'Menselijk gedrag is niet
in getallen uit te d rukken'
Veel bezwaren tegen woningbouw Maredorp
DE NATUUR ALS BUUR
PAGINA 4
Leiden
WOENSDAG 13 JUNI1984
Cultureel antropoloog Gerbrands stopt als hoogleraar
LEIDEN - "Ik ben niet blij
met dooddoeners als: ga
nu maar gelukkig vissen,
bedankt voor wat je alle
maal hebt gedaan. In die
praatjes geloof ik niet. De
vooruitzichten zijn ver
domd somber. Mijn post
wordt immers niet meer
bezet. Ze zijn blij dat ik
weg ben. Elke plaats is er
één in deze tijd van bezui
niging".
Een koffer vol 'veldwerk' en 10.000
dia's wachten nog op nadere be
studering. Thuis zal prof. dr. A.A.
Gerbrands, hoogleraar in de cul
turele antropologie aan de Leid-
door
Saskia Stoelinga
se universiteit, zijn werkzaamhe
den voortzetten. Vandaag is in
het museum voor volkenkunde
een driedaags internationaal
symposium begonnen over 'de
taal der dingen', speciaal georga
niseerd ter gelegenheid van zijn
afscheid.
'Primitieve' kunst
Adriaan Gerbands (67) heeft zich
veertig jaar bezig gehouden met
de kunst die algemeen bekend
staat onder de noemer 'primi
tief. Aanvankelijk als conserva
tor van de afdeling Afrika en
Amerika van het Rijkmuseum
voor Volkenkunde, later als
hoogleraar.
Hij was één van de eerste geleer
den die niet alleen de 'primitieve
kunst' maar ook de 'makers van
primitieve kunst' daadwerkelijk
als onderwerp nam van weten
schappelijk onderzoek, toen hij
in 1960 naar de zuidwest kust
van Nieuw Guinea ging. Het hier
in moerassige oerwouden leven
de volk van de Asmat maakte
boeiend houtsnijwerk. Houtsnij
werk dat af en toe in de Westerse
kunsthandel opdook, en daar
veel opzien baarde.
Gerbrands brak met de idee van de
anonieme 'primitieve kunste
naar' en publiceerde op grond
van zijn onderzoek het boek
'Wow-Ipits', dat gaat over acht
individuen, acht Asmat houtsnij
ders.
Voor dit verhaal gaat de hoogleraar
staan - een houding die hij ook
wel innam tijdens vele collages
die hij over dit onderwerp heeft
gehouden. "Als je een beeldje uit
deze streken koopt, koop je in
feite een lege eierdop. Cultureel
gezien weet je niets. Als je een
masker steriel opgesteld in een
vitrine ziet, is het natuurlijk heel
aardig als je kunt vertellen bij
welke stam dat masker hoort,
maar wat weet je dan nog? Veel
interessanter zijn vragen als:
waarvoor dient het, wie maakte
het of wat legt de kunstenaar er
in vast? Van Gogh is toch ook
een nog boeiender schilder ge
worden omdat we veel details
over zijn leven te weten zijn ge
komen, waarom mag dat bij hem
wel en bij Bapmes niet?" Hij
wijst op een van de foto's die
steunen tegen de boekenwand.
In diffuus licht zien we Bapmes,
zittend onder een boom, bezig
met het bewerken van hout.
Onrust
Na een diepgaande studie en een
intensief contact met de inheem
se bevolking kwam Gerbrands
tot een gedeeltelijke ontcijfering
van de vele afbeeldingen en or
namenten die in de Asmat hout
snijkunst worden verwerkt. Hij
vatte ze op als symbolen; de
"dingen" waarmee de Asmatters
zich omringen spreken voor hen
een eigen taal. De hoogleraar
heeft veel van die symbolen we
ten te achterhalen. "Prachtig
werk", roept hij bewogen uit.
De vele maanden dat hij daar leef
de heeft hij zich één gevoeld met
de Asmatters. "Voor mijn gevoel
was er geen afstand meer. Ik
sprak zelfs hun taal. Misschien
komt het", hij zegt het aarzelend,
"omdat ik zelf in het buitenland,
in een andere cultuur, ben gebo
ren. Dat is voor een cultureel an
tropoloog een aangename belas
ting". Gerbrands werd in 1917 in
Menado in Indonesië geboren.
