'Nu al gezegend met twee heel mooie jaren'
Matras hoeft niet 'bepiept' te worden
TV-rubriek
De vergankelijkheid van dans
Karin Bloemen kan haar geluk niet op
'Nieuw' Bachwerk aanwinst orgel
Warm spel pianiste Zacharieva
ZATERDAG 12 JANUARI 1985
RADIO-TV-KUNST
PAGINA 29
Tot mijn niet geringe voldoening
heeft prof. dr. Anne van der Mei
den, van de vakgroep massacom
municatie aan de Rijksuniversi
teit van Utrecht, dus niet iemand
van de straat en al helemaal niet
van de tv, met dezelfde argumen
ten die ik de laatste tijd min of
meer intuïtief of zelfs instinctief
heb gebruikt, de hele boetegang
van minister Brinkman ten nade
le van de omroepen en de televi
sie, bekritiseerd. Hij deed dat in
TROS-Aktua, dat als eerste ac
tualiteitenrubriek (althans voor
zover ik het gezien heb) de pre
ventieve boetecensuur van de
minister doorbrak door even,
heel kort, iets te tonen van het
programma waarvoor de TROS
een boete van 750.000 gulden
kreeg opgelegd: een reportage
over de rage in Amerika van de
Cabbage Patch Dolls, de adoptie
poppen. Het feit dat tot dan toe
geen van de omroepen het ge
waagd had de gewraakte frag
menten waarvoor die extreme
boetes waren gegeven en waar
over in alle kranten in geuren en
kleuren werd geschreven nu
eens te laten zien, zodat wij ons
er op dezelfde manier als de
ambtenaren van WVC een oor
deel over konden vormen, be
wees dat de maatregelen van de
minister een vorm van (preven
tieve) censuur waren. Ik ben be
nieuwd of het tonen van dat kor
te fragmentje uit een Ameri
kaans tv-programma waarin je
zag hoe een volwassen ouder
paar tegenover een soort zuster
plechtig beloofde goed te zullen
zorgen voor de door hen geadop
teerde pop, nu ook weer tot een
boete leidt. Dat het overigens
een typisch Amerikaanse rage is,
blijkt uit de voorraden die de be
tere speelgoedwinkels in Neder
land hebben. In Amerika moetje
je nog altijd op een wachtlijst la
ten zetten (ze kosten daar en hier
zo tegen de honderd gulden), ter
wijl hier Little Pony overal is uit
verkocht. Hoe dat komt? Niet
doordat er in een actualiteitenru
briek of een andersoortig pro
gramma aan dat kambare paard
je aandacht is besteed, maar om
dat er een tamelijk lange, aan
trekkelijke STER-spot tegenaan
is gegooid. Zou er dan toch ver
schil zijn tussen de verwende
werking van wat de minister
'sluikreclame' noemt, en de ech
te, doelgerichte reclame?
Het frappeert je, zei prof. Van
der Meiden, dat de opgestelde re
gels van minister Brinkman nau
welijks passen in de tijd van van
daag. Als je ze naar de letter gaat
uitvoeren kom je in waanzin te
recht. Ieder gezond mens denkt,
als hij die adoptiepoppen op het
scherm behandeld ziet: o ja, dat
is die krankzinnige rage in Ame
rika, waarover in de krant ge
schreven is. Waarom zou een
krant hier wel over mogen be
richten en de televisie niet? De
televisie, zei prof. Van der Mei
den, heeft dezelfde rechten en
plichten als de krant. De minis
ter gaat duidelijk over de
schreef!
TROS-Aktua liet ook nog het
een en ander horen van een ver
gadering van omroepmedewer
kers met de ambtenaren van
WVC over de toepassing van de
reclamerichtlijnen. Daaruit
bleek dat drs. Wentholt, de WVC-
deskundige op dat gebied, het
ook niet allemaal wist. 'Ik twij
fel', 'op het ogenblik is dat niet
geregeld', 'dat is een probleem
dat besproken moet worden',
'dat reken ik tot het grijze gebied
waar we mee zitten"... Daaruit
bleek toch wel dat de omroepen
gelijk hebben als zij stellen dat
minister Brinkman ongelijk
heeft als hij zegt dat de regels be
kend en duidelijk waren.
