Het laatste smokkelnest Maudy levert ales voor poppenmakers In Martelange passeert vrijwel niemand de douane 1 PAGINA 23 Het Ardennendorp Martelange aan de Luxemburgs-Belgische grens: benzinestations en supermarkten. (foto gpd> Het Ardennendorpje Martelange wordt wel het laatste smokkelnest van de Benelux genoemd. De Nationaal 4, die er dwars doorheen loopt, verdeelt het gehucht in een Belgische en een Luxemburgse kant. En in het 'Luxemburgse' Martelange zijn drank, sigaretten en benzine een vijfde tot een kwart goedkoper. De beroepssmokkel is er dan ook een veel geziene gast. Sommige deinzen er niet voor terug om tweeduizend liter whisky in te laden. Menigeen vraagt zich af of de zaken niet een beetje uit de hand zijn gelopen, te meer omdat twee maanden geleden de eerste dode is gevallen. De Nationaal 4 loopt in Mar telange een paar honderd meter langs de Luxemburgs- Belgische grens. Die grens wordt niet aangegeven door slagbomen of loketten, waar achter douaniers eindeloos formulieren stempelend de dag doorbrengen. De scheidslijn is slechts de on onderbroken witte streep over het midden van de weg. In Martelange wordt de grens mede getekend door ener zijds twaalf immense benzi nestations en negentien su permarkten op rij aan de Lu xemburgse kant van de straat, en anderzijds de rij grauw ogende burgermans woningen aan de Belgische kant. De grens tussen de twee Europese buurlanden is tevens de grens tussen rijk dom en armoede. De Nationaal 4 loopt van Namen naar Luxemburg, de hoofdstad van het gelijknamige groother togdom. Even voorbij Bastogne daalt die weg in een serie boch ten af tot in Martelange. Om dan in evenveel gevaarlijke bochten weer te gaan klimmen naar Ar- lon (of Aarlen) richting Luxem burg. De automobilist hoeft niet bang te zijn dat hij in volle vaart het dorpje zal passeren, want in negen van de tien gevallen zullen de remlichten van zijn voorgan gers de vaart er wel uithalen. Middenin het dorp staat een stoplicht, dat opvallend vaak op rood staat voor verkeer op een rijksweg. Natuurlijk is dat stoplicht er ook om het verkeer tussen het Luxemburgse en Belgische deel van Martelange de gelegenheid te geven de drukke rijksweg te kruisen en veilig over te steken van de staminee aan Luxem burgse kant naar de kerk in het Belgische gedeelte. Of ander som. Maar toch.... De middenstan ders aan Luxemburgse kant eren het stoplicht als ware het een hei ligenbeeld. Want dit licht ver traagt het drukke verkeer op de rijksweg en geeft de automobilis ten alle gelegenheid te bezwijken voor de verlokkingen die ze schreeuwend worden opgedron gen. Een metershoog bord geeft in hardblauw op knalgeel aan, dat de benzine aan dit station zeven franken goedkoper is dan aan een normale Belgische pomp. Of, om maar met concrete cijfers in huis te vallen, de Luxemburgse benzine kost tussen de 24 en 25 frank tegen 31 en 32 frank aan Belgische zijde. Frankskes Is dat niet verleidelijk? Kenne lijk wel, want de twaalf pompsta tions op dit kleine stukje grond (met elk tussen de tien tot twin tig zelfbedieningspompen) we ten de klandizie nauwelijks te verwerken. In drie ploegen wordt er gewerkt om de tanken de klanten te helpen. Niet met het tanken, maar met het inne men van de frankskes. Om het even of het Belgische dan wel Luxemburgse franken zijn, want die zijn gelijk in waarde. Twee, drie man bij de kassa's en twee, drie man bij de rekken met overige artikelen in de auto shop. Daar moet ook weer niet gezocht worden naar een moer tje, een boutje, een V-snaar, een -reservelampje of welk ander au to-onderdeel dan ook, want dat is niet voorradig. Nee, de autoshop heeft alleen maar sterke drank en sigaretten. Sigaretten kosten in Luxem burg 44 tot 48 frank per pakje te gen 60 frank aan de overzijde van de straat. En waar in dat beschei den kruidenierswinkeltje bij de Belg voor een liter sterke drank 460 frank betaald moet worden, kan na het oversteken van de straat dezelfde hoeveelheid drank van hetzelfde merk ver kregen worden door het neertel len van 400 frank. Dat verschil lijkt al kleiner. Toch is het blijkbaar voldoende om de mens te verleiden tegen alle regels in per keer 1500 tot 2000 flessen sterke drank in te