AUTO HEEMSKERK AUTO Kleine Rover Twentse 'textiel' vindt weg uit dal v"ia ")- Porsche-motor in Seat Ronda P uto n-\ A ïllegaar *0^=^- DINSDAG 19 JUNI 1984 Samengesteld door Koos Post De Spaanse autofabrikant Seat heeft een door Porsche (in opdracht) ontwikkelde motor als eerste in de Ronda geplaatst. De nieuwe Seat Ronda P is door het wig- vormiger maken van de neus ook vier centimeter langer geworden dan zijn voorganger, maar verder is er uiterlijk niets veranderd. Onder de motorkap des te meer. Daar is al les volkomen nieuw. Bovendien heeft Porsche de vijfbak gemoderniseerd en aangepast aan het karakter van de nieu we motoren. Binnen drie jaar heeft de Westduitse fa briek een krachtbron ontwikkeld die als 1.2 liter de basis van de Seat-motorenfa- milie gaat vormen. De 1.5 liter is vrijwel exact gelijk aan de 1.2 liter. Zoals een Porsche-ingenieur zei: 'Als de carburatie wordt weggehaald zal men zelfs géén ver schil kunnen zien'. Er komt vanuit het basistype volgend jaar nog een 1.7 liter en een driecilinder die selversie. Het basisontwerp maakt de mo tor ook geschikt voor injectie en turbo. De 1.2 (63 pk) gebruikt normale benzine, de 1.5 (85 pk) super. De top is respectieve lijk 145 en 165 km per uur. Voor beide motoren wordt bij een constante snelheid van 90 km per uur een verbruik van één op twintig opgegeven. Het zijn motoren waarbij systemen zijn toe gepast. die men verder alleen in duurdere krachtbronnen aantreft, zoals bijvoor beeld de oliekoeling van de zuigers is naar het voorbeeld van de Porsche 911- motor. Daarom ziin de Ronda's ook duur der geworden. Het grootste prijsverschil ligt net boven de duizend gulden. De prijslijst begint nu met de 1.2 LE voor 14.995 en loopt op tot f 18.795 voor de GLX. Ook de dieseluitvoering is in prijs gestegen: de 1.7 GLX diesel is nu 23.995 (i.p.v. 22.095). Bij de importeur (Nib- hartCar) geeft men grif toe: de introduc tieprijs was wel wat te laag!. Porsche vond de tijd om iets nieuws te ont wikkelen (driejaar) wel aan de wat krap pe kant. Want Seat had heel wat eisen. Zoals: laag verbruik, hoog vermogen, bij zonder lange levensduur, willig bij extre me weersomstandigheden, voldoen aan uitlaat- en lawaai-eisen, minimaal onder houd. laag gewicht, goedkoop en flexibel in produktie en gemakkelijk te verande ren i.v.m. toekomstige eisen. Eenvoudig gezegd: een echte Porsche-mo tor onder de kap van een wat kleinere au to. Volgens Seat is aan al die wensen vol daan. Om de nieuweling het Porsche- image mee te geven in de naam heet hij Ronda P. s~r\ A Overigens gaat het goed met Seat op de Ne derlandse markt. In april van dit jaar was het marktaandeel al boven de één pro cent gekomen, hoger dan verwacht. De verkopen bewegen zich op een peil dat in de planning pas voor '86 was voorzien. NibhartCar rekent in Nederland, nu er de eerste vier maanden '84 ruim 2.100 Seats zijn verkocht, al op een omzet van 6.500 Seats. En de prognose van 5.000 wagens leek enkele maanden geleden al brutaal. Axel: Citroën uit Roemenië Citroën brengt deze 'Axel' volgende maand in Frankrijk op de markt. Waarschijnlijk begint dit najaar de export naar Nederland, België, Oostenrijk en Italië. De driedeurs wagen is ontworpen door Citroën, maar hij wordt ge bouwd in een modern fabriekscomplex in Craïova in Roemenië. Alle werkzaamheden voor de autofabricage zijn daar samenge bracht met uitzondering van de smederij en gieterij. Citroën, die