SI aas ii in Er staat niet wat er staat MOOI OF LELIJK! ES ES Historiserend bouwen aan de Vliet? LAVAN LAIDAN PAGINA 4 LEIDEN DONDERDAG 18 OKTOBER 1984 mm ■k HraS jtix LULU MODERNE ARCHITECTUUR IN EEN BESCHERMD STADSGEZICHT Op 1 februari 1982 werd de gehele binnen stad van Leiden aangewezen als be schermd stadsgezicht. Grootscheepse sa neringsplannen, verkeersdoorbraken, het dempen van grachten en slopen van huizen werd daarmee definitief een halt toegeroepen. De officiële inschrijving in het register van be schermde stads- en dorpsgezichten heeft tot doel het stedelijk en historische karakter van de Leidse binnenstad te behouden, te renoveren en te ont wikkelen, of, anders gezegd: de binnenstad van Leiden in oude luister te herstellen. Het is natuurlijk niet zo dat de stad één groot openluchtmuseum moet worden waar geen veran deringen mogelijk zijn. Monumenten mogen wor den aangepast aan de eisen van deze tijd en nieuw bouw is toegestaan mits het passend is in zijn om geving. Die eis van 'passend zijn' heeft in de praktijk ge leid tot een aaneenschakeling van nostalgische vor men: huisjes van rode baksteen, een oranje pan nendak en erkertjes uit grootmoeders tyd. Critici spreken van "kneuterigheid" of van "de nieuwe truttigheid", maar de gewone Leidenaar vindt het "gezellig" en "knus". Het nieuwe, het schokkende, het indrukwekkende dat de moderne architectuur zou moeten kenmerken lijkt geheel te zijn verdwe- Na jaren van frutsels en fratsels wordt evenwel het begin van een nieuwe bouwtrant zichtbaar. Ar chitecten trekken, net als in de jaren twintig, weer ten strijde tegen traditionele architectuuropvattin gen. Nieuwe vormen, technieken en constructie methoden worden vol overgave in de praktijk ge bracht. Maar, wie dacht dat het einde van de kneuterig heid nu in zicht is, vergist zich deerlijk. De histori serende architectuur lijkt aan een nieuwe opmars begonnen. Het eigentijdse bouwen wordt weer ver ketterd en opgeofferd aan historische poes-pas. Be tonnen elementen, met een krul hier en seltje daar, komen straks van de lopende band uit de fabriek om te worden gemonteerd tot een klas siek ogend geveltje dat vooral niet wil detoneren met de omringende bebouwing. Traditioneler dan de traditie ooit is geweest: de vertrossing in het kwadraat. Vandaag in de reeks artikelen over bouwen in het beschermde stadsgezicht: de historiserende ar chitectuur op de korrel genomen. Over het waar om, en waarom niet. Mooi of lelijk? Kunst of kitsch? Het demasqué van de aanpas-architectuur... LEIDEN - "Pas op, er staat niet wat er staat". Die tekst zou eigenlijk moeten worden ingebeiteld in de gevel van de woningen op nevenstaande tekening. Waarom? Het lijkt toch op een heel fraai rijtje 17e eeuwse woonhuizen waarin het traditionele ambacht goed tot uitdrukking komt. Inderdaad, daar lijkt het op. Maar, schijn bedriegt. Wat we zien is niet een rij huizen uit de 17e eeuw, maar nieuwbouw anno 1984. Het is een ontwerp voor een patriciërs woning, opgetrokken uit een ske let van kalkzandsteen en gewa pend beton, waarover een histo risch laagje is gegoten dat de nostalgische gevoelens weet op te wekken. Het was natuurlijk te voorspel len dat, op de golf van de nostalgie, ooit een woningontwerp het licht zou zien dat heel deftig als 'neo- klassisistisch' aangeduid kan wor den maar dat eigenlijk al tevreden mag zijn met het predicaat 'decor'. Het is ook niet het eerste ontwerp in die richting. Al eerder is een plan gemaakt voor de bouw van zes klassieke woonhuizen aan de Vliet dat door de Leidse welstands commissie naar Disneyland werd verwezen. Maar, daarmee is de dis cussie niet gesloten. Leidse stopera Het bouwen in de bestaande stad blijft de gemoederen bezig hou den. Sommige gebouwen zijn zelfs al beroemd of berucht voordat de eerste paal de grond in gaat. Meest al gaat het dan om gebouwen waar van het uiterlijk omstreden is. De stopera in Amsterdam is daar een voorbeeld van. Maar, waarom zou den we het zo ver van