Stel: Remco Campert leest een
verhaal van hem voor waarin ie
mand op zijn matras op en neer
staat te springen, vroeg Jan
Haasbroek namens de VPRO. en
Campert volstaat niet met neu
traal van een matras te reppen,
maar noemt de naam Auping,
moet dat dan weggepiept wor
den?
Dat valt onder de artikelen 10
en 11, antwoordde drs. Wentholt,
dat is geen probleem.
O, maar dan hebben wij ook
geen probleem met Nederlandse
films waar merknamen in ge
noemd of getoond worden, riep
iemand uit die eerder gevraagd
had wat een omroep moest doen
als een Nederlandse film, vaak
gemaakt met subsidie van WVC,
bijvoorbeeld een Renault uit de
bocht liet vliegen, en de regis
seur van de film weigert erin te
laten knippen, om (bijvoorbeeld)
door
Nico Scheepmaker
artistieke redenen?
Dat is een probleem dat nog
besproken moet worden, had
drs. Wentholt gezegd. Maar als u
geen houvast hebt aan de regels,
belt u dan even WVC op voor toe
stemming.
Maar als we tevoren toestem
ming moeten vragen, is er geen
sprake meer van repressief toe
zicht, controle achteraf, maar
controle vooraf, zei de omroep-
Nou nee, want als de minister
geen ontheffing verleent, mag u
het toch uitzenden. Alleen volgt
dan wel een boete, antwoordde
de heer Wentholt.
Dus toen, na Camperts Au
ping, die onbepiept mocht blij
ven, de omroepvertegenwoordi-
ger riep dat dan ook alle proble
men met Nederlandse films zijn
opgelost omdat het in dat geval
ook om een kunstwerk ging, riep
drs. Wentholt haastig dat hij
Remco Camperts onbepiepte
Auping weer terugtrok!
Het probleem is overigens
meer academisch dan brandend,
ik heb Remco Campert even op
gebeld, hij had nooit een verhaal
geschreven waarin iemand op
zijn matras op en neer sprong, en
hij gebruikte ook nooit merkna-
UTRECHT (GPD) - Echt of niet
echt? Dat is een vraag, die ook na.
het beluisteren van een deel van
de „nieuwe" Bach-werken nog
niet met enige zekerheid valt te
beantwoorden. Vrijdagavond
speelde de Duitse organist Wil
helm Krumbach het eerste deel
van zijn vondst in de bibliotheek
van de universiteit van Yale in de
Verenigde Staten, in de Jacobi-
kerk in Utrecht. Dit voor een
groot aantal belangstellenden,
maar de klapstoeltjes behoefden
toch niet te worden uitgezet.
Het koor van de Nederlandse
Bach-Vereniging verleende me
dewerking door een aantal van
de koralen die in bewerking ge
speeld werden, eerst te zingen.
Dirigent van dit koor is Jos van
Veldhoven.
Ik stort me natuurlijk niet in
de discussie, want dat zou alleen
op een zinnige manier kunnen
gebeuren wanneer ik er ook een
paar jaar studie tegenaan gooi.
Maar het staat me natuurlijk wel
vrij mijn indruk te geven, die dan
uitsluitend en alleen gebaseerd
is op het horen van de muziek,
die verder nog niet eens ter inza
ge is.
Wat mij betreft dan: het kan
best muziek van Bach zijn, maar
dan voor een deel wel geschre
ven in een periode dat hij veel
vuldig zijn dag niet had. Vak
technisch klinkt het allemaal
meer dan redelijk, maar ik mis
toch het doorwrochte, dat toch
vrijwel alle composities van
mannen als Bach en bijvoor
beeld ook Buxtehude karakteri
seert.