het Roemeense complex heeft ontworpen en opgezet, heeft tevens voor de installatie gezorgd. De machines zijn nagenoeg identiek aan die van de Franse Citroënfabrieken. De Axel is 3,72 meter lang en zal in_Nederland in twee uitvoeringen en met twee motortypen worden geleverd. De motoren zijn afgeleid van de Citroen GSA. De Axel 11 heeft een 1129 cc motor van 57 pk en een vier- versnellingsbak, de Axel 12 TRS een 1299 cc motor van 61 pk en een vijf-versnellingsbak. Door de neerklapbere achterbank, de afwezigheid van een opstaande rand voor de bagageruimte en de vlakke vloer maken de Axel tot een handige gebruiksauto. De vering is onafhankelijk op de vier wielen, er zitten schijfremmen rondom. Over de prijzen zal pas bij de introductie iets worden gezegd. Er komt ook een 'kleine Rover'. Hij zal volgend jaar in ons land voor de eerste maal te zien zijn op de RAI, die van 7 tot 17 fe bruari wordt gehouden. Het merk, dat tot nu toe impo neerde met grotere en veelal ook duurdere modellen gaat nu ook in de middenklasse opereren. De samenwerking met Honda heeft tot een ver vanger van de Triumph Ac claim (130.000 stuks van ver kocht in Europa sinds 1981) ge leid, die de naam Rover zal gaan dragen. De Acclaim (de Engelse versie van de Honda Ballade) blijft dit jaar nog ge woon verkrijgbaar, maar zal in de loop van volgend jaar ruim baan moeten maken voor de Rover 200-serie. Het is in feite de sedan van de nieuwe Honda Civic. Een Civic-met-kont dus In Engeland is het eerste exem plaar deze week op de weg ver schenen. Een Rover-213 met een 1342 cc zestien-kleppen motor met elektronische ont steking, een krachtbron die 71 pk vermogen kan leveren wat goed is voor een acceleratie Telefonisch gebruikte auto kiezen Een Haagse noviteit: per telefoon een gebruikte auto uitkiezen. Sinds enkele weken opereert aan de Malakkastraat 70 'Telecar occa sion-databank', geleid door Kenneth van der Vlugt zoon van de autojournalist Fred van der Vlugt) en Jeroen Hin. Wie belangstel ling heeft kan via telefoonnummer 070-54.95.00 gratis informatie krijgen waar welke gebruikte bij wie te koop is. Merk, type, bouw jaar, prijsklasse, de koper krijgt alles 'voor niks' te horen. Hij krijgt zelfs nog het een en ander toe: kortingen op Interstate-produkten, op de entreeprijs van het circuit in Zandvoort en bij Rob Slotema- kers Anti-slipschool. Vakblad voor auto's op huiskamerformaat 'Collector Periodiek' in Voorschoten, een nieuwe onderneming in de uitgeverswereld, gaat een vakblad uitgeven voor wat 'de autohob by op huiskamerformaat' wordt genoemd. Het om de twee maan den verschijnende blad zal 'Modelbouw' heten en zoals deze naam al aangeeft concentreert de inhoud zich op de liefhebberij rondom automodellen. Voorlopig zijn er drie vaste rubrieken. 'Autosalon' geeft alle nieuw tjes over personenauto's, 'Truck of tafel' over bedrijfsauto's en 'Op 87' komt met informatie over modelletjes op de populairste kleine schaal 1 op 87. Een abonnement kost 39,50, losse nummers 6,95. De 'Honda-trekken' zijn duidelijk terug te vinden in de Rover-213 Audi 80 na zes jaar grondig gewijzigd Na zes jaar en meer dan twee miljoen verkochte exemplaren is de Audi 80 zowel van binnen als van buiten grondig gewijzigd. In het kader van een nieuwe indeling van het Audi-programma wordt de 80-serie alleen nog maar aangeboden met viercilinder benzine en dieselmotoren tussen de 54 en 112 pk. Het