huis zoeken? Leiden heeft nu z'n eigen stopera: de nieuwe basisschool aan de Vliet. Past het moderne uiterlijk van de school, ontworpen door de Haarlemse stadsarchitect Wiek Rö- ling, wel of niet in het beschermde stadsgezicht? Daar gaat het om. Het actiecomité 'Redt de Vliet' meent van niet en noemt het ont werp van Röling een "architecto nisch monster". Het schuift als al ternatief een plan naar voren, van de architect Bob van Beek, dat een nauwkeurige reconstructie behelst van zes woningen die rond eeuw wisseling aan de Vliet stonden. Een misleidend alternatief. Deze woningen zijn enkele jaren terug namelijk onverkoopbaar gebleken vanwege de hoge koopprijs en der halve niet meer aan bod. Voor een betaalbaar bouwplan moeten we daarom terug naar het ontwerp op de tekening hierboven, en moeten we ons de vraag stellen: past een moderne woning met een 17e eeuws decor in het beschermd stadsgezicht van de Vliet? Bizar De klassiek ogende woning is ontworpen door architect Ben Kraan uit Bodegraven en bedoeld om gaten in historische binnenste den te vullen. Het opmerkelijke van het plan zit in het feit dat het absoluut niet wil detoneren met de omgeving. Integendeel. Er is spra ke van een bijna bizarre jacht naar harmonie. Wat bezielt een architect om woningen te ontwerpen met een 17e eeuws uiterlijk? Ben Kraan: "De vraag naar dit soort huizen, voor zogenaamde ga- tenvulprojecten in oude steden en dorpskernen, is ontzettend groot. Voor de meeste mensen is zo'n huis echter onbetaalbaar. Ik wil proberen die categorie toch te hel pen aan een woningtype waarin modern wooncomfort wordt ge combineerd met nostalgie of zo u wilt romantiek, voor een betaalba re prijs". door Jan Rijsdam Door een samenwerkingsver band tussen de architect, een aan nemer en een makelaar is het, vol gens de architect, mogelijk de wo ningen neer te zetten voor een prijs binnen de premiegrens. Dat wil zeggen dat de historische pandjes, in serie gebouwd, niet meer dan 125.000 gulden gaan kosten (exclu sief grondkosten). Voor dat geld wordt een voorpui opgetrokken uit een klein formaat baksteen met een trap-, hals, of tuitgevel dan wel een ouderwetse kroonlijst. Deuren en kozijnen worden geprofileerd en in de ven sters komt een roedeverdeling met kleine ruitjes. Allemaal net als vroeger. Achter de historiserende gevel gaat evenwel een moderne woning schuil, voorzien van alle hedendaagse gemakken en met ruimte voor vijf slaapkamers. Opvallend detail is dat de orna menten (versieringen) in de gevel worden gemaakt van gietbeton. "Niets bijzonders", meent archi tect Ben Kraan, "dat is vaker ver toond. Het Kurhaus in Schevenin- gen, bijvoorbeeld, is helemaal op getrokken uit ornamenten gietbeton en hetzelfde geldt voor de fonteinen van paleis Het Loo. Men noemt het restauratie, maar feitelijk is er sprake van nieuw bouw. Mij stoort het niet". De architect zegt zich voor te kunnen stellen dat sommigen van zijn vakbroeders het ontwerp voor een patriciërswoning kitsch vin den. "Dat vind ik zelf niet. Anders zou ik het niet gemaakt hebben. Ik vind het heel aanvaardbaar om een huis te ontwerpen waarin klassie ke ornamenten worden toegepast. De kunst is om het niet te overdrij ven. Het moet een ingetogen schoonheid zijn. Zo authentiek mogelijk, maar, zonder een revival van het oude ambacht. Het wordt een huis van deze tijd, gemaakt volgens de huidige productietech nieken". De architect meent dat een woonhuis van het type patriciërs woning niet klakkeloos in elke his torische omgeving kan worden neergezet. "Ik ben mij er van be wust dat elke bouwplaats een ei gen oplossing vraagt. De vier wo ningen die op papier staan zijn slechts een voorbeeld van wat mo gelijk is. Het is geen standaard mo del. Voor elke situatie maken we een passend ontwerp. Ik heb de lo catie aan de Vliet in Leiden niet ge zien. Maar", verklaart de architect op voorhand, "ik durf het best aan". Kraan spreekt tegen dat er spra ke is van imitatie of decorbouw. Hij zegt zich