SI
aas
ii
in
Er staat niet wat er staat
MOOI OF LELIJK!
ES ES
Historiserend bouwen aan de Vliet?
LAVAN
LAIDAN
PAGINA 4
LEIDEN
DONDERDAG 18 OKTOBER 1984
mm
■k HraS
jtix
LULU
MODERNE ARCHITECTUUR IN
EEN BESCHERMD STADSGEZICHT
Op 1 februari 1982 werd de gehele binnen
stad van Leiden aangewezen als be
schermd stadsgezicht. Grootscheepse sa
neringsplannen, verkeersdoorbraken, het
dempen van grachten en slopen van huizen werd
daarmee definitief een halt toegeroepen.
De officiële inschrijving in het register van be
schermde stads- en dorpsgezichten heeft tot doel
het stedelijk en historische karakter van de Leidse
binnenstad te behouden, te renoveren en te ont
wikkelen, of, anders gezegd: de binnenstad van
Leiden in oude luister te herstellen.
Het is natuurlijk niet zo dat de stad één groot
openluchtmuseum moet worden waar geen veran
deringen mogelijk zijn. Monumenten mogen wor
den aangepast aan de eisen van deze tijd en nieuw
bouw is toegestaan mits het passend is in zijn om
geving.
Die eis van 'passend zijn' heeft in de praktijk ge
leid tot een aaneenschakeling van nostalgische vor
men: huisjes van rode baksteen, een oranje pan
nendak en erkertjes uit grootmoeders tyd. Critici
spreken van "kneuterigheid" of van "de nieuwe
truttigheid", maar de gewone Leidenaar vindt het
"gezellig" en "knus". Het nieuwe, het schokkende,
het indrukwekkende dat de moderne architectuur
zou moeten kenmerken lijkt geheel te zijn verdwe-
Na jaren van frutsels en fratsels wordt evenwel
het begin van een nieuwe bouwtrant zichtbaar. Ar
chitecten trekken, net als in de jaren twintig, weer
ten strijde tegen traditionele architectuuropvattin
gen. Nieuwe vormen, technieken en constructie
methoden worden vol overgave in de praktijk ge
bracht.
Maar, wie dacht dat het einde van de kneuterig
heid nu in zicht is, vergist zich deerlijk. De histori
serende architectuur lijkt aan een nieuwe opmars
begonnen. Het eigentijdse bouwen wordt weer ver
ketterd en opgeofferd aan historische poes-pas. Be
tonnen elementen, met een krul hier en
seltje daar, komen straks van de lopende band uit
de fabriek om te worden gemonteerd tot een klas
siek ogend geveltje dat vooral niet wil detoneren
met de omringende bebouwing. Traditioneler dan
de traditie ooit is geweest: de vertrossing in het
kwadraat.
Vandaag in de reeks artikelen over bouwen in
het beschermde stadsgezicht: de historiserende ar
chitectuur op de korrel genomen. Over het waar
om, en waarom niet. Mooi of lelijk? Kunst of
kitsch?
Het demasqué van de aanpas-architectuur...
LEIDEN - "Pas op, er staat niet wat er staat". Die tekst zou
eigenlijk moeten worden ingebeiteld in de gevel van de
woningen op nevenstaande tekening. Waarom? Het lijkt
toch op een heel fraai rijtje 17e eeuwse woonhuizen waarin
het traditionele ambacht goed tot uitdrukking komt.
Inderdaad, daar lijkt het op. Maar,
schijn bedriegt. Wat we zien is niet
een rij huizen uit de 17e eeuw,
maar nieuwbouw anno 1984. Het is
een ontwerp voor een patriciërs
woning, opgetrokken uit een ske
let van kalkzandsteen en gewa
pend beton, waarover een histo
risch laagje is gegoten dat de
nostalgische gevoelens weet op te
wekken.
Het was natuurlijk te voorspel
len dat, op de golf van de nostalgie,
ooit een woningontwerp het licht
zou zien dat heel deftig als 'neo-
klassisistisch' aangeduid kan wor
den maar dat eigenlijk al tevreden
mag zijn met het predicaat 'decor'.
