond: Karin Bloemen krijgt Pisuisse-prijs. Daarna is het nooit meer opgehouden". Vorig jaar vertolkte zij een vooraanstaande rol in de musical 'De zoon van Louis Davids', dit seizoen staat zij op het eerste plan naast Wim Wama, die de titelrol gestalte geeft in de musical 'Hadjememaar' bij Nooy's Volkstheater en 1 november gaat de door Guus Vleugel geschreven musical 'Mimi Grimi' in première, waarin voor Karin de hoofdrol is weggelegd. Karin Bloemen, winnares bi mijn kont lopen, - i de Pall Mall Prijs: "Ik ga i i: joehoe, ik ben een ster". Afgelopen maandag kwam de Pali Mali-prijs het erelijstje versterken. Half februari wordt de eerste afle vering uitgezonden van de tiende lige tv-serie 'De kip en het ei', met - naast Piet en Peter Romer, Joop Doderer en Andrea Domburg - Ka rin Bloemen als Thea Dageraad. Eerder was zij op tv te zien in pro gramma's als RUR, Sonja, Tineke en onlangs 'De middageditie'. Sa men met Wim Wama en IJf Blok ker tracht ze in een komende afle vering van 'Babbelonië' het juiste woord te raden. Reeds driemaal trad ze op in 'Hints' en afgelopen zomer zong ze tijdens het songfes tival van Knokke. Karin baalt dat ze 22 januari moet optreden in Sneek en dus niet aanwezig kan zijn bij de première van 'De IJssa lon', de eerste film waarin zij een kleine rol vervult. Haar carrière duurt pas anderhalf jaar... Als ze naar de keuken loopt om theewa ter op te zetten, zingt ze Peter Blan- ker's ironiserende kijk op de situa tie van een ster: "t Is moeilijk be scheiden te blijven...' „Ik ben zelf niet zo dat ik meteen met veren in mijn kont ga lopen, zo van joehoe, ik ben een ster. Dat is natuurlijk onzin, want dat ben je niet en dat word je ook niet. Dat gebeurt, de mensen gaan je zo noe men. De meeste oudere collega's hebben iets heel positiefs, vinden het goed wat ik doe. Ze hebben waardering voor iemand die nog zo jong is en al zoveel kwaliteit heeft. Dat vind ik een heel prettig gevoel. door Frans Doeleman Ik krijg ook een heleboel wijze raad". „Ik vind het heel goed als men sen zo kunnen werken met elkaar, want dan kom je veel verder dan wanneer je elkaar naar beneden kijkt. Dat is een soort bijgeloof van me: als je altijd mensen naar bene den haalt, haal je eigenlijk ook je zelf naar beneden. Als je altijd ne gatief denkt over anderen, ga je dat ook projecteren op jezelf. Als ie mand het goed doet, dan denk ik: dat is goed voor het theater. Dan heb ik geen kinnesinne, eerder een gevoel van trots alsof het een broertje of een zusje betreft". „Ik vind het gewoon heel leuk om Nederlandse musicals te doen en probeer daar zo goed mogelijk in te zijn. Maar ik ben nog lang niet klaar -- ook al heb ik het misschien naar de geldende maatstaf al be hoorlijk gehaald -, want het kan nog veel beter, verder en dieper. Ik vind het zeer wonderbaarlijk en lu xe dat ik de hoofdrol kan spelen in 'Mimi Crimi', naast Hans van der Woude, Luc Lutz, Sylvia de Leur en Nelleke Burg. Ik hoorde dat de première in Carré is, heel span nend. Carré doet je wat, dat is een begrip in de theaterwereld. Carré tel je: ik heb zeven keer in Carré gestaan en dit jaar sta ik er vier keer." Echte tranen „Iedereen die een beetje idealis tisch is, is perfectionistisch en ik wil de dingen echt zo goed doen als ik kan. Elke keer wordt het een stukje beter en over twintig jaar denk ik misschien, ja, nu heb ik een vak in handen. Ook emotiona liteit vind ik altijd belangrijk. Ik kan bijvoorbeeld geen teksten schrijven, maar wel een brief van acht kantjes, achter elkaar door, straight from the heart. In 'Hadje memaar' speel ik de dochter van Wim Wama en we zingen een num mer 'De Zwerfkat'. Dat gaat er over dat een vader zo smerig kan zijn en zijn dochter toch mooi. Toen we dat voor de eerste keer een paar maal goed doornamen, hadden we echt allebei tranen in onze ogen en Wim zei iets van verdomme, ik vind het ook móói!" Karin Bloemen heeft alle ver trouwen in de serie 'De kip en het ei', die werd geschreven door Peter Romer. Hij en zijn vader Piet zet ten twee Amsterdamse agenten neer, die zowel op het bureau als thuis in allerlei verwikkelingen verzeild raken. Karin speelt een werkende huisvrouw, de echtgeno te van Peter. Zij meent dat er in deze comedy-serie sprake is van een gezonde humor, niet platvloers of gemakkelijk, maar met dubbele bodems en soms opeens heel droog dankzij de inbreng van Joop Doderer. Andrew Wilson, die ook 'De Fabriek' deed, regisseerde de Met plezier kijkt