zeker niet te schamen voor zijn ontwerp. "Het klassicis- me is ook een bouwstijl", werpt hij tegen. En: "het is niets nieuws om terug te grijpen naar een vroegere stijl. Als je in mijn hart kijkt zou ik ook liever een modern woonhuis ontwerpen. Maar, ik zou nooit een vreselijk modern gebouw in een historische omgeving neerzetten". Vernedering De Haarlemse stadsarchitect Wiek Röling (architect van de mo derne school) is uiteraard een an dere mening toegedaan: "Je kunt veel zeggen over de problematiek i het bouwen in historische om geving. Vooropgesteld zij dat je waardevolle bebouwing zoveel mogelijk moet sparen en zo nodig opknappen, maar als er gaten zijn gevallen of er al tientallen jaren geen bebouwing was, vind ik het bouwen in 'oude stijl' (behalve dat het eigenlijk niet bestaat) tot mis lukken gedoemd en een vernede ring voor de echte vroegere gebou- "Ik denk dat de schoonheid van bebouwing uit vroegere eeuwen veel te maken heeft met de zorg vuldigheid waarmee het traditio nele ambacht werd uitgeoefend. Het is zeer moeilijk om nu woning- wetbouw te maken die in kwaliteit aansluit bij de oude bebouwing. Ik heb gekozen voor een vergaande prefabricatie die in z'n fabrieksma tige produktie de zorgvuldigheid van het oude ambacht kan evena ren", aldus Wiek Röling in het ar chitectuurtijdschrift Forum. De opvatting van Röling staat dus haaks op die van Kraan. Beide visies op het bouwen in een histori sche omgeving vinden evenwel weerklank. In de gemeente Haar lem heeft Wiek Röling een eigen tijds bouwplannetje in een histori sche omgeving kunnen realiseren dat alom waardering oogst. En de gemeente Zierikzee heeft als eerste belangstelling getoond om met de patriciërswoning van architect Ben Kraan een aantal gaten in de oude binnenstad op te vullen. Als ergens een gat moet worden opgevuld zullen de meeste archi tecten van mening zijn dat een ont werp eigentijds moet zijn en vooral niet historiserend. Het gros van de opdrachtgevers en de burgers zul len daarentegen pleiten voor een toevoeging die qua materiaal, vorm en kleur zoveel mogelijk past in de sfeer van de omgeving. De voorkeur voor aangepaste ar chitectuur bleek onlangs weer toen lezers van NRC-handelsblad wer den uitgenodigd een essay te schrijven over het onderwerp 'Nieuwbouw in de oude stad'. Aan passing aan de bestaande omge ving, voor wat betreft schaal, pro portie en plasticiteit, had de voor keur van de meeste essay-schrij vers. In de keuze van materialen en kleuren wordt de nieuwbouw-ar- chitect wat meer vrijKeden ge gund, maar niet te veel. Architecten die de moed opbren gen om nieuwbouw met een werkelijk eigentijds gezicht te ont werpen stuiten dus op een nauwe lijks te overbruggen weerstand bij de burgers en allerlei instanties. Er zijn dientengevolge eigenlijk twee soorten architecten: zij die kiezen voor het contrast en weerstandar chitectuur maken, en zij die kiezen voor aanpassing en inspelen op de trend en verkopen. Vliet Beiden zullen van mening zijn dat hun architectuur heel goed zal harmoniëren, dan wel aangenaam contrasteren, in een historische omgeving. De vraag is wie er nu ge lijk heeft of dat beiden gelijk kun nen hebben. Het antwoord op die vraag is wel heel actueel geworden nu de strijd is ontbrand over het schoolontwerp voor de Vliet. De tegenstanders van de school huldigen de opvattingen dat het karakteristieke uiterlijk van de Vliet geen geweld mag worden aangedaan. Zij hebben gelijk als het er om gaat fraaie monumenten, een stuk cultuurgoed, te behou den, hoewel aan het Rapenburg en de Vliet, ondanks het predicaat be schermd stadsgezicht, maar weinig gebouwen staan die als een archi tectonisch hoogstandje aange merkt kunnen worden. De beide grachten worden voor al gewaardeerd om hun ruimtelijke allure en om de potpourri van bouwstijlen. Wat de bewonderaars daarvan vergeten is dat die allure en rijke schakering van bouwstij len juist is te danken aan rigoreuze ingrepen uit vroeger jaren. Of an ders gezegd: veel van de fraaie ou de panden danken hun bestaan aan het verdwijnen van andere ge bouwen, soms ook meesterwer ken. Tot het begin van deze eeuw ver droegen oud en nieuw elkaar ken nelijk wel. Althans, dat vinden wij nu. In vroeger jaren was men ook niet altijd even gelukkig met eigen tijdse toevoegingen. Maar, nu op de 'eigentijdse' architectuur van de vorige eeuw een dikke laag stof ligt hebben wij ons met de discrepan tie van toen verzoend en wordt de variëteit aan bouwstijlen uit het verleden als harmoniërend erva ren. Zelfs renaissance- of baroktoe- voegsels aan romaanse of gothi- sche kerken worden niet storend gevonden. Integendeel. Die kako fonie van stijlen vinden wij juist erg aardig. Onmogelijk Hoe komt het nu dat de huidige nieuwbouw vaak als wél storend wordt ervaren. Kern van de proble matiek van het huidige bouwen in de binnenstad, is volgens één van de NRC-essays, dat er in de laatste vijftig jaar in onze wereld meer is veranderd dan in vijfhonderd jaar daarvoor. Daardoor is onze twin- tigste-eeuwse architectuur een heel andere en daarom is de veel gehoorde kritiek op de nieuwbouw in de oude stad van betrekkelijk re cente tijd. In grote lijnen lijkt deze stelling juist. Maar, ligt daarin het recht be sloten om eigentijdse nieuwbouw in het beschermd stadsgezicht te gen te houden en mag onvrede over de kwaliteit van veel van de huidige nieuwbouw leiden tot het gemakkelijk nabootsen en copië- ren van een stijl uit de vorige eeuw? Het antwoord moet 'neen' zijn, omdat de manier en de zorgvuldig heid waarop honderd jaar geleden een woning werd gemaakt ge woonweg onmogelijk is geworden. Wat de aanpas-architect doet is een historisch laagje stof, maar dan kunstmatig, over een skelet van beton heen leggen. Zo'n architect neemt de Vliet niet serieus maar drijft de spot met de ambachtkunst 'uit het verleden omdat historise rende architectuur is gebaseerd op puur decor en een gebrek aan in ventiviteit. Daarvoor bestaat maar één woord: smakeloos. Om nog enig inzicht te geven in de uitzichtloosheid van een derge lijke bouwstijl zouden we ons moe ten afvragen hoe over honderd jaar een volgende generatie tegen de Vliet aankijkt. De monumenten zullen dan, oud en verweerd, nau welijks meer te onderscheiden zijn van de middeleeuwse kitsch en de Vliet zal verworden zijn tot een his torisch prentenboek. Kennelijk zijn we zo gewend ge raakt aan namaak dat velen zich daar niet druk om zullen maken. Net als in de jaren twintig, toen het Nieuwe Bouwen en de Stijlbewe ging opgang maakten, zijn er velen die weinig voelen voor vooruit gang en avontuurlijke experimen ten. En, net als in de jaren twintig, beroept men zich daarbij op esthe tische bezwaren. Die verschijnse len, het nabootsen van vroegere stijlen, het volgen van de trend, de angst voor het nieuwe, duiden op onvermogen om de eigen tijd vorm te geven. Dat onvermogen heet cri- Contrast Een verantwoordelijk architect zal, om uit die crisis te komen, nim mer z(jn toevlucht nemen tot nostalgie, maar kiezen voor het contrast en zijn aandacht richten op het nieuwe. Aandacht voor de toekomst in plaats van voor de his torie. Wiek Röling levert met zijn schoolontwerp een vitale bijdrage aan de stad door het zoeken naar eigentijdse vormen, goede verhou dingen en het eerlijk gebruik van materialen. Zinvoller dan behoud zucht en angst voor het nieuwe is die inventiviteit te stimuleren. Zelfs al levert dat soms bouwwer ken op die we met gefronste wenk brauwen zullen bekijken. Zo schrijft Carel Mulder in zijn NRC-essay: "...laat gerust van tijd tot tijd een onding in de stad te recht komen; gun de architect en stedebouwkundige het recht op het maken van een fout. Zo'n fout werkt nameljjk niet alleen nega tief. Ze zet ook aan het denken en bovendien schept ze contrast. En het zijn juist contrasten, waar een afwisselende binnenstad het van moet hebben. De overige bebou wing komt er beter door tot zijn recht. Niets is voor een binnenstad dodelijker dan