Bij jazz gaat het om
vrijheid en ruimte
ïtotietk M* jü tete ApÏÏM
tens wen te maoL
De eenling gaat te snel zitten
Muziek heeft met gevoel te maken
Pop: het kunstje van de keuze
Opera moet vandaag de dag
Rapport euthanasie nu naar plaatselijke kerken
Instrument bespelen
gaat niet vanzelf
WOENSDAG 21 NOVEMBER 1984
PAGINA 21
Eindredactie Annemiek Ruygrok
Telefoon 071-144941, toestel 217
De kennismaking met de jazz
3 onvergetelijk: pakweg der
tien, veertien jaar oud, een EP'tje
i Blue Note op de draaitafel en
de strakke hard-bop klanken van
Art Blakey's Jazz Messengers
denderend door de kamer, die in
middels door iedereen in grote
haast was verlaten. Je waande je
in een paradijs. Zaterdagmiddag
Michiel de Ruyter, 's avonds on
der het huiswerk het zwoele ge
luid van Gerry Mulligan en op
nieuw Art Blakey met het onvol
prezen 'Blues March' en 'Moa-
Op die leeftijd luisteren naar
moderne jazz was vragen om on
begrip. Maar geen nood. Hoe
minder je werd begrepen, hoe
meer je ervan overtuigd raakte,
dat moderne jazz het mooiste
s wat er bestond.
maar zelf spelen nog leuker. Aan
gezien je als veertienjarige de
vaardigheden van Charlie Parker
en Miles Davis nog niet helemaal
in de vingers hebt, begin je met
dixieland. Makkelijk in het ge
hoor liggende muziek met over
zichtelijke composities: drie tot
vijf akkoorden en een herken
baar thema, dat je desnoods ei
genhandig arrangeert.
Aanvankelijk laat je je leiden
door de 'revival' van The Dutch
Swing College Band, maar al
spoedig blijkt, dat je terugmoet
naar de bakermat van de jazz:
Amerika. Luisteren naar platen
van trombonist Jack Teagarden,
trompettist Bobby Hacket en gi
tarist Eddie Condon, en naspelen
tot de laatste noot.
Na een aantal jaren slaat de
verveling toe, omdat de moge
lijkheden bij New Orleans, dixie
land en revival toch te beperkt
zijn. De herinnering aan vroeger
jaren begint te dagen, het verlan
gen naar moderne jazz keert te
rug. Vijf procent thema, 95 pro
cent improvisatie, dus veel meer
muzikale ruimte en vrijheid, en
daar gaat het om. De eerste
schreden zijn wankel: voorzich
tig beginnen met moderne
swing, zachtjes overgaan in 'cool'
en ruiken aan de hard-bop. Je
krijgt kramp in je vingers, je
blaast je lippen kapot, maar je
geniet. Nu begrijp je pas echt wat
jazz is, wat het te maken heeft
met de oude 'street parades' in
het Mississippi-gebied, met ne
grospirituals, blues, klassieke
muziek, en waarom Art Blakey
naar Afrika reisde om daar te
luisteren naar het drumwerk van
zijn collega's in de lemen hutten.
Je staart vergenoegd naar buiten
en zet je instrument langzaam
aan de mond. Een warme G als
aanzet voor 'Moanin' klinkt door
de kamer.
WIM WIRTZ
'Wat Berdien kan moet ik ook kunnen'?
Het Chris Hinze-effect noemen ze het op de Leidse Muziekschool.
Tegenwoordig is ook wel van het Berdien Stenbcrg-cffect sprake:
een muzikant gooit hoge ogen op de hitlijsten en op stel en sprong
komen bij de muziekscholen aanmeldingen binnen voor het in
strument dat de betreffende beroemdheid bespeelt.
Mies Albarda, vioollerares aan de muziekschool en ook nog mu
ziekrecensent van deze krant, vindt dat aan de ene kant heel leuk.
"Maar mensen verkijken zich er vaak op. Die denken datje binnen
een paar weken net zo goed dwarsfluit leert spelen als Berdien
Stenberg. En dat is natuurlijk niet het geval. Het gaat echt niet
vanzelf. Ik zeg altijd tegen mijn leerlingen: het is net als met sport.