programma wordt naar boven afgerond met een eveneens nieuwe Audi 80 Quattro, een 1,8 liter viercilinder motor die 90 pk levert. van 0 tot 100 km in 11,7 secon den en een topsnelheid van 155 km per uur. De wagen heeft een dwars ge plaatste motor voorin, voor wielaandrijving, een vijfver snellingsbak, veel binnenruim te en comfort. Hij is voorzien van tandheugelbesturing, rem- bekrachtiging en schijf/trom- melremmen. De wielbasis is zo'n 14 centimeter groter dan die van de Acclaim, het stuur is verstelbaar. De vierdeurs 213 is in Engeland verkrijgbaar in vier verschil lende versies: de 213, de 213 S, de 213 SE en de 213 Vanden- Plas. De laatste twee hebben een neerklapbare achterleu ning. Volgens de fabrieksopga- ve is de motor erg zuinig: een op veertien (normale benzine) moet goed haalbaar zijn. Dp Rover 200-serie wordt ge bouwd naast de Austin Metro in Longbridge bij Birming ham. Austin Rover heeft grote investeringen gedaan om een nieuwe assemblagelijn samen te stellen. Alle belangrijke car rosserie-onderdelen worden in Cowley vervaardigd. Slechts enkele kleine panelen en on derdelen komen met de motor, de versnellingsbak en onder delen van de ophanging uit Ja pan. In Engeland maakt de klasse, waarin deze Rover zijn entree maakt, zestig procent van de gehele autoverkoop uit. Voor lopig blijft het een half jaartje bij de 213. De 216 met een 1600 cc motor wordt pas begin vol gend jaar verwacht. Die zal waarschijnlijk ook op de RAI in Amsterdam te zien zijn. Dan zullen ook de prijzen worden bekendgemaakt. Bij de introductie werden twee redenen opgegeven waarom de Nissan Bluebird zo weinig op vallend is gewijzigd. Directeur Ter Haar sprak in de eerste plaats over wat hij met een mooi woord 'merkidentiteit' noemde en verder ook over 'bescherming van de restwaar de van het vorige model'. De constructeurs van Nissan wa ren derhalve lief voor de klan ten, toen zij onverkort vasthiel den aan die strakke lijnen en hoekige contouren van de Bluebird. Hij is alleen wat kor ter en breder geworden. Het bleef een nette maar weinig uitspringende verschijning, geheel passend in de vandaag de dag gangbare lijn bij de Ja panse middenklassers. Meestal heb ik wel \vat bekijks met een nieuw model, maar niemand draaide het hoofd om als ik met de nieuwe Bluebird langs kwam. Geen wonder, men moet echt tweemaal kij ken om één keer te zien dat de wagen van bumper tot bumper is vernieuwd. Zo hardnekkig heeft Nissan de 'merkidenti teit' verdedigd. De technische veranderingen zijn opvallender. De aandrij ving is zelfs van achteren naar voren verhuisd. En dat heeft onmiddellijk gevolgen voor het interieur. Meer ruimte voor de benen en (mede door de ver sterkte wigvorm) veel meer ruimte voor de bagage in de kofferbak, die bijna tweemaal zo groot is geworden. Boven dien heeft de Bluebird nu onaf hankelijke wielophanging rondom. Er zijn drie motoren. Een 1,8 liter benzinemotor, die nog niet zo lang in de Nissan Stanza zit. Een daarvan afgeleide 2 liter benzinemotor. En tot slot een 2 liter dieselmotor. Ik heb beide twee liters gereden, zowel benzine als diesel dus. De carrosserie is behoudens het instrumentarium identiek. In beide gevallen de tijdloze koetsen met vier deuren, rui me instap, redelijk goede stoe len, een keurig afgewerkt inte rieur met een batterij beschei den geplaatste waarschu wingslampjes, goed afleesbare 'klokken' en juist geplaatste hendels en