gelijkmatigheid". Actie tegen discriminerende horecazaken LEIDEN Tegen discriminatie van gekleurde Nederlanders in ho recagelegenheden (dancings en dergelijke) zullen de kleurlingen zelf of anti-discriminatiegroeperin gen stappen moeten nemen. Daar bij kan worden gedacht aan vreed zame acties, maar ook aan straf rechtelijke of civiel-rechtelijke procedures en pogingen om te be werkstelligen dat de gemeente de discriminatie indamt door het in trekken van ontheffingen of ver gunningen. Belangrijk is dat op horeca-gele- genheden, die een discriminerend toelatingsbeleid hanteren, druk wordt uitgeoefend. Dat waren de aanwezigen op de bijeenkomst over discriminatie door horecage legenheden tijdens de werkconfe rentie tegen discriminatie en racis me 'Samen leven in Leiden' gister avond met elkaar eens. Over dit onderwerp werd ge praat onder meer naar aanleiding van van een horeca-actie die een groep van zeven Nederlanders en zeven Marokkaanse jongeren, ver gezeld van twee raadsleden, op 6 oktober van dit jaar hebben gehou den. Hieruit bleek dat bij de Leidse disco Club '70 Marokkaanse jon gens zonder reden werden gewei gerd, terwijl de Nederlanders later zonder problemen naar binnen mochten. Een Marokkaanse aan wezige vertelde eveneens in Noordwijk uit uitgaansgelegenhe den te zijn geweerd, alleen op grond van zijn huidskleur. Als hij daarentegen de portier een biljet van 25 gulden in de hand drukt dan bleek de huidskleur plotseling geen probleem meer te zijn. De aanwezigen beschouwden op de eerste plaats 'zachte' acties als een haalbare kaart: posten bij dis criminerende horeca-gelegenhe- den, desnoods met spandoeken, en praten met bezoekers. Een andere mogelijkheid is om een strafrech telijke procedure in gang te zetten door een aanklacht wegens discri minatie in te dienen. Korte termijn Door middel van een civiel-rech telijke procedure, een kort geding, kunnen wellicht eveneens resulta ten worden geboekt. Dit middel heeft het voordeel dat de rechter op vrij korte termijn een uitspraak kan doen. De ervaring leert dat strafrechtelijke zaken nog wel eens erg veel tijd kunnen vergen, dan wel weinig bevredigende resulta ten opleveren. Melding werd ge maakt van een geval waarbij een proces-verbaal over een discrimi natiezaak was 'kwijtgeraakt'. Ook de maatregelen die de ge meente Leiden kan nemen tegen discriminerende horeca-onderne- mers kregen de aandacht. Volgens de organisatie van de werkconfe rentie behoort het intrekken van Leiden staat deze week in het teken van de strijd tegen discriminatie en ra cisme. Op de werk conferentie 'Samen Leven in Leiden' wordt door middel van themabijeen komsten getracht duidelijkheid te verschaffen over de verschillende vor men van discrimi natie en wat er te gen te doen is. Van avond staan er drie bijeenkomsten op het programma met als onderwerpen homodiscriminatie, het algemeen beleid en de positie van de vrouw in de islam. De gesprekken wor den in de Louise de Coligny school, Ka- gerstraat 7, gehou den. Aanvang acht ontheffingen voor sluitingstijden en vergunningen tot de mogelijk heden. Dit op grond van het feit dat discriminatie kan worden ge zien als in strijd met de openbare orde. De aanwezige PvdA-raadsleden L.G. Geradts en R. Eikerbout ver klaarden zich gisteravond onom wonden bereid actie te onderne men tegen discriminatie in uit gaansgelegenheden, als actievoer ders of de buitenlanders zelfde kat de bel aanbinden en gevallen kun nen aanwijzen en staven met be wijzen. Waarop zij prompt de toe zegging kregen dat dat ook wel zal gebeuren. "Als het te gek wordt heeft het gemeentebstuur een taak in deze. Een horeca ondernemer, die niet te corrigeren blijkt, moet een keer op zijn bek vallen", stelde Geradts nogal kras. De organisatie van de conferen tie had ook op schrift gesteld hoe horeca-organisaties zelf kunnen optreden tegen discriminerende vakbroeders. Royeren als lid van een brancheorganisatie, in het openbaar kritiek uitoefenen, zelfs procederen behoren tot de