Je zult elke dag moeten oefenen, wil je écht iets bereiken". Mies
Albarda is van mening dat de dosis benodigde techniek vaak
wordt onderschat. En het is heus niet alleen de viool die afschuwe
lijk klinkt als je de techniek nog niet goed beheerst. Ook een
dwarsfluit kan een dosis wanklanken produceren.
Een geliefd instrument is ook de gitaar. "Dat is een hausse ge
weest. Dit jaar is het eigenlijk voor het eerst dat voor dit instru
ment verhoudingsgewijs wat minder aanmeldingen binnenko
men". Maar het ziet er naar uit dat die 'inzinking' van korte duur
zal zijn, want de muziekschool heeft ook een sectie 'lichte muziek'.
Daar kun je elektrische of basgitaar studeren. Er is ook een combo
en een big band, waarmee het bewijs geleverd is dat het op de
muziekschool echt niet allemaal klassiek is wat de klok slaat.
Over haar 'eigen' instrument, de viool zegt Mies Albarda: "Dai is
nou een instrument om vroeg mee te beginnen. Niet op vier- of
vijfjarige leeftijd zoals ze dat in Japan doen. Maar zeven jaar is
prima. Dan heb je vijfjaar les gehad, voordatje naar de middelba
re school gaat. En dat is vaak het moeilijke moment, omdat je op
die leeftijd erg kritisch wordt. Ook op jezelf'. Veel jongeren stop
pen er dan mee. Maar volgens Mies Albarda gaan heleboel jonge
ren ook door met lessen. Ondanks het feit dat ze veel huiswerk
moeten maken en tijd besteden aan sport en feestjes. "Bij onze
vioolsectie is het verloop erg gering. Maar weinig leerlingen haken
af', zegt ze dan ook trots.
Mensen maken en luisteren al
heel lang naar muziek. Je kunt
wel zeggen dat sinds er mensen
op deze aarde rondlopen (dat is
grofweg zo'n 50.000 jaar) er mu
ziek wordt gemaakt. Maar over
die'vroegsté tijd weten wij wat
dat betreft maar erg weinig. Be
wijzen dat mensen muziek ma
ken zijn hooguit 10.000 jaar oud.
En dat ging natuurlijk heel an
ders dan nu.
Er is waarschijnlijk niemand
die een hekel aan muziek heeft.
Ook al zijn er geen radio, platen
speler of televisie en zelfs geen
muziekinstrumenten, alle men
sen houden zich dan toch nog op
andere wijze met muziek bezig:
ze zingen een deuntje of fluiten
éen liedje dat ze vroeger hebben
geleerd.
Waarom houden
muziek? Daarover hebben al
heel veel wijze mensen nage
dacht. En zij zijn het er lang niet
nou precies muziek willen ma
ken of er naar willen luisteren.
Een kijkje in de encyclopedie
helpt wat dat betreft niet veel.
Want wat daarin staat is alleen
voor heel geleerde bollen te vol
gen. Probeer het maar eens en
kijk onder muziekfilosofie of
muziekesthetiek.
Toch is er wel in een paar een
voudige woorden iets over te ver
tellen. Dat mensen muziek ma
ken of er naar luisteren heeft te
maken met hun gevoel. Kijk
maar naar jezelf. Ben je een
beetje treurig dan zetje een plaat
op waarvan je opvrolijkt. Of je
pakt je gitaar of een ander mu
ziekinstrument en speelt een
deuntje. Met een paar anderen
erbij wordt het nog gezelliger. En
weer andere mensen vinden het
leuk om er naar te luisteren, of
om een liedje op de gespeelde
melodie te zingen.
Het is natuurlijk niet noodza
kelijk datje eerst in een goede of
een slechte bui moet zijn om met
muziek bezig te zijn. Veel jonge
ren vinden het prettig de radio
aan te hebben als zij hun huis
werk maken. Sommige mensen
willen altijd muziek om zich
heen. Die zijn eraan verslaafd en
wandelen bijvoorbeeld met een
walkman door de stad.
Een wereld zonder muziek kan
niemand zich voorstellen. Mu
ziek is overal, zelfs als er iemand
wordt begraven of gecremeerd.
Dat is meestal dan wel wat pas
sende, meer plechtige muziek.
