De dokter is niet almachtig Een Belgisch café met koppige bieren Prof Smalhout: medisch falen niet langer verdoezelen SATERDAG 22 SEPTEMBER 1984 Medische fouten, al dan ^ïiet met dodelijke afloop, worden maar al te vaak onder de tafel geveegd. Bij het verdoezelen van dit medisch falen verdwijnen soms essentiële gegevens als dossiers en röntgenfoto's, zodat foutieve situaties niet meer zijn te reconstrueren. Daarbij wordt zelfs niet geschroomd hele apparatuur te vervangen en operatiekamers te verbouwen om bij een na verloop van tijd ingesteld onderzoek toch vooral een goede indruk te maken. Dit alles om de onfeilbaarheid van de medische stand hoog te houden. Onlangs kwam het Zutphen- se streekziekenhuis Het Nieuwe Spittaal in op spraak door een aantal pa tiënten dat zegt te zijn ge troffen door foutief medisch handelen. Zo is bij een pa tiënt tijdens een ingreep aan de schildklier per ongeluk de zenuw van de stemban den doorgesneden en moest bij een kleuter een duim worden geamputeerd na een fout bij het inbrengen van een infuus. Volgens de direc tie van het ziekenhuis gaat er natuurlijk wel eens wat mis, „maar dat gebeurt in Selk ziekenhuis". En dat is ook zo. Nog niet zo lang geleden werd in een ziekenhuis elders in het land een verkeerd been bij een patiënt geamputeerd omdat de ene chi rurg even voor zijn collega inviel. In weer een ander ziekenhuis werden de medische dossiers verwisseld, met als gevolg dat bij een patiënt de neus werd recht gezet hoewel hij voor een oogcor rectie kwam, terwijl de patiënt met de werkelijk uit het lood staande neus uit de narcose bijl kwam met een afgeplakt oog. Het zijn slechts enkele willekeu rige voorbeelden van de laatste tijd, waarbij de slachtoffers van die medische dwalingen het in elk geval nog kpnnen navertel len. 'Complicaties' Maar per jaar sterven in Ne derlandse ziekenhuizen honder den patiënten aan, zoals dat wel wordt aangeduid, „onvoorziene complicaties". Terwijl een nog groter aantal patiënten door die zogeheten complicaties tussen de wal en het schip valt. Volgens de Utrechtse anaes- thesioloog prof. dr. B. Smalhout is hier echter slechts sprake van het spreekwoordelijke topje van de ijsberg. „Het is net als bij de criminaliteit. De werkelijke mis daad is veel groter dan de officië le cijfers doen geloven. Van hoe veel aanrandingen en verkrach tingen bijvoorbeeld wordt geen aangifte gedaan?", aldus de hoogleraar. „Zo is het bij medisch falen ook. De slachtoffers als gevolg van een foutieve handeling zijn niet nauwkeurig te tellen, omdat een aantal van hen gewoon on der het kleed wordt geveegd. Ook al omdat de familie er geen werk van maakt. Daarbij komt uiteraard de vraag om de hoek kijken hoe je eèn overlijdensge- val interpreteert". „Wanneer uw oude, ziekelijke moeder niet meer uit het zieken huis thuiskomt,.leg je je daar na verloop van tijd wel bij neer. Om de eenvoudige reden dat dit ei genlijk min of meer toch al in de lijn der verwachting lag. Een ver wachting die alleen maar is be waarheid. Maar als een atletische jongeman van pakweg achttien jaar voor een eenvoudige knieoperatie wordt opgenomen en komt te overlijden, is de fami lie natuurlijk eerder geneigd de kat de bel aan te binden". Niet dat daarmee dat familielid weer terugkomt, maar om ant woord te krijgen op de vraag: hoe kon dit gebeuren? „Ja", zegt Smalhout. „ik vraag de mensen ook altijd wat ze ermee willen be reiken. Het kan zijn dat het overleden familielid economisch gezien belangrijk was. Omdat het de studie van de kinderen zóu betalen bijvoorbeeld. Die mensen willen dan wellicht een financiële genoegdoening. Maar verreweg de meeste mensen wil len dat niet eens. Die willen al leen maar weten wat er is ge beurd". Spastisch „Het is in wezen hetzelfde als met de Dwaze Moeders in Argen tinië, die al lang de hoop hebben opgegeven dat ze hun kinderen terugzien, maar die alleen maar willen weten, waar ze zijn geble ven. Je kan het namelijk iets be ter verdragen als je de waarheid weet dan wanneer je altijd met de vraag blijft zitten van: „wat is er nou werkelijk gebeurd. Waar om is-ie nou doodgegaan". De meeste mensen, aldus de hoogleraar, zeggen dan ook geen geld, geen strafzaak te willen. Willen alleen maar het ware ver haal horen. Smalhout