knoppen. De tijd i overdaad in de Japanse ca bine ligt alweer lang achter ons, het is functioneel sober en niet onaantrekkelijk. De twee liter dieselmotor, die Nissan in deze Bluebird heeft geplaatst heeft nauwelijks nog gloeitijd nodig voor hij wil starten. Net als zovele diesels is hij in het begin even rumoe rig, maar dat klopgeluid ver dwijnt alras en daarna is het een rustige, soepele, maar niet al te vinnige krachtbron. Een beetje traag komt de wagen uit de startblokken en ook over de top van om en nabij de 140 kilometer per uur kan men moeilijk enthousiaste verhalen ophangen. Maar het is een wil lig en volgzaam werkpaard, dat zeker op snelheden van 100 tot 120 km heel rustig en nauwe lijks hoorbaar zijn werk doet. Bovendien is hij leuk zuinig: ik kwam aan de 1 op 13 V2, lang niet onverdienstelijk. De prijs van de diesel bedraagt bijna 27 mille. Let wel, zonder stuurbekrachtiging. En daar zit hem de moeilijkheid, want de wagen is wel erg z besturing. Men moet om zo te zeggen in de bocht stuur gaan hangen om hem in het juiste spoor te houden. Daar komt nog bij dat hij heel wat ruimte nodig heeft bij het draaien. Dat maakt het ma noeuvreren op wat kleinere op pervlakten - zoals bijvoor beeld bij mij op het woonerf - tot een moeizame klus. Bij Nissan zeggen ze: 'Maar een stuurbekrachtiging kost slechts 1.100 gulden extra'. Re latief inderdaad niet veel, maar wel vier procent van de koop prijs. Toch zou ik iedereen die deze diesel aanschaft aanraden de bekrachtiging als extra te nemen. Want ik heb met de benzineversie de 2 liter SGL van bijna 25'/2 mille kunnen ervaren welke zegen zo'n stuurbekrachtiging (bij deze luxueuze editie standaard) kan zijn. Hier geen gesjor en gesjouw op de vierkante meter, maar een onder alle omstandigheden licht en luchtig te manoeuvre ren wagen, met de pink te be sturen. Met de bekrachtiging aan boord is de besturing bij hogere snelheden wel een tik keltje vager, maar het gebeurt toch niet zo vaak dat men het alleronderste uit de kan vist. Overigens kan het best, want de wagen ligt als een blok op de weg. £n men kan met deze SGL stevig uit de voeten. Het is geen echte sprinter, door de hoekige con touren is de luchtweerstand op Cw 0,39 gebleven. Uit stilstand heeft men dan ook meer dan elf seconden nodig om op 100 km snelheid te komen. Maar de 105 paardekrachten onder de motorkap kunnen de wagen toch tot een topsnelheid van om en nabij de 170 km per uur opjagen. Althans in de vierde versnelling. In de vijfde ligt de top wat lager. Dat is een echte overdrive, meer te gebruiken om het toch al leuk lage ge luidsniveau nog verder terug te dringen. Deze benzineversie van de Nis san Bluebird is een echt plezie rige reiswagen. Jammer alleen, dat hij niet bijster zuinig is. Ik kwam niet eens aan de 1 op IOV2 en dat is voor een moder ne automobiel eigenlijk wat te weinig. Misschien kan het nog rustiger rijdend nog iets beter, maar veel zal het niet zijn. En dan laat men heel wat van de motor onbenut, dat kan toch ook niet de bedoeling zijn. Saab heeft een nieuw topmodel: de Saab 9000. Het is een uit breiding van het programma van de Zweedse fabrikant bo ven de 900-serie, die tot nu toe boven aan de lijst stond. Deze 900 wordt niet vervangen. Integendeel, er komt zelfs vol gend jaar een 2-deurs cabriolet op de markt. Een trapje lager ligt de 99-serie, die nog dit jaar aan de achter zijde wat zal worden gewijzigd en dan