Het is ook niet het eerste ontwerp
in die richting. Al eerder is een
plan gemaakt voor de bouw van
zes klassieke woonhuizen aan de
Vliet dat door de Leidse welstands
commissie naar Disneyland werd
verwezen. Maar, daarmee is de dis
cussie niet gesloten.
Leidse stopera
Het bouwen in de bestaande stad
blijft de gemoederen bezig hou
den. Sommige gebouwen zijn zelfs
al beroemd of berucht voordat de
eerste paal de grond in gaat. Meest
al gaat het dan om gebouwen waar
van het uiterlijk omstreden is. De
stopera in Amsterdam is daar een
voorbeeld van. Maar, waarom zou
den we het zo ver van huis zoeken?
Leiden heeft nu z'n eigen stopera:
de nieuwe basisschool aan de
Vliet.
Past het moderne uiterlijk van
de school, ontworpen door de
Haarlemse stadsarchitect Wiek Rö-
ling, wel of niet in het beschermde
stadsgezicht? Daar gaat het om.
Het actiecomité 'Redt de Vliet'
meent van niet en noemt het ont
werp van Röling een "architecto
nisch monster". Het schuift als al
ternatief een plan naar voren, van
de architect Bob van Beek, dat een
nauwkeurige reconstructie behelst
van zes woningen die rond eeuw
wisseling aan de Vliet stonden.
Een misleidend alternatief. Deze
woningen zijn enkele jaren terug
namelijk onverkoopbaar gebleken
vanwege de hoge koopprijs en der
halve niet meer aan bod. Voor een
betaalbaar bouwplan moeten we
daarom terug naar het ontwerp op
de tekening hierboven, en moeten
we ons de vraag stellen: past een
moderne woning met een 17e
eeuws decor in het beschermd
stadsgezicht van de Vliet?
Bizar
De klassiek ogende woning is
ontworpen door architect Ben
Kraan uit Bodegraven en bedoeld
om gaten in historische binnenste
den te vullen. Het opmerkelijke
van het plan zit in het feit dat het
absoluut niet wil detoneren met de
omgeving. Integendeel. Er is spra
ke van een bijna bizarre jacht naar
harmonie. Wat bezielt een architect
om woningen te ontwerpen met
een 17e eeuws uiterlijk?
Ben Kraan: "De vraag naar dit
soort huizen, voor zogenaamde ga-
tenvulprojecten in oude steden en
dorpskernen, is ontzettend groot.
Voor de meeste mensen is zo'n
huis echter onbetaalbaar. Ik wil
proberen die categorie toch te hel
pen aan een woningtype waarin
modern wooncomfort wordt ge
combineerd met nostalgie of zo u
wilt romantiek, voor een betaalba
re prijs".
door
Jan Rijsdam
Door een samenwerkingsver
band tussen de architect, een aan
nemer en een makelaar is het, vol
gens de architect, mogelijk de wo
ningen neer te zetten voor een prijs
binnen de premiegrens. Dat wil
zeggen dat de historische pandjes,
in serie gebouwd, niet meer dan
125.000 gulden gaan kosten (exclu
sief grondkosten).
Voor dat geld wordt een voorpui
opgetrokken uit een klein formaat
baksteen met een trap-, hals, of
tuitgevel dan wel een ouderwetse
kroonlijst. Deuren en kozijnen
worden geprofileerd en in de ven
sters komt een roedeverdeling met
kleine ruitjes. Allemaal net als
vroeger. Achter de historiserende
gevel gaat evenwel een moderne
woning schuil, voorzien van alle
hedendaagse gemakken en met
ruimte voor vijf slaapkamers.
Opvallend detail is dat de orna
menten (versieringen) in de gevel
worden gemaakt van gietbeton.
"Niets bijzonders", meent archi
tect Ben Kraan, "dat is vaker ver
toond. Het Kurhaus in Schevenin-
gen, bijvoorbeeld, is helemaal op
getrokken uit ornamenten
gietbeton en hetzelfde geldt voor
de fonteinen van paleis Het Loo.