Wilhelm Krumbach is overi
gens een, zij het soms wat tremu-
lanterig, goed organist. Dat mag
ook wel even vastgesteld wor
den. Maar de aandacht is toch
meer op de nieuwe vondsten ge
richt. Wel, die kunnen be
schouwd worden als een aan
winst voor het orgelrepertoire, of
zo nu wèl of niet van Bach zijn.
Nogmaals, er zou in vele gevallen
een wat hechtere structuur in
kunnen zitten, maar het is in alle
gevallen goed speelbare, vaak
ook „mooie" muziek, het bij
voeglijk naamwoord „indruk
wekkend" is echter niet op zijn
plaats.
Stijjkritisch onderzoek is nog
hard nodig. Indien de muziek
van Bach is, dan zijn er overdui
delijk invloeden van buiten aan-
wijsbarr. Die invloeden moeten
gedefinieerd worden, waarbij
men zich tevens moet afvragen
of die elementen die dan als in
vloed omschreven worden niet
gewoon de eigenheden van een
andere componist geweest zijn,
die in plaats van Bach deze mu
ziek gemaakt heeft. De vondst is
belangwekkend, zekerheid is er
nog beslist niet.
WIM HENK BAKKER
Amsterdams Philharmonisch Or
kest o.l.v. Thomas Sanderling.
Werken van Webern (zes stukken
voor groot orkest op. 6) en Schu
mann (Rheinische Symfonie). Solis
te: Jenny Zacharieva in het Piano
concert van Grieg. Stadsgehoorzaal,
11 januari.
LEIDEN - Diegenen, die al zeer
vroeg in de Stadsgehoorzaal wa
ren konden daar op het nog lege
podium de soliste van de avond,
Jenny Zacharieva, heel zachtjes
horen inspelen, een voorproefje
van wat ons in Grieg te wachten
stond. Haar lof is al meermalen
gezongen, en niet voor niets
komt ze regelmatig terug. Haar
spel heeft een sterk poëtische in
slag die haar een ideale vertolk
ster maakt van de romantische
piano-literatuur, maar evenzeer
van Mozart.
Zij laat de muziek voor zich
spreken zonder onnodige toe
voegingen of franjes, haar toon is
warm en genuanceerd, en iedere
noot wordt door haar met inten
siteit geladen. Al leek zij wat
matter dan bij andere gelegenhe
den, de grote kwaliteiten van
haar spel werden nog eens over
duidelijk in haar gul gegeven
toegift: een Aria van Scarlatti in
een romantische bewerking, rag
fijn gespeeld.
Jammer genoeg werd haar spel
in Grieg meermalen overspeeld
door het nogal lomp en ongelijk
begeleidend orkest. Groter te
genstelling dan tussen het eerste
en het laatste werk van het pro
gramma is nauwelijks denkbaar:
Webern's ongeveer twaalf minu
ten durende klankwereld contra
de groot opgezette vijfdelige
symfonie van Schumann. We
bern's muziek is ondanks het
grote orkest sober en doorzich
tig, gecomprimeerd, en vraagt
van uitvoerenden en luisteraar
een uiterste concentratie en stil
te.
Het relatief langste deel, het
vierde, begint nauwelijks hoor
baar en wordt tot een geweldige
climax opgebouwd. De intenties
van Webern werden uitstekend
gerealiseerd, maar helaas werd
zijn partituur nogal geweld aan
gedaan door onbehouwen hoest-
geluiden vanuit de zaal. Het blijft
een onuitroeibaar euvel dat al
veel dirigenten tot wanhoop
heeft gedreven. De Symfonie
van Schumann werd veel te
zwaar aangezet zodat een eenzij
dig beeld ontstond waarin voor
poëzie en lichtvoetigheid geen
ruimte was.