meteen de type-aandui ding Saab 90 krijgt. Zo ontstaat er een logische lijn in de modelnummering: van 90, via 900 naar 9000. De carrosserie van de nieuwe Saab 9000 is iets kleiner dan die van de 900, maar biedt aanzienlijk meer ruimte er tien procent lichter. De auto wordt uitsluitend geleverd met een 16 kleppen turbomotor r intercooler. Deze dwarsge- plaatste 2 liter motor heeft vermogen van 175 pk. Bij 90 km per uur gebruikt deze Saab volgens de opgave van de fa briek slechts 1 op 15,2, op top snelheid met ruim 220 km per uur zal dat ongetwijfeld iets meer zijn. De Saab 9000 zal pas begin vol gendjaar in Nederland te koop zijn. De wagen moet moet opnemen tegen' concurrenten als Audi 200, Volvo 760. BMW 525, Jaguar XJ6 en Mercedes. Uw Datsun-Nissan dealer voor Leiden e.o. Herengracht 79 Leiden Tel. 071-146741 Alkemadelaan 1 Roelofarendsveen -Tel. 01713-2866 Kleding vandaag de dag nog maar bijzaak ENSCHEDE - Na de gigantische afbraak in twee decennia van de Twents-Gelderse textielindus trie is de laatste jaren weieens wat smalend gesproken over „het droevig overblijfsel - van wat ooit de belangrijkste tak van nijverheid in die regio is ge weest. Toegegeven, in vergelij king met vroeger, toen de ooste lijke textiel aan ettelijke tiendui zenden werk bood, kun je van daag de dag met recht van een restant spreken. Maar droevig? Dat kan niemand meer in ernst beweren, gelet op de resultaten die vorig jaar en de eerste maan den van dit jaar zijn behaald. Zij het dan dat het begrip 'textielin dustrie' zo langzamerhand ach terhaald is. Kleding is niet langer het produkt waarvan ze het rpoet hebben. door Frits Koffijberg Blydenstein-Willink was eind vori ge week de laatste van de ter beurze genoteerde Twentse tex tielbedrijven die zijn jaarverslag publiceerde en de enige die daar in een beduidende aanwas van zijn personeelsbestand kon mel den. Voor het tweede achtereen volgende jaar kwamen er 40 me dewerkers bij, zodat er nu 510 mensen werken (altijd echter nog ruim de helft minder dan Blydenstein-Willink in 1973 in dienst had). De personeelsontwikkeling is ove rigens in het algemeen geen graadmeter meer van de gang van zaken in de textielindustrie, waar automatisering en efficien- cy-verbetering een doorlopend proces zijn. Ook omzetcijfers zeggen lang niet alles, omdat de bedrijven niet aarzelen delen van de omzet die onrendabel zijn en dat dreigen te blijven, af te sto ten. De duidelijkste taal spreken de financiële resultaten en de winstverwachtingen. Koninklijke Nijverdal-ten Cate (3300 werknemers) behaalde over het afgelopen jaar een netto winst van 19,1 miljoen gulden. 4.3 miljoen meer dan in 1982. Begin deze maand zei voorzitter Reudink van de raad van bestuur in de aandeelhoudersvergade ring dit jaar een resultaat te ver wachten „dat tenminste gelijk zal zijn aan dat van vorig jaar. Het gaat natuurlijk om dat woordje „tenminste". Het bete kent, dat Reudink eigenlijk op meer rekent. In elk geval is 1984 voor Ten Cate goed begonnen: in de eerste vijftien weken heeft zo wel de omzet (plus 12 procent) als het resultaat de verwachtin gen van de concernleiding over troffen. De Textielgroep Twenthe (500 werknemers), de tweede van de drie Twentse textielondernemin gen met een beursnotering, slaagde er vorig jaar in haar net- to-resuliaat zelfs te verzesvoudi gen. Dat lijkt indrukwekkender dan het is, want in 1982 bedroeg de winst slechts twee ton. Dit