Pas na zijn HBS-tijd in Soerab^ja
keerde hij naar Nederland terug.
In 1936 deed hij aan de universi
teit in Leiden zijn doctoraal exa
men Indologie.
"Je merkt aan studenten die nog
nooit kennis hebben gemaakt
met een andere cultuur, dat ze
het heel moeilijk hebben in dit
vak. Pas als ze er zelf op uit zijn
geweest, voel je de echte betrok
kenheid. Het is een soort mys
tiek gemeenschapsgevoel. Een
woordje is dan genoeg.... En als
je eenmaal weg bent geweest,
word je opgezadeld met onrust.
Onrustig word ik als ik weer drie
tot vier maanden hier ben".
'Voorwerpenkunde'. Dat is de
meest recente naam voor het
vak, waarin aan de studie van de
materiële elementen van een cul
tuur grote betekenis wordt ge
hecht. Tot die materiële elemen
ten behoren niet alleen de kunst
en de gebruiksvoorwerpen, maar
eigenlijk alles wat wordt waarge
nomen, dus ook ruimtelijke or
dening en bij voorbeeld de 'taal
van het üchaam'.
Oplossing
De studie van de materiële aspec
ten van een cultuur is binnen de
Nederlandse antropologie lange
tijd een ondergeschoven kindje
geweest. Gerbrands wordt daar
om ook wel als de grondlegger
van deze richting - die de alle
somvattende naam etnocommu-
nicatie heeft - beschouwd. Al bij
de aanvaarding van zijn hoogle
raarschap in 1966 hield hij een le
zing over 'de taal der dingen'.
Zijn colleges voorwerpenkunde
trokken en trekken nog veel stu
denten. Desondanks is het vol
gend studiejaar deze vitale ader
van de subfaculteit culturele an
tropologie doorgesneden.
'Ik heb geprobeerd de zaak aan de
gang te houden door langer door
te gaan (officieel mocht een
hoogleraar zijn vak uitoefenen
tot zijn zeventigste - red.). Na een
jaar werd ik oud en grijs. Tegelij
kertijd kwam het ministeriële
besluit dat alle hoogleraren die
de leeftijd van 65 hadden bereikt
niet langer door mochten gaan
en uiterlijk in september '84 hun
werkzaamheden moeten neer
leggen. Ik had een oplossing ge
vonden, tenminste dat dacht ik.
Ik meldde het College van Be
stuur van de universiteit dat ik
wel in september '83 wilde op
houden, mits mijn hoogleraarsa
laris voor een jaar werd bestemd
voor één van mijn beste studen
ten om in dit vak college te ge
ven. Nou, dat stuitte op enorm
veel bezwaren. Ten slotte zijn ze
toch door de knieën gegaan". Hij
zegt dat laatste met enig leedver
maak. Daarna volgt weer ernstig:
"Nee, op een of andere manier
zullen ze zelf ook wel voelen dat
dit vak niet kan ophouden te be
staan".
Film
Gerbrands heeft in zijn leven niet
alleen veel gereisd en geschre
ven, maar ook een heleboel op
film en foto vastgelegd. Zijn
mooiste werk is een 16mm film
waarin de Asmat houtsnijder
Matjemosh zelf zijn verhaal doet.
Deze film en ook zijn boek maak
ten de antropoloog over de hele
wereld bekend. De etno-fotogra-
fie en -cinematografie stonden
toen nog in de kinderschoenen.
"Dat is heel raar gegaan". En
weer neemt hij een staande hou
ding aan en ijsbeert van stoel
naar stoel. "Voor het nemen van
vakantiekiekjes of veijaardags-
foto's voel ik niets. Maar op de
een of andere manier had ik wel
de drang om de mensen, de men
sen met wie ik intensief praatte,
voor eeuwig vast te leggen. Als je
het zo eerlijk mogelijk doet en de
mensen zoveel mogelijk tot hun
recht laat komen, is het een
prachtig middel om werkelijk
heid en realiteit in de culturele
antropologie vast te leggen".