slaan en daarmee schielijk te ver dwijnen. Schielijk, want eigenlijk dient deze innemer het bureel van Clé ment Gabriel te passeren, de plaatselijke douanier. Hij heeft zijn gemoedelijke dienstigheid verhuurd aan twee landen, want hij werkt voor zowel de Luxem burgse als de Belgische douane. Rap pratend met een sigaret in de mondhoek, wil Gabriël wel uitleggen hoe dat allemaal zit met die smokkel. Uiteindelijk komt het allemaal, omdat de re gering van het groothertogdom Luxemburg haar 450.000 inwo ners aanzienlijk minder belas ting oplegt dan die van het buur land België. Jerrycans Om maar eens een voorbeeld te noemen. De btw op drank is in België 25 procent, in Luxemburg maar 12. En dan zijn er nog ver schillen in accijnzen en andere belastingen. Kortom, Luxem burg is het land waar het levën belastingtechnisch gezien nog goed is. In ieder geval 20 tot 30 procent voordeliger dan in Bel gië. Er zou dus eigenlijk van alles gesmokkeld kunnen worden tus sen beide landen, maar dat spreekt Clément Gabriël heftig tegen. „Levensmiddelen zijn goedkoper of even duur in Bel gië. Daar valt meer mee te con curreren. Televisie en radio zijn wel duurder in België, maar die zijn niet zo makkelijk te vervoe ren als wat flessen drank of een paar sloffen sigaretten. Dus het gaat hier hoofdzakelijk om drank en sigaretten. En de mensen ko men hier benzine tanken". Hij vertelt er niet bij dat aan de Luxemburgse pompen ook nog l ml I Douanier Clément Gabriël: "Dieven zijn het". dou> gpd» grote 20 liteijerrycans te koop zijn, die gretig worden afgeno men en gevuld en wel in de ach terbak van de auto verdwijnen. Controle? Vlakbij het dorp licht staat een simpel bordje, dat het grensverkeer met een pijl verwijst naar het kantoortje van Clément Gabriël. Maar wie ziet nu dat verveloze half-verstopte bord staan? Nee, als er controle is, dan is dat op de Nationaal 4 richting Namen. En op de vele kleine, kronkelende dorpsweggetjes die zich van gehucht tot gehucht door het Ardennenland slinge ren. Op die wegen slaan regelma tig de vliegende brigades van de Procureurs des Konings en de Belgische Douanedienst toe. En wee degene die in hun handen valt. Die moet niet alleen alsnog de verschuldigde invoerrechten betalen, maar kan ook een boete- briefje thuis verwachten, waarop een bedrag vermeld staat dat het twintigvoudige is van de inkoop prijs van de gesmokkelde drank of rookwaren. Dieven Vliegende brigades tegen de stoute toerist die meer heeft in geslagen dan de toegestane an derhalve liter per persoon? Is dat niet schieten met een kanon op een mug, Clément? Verontwaar digd slaat hij de armen ten he mel. Weet mijnheer wel dat we hier ook praten over lieden die vijftienhonderd, ja, wel tweedui zend liter ineens inslaan? En dan zonder langs zijn bureel te zijn gekomen? Dieven zijn het. En Clément Gabriël maakt heftig gesticule rend duidelijk, waar moreel ge zien bij hem de grens ligt tussen eerzaam grensverkeer en dieven. Globaal wordt die grens gepas seerd bij het inslaan van meer dan het drievoudige van wat is toegestaan. En dieven moeten dus gezocht worden onder de lie den, die met groot geld inkopen. In Martelange, in de overige dorpjes langs de Luxemburgs- Belgische grens of in de enorme supermarkt Match vlakbij de Lu xemburgse hoofdstad. Daar sloeg om een voorbeeld te noemen 0p vrijdag 1 juni de 39-jarige Yvon Vandenbroeck uit het Vlaamse Bornem ruim 1000 flessen sterke drank in. Om pre cies te zijn laadde hij in zijn ge huurde bestelwagentje: 240 fles sen Bisquit, 240 Grand Marnier, 240 Cointreau, 120 Bacardi, 60 Martell, 60 Ricard en 60 Pernod. Een stevige drankvoorraad, waarvoor hij de lieve som van 427.620 francs afrekende aan de kassa. Vandenbroeck keerde niet meteen terug naar huis, maar wachtte het donker af. Hij had meer voorzorgsmaatregelen ge troffen. In zijn wagen had hij een bakkie geïnstalleerd, waarmee hij in contact stond met een me deplichtige voorrijder die de weg naar huis moest controleren op de aanwezigheid van vliegende brigades van de Belgische doua nedienst. Gedood Om half drie in de nacht ge beurde wat velen in Martelange al lang hadden verwacht. Yvon Vandenbroeck reed de grens over richting