jaar zal men weer in de buurt van de 1,2 miljoen komen Bij Blydenstein-Willink ging de nettowinst van 2,3 naar 4,8 mil joen. Ruim een verdubbeling dus. Het eerste kwartaal van 1984 steeg de omzet met 12 procent. In het jaarverslag spreekt de di rectie de verwachting uit dat „ook dit jaar bevredigende resul taten worden bereikt. Positieve berichten ook van een Twentse textielonderneming zonder beursnotering: Van Heek-Scholco (500 werknemers) zat in 1982 nog in de rode cijfers. Begin dit jaar, tijdens onze bc- drijfsenquete, schatte concerndi recteur Oude Wesselink het re sultaat over 1983 nog op een paar ton. maar deze week kon hy ons desgevraagd meedelen dat er bij na een miljoen gulden winst is gemaakt en dat hij dit jaar een zelfde resultaat verwacht. Niet onvermeld mag voorts blij ven, dat de Koninklijke Textiel Veredeling (250 man) in Eiber- gen, waarvan de resultaten jaren lang rond en dik onder de nullijn hebben geschommeld, vorig jaar meer dan een miljoen winst maakte. Al met al is er sprake van een op vallende resultatenverbetering van het „restant" oostelijke tex tielnijverheid in een tijd dat de Nederlander minder geld aan textiel uitgeeft. Waaraan is dat te danken? Niet zozeer aan de tradi tionele textiel-activiteitcn zoals weven en spinnen. Dat blijkt on der meer uit het feit dat Spinne rij Nederland (575 man) nog steeds met verlies draait, al zijn vorig jaar voor het eerst de af schrijvingen verdiend, zij het na een forse afslanking. Bij Nyver- dal-ten Cate zien wc dat de weef seldivisie naar verhouding het minste geld in het laatje brengt. Nee, het zijn doorgaans specialisti sche, betrekkelijk tot zeer nieu we activiteiten, niet zelden slechts in de verte verwant aan de textiel-van-vroeger, die deze industrie nieuwe levenskracht hebben verschaft. Het sterkst spreekt dat bij Nijverdal-ten Ca te, waar de technische divisie (met onder andere Polyolefins, Nicolon en Plasticum), die zo veel kunststof in haar produkten doet, is uitgegroeid tot het trek paard van de onderneming. Deze divisie was vorig jaar goed voor ruim een kwart van de omzet en ongeveer de helft van de winst van het concern. Trouwens, zeil planken kunnen ook moeilijk als een typisch textielprodukt wor den aangemerkt. Bij Blyden stein-Wilhnk zien we dat de groei van de laatste jaren vooral is te danken aan Verosol (gemetalli seerde zonwering). Bij Van Heek-Scholco was het vorig jaar de werkmaatschappij Van Heek Medical, zeer druk met produkt- vernieuwing aan de gang. die het concern uit de rode cijfers wilde. En wat te denken van een nieuw komer als de klittenbandfabnek Velcro in Haaksbergen"' Begon zes jaar geleden met een paar man en nu werken er meer dan honderd. Maar hoe opmerkelijk het herstel van de regionale textielindustrie ook is, zij is er nog lang niet. Spinnerij Nederland blijft een wankele zaak, maar dat is dan ook nog een echt traditioneel textielbedrijf. De winsten van de Textielgroep Twenthe en Van Heek-Scholco zijn nog te laag. De vermogenspositie van Bly- denstein-Willink is nog uitge sproken zwak. Zo'n handicap remt de ontwikkeling van activi teiten die men kansvol acht, blijkt uit het jaarverslag van Bly denstein-Willink. Daarin staat met zoveel woorden, dat er geen geld is om Dekalu (systeemmon tage voor beurzen en dergelijke) in staat te stellen een groter marktaandeel te verwerven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 15