Men noemt het restauratie, maar
feitelijk is er sprake van nieuw
bouw. Mij stoort het niet".
De architect zegt zich voor te
kunnen stellen dat sommigen van
zijn vakbroeders het ontwerp voor
een patriciërswoning kitsch vin
den. "Dat vind ik zelf niet. Anders
zou ik het niet gemaakt hebben. Ik
vind het heel aanvaardbaar om een
huis te ontwerpen waarin klassie
ke ornamenten worden toegepast.
De kunst is om het niet te overdrij
ven. Het moet een ingetogen
schoonheid zijn. Zo authentiek
mogelijk, maar, zonder een revival
van het oude ambacht. Het wordt
een huis van deze tijd, gemaakt
volgens de huidige productietech
nieken".
De architect meent dat een
woonhuis van het type patriciërs
woning niet klakkeloos in elke his
torische omgeving kan worden
neergezet. "Ik ben mij er van be
wust dat elke bouwplaats een ei
gen oplossing vraagt. De vier wo
ningen die op papier staan zijn
slechts een voorbeeld van wat mo
gelijk is. Het is geen standaard mo
del. Voor elke situatie maken we
een passend ontwerp. Ik heb de lo
catie aan de Vliet in Leiden niet ge
zien. Maar", verklaart de architect
op voorhand, "ik durf het best
aan".
Kraan spreekt tegen dat er spra
ke is van imitatie of decorbouw.
Hij zegt zich zeker niet te schamen
voor zijn ontwerp. "Het klassicis-
me is ook een bouwstijl", werpt hij
tegen. En: "het is niets nieuws om
terug te grijpen naar een vroegere
stijl. Als je in mijn hart kijkt zou ik
ook liever een modern woonhuis
ontwerpen. Maar, ik zou nooit een
vreselijk modern gebouw in een
historische omgeving neerzetten".
Vernedering
De Haarlemse stadsarchitect
Wiek Röling (architect van de mo
derne school) is uiteraard een an
dere mening toegedaan: "Je kunt
veel zeggen over de problematiek
i het bouwen in historische om
geving. Vooropgesteld zij dat je
waardevolle bebouwing zoveel
mogelijk moet sparen en zo nodig
opknappen, maar als er gaten zijn
gevallen of er al tientallen jaren
geen bebouwing was, vind ik het
bouwen in 'oude stijl' (behalve dat
het eigenlijk niet bestaat) tot mis
lukken gedoemd en een vernede
ring voor de echte vroegere gebou-
"Ik denk dat de schoonheid van
bebouwing uit vroegere eeuwen
veel te maken heeft met de zorg
vuldigheid waarmee het traditio
nele ambacht werd uitgeoefend.
Het is zeer moeilijk om nu woning-
wetbouw te maken die in kwaliteit
aansluit bij de oude bebouwing. Ik
heb gekozen voor een vergaande
prefabricatie die in z'n fabrieksma
tige produktie de zorgvuldigheid
van het oude ambacht kan evena
ren", aldus Wiek Röling in het ar
chitectuurtijdschrift Forum.
De opvatting van Röling staat
dus haaks op die van Kraan. Beide
visies op het bouwen in een histori
sche omgeving vinden evenwel
weerklank. In de gemeente Haar
lem heeft Wiek Röling een eigen
tijds bouwplannetje in een histori
sche omgeving kunnen realiseren
dat alom waardering oogst. En de
gemeente Zierikzee heeft als eerste
belangstelling getoond om met de
patriciërswoning van architect
Ben Kraan een aantal gaten in de
oude binnenstad op te vullen.
Als ergens een gat moet worden
opgevuld zullen de meeste archi
tecten van mening zijn dat een ont
werp eigentijds moet zijn en vooral
niet historiserend. Het gros van de
opdrachtgevers en de burgers zul
len daarentegen pleiten voor een
toevoeging die qua materiaal,
vorm en kleur zoveel mogelijk past
in de sfeer van de omgeving.