"Het is ook heel goed om zo'n film
zelf aan de mensen te laten zien.
Zo krijg je zeer veel spontane
reacties. Ze verbeteren met
graagte. Film blijkt een medium
te zijn met behulp waarvan er
goed valt te praten. Het is zelfs
noodzakelijk geworden. Je komt
er veel verder mee dan met een
pen en een blok papier".
Het is even stil. De hoogleraar pro
beert een voorbeeld te vinden.
"Een feest is een ingewikkelde
viering. Het is voor een antropo
loog onmogelijk om dat allemaal
te beschrijven. Dat vergt een be
hoorlijke training. Je moet het
uitwerken en in vele gevallen op
nieuw vragen wat daarvan nu
precies de bedoeling was. In 99
van de 100 gevallen krijg je dan
niet meer het juiste signaal. Ik
herinner me nog een ritueel
waarbij varkens werden geslacht
door ze de hersens in te slaan.
Dat was niet zo lollig om te zien.
Terzijde werd een varken dood
gemaakt door een pijl in zijn hart
te schieten. Dat is veel humaner.
Na vragen, vragen waarom het
ene varken zo en het ander zo
kreeg ik geen enkele reactie. Het
signaal was er blijkbaar niet. Pas
maanden daarna kwam ik erach
ter dat ik had moeten vragen
waaróm krijgt dat witte varken
een pijl? De rest was namelijk
zwart. Dat was de betekenis".
"Bij een film kun je dat laten zien
en dan praten ze er onmiddellijk
over. Ook de informant die je
vaak krijgt toegewezen, weet
lang niet alles. Als je er met z'n
allen over praat, wordt er veel
meer gezegd. Desnoods halen ze
iemand uit een ander dorp erbij
die het wel weet. De Amerikanen
zijn zelfs zover dat ze de bevol
king zelf de camera in handen
geven".
Kapot
Gerbrands betreurt het dat zijn
leertoel niet wordt bezet. Hij
hoopt dat daarvoor in de komen
de tijd een oplossing wordt ge
vonden. Hij denkt aan een sa
menwerkingsverband tussen de
subfaculteit culturele antropolo
gie en de Reinwardt Academie in
Leiden. "Wanneer dat gereali
seerd gaat worden, ik weet het
niet. Het is zo zonde om je voort
durend met dit soort bestuurlij
ke zaken te moeten bezighou
den. Daaraan gaat de weten
schap kapot. Telkens weer wor
den er rapporten en adviezen ge-
vTaagd. Daar ben je dan drie tot
vier maanden mee bezig en ver
volgens merk je dat een college
van bestuur toch een heel ander
besluit neemt. Ik vraag me
werkelijk af of ze al die geschrif
ten dié vakgroepen steeds weer
moeten leveren wel lezen".
De hoogleraar gaat er maar weer
bij zitten. Hij ziet de toekomst
voor de universitaire weten
schap somber in. "Door al dit
soort dingen is de eenheid in je
dag weg. Je kunt nauwelijks nog
iets plannen. De managers van
de universiteiten willen voortdu
rend publicaties en getallen zien.
Hoe wil je menselijk gedrag in
getallen uitdrukken? Dat is niet
te meten".
Hij kijkt strak voor zich uit, staat
weer op, en zegt dan: "Een hout
snijder aan de Ivoorkust heeft
eens gezegd: denken is het
zwaarste deel van werken, niet
het kappen, niet het zitten achter
de houtmachine".
Prof. A.A. Gerbrands: "Als ik hier weer drie of vier maanden ben, word ik onrustig". (foto h<
In e£n oud excursie-exemplaar
van de Flora van Nederland
staat met potlood bij de be
schrijving van de muurleeuwe-
bek, Cymbalaria muralis, de
aantekening 'Rapenburg'.
Daar moet destijds (de aante
kening is zeker tien jaar oud)
de Nonnenbrug en/of de Doe-
lenbrug mee bedoeld zijn.