Daar hoor je geen Prince, alhoe
wel ook dat best zou kunnen.
Want 'Purple rain' is best een
plaatje dat uiting zou kunnen ge
ven aan je trieste gevoelens.
Daar geloof ik dus geen barst
van, dat popmuziek automa
tisch leidt tot liefde voor de 'be
tere' muziek. (Wat die 'betere'
muziek dan ook mag voorstel
len: klassieke muziek, avant-
gardepop of hot jazz).
Het is helaas niet anders,
maar popmuziek is industrie.
Dat wat ons van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat via onze
'nationale popzender' Hiver-
sum 3 wordt toegetetterd is niet
uit ideële motieven op de plaat
gezet, maar in de groeven ge
perst om geld mee te verdie
nen. Daar steekt geen kwaad
in, maar brengt wel met zich
mee dat veel muzikanten nood
gedwongen hun muziek in het
keurslijf van de commercie
persen: het produkt moet in de
eerste plaats verkoopbaar zijn.
gelijk afgestemd op de muzika
le smaak (smaak?) van het gro
te publiek. De deuntjes liggen
lekker in het gehoor en zijn
vooral niet te moeilijk. De
norm is de disco-dreun.
Nu wil ik niet beweren dat al
le Hilversum 3-pop beneden de
maat is. Wel is het zo dat juist
de muzikanten die afwijken
van het platgetreden pad, vrij
wel niet aan de bak komen. Er
zijn er genoeg hoor, muzikan
ten die gedurfd muziek maken.
Ze spelen in groepen die er
driftig en eigenwijs op los ex
perimenteren en juist daardoor
vaak heel verfrissend voor de
dag komen. Het zijn de groepen
van de muzikale pingelaars op
de vierkante meter, de muzi
kanten die niets moeten heb
ben van de eentonig stampen
de disco-dreun, maar urenlang
studeren op een ingewikkeld
ritme-patroon.
Ze zijn er. maar ze komen er
niet. Want de massa zit gekluis
terd aan de luidspreker van Hil
versum 3 gelaten af te wachten
tot de volgende minieme varia
tie op de disco-dreun eruit
knalt. Het is een eenling die op
staat en roept: laat eens wat
meer van Eno horen, van Ro
bert Fnpp, van Zappa, en van
Peter Gabriel. Soms gaat de
eenling op zoek naar de experi
mentelen, maar vaker gaat 'ie
geschrokken weer zitten.
Want het is met luisteren net
als met lezen: wie gewend is
aan de bouquetreeks neemt
niet snel Umberto Eco ter
hand. Was het maar waar dat er
voor de 'betere' muziek een
even groot publiek bestond als
voor de popmuziek. Dan zou er
heel wat meer te genieten zijn.
HANS VELDHUIZEN.
Kan liefde voor popmuziek lei
den tot liefde voor 'kunst'?
Hans (zie hierboven) en ik had
den er laatst een hoog oplopend
wellus-nietus gesprek over. Kits
wilde namelijk aandacht aan
'kunst' besteden. Volgens mij
kon je dan niet om popmuziek
heen, terwijl hij vond dat pop
muziek al veel te veel overal met
de haren bij wordt gesleept:
agressie, discriminatie, noem
een woord en er is wel een toe
passelijke hit te vinden.
Daar had Hans natuurlijk
groot gelijk in. Maar juist als het
over 'kunst' en jongeren gaat,
dan kun je niet om popmuziek
heen. Waarom niet? Omdat pop
muziek vaak de eerste creatieve
uiting van mensen is, waar je je
uit eigen vrije wil een oordeel
over kunt vormen. Het wordt je
niet opgedrongen, want elke ra
dio of tv heeft een knop waarmee
je hem uit kunt zetten. Je vindt
het mooi of je vindt het niks;
maar wat je vindt, dat kun je zelf
uitmaken. En die piano- of bal
letlessen, daar moetje vaak heen
omdat je. ouders het zo belang
rijk voor je opvoeding vinden.
Ik ben van huis uit nogal a-mu
zikaal opgevoed. We hadden
thuis vooral platen van het Urker
mannenkoor, de Koninklijke
Luchtmachtkapel, Music for the
Millions en aanverwanten. En
zelfs die werden - gelukkig - zel
den of nooit gedraaid.