MIES ALBARDA.
Nederlands Dans Theater met de
première van 'Converge' (Nacho
Duato/Friis, Irgens-Móller en Pur-
cell) en herhalingen van 'Vijf schet
sen' (Van Manen/Hindemith), 'De
anatomische les' (Tetley/Landowski)
en 'Soldatenmis' (Kylian/Martinu).
Gezien op 10 junuari in het Circus
theater, Scheveningen. Aldaar ook
op 12, 18 en 19 januari. Voorts op 21
en 22 januari in de Stadsschouw
burg, Amsterdam.
SCHEVENINGEN - De danser
Nacho Duato van het Neder
lands Dans Theater maakte met
zijn twee eerste balletten 'Jardi
Tancat' en 'Danza y Rito' snel
naam als choreograaf. Die le
venslustige, dynamische dansen
vielen bij het grootste deel van
de critici in de smaak en klaarb
lijkelijk ook bij de leiding van
het NDT. Want in het nieuwe
programma is alweer nummer
drie opgenomen.
'Converge' is de titel ervan, wat
zoveel betekent als: het zich naar
één punt richten. Dat ene punt is
in dit geval de doem die elke
danser boven het hoofd hangt:
het einde van de carrière. De
dans bestaat uit twee delen. Het
eerste deel speelt zich af tegen
een decor van zwarte achter- en
zijdoeken. Gevangen in een spot
maakt één danseres (Roslyn An
derson) verkrampte dansbewe
gingen. Soms zijn er aanzetten
tot dansen in te herkennen,
waarbij het lijkt alsof ze haar li
chaam niet helemaal onder con
trole heeft. Andere dansers trek
ken in een flits voorbij. Eerst
helpt zij hen, later moet ze zelf
ondersteund worden. De mu
ziek, flarden piano- en basspel
met woorden, waarin soms dan-
stermen zijn te herkennen, bena
drukt de versnipperde sfeer.
De overgang naar het tweede
deel is dramatisch. Met woeste
gebaren trekt de danseres alle
gordijnen weg: de kale podium-
ruimte wordt zichtbaar. In ge
dempt licht voert de groep een
romantisch ballet uit op de mu
ziek van Purcell. De danseres
houdt haar hoofd afgewend en
trekt zich langzaam terug van het
toneel.
Nieuwe Duato en prille Van Manen bij NDT
Roslyn Anderson als ouderse danseres
Het zal duidelijk zijn dat het
volksdansachtige van zijn beide
eerstelingen hier niet terug te
vinden is. Maar de bezwaren die
ik tegen die dansen had, gelden
ook voor 'Converge': Duato heeft
de techniek van het choroegrafe-
ren in zijn vingers, maar mist
voorlopig nog oorspronkelijk
heid. Die verkrampte bewegin
gen in het eerste deel heb ik al
veel vaker gezien en ook de
groepsdans heeft geen eigen ge
zicht. Dramatisch gezien is dit
wel zijn beste werkstuk tot nu
toe.
De vergankelijkheid van de
dans, die uit het ballet van Duato
spreekt, wordt in 'Vijf schetsen'
van Hans van Manen nog eens
onderstreept. Hij maakte dit bal
let in 1966 voor Alexandra Ra
dius en Han Ebbelaar. Dat was in
de tijd dat video nog niet be
stond en niet genoteerde ballet
ten alleen in de hoofden van dan
sers en maker werden bewaard.
Radius en Ebbelaar hebben hun
geheugen gepijnigd en het ballet
met behulp van een fragmenta
risch super 8-filmpje bij het NDT
ingestudeerd.
Het is een pas de deux met nog
veel van de versieringen, die hij
later steeds meer achterwege is
gaan laten. De jonge Van Manen
toont in dit ballet nog minder
een eigen gezicht, maakt veel ge
bruik van klassieke technieken.