daarover: „Maar artsen reageren daar over het algemeen zeer spastisch op. Die zien dat als'een ernstige be dreiging van hun positie en van hun goede naam. En verzetten zich daartegen. Dat kan ik me ook wel voorstellen, maar deson danks moet onze houding ten op Prof. Smalhout (links): "Vaak zijn het kleine fouten die tot een calamiteit leiden door Rob Hirdes zichte van dit soort dingen ver anderen". De Utrechtse hoogleraar in de anaestesiologie, die tijdens zijn inaugurale rede, (getiteld 'De dood op tafel'), in 1972 de gehele medische wereld deed denderen op haar grondvesten door het verbloemen van medische fou ten aan de kaak te stellen, wordt nog dikwijls beschouwd als een onheilsprofeet die zijn eigen nest bevuilt. Die door het stilzwijgen te doorbreken de medische ere code schaadt. „Collega's, hoewel minder dan in het begin, verwijten mij wel met modder te gooien en de me dische stand door het slijk te wil len halen. Niets is echter minder waar. Het is slechts een kwestie van taboes doorbreken. Door za ken bespreekbaar te maken". „Toen Freud indertijd beweer de dat allerlei psychische stoor nissen voortkomen uit seksuele frustraties, kreeg hij ook de hele wereld over zich heen. En tegen woordig worden we daar niet meer warm of koud van, omdat we weten dat het zo is. Een jour nalist die 25 jaar geleden over sex en abortus schreef, was ge woon een viezerik die zich maar beter kon bezighouden met por nografie". Wantrouwen In de loop der jaren is er afge rekend met heel wat van derge lijke taboes en dit proces - het ter discussie stellen van de on feilbaarheid van de arts - is nu ook op gang gekomen binnen de medische wereld. Smalhout daarover: „Alleen de geneeskun de loopt in dat opzicht gewoon vijftig jaar achter". Dat komt volgens zijn zeggen, omdat artsen heel sterk individu eel aan hun werk zijn gebonden. Emotioneel ook. „Zodra je een arts vraagt: weet je nu wel of je het goed doet, beschouwt hij dat als een motie van wantrouwen. Hij deugt niet. Hij deugt niet als arts, niet als technicus, hij deugt niet als intellectueel, niet als mens; hij deugt helemaal niet. Hij verzet zich daar dan ook te gen. Heel, heel sterk. En ieder een die daarover durft te praten, valt uit de boot". „Hoogstens accepteert hij het nog als dit binnen besloten kring wordt besproken. Binnen een vakvereniging. Maar als niet-art- sen daarbij worden betrokken - en zeker het grote publiek - dan ziet hij dat als iets wat de regels van het medisch fatsoen over schrijdt". Dat komt ook omdat de medi sche stand er vroeger van uit ging dat de patiënt primair ver trouwen in zijn arts moést heb ben. Maar op het moment dat naar-buiten wordt gebracht dat er in de geneeskunde wel eens iets misgaat, dat er ook minder goede artsen zijn, dat zich ge vaarlijke situaties kunnen voor doen, ondermijn je dat vertrou wen. Dus de arts-patiëntrelatie. „Ja", zegt Smalhout, „daar komt het wel op neer. Het heeft ook alles te maken met het mon dig worden van de patiënt. De klassieke patiënt wilde een on feilbare, boven de mensen verhe ven arts. Die zei: 'ik ben de dok ter, ik maak u beter, ik weet wat goed voor u is, De patiënt van vroeger stelde niet eens vragen. Want de dokter was almachtig. De arts was een soort godheid en alles draaide om hem. Hij was het centrum van het medisch heelal. Maar die opstelling veran dert nu wel". Religie Smalhout: „Je ziet dat nu heel sterk op het gebied van de reli gie. Die bevindt zich ook in een soort crisissituatie. De geestelij ke van weleer was de reïncarna tie van het fatsoen, van de mo raal, van de zedelijkheid. Een do minee met huwelijksproblemen kwam toch niet meer aan de bak. Een gescheiden dominee kon be ter een sigarenwinkeltje begin nen. Want omdat-ie gescheiden was, viel z'n hele aureool om hem weg. Hij kon geen vertegen woordiger van de kerk meer zijn". „Maar tegenwoordig durven geestelijken steeds meer te zeg gen: 'luister eens mensen, ik zit ook met problemen. Net als jul lie. Ik ben net zo min heilig als jullie. Het enige wat ik doe, is vertellen wat er in de Heilige Schrift staat. Dat deel ik jullie al leen maar mee. En dat accepteert men tegenwoordig. Zo zal het ook in de geneeskunde gaan. De arts zal zich op den duur niet lan ger als onfeilbaar en alwetend