Was er geen pop geweest, ik
geloof dat alle muziek me nog
steeds gestolen zou kunnen wor
den. Maar dankzij de radio hoor
de ik de Who en de Small Faces,
de Doors, Jefferson Airplane en
Curved Air. Ik was er helemaal
idolaat van, ging elke week een
Top-40 in de platenwinkel halen,
stelde eigen lijsten met de beste
driehonderd platen aller tijden
samen en wilde gitaar leren spe
len.
Zo begon het. En het is nooit
meer overgegaan, het heeft zich
alleen maar uitgebreid. Want
door de gitaar kreeg ik bijvoor
beeld allerlei Spaanse muziek
onder ogen: Villa Lobos, Sor, Se
govia, Brouwer.
Zo werkt het volgens mij met
popmuziek: je begint met het
lekkere recht-op-en-neer werk.
Dat blijf je misschien wel je le
ven lang mooi vinden; de
schoonheid van de eenvoud.
Maar net als popmuzikanten zich
ontwikkelen (Paul Weller en Joe
Jackson begonnen met rock en
zijn nu opgeschoven in de rich
ting van de jazz; Pete Townsend
ging van popsongs rockopera's
schrijven; David Bowie bleek
met 'Le Chien Andalou' surrea
listische belangstelling te heb
ben; twee leden van Doe Maar
doen mee aan een muziekproject
van de moderne componist Kon-
rad Boehmer; Brian Eno was
popmusicus en exposeerde on
langs met videokunst in het Ste
delijk Museum; Captain Beef-
heart is een zeer verdienstelijk
schilder; aan de andere kant:
Patty Smith denkt nog steeds
dat ze een reïncarnatie van Rim
baud is), zo kan de luisteraar dat
ook doen.
Kan liefde voor de popmuziek
leiden tot liefde voor 'kunst'?
Volgens mij wel. En als je ant
woord op die vraag 'ja' is, krijgt
popmuziek een heel andere bete
kenis. Dan zit het niet langer in
een geïsoleerd vakje waarop:
'Jongerencultuur, gaat met de
groei van het verstand vanzelf
Nee, dan wordt het gewoon
één van de vele manieren, wé
op mensen vorm geven aan wat
ze denken en voelen. De ene r
nier is niet principieel beter dan
de andere en tussen de verschil
lende manieren zijn vloeiende
overgangen. Alleen: in popmu
ziek wordt net als in klassieke
muziek kwaliteit en troep ge
maakt. Er is goede en fantasielo
ze disco, mooie en saaie reggea.
Het gaat er maar om te herken
nen wat voor jou kwaliteit is en
waarom. Als je dat kunstje wat
betreft popmuziek zo'n beetje
onder de knie hebt, kun je het
ook op andere vormen i
'kunst' toepassen.
ARIEJAN KORTEWEG
Bekeerd door Verdi's Aïda
Op winterse zondagmiddagen,
wanneer mijn moeder de mono-
koffergrammofoon met opera-
fragmenten voedde, stroomde
bij ons langzaam de huiskamer
leeg. Waarom ik bleef weet ik
niet. Het zal wel uit medelijden
zijn geweest, want op de koor-
fragmenten na, deed het me alle
maal vrij weinig. Het heeft lang
geduurd voordat ik aan Maria
Callas méér indrukwekkend be
gon te vinden dan haar, ook voor
het kinderoog, zinneprikkelende
verschijning.
Dat veranderde voorgoed na
een eerste bezoek aan de éirena
van het Italiaanse Verona, zo on
geveer de enige plek op aarde
waar zowel opera-haters, als ope
ra-fanaten aan hun trekken ko-
den daar in de openlucht voor
stellingen gegeven. Vooral van
het werk van Verdi natuurlijk,
maar ook andere componisten
komen aan bod.