De sfeer is veel vriendelijker en
minder uitgesproken dan in zijn
latere werk. Wel zijn soms al het
soort gimmicks zichtbaar - zoals
trillende handen, die de dansers
daarna vol verbazing bekijken -
die hij later vaak is gaan gebrui
ken. De 'Vijf schetsen' is vooral
leuk als curiosum, al heeft het
door de graad van abstractie de
tand des tijds aardig weerstaan.
De danseres Nora Kimball
danste prachtig beheerst, Philip
Taylor was nog wat stijf in zijn
rol.
ARIEJAN KORTEWEG
Maar dit fysieke aspect van de 24-jarige Karin Bloemen wordt rap
overvleugeld door de innemende en enthousiaste wijze waarop
zij praat over haar optreden in musicals en over haar succes:
„September 1983 was de eerste keer dat ik in de krant stond:
Karin Bloemen krijgt Pisuisse-prijs. Daarna is het nooit meer
opgehouden". Vorig jaar vertolkte zij een vooraanstaande rol in
de musical 'De zoon van Louis Davids', dit seizoen staat zij op het
eerste plan naast Wim Wama, die de titelrol gestalte geeft in de
musical 'Hadjememaar' bij Nooy's Volkstheater en 1 november
gaat de door Guus Vleugel geschreven musical 'Mimi Grimi' in
première, waarin voor Karin de hoofdrol is weggelegd.
Karin Bloemen, winnares
bi mijn kont lopen,
- i de Pall Mall Prijs: "Ik ga i
i: joehoe, ik ben een ster".
Afgelopen maandag kwam de Pali
Mali-prijs het erelijstje versterken.
Half februari wordt de eerste afle
vering uitgezonden van de tiende
lige tv-serie 'De kip en het ei', met
- naast Piet en Peter Romer, Joop
Doderer en Andrea Domburg - Ka
rin Bloemen als Thea Dageraad.
Eerder was zij op tv te zien in pro
gramma's als RUR, Sonja, Tineke
en onlangs 'De middageditie'. Sa
men met Wim Wama en IJf Blok
ker tracht ze in een komende afle
vering van 'Babbelonië' het juiste
woord te raden. Reeds driemaal
trad ze op in 'Hints' en afgelopen
zomer zong ze tijdens het songfes
tival van Knokke. Karin baalt dat
ze 22 januari moet optreden in
Sneek en dus niet aanwezig kan
zijn bij de première van 'De IJssa
lon', de eerste film waarin zij een
kleine rol vervult. Haar carrière
duurt pas anderhalf jaar... Als ze
naar de keuken loopt om theewa
ter op te zetten, zingt ze Peter Blan-
ker's ironiserende kijk op de situa
tie van een ster: "t Is moeilijk be
scheiden te blijven...'
„Ik ben zelf niet zo dat ik meteen
met veren in mijn kont ga lopen, zo
van joehoe, ik ben een ster. Dat is
natuurlijk onzin, want dat ben je
niet en dat word je ook niet. Dat
gebeurt, de mensen gaan je zo noe
men. De meeste oudere collega's
hebben iets heel positiefs, vinden
het goed wat ik doe. Ze hebben
waardering voor iemand die nog zo
jong is en al zoveel kwaliteit heeft.
Dat vind ik een heel prettig gevoel.
door
Frans Doeleman
Ik krijg ook een heleboel wijze
raad".
„Ik vind het heel goed als men
sen zo kunnen werken met elkaar,
want dan kom je veel verder dan
wanneer je elkaar naar beneden
kijkt. Dat is een soort bijgeloof van
me: als je altijd mensen naar bene
den haalt, haal je eigenlijk ook je
zelf naar beneden. Als je altijd ne
gatief denkt over anderen, ga je dat
ook projecteren op jezelf. Als ie
mand het goed doet, dan denk ik:
dat is goed voor het theater. Dan
heb ik geen kinnesinne, eerder een
gevoel van trots alsof het een
broertje of een zusje betreft".
