Blote knieën,dat kon net door de beugel in Alphen' t ZATERDAG 26 MEI 1984 Aan de stamtafel van het ach tenswaardige hotel-restau rant 's Molenaarsbrug aan de Oude Rijn zijn de deelnemers aan het interview over de goeie-ou de-tijd in Alphen aan den Rijn binnen vijf mi nuten al in een druk gesprek gewikkeld. "Hoe oud ben jij nou?" Het wachten is op de vijfde gast. Een telefoontje leert dat hij zich heeft versla pen en de afspraak eigenlijk had vergeten. Het gezelschap zit in de serre op de eerste verdieping. Prachtig uit zicht op de Oude Rijn, waar grote vrachtschepen geluidloos voor bijgaan en af en toe de blikken r buiten doen dwalen. Als er nog iets van traditie in Alphen aanwezig is, dan komt men niet om 's Molenaarsbrug heen. Daar staat bijvoorbeeld ook de stamta fel van de meer dan honderd jaar oude Herenvereniging Amicitia, waarvan oud-notaris Van der Veen Meerstadt president is. Ongetwijfeld dank zij de Herenso ciëteit blijkt het belletje te werken en een prompte bedie ning tot gevolg te hebben. Bon Zaal, de eigenaar van het etablis sement, brengt hoogst persoon lijk de koffie. Toch wel nieuws gierig naar de reden van de komst van zoveel ouderdom naar zijn hotel trekt hij quasi onopval lend zijn inlichtingen. Bonnie Zaal weet genoeg. Hij trekt zich terug, het gesprek kan beginnen. Dcippor Truus Ederveen-Broer is op 5 mei 74 jaar geworden. "Dan vlagt ie dereen voor mij". Ze is in een bedstee aan de Raadhuisstraat ter wereld gekomen. Toen heette het daar trouwens nog Aarlan- derveen. Meester Tolk van de openbare lagere school was haar leermeester. Een bekende per soonlijkheid. Iedereen aan de stamtafel kent hem. Vader Broer werkte bij het melk- ontvangststation van De Sier- kan. "Ik was klein, maar dapper. Op mijn dertiende werd ik door mijn moeder al naar een zieke buurvrouw gestuurd. Trui kan wel helpen, zeiden ze dan. Zo ging dat. Op mijn 62ste werd ik van de sokken gereden door een dronken vent, toen ben ik met werken gestopt. Ik ben dienstbo de geweest bij Jan Zaal, de krui denier in de Hooftstraat. En bij rabbi Wegman aan de Rijnkade. Eng vond ik het daar. Als ik op een trapje buiten de ramen aan het lappen was, hield hij me aan m'n knieën vast. Ik heb ook bij de hoedenwinkel van Bosch Quant gewerkt op de hoek van de Raadhuisstraat en de Pieter Doelmanstraat. Zet maar bij tan te Marie, dat weten de mensen wel". Cor van den Hoek-Grobben werd 72 jaar geleden aan het Jaagpad aan de Gouwsluis geboren. Ze komt uit een katholiek gezin. Dus ging ze naar de Bonifatius- school aan de Paradijslaan bij meester Van der Putten. Na de lagere school kreeg ze naai- en verstelles van de nonnen in de oude St. Josephstichting. "De hele middag bidden", weet ze nog en "de protestantse meisjes zaten gescheiden van de katho lieken". Het huwelijk met haar man, die niet 'van het houtje' was, leverde veel discussie op. Noodweer.. Vader was jager op vrachtboten, dat wil zeggen dat hij het paard dat de boot trok langs het jaag pad leidde. "Heel vroeger heeft hij kalveren gereden naar Hoek van Holland en Rotterdam. Ook Piet van Veen (74) is geboren de Hoorn, op de grens phen en Koudekerk. Direct her innert hij zich de buren. Daar woonden ook Leen Kersenboom en zijn broer Bram, die niet zo'n beste was. Die lichtte de fuiken. Bram stond bekend als Bram 'De Stroper'. Van Veen ging bij bovenmeester Kamphorst op de christelijke school. Direct na school ging hij de tuinderij in en werkte daarna op de dakpannenfabriek. Van Veen senior werkte daar ook, bij Van Rijn en Kloot. In militaire dienst kwam hij bij de huzaren. Eenmaal uit dienst wachtte de werkloosheid. "Ik deed het een