De voorkeur voor aangepaste ar
chitectuur bleek onlangs weer toen
lezers van NRC-handelsblad wer
den uitgenodigd een essay te
schrijven over het onderwerp
'Nieuwbouw in de oude stad'. Aan
passing aan de bestaande omge
ving, voor wat betreft schaal, pro
portie en plasticiteit, had de voor
keur van de meeste essay-schrij
vers. In de keuze van materialen en
kleuren wordt de nieuwbouw-ar-
chitect wat meer vrijKeden ge
gund, maar niet te veel.
Architecten die de moed opbren
gen om nieuwbouw met een
werkelijk eigentijds gezicht te ont
werpen stuiten dus op een nauwe
lijks te overbruggen weerstand bij
de burgers en allerlei instanties. Er
zijn dientengevolge eigenlijk twee
soorten architecten: zij die kiezen
voor het contrast en weerstandar
chitectuur maken, en zij die kiezen
voor aanpassing en inspelen op de
trend en verkopen.
Vliet
Beiden zullen van mening zijn
dat hun architectuur heel goed zal
harmoniëren, dan wel aangenaam
contrasteren, in een historische
omgeving. De vraag is wie er nu ge
lijk heeft of dat beiden gelijk kun
nen hebben. Het antwoord op die
vraag is wel heel actueel geworden
nu de strijd is ontbrand over het
schoolontwerp voor de Vliet.
De tegenstanders van de school
huldigen de opvattingen dat het
karakteristieke uiterlijk van de
Vliet geen geweld mag worden
aangedaan. Zij hebben gelijk als
het er om gaat fraaie monumenten,
een stuk cultuurgoed, te behou
den, hoewel aan het Rapenburg en
de Vliet, ondanks het predicaat be
schermd stadsgezicht, maar weinig
gebouwen staan die als een archi
tectonisch hoogstandje aange
merkt kunnen worden.
De beide grachten worden voor
al gewaardeerd om hun ruimtelijke
allure en om de potpourri van
bouwstijlen. Wat de bewonderaars
daarvan vergeten is dat die allure
en rijke schakering van bouwstij
len juist is te danken aan rigoreuze
ingrepen uit vroeger jaren. Of an
ders gezegd: veel van de fraaie ou
de panden danken hun bestaan
aan het verdwijnen van andere ge
bouwen, soms ook meesterwer
ken.
Tot het begin van deze eeuw ver
droegen oud en nieuw elkaar ken
nelijk wel. Althans, dat vinden wij
nu. In vroeger jaren was men ook
niet altijd even gelukkig met eigen
tijdse toevoegingen. Maar, nu op
de 'eigentijdse' architectuur van de
vorige eeuw een dikke laag stof ligt
hebben wij ons met de discrepan
tie van toen verzoend en wordt de
variëteit aan bouwstijlen uit het
verleden als harmoniërend erva
ren. Zelfs renaissance- of baroktoe-
voegsels aan romaanse of gothi-
sche kerken worden niet storend
gevonden. Integendeel. Die kako
fonie van stijlen vinden wij juist
erg aardig.
Onmogelijk
Hoe komt het nu dat de huidige
nieuwbouw vaak als wél storend
wordt ervaren. Kern van de proble
matiek van het huidige bouwen in
de binnenstad, is volgens één van
de NRC-essays, dat er in de laatste
vijftig jaar in onze wereld meer is
veranderd dan in vijfhonderd jaar
daarvoor. Daardoor is onze twin-
tigste-eeuwse architectuur een
heel andere en daarom is de veel
gehoorde kritiek op de nieuwbouw
in de oude stad van betrekkelijk re
cente tijd.
In grote lijnen lijkt deze stelling
juist. Maar, ligt daarin het recht be
sloten om eigentijdse nieuwbouw
in het beschermd stadsgezicht te
gen te houden en mag onvrede
over de kwaliteit van veel van de
huidige nieuwbouw leiden tot het
gemakkelijk nabootsen en copië-
ren van een stijl uit de vorige
eeuw?
Het antwoord moet 'neen' zijn,
omdat de manier en de zorgvuldig
heid waarop honderd jaar geleden
een woning werd gemaakt ge
woonweg onmogelijk is geworden.