Karin Bloemen terug op haar eerste film-avontuur 'De IJssalon': „Het was heel leuk om met Renee Soutendijk te werken. Ik had verschillende scè nes met haar en dan merk je ook het verschil zoals ik in elkaar zit en zoals Renee in elkaar zit. Renee is zo geconcentreerd, zo'n wolk om haar heen, heel mooi. Op het bio scoopscherm is ze prachtig, zo in getogen. Ik ben nog veel te fliere- fluiterig, lachen, gieren, brullen en goh, wat leuk, dat is een camera. Ik ben misschien veel meer een co- mediènne dan ik dacht dat ik zou zijn. Op de kleinkunstacademie was ik behoorlijk serieus bezig. Pas in het laatste jaar had ik iets van, oh, maar ik kan ook best la chen af en toe." Innerlijke drang Na het atheneum in Schagen wist Karin eigenlijk niet wat ze wil de. Het schoolcabaret, waarin ze liedjes van Jasperina de Jong zong, bracht haar op het idee om onder meer de oriëntatiecursus van de Amsterdamse kleinkunstacademie te volgen, naast een studie Engels aan de VU, waar ze bovendien in het kamerkoor zong. Ze doorstond alle audities en werd aangenomen voor de dagopleiding van de acade mie: „Met vallen en opstaan rolde ik het tweede en het derde jaar in en in dat derde jaar snapte ik het, zoals ik het zelf altijd maar noem. Ik heb toen vier programma's ge maakt waar veel van mijn eigen keuzes, gedachten en liefde inzat en naar aanleiding van die pro gramma's heb ik de Pisuisse-prijs gekregen, een academie-prijs voor de leerling met de beste prestaties van dat seizoen". „Ik vind het heel belangrijk om voor publiek te werken en mensen te laten voelen wat ze zich mis schien ontzeggen. Het belangrijk ste van theater is, dat er publiek zit dat met je meevoelt en meedenkt en dat je die mensen wat mee kan geven, of dat nu op politiek, emo tioneel of welk vlak dan ook ligt. Dat komt uit een soort innerlijke drang. Ik wilde mij altijd al laten gelden, maar ik doe het wel dege lijk uit een gedrevenheid en een groot hart voor het vak en het me dium theater, om het mysterie en de magie van het leven enigszins te ontsluieren". „Dit is het enige wat ik kan ei genlijk. Ja, ik doe een leuke afwas, maar het enige wat ik goed kan, is mijn vak. Zingen, dansen, acteren, teksten van een ander uit mijn mond laten komen als waren ze van mijzelf en het liefst achthon derd mensen tegelijk ervan te over tuigen dat het waar is wat ik sta te doen. Dat je ze kunt overdonderen met een bepaald gevoel, dat je ze kunt motiveren anders te denken of anders te leven of ze weer moed geven om te leven. Ik denk ook al tijd dat theater niet zo zeer een vak of werk is, maar een vorm van le ven". „Zoals Maria Callas ooit zei: zin gen of muziek staat gelijk aan de liefde bedrijveh. En ik denk dat ze daar gelijk aan had, het is een le vensstijl. Als het op een première goed gaat, maakt dat je zo intens gelukkig, als je voelt dat de zaal meegaat in je enthousiasme en er een soort verlichte sfeer ontstaat. Dat is mooier dan drugs, drank, vrijen of wat dan ook, dat is zo in tens, daar kan ik echt op leven". „Ik ben nu al gezegend met twee heel mooie jaren en het derde jaar dat heel mooi zal worden, komt er al aan. En dat voor iemand van 24. Ik loop echt af en toe te huppelen over straat, met iets van I'm happy, I'm happy. Ja, ik word op straat herkend. Een keer in een bus, dat was heel erg. Een vrouw, echt kei hard die bus in (Karin schakelt over op plat Amsterdams): 'Oh, maar ik ken u, van de beeldbuis, u bent dat meisje dat zo kan zingen'. Ik vind het een compliment als mensen je herkennen, maar als zo'n hele bus ineens gefixeerd is op één stoel en daar zat ik dan op, was ik wel blij dat ik er uit kon, hoor. benauwd kreeg ik het ervan. Maar dat hoort er allemaal bij". Goed vet Een goede stem gedijt in goed vet. Dat komt van Elisabeth Schwartzkopf, geloof ik. Van het moment dat ik in 'De zoon van Louis Davids' werkte, kreeg ik op merkingen als: leuk, zo'n forse meid die haar benen in de lucht gooit, spagaten valt, dubbele toe ren draait en danst alsof het niks is, terwijl ze net als ons... Welke vrouw is nou in het dage lijkse leven slank? Een perfecte vrouw bestaat niet, iedereen is gef rustreerd. Zie ik een prachtig slank mens denken: ,Maar ik heb niks van boven meid, ik wou dat ik wat van jou had...' Ik ben toch niet be paald het type voor Playboy. Als ze me zouden vragen? Ben je besode mieterd, ik denk dat ik blauw van het lachen 'nee' ga zeggen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 29