De afgelopen weken hebben we
de gehele binnenstad door
kruist op zoek naar muurleeu-
webek. We hebben hem op ve
le plaatsen aangetroffen, maar
niet op de Nonnen- en Doelen-
brug. Deze twee bruggen zijn
daarvoor te goed gerestau
reerd, waarschijnlijk met duur
zaam Portland-cement, zodat
begroeiing voorlopig niet mo
gelijk is.
Gelukkig zijn er nog enkele
plaatsen in de stad waar op ou
de, verweerde muren en wal
kanten een weelderige be
groeiing te vinden is, met man
netjesvaren, wijfjesvaren,
muurvaren en blaasvaren, de
door
J.P.H.M. Adema en
H.A.J. in den Bosch
reeds eerder vermelde tongva
ren, eikvaren, muursla, raket,
muurpeper, gele helmbloem,
muurleeuwebek en vele soor
ten mossen.
De muurleeuwebek staat mo
menteel volop in bloei. De
plant is oorspronkelijk afkom
stig uit Zuid-Europa. In de
steenwoestijnen, die onze ste
den in feite zijn, vond hij een
uitmuntende groeiplaats. Mis
schien is hij in Leiden zijn ex
pansie begonnen vanuit de
Hortus, aangezien algemeen
wordt aangenomen dat hij zijn
zegetocht door Europa door
'ontsnapping' uit de botani
sche tuin van Wenen begonnen
is.
In elk geval is hij in Leiden thans
nog op vele plaatsen te bewon-
Een bloem van de muurleeuweb
deren, zoals de Nieuwsteeg-
brug over het Rapenburg, de
overkluizing van het Gangetje,
de binnenplaats van het Edu-
katief Sentrum (vergeef ons
deze spelling, maar die instel
ling heet nu eenmaal zo), de
Doelengracht, en de Molen-
steegbrug.
Het is een hang- of klimplant met
kleine min of meer handvormi
ge bladeren en paarswitte bloe
men. Deze lijken wel wat op de
bloemen van de tuinleeuwe-
bek; deze missen echter de ho-
ningspoor, die aan de achterzij
de van de bloemen van de
muurleeuwebek zichtbaar is.
Als de plan uitgebloeid is, krul
len de bloeistengels naar ach
teren om, zodat het rijpe zaad
makkelijk in een spleet in de
muur terecht komt, waardoor
volgend jaar een nieuw deel
van de muur gekoloniseerd
kan worden.
Levendiger
De meeste mensen zullen het on
getwijfeld met ons eens zijn
dat een mooi begroeide muur
de stad zoveel levendiger
maakt dan een nette, kapotge-
restaureerde muur of walkant,
die na de restauratie boven
dien regelmatig schoongespo-
ten wordt. Laten we hopen dat
de gemeente by de nog te res
taureren bruggen en walkan
ten met de resterende begroei
ing rekening houdt. (Wij zien
overigens de noodzaak van een
goede restauratie wel degelijk
in). In Utrecht is men er in ge
slaagd om de begroeiing van
de walmuren bij de ingrijpen
de restauratie te handhaven.
Men heeft de stenen met de
(zeldzame) planten apart ge
houden en later met plant en al
tussen de stenen van de ver
nieuwde muur ingemetseld.
Afgelopen voorjaar werd de wal
kant van het Rapenburg met
een hogedrukspuit schoonge-
spoten. We vreesden dat ook
de begroeiing op de Nieuw-
steegbrug er aan moest gaan
Een rijke begroeiing op de Molensteegbrug
geloven, maar dat bleek geluk
kig niet het geval. In Stads
werk van eind vorig jaar lichtte
een gemeentevoorlichter toe
dat regelmatig schoonhouden
van de walkanten noodzakelijk
was om met name de begroei
ing met mossen tegen te gaan,
daar mos met zijn wortels het
cement aantast.
Maar mos tast het cement hele
maal niet aan met zijn wortels,
want mos hééft in het geheel
geen wortels. Bovendien gaan
de rhizoiden, die waarschijn
lijk bedoeld werden niet
diep.
Als u 's avonds bij laag staande
zon over de Oude Rijn loopt
kunt u zien hoe schitterend
een met mos begroeide wal
kant is.