opstellen, maar zal van zijn voet stuk afdalen. Alleen lopen we achter in dat proces". De meeste fouten op het medi sche vlak al dan niet toegege ven - worden veroorzaakt door menselijk falen. Slordigheid, vermoeidheid en beoordelings fouten. Deze fouten zouden in feite gemakkelijk te vermijden zijn geweest en het zijn door gaans ook geen erg ingewikkelde fouten. „Vaak zijn het", zegt Smal hout, „kleine fouten die, doordat ze niet op tijd worden opge merkt, tot een calamiteit leiden. En dan geeft het geen pas die fouten af te doen met op te mer ken dat waar gehakt wordt spaanders vallen. Dat kan mis schien in elk ander beroep wel, maar zeker niet in een medisch beroep. Evenmin als in de lucht vaart". Bespreekbaar De Utrechtse hoogleraar is dan ook van oordeel dat elke fout in de medische wereld in plaats van hem onder tafel te vegen, be spreekbaar moet worden ge maakt. Het gaat er daarbij niet om artsen te frustreren of om pa tiënten in paniek te brengen, maar om voortaan veiliger te kunnen functioneren. Want elke fout is er één. Elk jaar wordt in Nederland ongeveer vijf tot zes procent van de bevolking geopereerd. Dat zijn ongeveer 650.000 mensen. „En het gaat gelukkig meestal al tijd goed", vult Smalhout aan. „Dat is net zo als in de lucht vaart. Daar gaat het ook bijna al tijd goed. Als u nagaat hoeveel vliegtuigen er per dag in de lucht zijn. Alleen als het een keer fout gaat, maakt het altijd diepe in druk. Maar in de luchtvaart wordt een ongeval dan ook stee vast uitputtend uitgezocht om er achter te komen, waarom het fout is gegaan, zodat mogelijk herhaling kan worden voorko men. En dat vindt iedereen nor maal". Toentertijd met dat onge luk op Tenerife is dat ook ge daan. Iedereen kon uit de kran ten vernemen wat er allemaal mis was. Wij zijn daardoor niet verontrust, want iedereen blijft met een gerust hart in het vlieg tuig stappen". „Zo zou je een parallel kunnen trekken met de medische we reld. Elke dag worden honder den operaties verricht, maar als het al een keer fout gaat, zou hierop een grondig en zo moge lijk openbaar onderzoek moeten volgen. Ik denk dat dit alleen maar het vertrouwen in de medi sche stand zal vergroten. Als na Tenerife de luchtvaartmaat schappijen gezegd zouden heb ben dat het ongeval werd veroor zaakt door een ongelukkige sa menloop van omstandigheden en als ze het daar verder bij zou den hebben gelaten, dan zou de hele wereld op haar kop hebben gestaan. Zou men zeggen: We worden belazerd. Alles bij elkaar opgeteld, kun je trouwens rustig zeggen dat er in de geneeskunde meer mensen overlijden door foutief handelen dan in de lucht vaart". Niet schadelijk Volgens zijn zeggen schaadt meer openheid vanuit de medi sche wereld en het meer toege ven dat een arts niet onfeilbaar is, het medisch aanzien beslist niet. „De meeste patiënten bij wie iets fout ging tijdens de ope ratie, die ik na afloop heb gespro ken, waren op dat punt volmaakt redelijk. Ze begrepen dat artsen net als andere mensen bepaalde fouten kunnen maken. Maar wat ze graag zouden willen, is dat die artsen er ook voor durven uitko men. En niet mensen voor de gek houden. Want waar ze werkelijk wild van worden, is als artsen of directies van ziekenhuizen zeggen: moet u eens luisteren, al les was goed, er zijn geen fouten gemaakt, dit is een onvoorziene complicatie en niemand valt iets te verwijten". „Als je vroeger je plicht voor God, koningin en vaderland ter discussie stelde, was je een uiter mate verdacht persoon. Maar daar zijn we zo langzamerhand overheen gegroeid en we weten nu dat je een goed Nederlander, een goed vaderlander kunt zijn, ook al zet je vraagtekens achter je regering, je leger en achter an dere waarden en normen die vroeger vaststonden". „Die veranderende tendensen komen nu pas op gang in de me dische wereld. Doordat artsen ter discussie worden gesteld. Doordat hun medisch handelen bespreekbaar wordt gemaakt. De arts van vandaag past niet meer in die ivoren toren", aldus Smalhout. „De huidige relatie arts-patiënt zou er meer bij gebaat zijn als de arts - en gelukkig gebeurt dat ook steeds meer de moed zou kunnen opbrengen te zeggen: „Ik kan u deze operatie nu wel adviseren maar hoe dat alles pre cies afloopt, daar kan ik u geen garantie op geven. Ik zou