moge lijkheden. De horecabond. wel uit genodigd, schitterde gisteravond echter door afwezigheid. Woningnood bepaalde groepen veel groter LEIDEN - Mensen die in grote woningnood verkeren, moeten door de gemeente sneller aan een huis worden geholpen. Nu moeten alle woningzoekenden gewoon op hun beurt wachten, omdat er geen rekening wordt gehouden met spe cifieke problemen. De deelnemers aan de discussie over huisvesting tijdens de werk conferentie over racisme en discri minatie concludeerden gister avond dat er te weinig gekeken wordt naar de problemen van be paalde groepen woningzoekenden. Vertegenwoordigers van vrouwen die in opvanghuizen zitten en bui tenlanders betoogden dat de wo ningnood onder deze groepen veel hoger is. "Ik denk datje als je gezin twee- of drieduizend kilometer hier vandaan zit, je redelijk urgent bent", zei een van de vertegen woordigers van de buitenlanders. Hij wees er op dat er feitelijk drie probleemgroepen zijn in deze cate gorie. Nog steeds is er een aantal buitenlanders die hun gezin naar Nederland wil halen, al is die groep relatief klein. Verder zijn er alleen staande buitenlanders, die in pen sions of met meer mensen op een kamer wonen en zelfstandige woonruimte willen. Een groep, die zich de laatste jaren heeft aangediend, zijn de buiten landse jongeren en dan vooral als zij willen trouwen met iemand uit het land van herkomst. Voor de eerste en de laatste groep geldt dat er passende woonruimte en vol doende inkomen moet zyn, voor waarden waar ze vaak niet aan kunnen voldoen. Als niet aan de voorwaarden wordt voldaan, krij gen de gezinsleden of de toekom stige partner geen verblijfsvergun ning. Ook de vrouwen die hun partner hebben verlaten omdat ze door hen zijn mishandeld, zouden voorrang bij het toewijzingsbeleid moeten krijgen. Nu moeten vrouwen vaak zes tot zeven maanden in een op vangcentrum wonen, omdat er geen huis is. "Dat is veel te lang. Die vrouwen zijn gedwongen in een groep te leven die ze zelf niet hebben uitgekozen. Ze hebben geen privacy", aldus een woord voerster van het Vrouwen Opvang Centrum. Zij pleitte voor de hoog ste urgentie voor vrouwen, die be sluiten het huis uit te gaan. Geconcludeerd werd echter dat er nog veel meer van dergelijke probleemgroepen zijn. Een aantal deelnemers twijfelde dan ook aan de praktische uitvoering: wie be paalt wie het meest urgent is en op welke gronden? En hoeveel wonin gen stel je per jaar beschikbaar voor die urgente woningzoeken den? Vragen die niet beantwoord konden worden omdat cijfermate riaal over de grootte van de pro bleemgroepen en het jaarlijkse wo ningaanbod ontbraken. Waar waren de mannen? LEIDEN 'Vrouwen en discrimi natie' was een van de onderwerpen die gisteravond ter sprake kwa men. Geen enkele man kwam ove rigens tijdens dit onderdeel van de conferentie opdagen. De vrees voor 'vrouwenonderwerpen' is er kennelijk ingeramd. Om in de stemming te komen trad vooraf de vrouwenmuziek groep 'Krimpvrij' op, die een aan tal punten naar voren bracht als stof tot discussie. Vervolgens kwamen de kaartjes met vooroordelen op tafel. Iedere vrouw moest haar vooroordelen 'in de groep gooien'. Zo kon het ge beuren dat vrouwen hun vooroor delen spuiden over vrouwen. Over dikke vrouwen en prostituees, over Minervameisjes ('parelketting en grote mond') en zwarte vrouwen ('mooi en strijdbaar'). Een échte discussie leverde deze gang van zaken in de ene groep (de aanwezigen waren in twee groepen verdeeld) niet op, in de andere wél. In die laatste ontstond duidelijk een discussie over de moeilijkhe den van het huisvrouw-zijn ener zijds en de voordelen van een baan hebben. Niettemin vond vooral de groep huisvrouwen het een positieve avond. De meningen varieerden van 'gezellig' tot 'ik heb er veel van geleerd'. Of het daarom te doen was, is twijfelachtig. De opzet was toch te praten over 'vrouwen en discriminatie'. En dat laatste is nauwelijks aan bod geweest

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 4