„Ik vind het gewoon heel leuk
om Nederlandse musicals te doen
en probeer daar zo goed mogelijk
in te zijn. Maar ik ben nog lang niet
klaar -- ook al heb ik het misschien
naar de geldende maatstaf al be
hoorlijk gehaald -, want het kan
nog veel beter, verder en dieper. Ik
vind het zeer wonderbaarlijk en lu
xe dat ik de hoofdrol kan spelen in
'Mimi Crimi', naast Hans van der
Woude, Luc Lutz, Sylvia de Leur
en Nelleke Burg. Ik hoorde dat de
première in Carré is, heel span
nend. Carré doet je wat, dat is een
begrip in de theaterwereld. Carré
tel je: ik heb zeven keer in Carré
gestaan en dit jaar sta ik er vier
keer."
Echte tranen
„Iedereen die een beetje idealis
tisch is, is perfectionistisch en ik
wil de dingen echt zo goed doen als
ik kan. Elke keer wordt het een
stukje beter en over twintig jaar
denk ik misschien, ja, nu heb ik
een vak in handen. Ook emotiona
liteit vind ik altijd belangrijk. Ik
kan bijvoorbeeld geen teksten
schrijven, maar wel een brief van
acht kantjes, achter elkaar door,
straight from the heart. In 'Hadje
memaar' speel ik de dochter van
Wim Wama en we zingen een num
mer 'De Zwerfkat'. Dat gaat er over
dat een vader zo smerig kan zijn en
zijn dochter toch mooi. Toen we
dat voor de eerste keer een paar
maal goed doornamen, hadden we
echt allebei tranen in onze ogen en
Wim zei iets van verdomme, ik
vind het ook móói!"
Karin Bloemen heeft alle ver
trouwen in de serie 'De kip en het
ei', die werd geschreven door Peter
Romer. Hij en zijn vader Piet zet
ten twee Amsterdamse agenten
neer, die zowel op het bureau als
thuis in allerlei verwikkelingen
verzeild raken. Karin speelt een
werkende huisvrouw, de echtgeno
te van Peter. Zij meent dat er in
deze comedy-serie sprake is van
een gezonde humor, niet platvloers
of gemakkelijk, maar met dubbele
bodems en soms opeens heel
droog dankzij de inbreng van Joop
Doderer. Andrew Wilson, die ook
'De Fabriek' deed, regisseerde de
Met plezier kijkt Karin Bloemen
terug op haar eerste film-avontuur
'De IJssalon': „Het was heel leuk
om met Renee Soutendijk te
werken. Ik had verschillende scè
nes met haar en dan merk je ook
het verschil zoals ik in elkaar zit en
zoals Renee in elkaar zit. Renee is
zo geconcentreerd, zo'n wolk om
haar heen, heel mooi. Op het bio
scoopscherm is ze prachtig, zo in
getogen. Ik ben nog veel te fliere-
fluiterig, lachen, gieren, brullen en
goh, wat leuk, dat is een camera. Ik
ben misschien veel meer een co-
mediènne dan ik dacht dat ik zou
zijn. Op de kleinkunstacademie
was ik behoorlijk serieus bezig.
Pas in het laatste jaar had ik iets
van, oh, maar ik kan ook best la
chen af en toe."
Innerlijke drang
Na het atheneum in Schagen
wist Karin eigenlijk niet wat ze wil
de. Het schoolcabaret, waarin ze
liedjes van Jasperina de Jong zong,
bracht haar op het idee om onder
meer de oriëntatiecursus van de
Amsterdamse kleinkunstacademie
te volgen, naast een studie Engels
aan de VU, waar ze bovendien in
het kamerkoor zong. Ze doorstond
alle audities en werd aangenomen
voor de dagopleiding van de acade
mie: „Met vallen en opstaan rolde
ik het tweede en het derde jaar in
en in dat derde jaar snapte ik het,
zoals ik het zelf altijd maar noem.