Wat de aanpas-architect doet is een
historisch laagje stof, maar dan
kunstmatig, over een skelet van
beton heen leggen. Zo'n architect
neemt de Vliet niet serieus maar
drijft de spot met de ambachtkunst
'uit het verleden omdat historise
rende architectuur is gebaseerd op
puur decor en een gebrek aan in
ventiviteit. Daarvoor bestaat maar
één woord: smakeloos.
Om nog enig inzicht te geven in
de uitzichtloosheid van een derge
lijke bouwstijl zouden we ons moe
ten afvragen hoe over honderd jaar
een volgende generatie tegen de
Vliet aankijkt. De monumenten
zullen dan, oud en verweerd, nau
welijks meer te onderscheiden zijn
van de middeleeuwse kitsch en de
Vliet zal verworden zijn tot een his
torisch prentenboek.
Kennelijk zijn we zo gewend ge
raakt aan namaak dat velen zich
daar niet druk om zullen maken.
Net als in de jaren twintig, toen het
Nieuwe Bouwen en de Stijlbewe
ging opgang maakten, zijn er velen
die weinig voelen voor vooruit
gang en avontuurlijke experimen
ten. En, net als in de jaren twintig,
beroept men zich daarbij op esthe
tische bezwaren. Die verschijnse
len, het nabootsen van vroegere
stijlen, het volgen van de trend, de
angst voor het nieuwe, duiden op
onvermogen om de eigen tijd vorm
te geven. Dat onvermogen heet cri-
Contrast
Een verantwoordelijk architect
zal, om uit die crisis te komen, nim
mer z(jn toevlucht nemen tot
nostalgie, maar kiezen voor het
contrast en zijn aandacht richten
op het nieuwe. Aandacht voor de
toekomst in plaats van voor de his
torie. Wiek Röling levert met zijn
schoolontwerp een vitale bijdrage
aan de stad door het zoeken naar
eigentijdse vormen, goede verhou
dingen en het eerlijk gebruik van
materialen. Zinvoller dan behoud
zucht en angst voor het nieuwe is
die inventiviteit te stimuleren.
Zelfs al levert dat soms bouwwer
ken op die we met gefronste wenk
brauwen zullen bekijken.
Zo schrijft Carel Mulder in zijn
NRC-essay: "...laat gerust van tijd
tot tijd een onding in de stad te
recht komen; gun de architect en
stedebouwkundige het recht op
het maken van een fout. Zo'n fout
werkt nameljjk niet alleen nega
tief. Ze zet ook aan het denken en
bovendien schept ze contrast. En
het zijn juist contrasten, waar een
afwisselende binnenstad het van
moet hebben. De overige bebou
wing komt er beter door tot zijn
recht. Niets is voor een binnenstad
dodelijker dan gelijkmatigheid".
Actie tegen
discriminerende
horecazaken
LEIDEN Tegen discriminatie
van gekleurde Nederlanders in ho
recagelegenheden (dancings en
dergelijke) zullen de kleurlingen
zelf of anti-discriminatiegroeperin
gen stappen moeten nemen. Daar
bij kan worden gedacht aan vreed
zame acties, maar ook aan straf
rechtelijke of civiel-rechtelijke
procedures en pogingen om te be
werkstelligen dat de gemeente de
discriminatie indamt door het in
trekken van ontheffingen of ver
gunningen.
Belangrijk is dat op horeca-gele-
genheden, die een discriminerend
toelatingsbeleid hanteren, druk
wordt uitgeoefend. Dat waren de
aanwezigen op de bijeenkomst
over discriminatie door horecage
legenheden tijdens de werkconfe
rentie tegen discriminatie en racis
me 'Samen leven in Leiden' gister
avond met elkaar eens.