Mijn moeder had, heel listig,
gekozen voor een gezinsbezoek
aan Verdi's Aïda. Ze wist dat dit
in Verona spektakel zou opleve
ren met pyramides, een realis
tisch nagebootste kabbelende
Nijl, heuse kamelen en een in
drukwekkende massa-scène met
tweehonderd mensen op het to
neel. De gewone bezoeker dien
de zich tijdig in de Arena te ver
voegen om een goed plaatsje te
bemachtigen. Voorstellingen be
ginnen daar pas na zonsonder
gang. De tijd werd naar locaal ge
bruik gedood met de consumptie
van allerhande meegebrachte
etenswaren en het bespieden van
de langzaam binnenstromende
avondtoiletten van de gegoeden
die zich op de begane grond een
ere-plaatsje konden veroorloven.
Mijn bekering was spoedig een
feit; maar de belangstelling ver
plaatste zich in de daarop vol
gende jaren zozeer van het spek
takel naar de muziek, dat een be
zoek aan een opera-voorstelling
inmiddels tot de zeldzaamheden
behoort. Dat geldt zeker Neder
landse voorstellingen, die veel
voedsel geven aan de oude kri
tiek: in de opera wordt óf slecht
gezongen, öf slecht geacteerd.
Het is nooit allebei goed, hoewel
de Brusselse Muntschouwburg
steeds meer een bedevaartsoord
voor liefhebbers wordt. Thuis
biedt in elk geval moderne ste-
reo-apparatuur uitkomst.
Schamen hoeft niemand zich
nu meer, want opera mag, getui
ge de vandaag in familie- en an
dere vier-kleuren-bladen popu
laire reportages over de herwaar
dering van het verschijnsel. Ster
ker nog: in eigentijdse drink-
eetgelegenheden in Amsterdam
is enige basis opera-kennis v
daag de dag een absolute vc
waarde gebleken voor 'een goed
gesprek'. Opera moet, al zal dat
over een paar jaar ook wel weer
voorbij zijn.
TON VAN BRUSSEL
De synode van de Gereformeer
de Kerken deze week in Lunte-
ren bijeen heeft gisteren het rap
port 'Euthanasie en pastoraat' van
haar werkgroep 'Pastoraat en ge
meente-opbouw' aanvaard als bij
drage aan de meningsvorming
over dit vraagstuk. Het rapport
krijgt niet de betekenis van een
kerkelijke uitspraak, maar gaat nu
naar kerkeraden en groepen ge
meenteleden voor verdere discus
sie. Reacties op het rapport moeten
zo mogelijk vóór 1 maart 1986 bin
nen zijn. De volgende synode, die
in mei 1985 in Gouda wordt geïn
stalleerd, zal zich er dan verder
over uitspreken.
Een motie van het synodelid dr.
J. Diermanse uit Veenendaal om
het rapport nu al te aanvaarden als
een 'pastorale handreiking' werd
verworpen. De meerderheid vond.
dat de meningsvorming over eu
thanasie nog in volle gang is en dat
een kerkelijke uitspraak nu te
vroeg zou zijn. Anderen beschouw
den dat als angst voor onrust in de
kerken. De belangen van mensen
die met euthanasie te maken krij
gen moeten zwaarder wegen, zei
Diermanse.
Aan het rapport heeft een com
missie van theologen, verpleeg
kundigen en medici drie jaren ge
werkt. Hun conclusie is, dat de be
slissing om eigen leven te (laten)
beëindigen ook vanuit het geloof
verantwoord kan zijn.
Bijna unaniem had de synode lof
voor de voorzichtige, pastorale
toon van het geschrift. Men kwali
ficeerde het als 'evenwichtig', 'eer
lijk' en 'open'. Maar op onderdelen
was er toch kritiek.
Zo vonden sommigen het erg on
gelukkig, dat in het rapport ook de
mogelijke levensbeëindiging van
ernstig gehandicapte pasgeboren
kinderen ter sprake komt. Een mo
tie om dit onderdeel te schrappen,
omdat het niet in het rapport past,
werd verworpen.
De werkgroep kreeg wel op
dracht om de passages over het
menselijke zelfbeschikkingsrecht
te herschrijven. Het mogelijke mis
verstand dat de mens eigenmach
tig over het leven kan beschikken,
los van God, moet worden verme
den.
De vraag waar de grens ligt van
wat mensen mogen doen kwam re
gelmatig naar voren. Een opsteller
van het rapport antwoordde daar
op, dat euthanasie altijd op ver
zoek van de patiënt moet gebeu
ren, los van het belang van de om
geving en de medische kosten.