het echter nog eens kunnen vragen aan mijn collega-zus-of-zo, die daarin meer ervaring heeft". Tien tegen een, dat die patiëntje dan een hele redelijke arts vindt. Zolang je je maar niet onfeilbaar opstelt. Die tijden zijn ge weest..." Rombouts filterkoffie en Toots Thielemans door de luidsprekers. Kan het nog Belgischer? Ja, want in het Leidse café 't Gerecht worden uitsluitend Belgische bieren getapt. Tot genoegen van de bezoeker. Uitgelachen en een beetje smalend bejegend. Dat werd Martin Kuivenhoven door collega-kroegbazen toen hij vorig jaar mei besloot zijn uitspanning 't Gerecht aan de Leidse Lokhorststraat te veranderen in een Belgisch café en koffiehuis. "Na een maand of zes moesten ze me al nageven dat de formule werkt", zegt Kuivenhoven, die geen ander voorbeeld van een echt Belgisch café in Nederland weet. Tamelijk uniek dus dat café in de Leidse binnenstad, maar tegelijkertijd ook een gok. Hoewel. Volgens Kuivenhoven, die in november '82 eigenaar werd van de zaak, moest er dringend iets gebeuren want de 'tent' liep niet best. "Ik ben gaan zoeken naar iets speciaals wat mensen zou trekken". Dat werd dus de Belgische opzet waarbij de interesse van Kuivenhoven voor ons buurland een rol speelde. "Nederlanders maken graag grappen over Belgen, zijn ook veel harder en zakelijker dan Belgen maar juist het gemoedelijke van die mensen daar spreekt me aan. En de Vlaamse taal en literatuur boeit me ook. Bovendien, België is het bierland bij uitstek, meer nog dan Duitsland en Nederland. Je hebt duizenden bieren, variërend van lichte pilsen tot zware donkere trappistenbieren en qua smaak variërend van lichtzuur tot zoet. Op het punt van verscheidenheid kun je een vergelijking trekken met de Franse wijnen". Plat De diverse bieren worden in café 't Gerecht in verschillende, bijbehorende glazen geschonken. Trappistenbier in een kelkglas, Geuzenbier in een hoog glas, Pauwelkwakbier in een koetsiersglas, enzovoort. Volgens Kuivenhoven lenen veel Belgische bieren zich er niet voor om snel naar binnen te hijsen. "Je moet ervan genieten, rustig drinken, anders ga je plat". Kuivenhoven, sinds kort getrouwd met een Belgische vrouw, beperkt zich in zijn café niet alleen tot het schenken van Belgische bieren, hij probeert ook met de aankleding van zijn bedrijf de sfeer van een Belgisch café na te bootsen. Tegenover de donkere stemmigheid van de Nederlandse kroegen staat bij hem de open en lichte sfeer die kenmerkend is voor de drankgelegenheden van onze zuiderbuur. Gordijnen ontbreken, tl-buizen vormen de verlichting, de Gazet van Antwerpen ligt op tafel, posters van België sieren de muren terwijl vooroorlogse jazz en muziek van Toots Thielemans als achtergrondje functioneren. Binnenkort gaat hij ook hapjes als Ardenner ham en paté en pralines (grote bonbons) op tafel brengen. De bekende Rombouts filterkoffie wordt al geschonken vanaf 11.00 uur 's morgens wanneer het café annex koffiehuis open gaat (met uitzondering van de zaterdag wanneer de openingstijd 14.00 uur is; op zondag blijft de deur gesloten). Gevarieerd Kuivenhoven lijkt met z'n café in de roos te hebben geschoten. De 28-jarige 'kroegbaas' die na een éénjarig verblijf op het conservatorium en een enkele jaren durend zwerversbestaan besloot zijn heil in de horecasector te zoeken - hij heeft inmiddels een slijters- en restaurantdiploma op zak - is gelukkig met de huidige klandizie. - "Enerzijds heb ik een vaste basis van mensen die in de buurt wonen, anderzijds zijn er ook klanten uit omliggende plaatsen als Leiderdorp en Voorschoten die op het Belgische aspect afkomen, mensen die echt geïnteresseerd zijn in Belgische bieren". "En wat ik ook prettig vind, is dat ik een gevarieerd publiek over de vloer krijg. De ene avond zijn er heel andere bezoekers dan de andere avond. Er is geen vaste kliek van tien man die aan de bar hangt en opkijkt als er een nieuwe klant binnenkomt. Dat sfeertje van 'ons kent ons', daar houd ik niet zo van". Kuivenhoven heeft met zijn Belgische café een gat in de markt ontdekt, dat is wel duidelijk. Want een pint van de zuiderburen blijkt er bij Nederlanders net zo vlot in te gaan als een goede Belgenmop. BERT PAAUW (SLOT) AFLEVERING 10

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 23