In gebied rond Kattenpoort en Mirakelsteeg
den gebouwd. Op de hoek Cla-
rensteeg/Olieslagerspoort zijn
drie gestapelde woningen gepro
jecteerd, terwijl ten westen van
de nieuwe verbindingsweg, ter
plaatse van de percelen Claren-
steeg 17 en 19 ruimte is voor nog
twee eengezinswoningen.
Door al deze bouwplannetjes met
elkaar te combineren is het mo
gelijk gebleken de nieuwbouw in
de woningwetsfeer te realiseren.
Een groot aantal omwonenden
heeft evenwel bezwaren tegen de
geplande nieuwbouw. Er zijn ze
ven bezwaarschriften ingediend.
Tuinen
Bewoners van de Mirakelsteeg
brengen naar voren d,at bij het
bouwplan ter plaatse van het ge
bouw Prediker geen rekening is
gehouden met de al gebouwde
huizen aan de Mirakelsteeg. Zij
zijn niet tegen de bouw van nieu
we huizen. Naar hun mening
zouden de huizen evenwel van
voortuinen moeten worden voor
zien terwijl de achtertuinen een
aantal meters zouden moeten
worden ingekort. Daarnaast zou
de nieuwbouw voor wat betreft
de hoogte moeten aansluiten op
de hoogte van de al bestaande
huizen. De bewoners vragen
voorts om meer parkeerruimte.
Omwonenden uit de Claren- en
Koddesteeg maken onder meer
bezwaar tegen de hoogte van de
nieuwbouw langs de noordzijde
van de Clarensteeg en tegen het
feit dat geen rekening zou zijn
gehouden met de parkeergele
genheid in deze steeg. De gepro
jecteerde brandgang achter de
panden aan de Koddesteeg stuit
eveneens op verzet. Er worden
voorts een aantal specifieke be
zwaren gemaakt tegen het bouw
plan voor de tien woningen aan
de noordzijde van de Claren
steeg.
Een bewoner van de Koddesteeg
maakt bezwaar tegen het feit dat
zijn huis wordt aangemerkt als
pakhuis en door de gemeente zal
worden onteigend. Een aantal
bewoners van de Janvossensteeg
heeft een bezwaarschrift inge
diend omdat hun privacy en de
lichttoetreding ernstig zou wor
den aangetast door de nieuw
bouw aan de Olieslagerspoort.
Bewoners van de Clarensteeg
vrezen ook voor een verminde
ring van de lichttoetreding in
hun woningen.
Buurtvereniging
De buurtvereniging Maredorp on
dersteunt voor een deel de be
zwaren die door bewoners van
de Mirakelsteeg en Janvossen
steeg zijn ingediend en heeft
voorts commentaar op de door
de gemeente gevolgde procedu
re. De omwonenden zouden nau
welijks in de gelegenheid zijn ge
steld invloed uit te oefenen op
het programma van eisen voor
het woningbouwontwerp.
De eigenaren van een sportzaak
ten slotte maken bezwaar tegen
de voorgenomen onteigening
van een boekbinderij. Onteige
ning zou volgens de bezwaarden
betekenen dat de economische
grondslag van de sportzaak in
gevaar zou komen, omdat deze
op zich niet voldoende financieel
draagvlak zou bezitten.
Volgens een voorlopig commem
taar van de gemeente zullen de
nieuwe huizen aan de Mirakel
steeg qua hoogte wel aansluiten
bij de bestaande bebouwing. Al
leen voor wat betreft de schuine
kap zouden de huizen afwijken.
De nieuwe woningen veroorza
ken volgens de gemeente geen
ongeoorloofde aantasting van de
lichttoetreding van de al ge
bouwde huizen. Tegen het naar
achteren schuiven van het blokje
nieuwbouw bestaat bezwaar om
dat het gevelbeeld daardoor rom
melig zou worden. Aan het be
zwaarschrift van bewoners uit de
Mirakelsteeg wordt op een twee
tal punten tegemoet gekomen, te
weten: verkleining van de ach
tertuinen en het creëren van
meer parkeergelegenheid.
De gemeente willigt ook de bezwa
ren in van bewoners van de Cla
rensteeg voorzover deze betrek
king hebben op brandgang en de
hoogte van de bebouwing tussen
de Clarensteeg en de Koddes
teeg. De mogelijkheid om meer
parkeergelegenheid de creëren
in de Clarensteeg is volgens de
gemeente niet aanwezig.