Over dit onderwerp werd ge
praat onder meer naar aanleiding
van van een horeca-actie die een
groep van zeven Nederlanders en
zeven Marokkaanse jongeren, ver
gezeld van twee raadsleden, op 6
oktober van dit jaar hebben gehou
den. Hieruit bleek dat bij de Leidse
disco Club '70 Marokkaanse jon
gens zonder reden werden gewei
gerd, terwijl de Nederlanders later
zonder problemen naar binnen
mochten. Een Marokkaanse aan
wezige vertelde eveneens in
Noordwijk uit uitgaansgelegenhe
den te zijn geweerd, alleen op
grond van zijn huidskleur. Als hij
daarentegen de portier een biljet
van 25 gulden in de hand drukt dan
bleek de huidskleur plotseling
geen probleem meer te zijn.
De aanwezigen beschouwden op
de eerste plaats 'zachte' acties als
een haalbare kaart: posten bij dis
criminerende horeca-gelegenhe-
den, desnoods met spandoeken, en
praten met bezoekers. Een andere
mogelijkheid is om een strafrech
telijke procedure in gang te zetten
door een aanklacht wegens discri
minatie in te dienen.
Korte termijn
Door middel van een civiel-rech
telijke procedure, een kort geding,
kunnen wellicht eveneens resulta
ten worden geboekt. Dit middel
heeft het voordeel dat de rechter
op vrij korte termijn een uitspraak
kan doen. De ervaring leert dat
strafrechtelijke zaken nog wel eens
erg veel tijd kunnen vergen, dan
wel weinig bevredigende resulta
ten opleveren. Melding werd ge
maakt van een geval waarbij een
proces-verbaal over een discrimi
natiezaak was 'kwijtgeraakt'.
Ook de maatregelen die de ge
meente Leiden kan nemen tegen
discriminerende horeca-onderne-
mers kregen de aandacht. Volgens
de organisatie van de werkconfe
rentie behoort het intrekken van
Leiden staat deze
week in het teken
van de strijd tegen
discriminatie en ra
cisme. Op de werk
conferentie 'Samen
Leven in Leiden'
wordt door middel
van themabijeen
komsten getracht
duidelijkheid te
verschaffen over de
verschillende vor
men van discrimi
natie en wat er te
gen te doen is. Van
avond staan er drie
bijeenkomsten op
het programma met
als onderwerpen
homodiscriminatie,
het algemeen beleid
en de positie van de
vrouw in de islam.
De gesprekken wor
den in de Louise de
Coligny school, Ka-
gerstraat 7, gehou
den. Aanvang acht
ontheffingen voor sluitingstijden
en vergunningen tot de mogelijk
heden. Dit op grond van het feit
dat discriminatie kan worden ge
zien als in strijd met de openbare
orde.
De aanwezige PvdA-raadsleden
L.G. Geradts en R. Eikerbout ver
klaarden zich gisteravond onom
wonden bereid actie te onderne
men tegen discriminatie in uit
gaansgelegenheden, als actievoer
ders of de buitenlanders zelfde kat
de bel aanbinden en gevallen kun
nen aanwijzen en staven met be
wijzen. Waarop zij prompt de toe
zegging kregen dat dat ook wel zal
gebeuren. "Als het te gek wordt
heeft het gemeentebstuur een taak
in deze. Een horeca ondernemer,
die niet te corrigeren blijkt, moet
een keer op zijn bek vallen", stelde
Geradts nogal kras.
De organisatie van de conferen
tie had ook op schrift gesteld hoe
horeca-organisaties zelf kunnen
optreden tegen discriminerende
vakbroeders. Royeren als lid van
een brancheorganisatie, in het
openbaar kritiek uitoefenen, zelfs
procederen behoren tot de moge
lijkheden. De horecabond. wel uit
genodigd, schitterde gisteravond
echter door afwezigheid.
Woningnood
bepaalde
groepen
veel groter
LEIDEN - Mensen die in grote
woningnood verkeren, moeten
door de gemeente sneller aan een
huis worden geholpen. Nu moeten
alle woningzoekenden gewoon op
hun beurt wachten, omdat er geen
rekening wordt gehouden met spe
cifieke problemen.
De deelnemers aan de discussie
over huisvesting tijdens de werk
conferentie over racisme en discri
minatie concludeerden gister
avond dat er te weinig gekeken
wordt naar de problemen van be
paalde groepen woningzoekenden.