Arlon-Martelange. Tussen beide plaatsen in werd hij opgevangen door vier wagens van de vliegende brigade, die daar kennelijk niet toevallig pa- door Wim Breedveld trouilleerden. Vandenbroeck zag geen andere oplossing dan snel tte keren en te proberen naar Lu xemburg terug te rijden. De •wild-west taferelen die zich pal ^daarop in het donkere Arden- nengebied ontwikkelden, speel den zich af met een snelheid van meer dan 120 kilometer per uur. De smokkelaar probeerde de douaniers de berm in te rijden; dezen openden 't vuur op hem Uiteindelijk werd de smokkelaar ■geveld na een tweede kogel in net hoofd. Waar heel België zich ge schrokken afvraagt hoe het mo gelijk is dat een op de banden richtende douanier tot twee keer toe het hoofd van de achtervolg de smokkelaar kan raken, daar vraagt de bevolking van Marte lange zich af of de 'kleine smok kel' niet behoorlijk uit de hand is gelopen. Naast de met grote borden aan geprezen artikelen zijn er nu ook exemplaren waarop nadrukkelijk staat aangegeven tot welke hoe veelheden vrijelijk ingevoerd kunnen worden. In de super markt van Arthur van de Abbeel, een van de vele Belgen die lucra tief nering doen aan de Luxem burgse kant van het dorp, wordt zojuist een elektronisch apparaat geïnstalleerd, dat als een mini- lichtkrantje aan de kassa moet waarschuwen tegen het te veel inslaan van drank en sigaretten. Arthur: „Maar ik ben toch geen politieman? Hoe kan ik weten dat de klant zijn flessen of rook waar naar België voert? Daar waarschuw ik toch ook eerlijk te gen...?" Zijn ogen staan niet op menens als hij dit zijn bezoeker voor houdt. De drank en sigaretten slijtende winkelier hoeft niet het geweten van de smokkelaar op zijn nek te nemen, doch incas seert franken. En hoe meer er in de kassa rinkelen, des te beter is zijn de dag. Hij weet dat eens de vette jaren voorbij zullen zijn: „Over twee jaar is de autosnel weg Brussel-Namen-Luxemburg klaar en zal het grote verkeer ons mijden. Dan is het gedaan met de handel hier". Scheiding Dan zal Martelange weer een stil en slaperig dorpje tussen het groen en de leisteenrotsen van de Ardennen zijn. Qf üever gezegd: Martelange-Rambrouch. Want het zijn uiteindelijk twee gemeenten, al is het wel degelijk één gemeenschap die in 1839 door de Hollanders werd ver deeld. Dat was ter uitvoering van het verdrag van Londen van 1831, dat een scheiding tussen de zuidelijke en noordelijke Neder landen tot gevolg had. Slechts aan de uitgeslapen toenmalige burgemeester van Martelange, Martin Kuborn, is het te danken dat die scheiding zich beperkt heeft tot die twee, nu steenrijke straten van het dorp. De Hollan ders hadden de grens willen trekken langs het riviertje de Su re, waar een oude, uit de Ro meinse tijd stammende grens- weg lag. Het gevolg van een oude kaart die ten behoeve van de conferentie van de grote mo gendheden uit een ambtelijk bu reau wasgetrokken. De burgemeester kon deze fout herstellen, maar kon niet verhinderen dat de twee straten ten oosten van de nieuwe noord- zuidverbinding in Martelange werden afgescheiden naar Lu xemburg en daar vervolgens on der Hollands bestuur kwamen. Het waren dan ook Hollandse soldaten en grensbeambten die langs deze straten de nieuwe grenspalen sloegen. Waarover de gemeentegids nog wat wrang op merkt: „Voor het eerst sinds achttien eeuwen wordt een ge meenschap onder één bestuur, die dezelfde gebruiken kent, het zelfde Moezeldialect spreekt en een gelijke geschiedenis kent, verdeeld in twee groepen". Opluchting De met een gorte boog om Martelange aan te leggen nieuwe weg baart eerder opluchting dan zorgen in Martelange. In dit dorp zal immers nooit vergeten wor den dat deze weg, die zoveel rijk dom heeft gebracht, in 1967 een ramp veroorzaakte. Op diezelfde bochtige weg verloor de chauf feur van een met gasflessen gela den vrachtwagen de macht over het stuur. De wagen ramde de brug over de Sure, explodeerde ,en de brokstukken belandden in een benzinestation. Er volgde een nieuwe explosie van bran dende benzine, die langs de 10- procents helling naar het dorp in het dal haar weg vond. Twaalf do den, veertig verminkten en vijf tien uitgebrande huizen waren het gevolg. Met enige huiver wordt er in