Enkele predikanten misten de
gedachte dat God met het lijden
een bedoeling kan hebben. "God
zegt soms ja waar wij nee zeggen",
merkte één op.
Synode-adviseur professor dr. H.
B. Weijland had kritiek op de ma
nier waarop het rapport tot stand is
gekomen. Volgens hem had de sy
node in 1980 alleen gevraagd om
een onderzoek naar de manier
waarop de kerken pastorale bege
leiding kunnen bieden. Toen de
werkgroep tot de conclusie kwam
dat de hervormde brochure over
dit onderwerp ontoereikend was,
had zij dat de synode moeten laten
weten en een opdracht moeten vra
gen waarin ook plaats was voor een
standpunt over enthanasie.
Weijland betreurde het ook, dat
er met andere kerken geen overleg
was geweest. Daarop kreeg hij te
horen, dat de hervormde Raad
voor de Herderlijke Zorg er nu
spijt van heeft, het gereformeerde
verzoek om samen aan dit rapport
te werken indertijd te hebben afge
wezen. Overigens heeft deze raad
laten weten, gelukkig te zijn met
het nu verschenen rapport.
'God met ons'
De gereformeerde synode
droeg haar commissie 'Kerk en
theologie' op, nadere studie te ver
richten naar de aard van het bijbel-
gezag. In deze studie moeten de
reacties op het geruchtmakende
rapport 'God met ons' over de aard
van het Schriftgezag worden ver
werkt. De synode verwierp een
amendement van de Delftse predi
kant W. Duker, die een dergelijke
studie afwees, "omdat deze, gezien
de veelheid van reacties op het ge
schrift 'God met ons', nauwelijks
mogelijk is".
De commissie die de besluiten
van de synode voorbereidt meen
de. dat bij de kritiek op 'God met
ons' psychologische factoren een
rol hebben gespeeld, zoals zucht
naar herstel in tijden van angst en
onzekerheid. Volgens deze com
missie is in de plaatselijke kerken
nauwelijks bekend, dat de visie op
de bijbel zich al tientallen jaren ge
leden is gaan wijzigen.
Het bestuur ('moderamen')
van de gereformeerde synode zal
de komende tijd nagaan, hoe het
rapport 'Gebruik van Schriftgege-
vens rondom homofilie' (van okto
ber 1983) in de plaatselijke ge
meenten beter kan functioneren.
Op dat rapport zijn merkwaardig
genoeg geen reacties binnengeko
men, terwijl het 'pastorale advies'
van 1979 (samenwonende homofie
len tot avondmaal en ambten toela
ten) toch grote kritiek losmaakte.
Uit het ontbreken van reacties
kan niet worden afgeleid, dat de
homofiel nu in de plaatselijke ge
meenten is aanvaard, verklaarde
de desbetreffende synodecommis
sie. Vandaar de opdracht die de sy
node nu aan het moderamen gaf.
Excuses
De Evangelische Alliantie, het
Israel-comité Nederland, het opi
nieblad 'Reveil' en het tijdschrift
'De Oogst' hebben de Raad van
Kerken in Nederlcind dringend ge
vraagd, het contact met de PLO-
vertegenwoordiger te verbreken
en de joodse gemeenschap in Ne
derland en de ambassadeur van Is
rael duidelijke excuses aan te bie
den, "opdat de verhouding tussen
joden en christenen niet verder
verslechtert".
Vorige week had een delegatie
van de Raad van Kerken een ont
moeting met de PLO-vertegen-
woordiger in dit land. De verzoe
kers noemen dat 'een slag in het
gezicht van de joodse gemeen
schap' "Zolang de PLO het be
staansrecht van Israel niet erkent
en geen spijt betuigt over haar ter
reur, zijn deze contacten ongepast
en ongerijmd".
15 jaar. De 15-jarige Scheve-
ningse organist Vincent de Vries
bespeelt vrijdagavond om kwart
over 8 het orgel van de Nieuwe
Kerk in Katwijk aan Zee. Zijn pro
gramma vermeldt werken van
Buxtehude, J. S. Bach, F. Mendels
sohn, Guilmant en Franck. Vin
cent studeert zowel piano als orgel
aan het conservatorium in Den
Haag.
I