Het bezwaarschrift van bewoners
van de Janvossensteeg, over ver
lies van privacy, wordt door de
gemeente ongegrond geacht. De
afstand tot de nieuwe huizen is
zeer redelijk en nergens in strijd
met de bouwverordening, aldus
de gemeente.
Onteigening
De gemeente houdt voorts vast aan
de onteigening van de genoemde
pakhuizen.-. Voor de verwerving
van de boekbinderij zegt de ge
meente al vijf alternatieven ge
boden te hebben. Indien niet via
een minnelijke weg een oplos
sing kan worden gevonden is
onteigening de enige uitweg, al
dus de gemeente.
Het bezwaarschrift van de buurt
vereniging Maredorp wordt on
gegrond geacht. De gemeente
wijst er op dat met de inspraak
mogelijkheden terdege rekening
is gehouden en dat de betreffen
de plannen juist bedoeld zijn om
de wijk op te knappen. Het zou
volgens de gemeente geen goede
zaak zijn voor de stadsvernieu
wing in Maredorp als de bouw
van de woningen onnodig zou
worden vertraagd.
De voormalige technische'school c
keukenafdeling t
School Galgewater verhuisd
LEIDEN - De leerlingen van de L.H.N.O. en I.H.N.O., die tot vorige
week vrijdag les hadden in de huishoudschool aan het Galgewater, zijn
sinds gisteren gehuisvest in scholengemeenschap De Leidse aan de
Boerhaavelaan.
De L.H.N.O. en I.H.N.O., in een grijs verleden rooms-katholieke vak
school voor meisjes geheten, fuseerden vorig jaar augustus met de
technische school Don Bosco en de Paulusscholengemeenschap. De
naam van de nieuwe gemeenschap: De Leidse.
In verband met deze fusie wordt er in het gebouw van De Leidse flink
wat verbouwd. Adjunct-directeur Heruer: "Dit is van huis uit een tech
nische schooi. Nu hier ook het huishoudonderwys wordt verzorgd
moet een en ander worden aangepast".
Hij somt op: "Zo wordt er bijvoorbeeld een nieuwe keukenafdeling plus
restaurantje gebouwd. De nieuwe schoolbibliotheek is inmiddels ge
reed. Zij het dat we met het inrichten van die bibliotheek pas tegen
augustus klaar zullen zijn".
In het gebouw aan het Galgewater, waarin het huishoudonderwijs tijden
lang werd onderwezen, komt de Leidse Pabo, een samenvoeging van
opleidingen tot kleuterleidsters en pedagogische academies.
LEIDEN - Er bestaat een groot
aantal bezwaren tegen de bouw
van woningen op verschillende
plekken in de binnenstadswijk
Maredorp.
Het gaat in totaal om 27 huizen
voor het gebied rond de zoge
naamde Kattenpoort en Mirakel
steeg. In de Mirakelsteeg is vorig
jaar al een aantal woningen ge
bouwd. Na sloop van het gebouw
Prediker kunnen nog vijf wonin
gen aan de steeg worden gereali
seerd, te weten vier eengezins
huizen en één poortwoning.
Het ligt voorts in de bedoeling aan
de noordzijde van de Clarensteeg
nog negen nieuwe woningen te
bouwen, bestaande uit drie een
gezinswoningen en zes gestapel
de woningen. Aansluitend op de
ze nieuwbouw is aan de Claren
steeg nog één nieuw eengezins
huis geprojecteerd. In totaal gaat
het dus om vijftien woningen in
het gebied rond de Mirakelsteeg.
Tegelijkertijd met deze nieuw
bouw zouden ook twaalf nieuwe
woningen moeten worden ge
bouwd in het gebied Katten
poort, tussen de Van der Werf-
straat en de zuidzijde van de Cla
rensteeg. Dit gebied, dat momen
teel nog niet is ontsloten, zal toe
gankelijk worden gemaakt door
de aanleg van de zogenaamde
Olieslagerspoort. Daarlangs kun
nen zeven eengezinshuizen wor