Martelange over gedacht hoe hoog de prijs van de welvaart van twaalf naast elkaar gelegen pompstations zou zijn, als op nieuw een dergelijk ongeluk zich zou voordoen op de Nationaal 4. Sinds april van dit jaar drijft Maudy van den Elshout uit Leiden met veel succes een winkeltje in materialen voor mensen die zelf poppen maken. Bijna nergens te vinden in Nederland, en alleen daarom al bijzonder. En wie geen poppen kan maken, kan dat bij Maudy leren. Het begon eigenlijk allemaal vorig jaar op een handwerkbeurs in Utrecht. Daar kwam bij Maudy van den Elshout, tot op dat moment werkzaam in een revalidatiecentrum, een latente liefde voor poppen weer aan de oppervlakte. "Wat ik daar zag was zo enig, dat ik onmiddellijk op zoek ging naar materialen om ze zelf te gaan maken". Maar de ambitie ging verder. Maudy, woonachtig op de bovenverdieping van een gerestaureerd pandje aan de Oude Singel, zei voor de grap tegen haar vader (die hét pand in eigendom heeft) dat ze op de begane grond wel een winkeltje wilde beginnen. En voordat ze het wist stond haar atelier 'Poppedeyntje' ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Sinds april van dit jaar is ze er nu actief als leverancier van allerhande materialen voor iedereen die zelf poppen maakt. Stoffen, schoentjes, tasjes, kettinkjes, pruikjes (echt en synthetisch, overigens nauwelijks prijsverschil), ondergoed, hoedjes, brillen en zelfs mini-ski's en handkarretjes, het staat er allemaal keurig uitgestald. En dat is nu precies de formule die Maudy voor ogen had. "Dit soort materialen is in Nederland bijna nergens in een beetje assortiment te vinden", zegt ze. "Mocht er al iets verkrijgbaar zijn, dan is dat overal verspreid. En onderschat vooral niet het aantal mensen dat zelf poppen Maudy maakt, dat is enorm. Sommigen zijn zelfs echt poppengek, die kunnen er uren over praten". Al zal menige liefhebber iets wegslikken bij het aanschouwen van de prachtige exemplaren die Maudy zelf maakt, van de verkoop van haar eigen poppen moet ze het toch niet hebben. "Die poppen zijn in uren eigenlijk niet te betalen", zegt ze. Daar ben ik drie volle dagen mee bezig en er zit alleen al voor driehonderd gulden materiaal in. Daar valt dus niets mee te verdienen, wantje kunt daar toch hoogstens zo'n vierhonderd gulden voor vragen". Vandaar dat ze zich tegelijk met de opening van haar winkeltje actief ging bezighouden met het geven van cursussen. Voor adverteren had ze geen geld, daarom wierf ze zelf haar eerste cursisten op een hobbybeurs in de Leidse Pieterskerk en op. allerlei braderieën in de omgeving. Dat loopt nu heel behoorlijk, en het zou haar niet verbazen als er in de wintermaanden sprake zal zijn van een stormloop. "Het is ook heel leuk", zegt Maudy. "Die cursussen geef ik niet in een somber lokaal, maar gewoon gezellig in mijn eigen atelier met maximaal zes personen. Ze duren vier ochtenden of avonden. Tijdens de eerste les wordt er met behulp van een mal een kop gemaakt. In de tweede les gaan we die beschilderen en in les drie volgen de overige lichaamsdelen. Les vier ten slotte, is er om de hele handel in elkaar te zetten. En wie moeite heeft die pop zelf aan te kleden, kan de cursus verlengen met twee lessen waarin met behulp van mijn eigen patronen de kleding kan worden gemaakt". Maudy's systeem van poppen maken is van Zwitserse oorsprong. Daar koopt ze bij de groothandel ook alle benodigde materialen voor haar winkeltje in. "Hier in Nederland worden nog veel poppen gemaakt van porselein of zelfdrogende klei. Dat is leuk op een cursus, maar thuis kun je er niets mee doen. Wantje moet daarvoor een pottenbakkersoven hebben. Bovendien kost een gipsen mal voor zo'n pop al gauw 800 gulden, en dan heb je nog maar één gezichtje. En dit zijn echte speelpoppen, ze zijn sterk, de verf is watervast dus ze kunnen gewassen worden. Hoewel, de eerste pop die de mensen op zo'n cursus maken wordt bijna heilig verklaard. Die gaat bovenop de kast, dat is zeker". Het adres van atelier 'Poppedeyntje' is: Oude Singel 208, Leiden (tel. 071-133034). Maudy is de komende week ook op de Leidato met haar spulletjes te zien. AFLEVERING 8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 23