Ik heb toen vier programma's ge
maakt waar veel van mijn eigen
keuzes, gedachten en liefde inzat
en naar aanleiding van die pro
gramma's heb ik de Pisuisse-prijs
gekregen, een academie-prijs voor
de leerling met de beste prestaties
van dat seizoen".
„Ik vind het heel belangrijk om
voor publiek te werken en mensen
te laten voelen wat ze zich mis
schien ontzeggen. Het belangrijk
ste van theater is, dat er publiek zit
dat met je meevoelt en meedenkt
en dat je die mensen wat mee kan
geven, of dat nu op politiek, emo
tioneel of welk vlak dan ook ligt.
Dat komt uit een soort innerlijke
drang. Ik wilde mij altijd al laten
gelden, maar ik doe het wel dege
lijk uit een gedrevenheid en een
groot hart voor het vak en het me
dium theater, om het mysterie en
de magie van het leven enigszins te
ontsluieren".
„Dit is het enige wat ik kan ei
genlijk. Ja, ik doe een leuke afwas,
maar het enige wat ik goed kan, is
mijn vak. Zingen, dansen, acteren,
teksten van een ander uit mijn
mond laten komen als waren ze
van mijzelf en het liefst achthon
derd mensen tegelijk ervan te over
tuigen dat het waar is wat ik sta te
doen. Dat je ze kunt overdonderen
met een bepaald gevoel, dat je ze
kunt motiveren anders te denken
of anders te leven of ze weer moed
geven om te leven. Ik denk ook al
tijd dat theater niet zo zeer een vak
of werk is, maar een vorm van le
ven".
„Zoals Maria Callas ooit zei: zin
gen of muziek staat gelijk aan de
liefde bedrijveh. En ik denk dat ze
daar gelijk aan had, het is een le
vensstijl. Als het op een première
goed gaat, maakt dat je zo intens
gelukkig, als je voelt dat de zaal
meegaat in je enthousiasme en er
een soort verlichte sfeer ontstaat.
Dat is mooier dan drugs, drank,
vrijen of wat dan ook, dat is zo in
tens, daar kan ik echt op leven".
„Ik ben nu al gezegend met twee
heel mooie jaren en het derde jaar
dat heel mooi zal worden, komt er
al aan. En dat voor iemand van 24.
Ik loop echt af en toe te huppelen
over straat, met iets van I'm happy,
I'm happy. Ja, ik word op straat
herkend. Een keer in een bus, dat
was heel erg. Een vrouw, echt kei
hard die bus in (Karin schakelt
over op plat Amsterdams): 'Oh,
maar ik ken u, van de beeldbuis, u
bent dat meisje dat zo kan zingen'.
Ik vind het een compliment als
mensen je herkennen, maar als
zo'n hele bus ineens gefixeerd is op
één stoel en daar zat ik dan op, was
ik wel blij dat ik er uit kon, hoor.
benauwd kreeg ik het ervan. Maar
dat hoort er allemaal bij".
Goed vet
Een goede stem gedijt in goed
vet. Dat komt van Elisabeth
Schwartzkopf, geloof ik. Van het
moment dat ik in 'De zoon van
Louis Davids' werkte, kreeg ik op
merkingen als: leuk, zo'n forse
meid die haar benen in de lucht
gooit, spagaten valt, dubbele toe
ren draait en danst alsof het niks is,
terwijl ze net als ons...
Welke vrouw is nou in het dage
lijkse leven slank? Een perfecte
vrouw bestaat niet, iedereen is gef
rustreerd. Zie ik een prachtig slank
mens denken: ,Maar ik heb niks
van boven meid, ik wou dat ik wat
van jou had...' Ik ben toch niet be
paald het type voor Playboy. Als ze
me zouden vragen? Ben je besode
mieterd, ik denk dat ik blauw van
het lachen 'nee' ga zeggen".