Vertegenwoordigers van vrouwen
die in opvanghuizen zitten en bui
tenlanders betoogden dat de wo
ningnood onder deze groepen veel
hoger is. "Ik denk datje als je gezin
twee- of drieduizend kilometer
hier vandaan zit, je redelijk urgent
bent", zei een van de vertegen
woordigers van de buitenlanders.
Hij wees er op dat er feitelijk drie
probleemgroepen zijn in deze cate
gorie. Nog steeds is er een aantal
buitenlanders die hun gezin naar
Nederland wil halen, al is die groep
relatief klein. Verder zijn er alleen
staande buitenlanders, die in pen
sions of met meer mensen op een
kamer wonen en zelfstandige
woonruimte willen. Een
groep, die zich de laatste jaren
heeft aangediend, zijn de buiten
landse jongeren en dan vooral als
zij willen trouwen met iemand uit
het land van herkomst. Voor de
eerste en de laatste groep geldt dat
er passende woonruimte en vol
doende inkomen moet zyn, voor
waarden waar ze vaak niet aan
kunnen voldoen. Als niet aan de
voorwaarden wordt voldaan, krij
gen de gezinsleden of de toekom
stige partner geen verblijfsvergun
ning.
Ook de vrouwen die hun partner
hebben verlaten omdat ze door hen
zijn mishandeld, zouden voorrang
bij het toewijzingsbeleid moeten
krijgen. Nu moeten vrouwen vaak
zes tot zeven maanden in een op
vangcentrum wonen, omdat er
geen huis is. "Dat is veel te lang.
Die vrouwen zijn gedwongen in
een groep te leven die ze zelf niet
hebben uitgekozen. Ze hebben
geen privacy", aldus een woord
voerster van het Vrouwen Opvang
Centrum. Zij pleitte voor de hoog
ste urgentie voor vrouwen, die be
sluiten het huis uit te gaan.
Geconcludeerd werd echter dat
er nog veel meer van dergelijke
probleemgroepen zijn. Een aantal
deelnemers twijfelde dan ook aan
de praktische uitvoering: wie be
paalt wie het meest urgent is en op
welke gronden? En hoeveel wonin
gen stel je per jaar beschikbaar
voor die urgente woningzoeken
den? Vragen die niet beantwoord
konden worden omdat cijfermate
riaal over de grootte van de pro
bleemgroepen en het jaarlijkse wo
ningaanbod ontbraken.
Waar waren
de mannen?
LEIDEN 'Vrouwen en discrimi
natie' was een van de onderwerpen
die gisteravond ter sprake kwa
men. Geen enkele man kwam ove
rigens tijdens dit onderdeel van de
conferentie opdagen. De vrees
voor 'vrouwenonderwerpen' is er
kennelijk ingeramd.
Om in de stemming te komen
trad vooraf de vrouwenmuziek
groep 'Krimpvrij' op, die een aan
tal punten naar voren bracht als
stof tot discussie.
Vervolgens kwamen de kaartjes
met vooroordelen op tafel. Iedere
vrouw moest haar vooroordelen 'in
de groep gooien'. Zo kon het ge
beuren dat vrouwen hun vooroor
delen spuiden over vrouwen. Over
dikke vrouwen en prostituees,
over Minervameisjes ('parelketting
en grote mond') en zwarte vrouwen
('mooi en strijdbaar').
Een échte discussie leverde deze
gang van zaken in de ene groep (de
aanwezigen waren in twee groepen
verdeeld) niet op, in de andere wél.
In die laatste ontstond duidelijk
een discussie over de moeilijkhe
den van het huisvrouw-zijn ener
zijds en de voordelen van een baan
hebben.
Niettemin vond vooral de groep
huisvrouwen het een positieve
avond. De meningen varieerden
van 'gezellig' tot 'ik heb er veel van
geleerd'. Of het daarom te doen
was, is twijfelachtig. De opzet was
toch te praten over 'vrouwen en
discriminatie'. En dat laatste is
nauwelijks aan bod geweest