en ander aan kerke- werk en zo kwam ik bij het zang koor terecht dat een deel van mijn leven is geworden. Dank zij het kerkewerk - president-kerk voogd Abbinga was directeur bij de dakpannenfabriek Van Oordt - kwam ik daar weer aan de slag. -En wat voor werk, bij die gloeiende ovens. Om half negen was je al doorwaternat". Zadelmaker Van Veen werkte ook bij de verffa- briek Varrossiau aan de Emma- laan en bij de boeren, aardappe len rooien en 's winters kleien. Zwaar werk. "Glimmende schoppen en magere kaken, zei m'n vader altijd. Als je goed schepte, werd je schop glim mend". Cees Mulder (77), de laatkomer aan de stamtafel, zag het levenslicht in de Hooftstraat, die toen nog tot de gemeente Oudshoorn be hoorde. Ook deze gemeente werd net als Aarlanderveen in 1918 bij Alphen gevoegd. Vader Mulder had een slagerij. Tot z'n dertiende zat hij bij meester La- brein op de Oudshoornse school en werd toen jongste bediende bij het Tegelhuis. Later werd hij er vertegenwoordiger. "Nee, geen auto. Op de fiets hè, met het koffertje met monsters achterop iedere week naar Katwijk en Woubrugge. Later kreeg ik een abonnement op het spoor. Daar na ben ik bij de betonfabriek Van Dijk aan de Raadhuisstraat gaan werken. Ik ben begonnen als vertegenwoordiger en ben opgeklommen tot directeur. Dat ben ik tot mijn zeventigste ge weest". Will Dijkman - de oude garde noemt hem Wiel - is 77. De va der van Cees Mulder bracht hui den naar Van der Kloot Meij- burg, waar de vader van Will za delmaker was. In de Eerste Wereldoorlog konden de Duitsers zadelmakers wel ge bruiken en zo werd vader Dijk man 'Sadler' en trok met zijn ge zin naar Berlijn. "We hebben er van juni 1915 tot het vooijaar van 1918 gewoond. Ik heb nog gezien hoe de Duitsers op Tempelhofer- feld de bommen in de Zeppeüns laadden". Groos Van links naar rechts Cees Mulder, Cor van den Hoek, Truus Ederveen, Will Dijkman en Piet van Veen. (foto Nanno Bloupol door Henk Houtman drie avonden in de week kregen we na de lagere schooi gratis avondlessen van hem. Dat was een soort ulo-opleiding. Groos dat we waren". In Alphen en wijde omgeving ge niet Will Dijkman bekendheid als persfotograaf. Het begon na de Tweede Wereldoorlog toen hij vaste correspondent voor het Leidsch Dagblad werd en op de motor met fotograaf Toop Zout man het nieuws tegemoet reed. "Ik ben toen ook gaan fotografe ren. Gerard van Zeijl van foto Royal heeft me in het vak weg wijs gemaakt". Nog dagelijks is Dijkman ondanks zijn 77 jaar met de camera in de weer. Zoals bij het voorstellen van de vijf stamtafelgasten al werd opge merkt, is het huidige Alphen aan den Rijn in 1918 ontstaan toen Alphen, Oudshoorn en Aarlan derveen werden samengevoegd. In 1964 kwam Zwammerdam er ook nog bij. De Romeinen lieten zich graag per schip afzakken en lui als ze wa ren stichtten ze langs de rivieren overal nederzettingen en verster kingen. Zo is waarschijnlijk ook Alphen ontstaan. Volhoudende gravers en spitters hebben er al menig bewijs in de Alphense bo dem van gevonden, dat het dorp een respectabel verleden bezit. Scheepvaartverkeer, maar ook steen- en pannenbakkerijen, lijn banen, zaagmolens en verffabrie- ken beheersten het stadsbeeld. Die bedrijvigheid is in de loop der eeuwen zoals overal danig veranderd. Wat vroeger vanwege de afstanden nauwelijks moge lijk was, zo is Alphen nu, inge klemd tussen de grote steden vooral een forensenplaats gewor den. Lange tijd beheersten God en gebod de samenleving van Al phen, maar door de uitgroei is daarin de klad gekomen. De Julianastraat in ver vervlogen tijden. De paardetram is zojuist gepasseerd. Streven Cees Mulder weet nog dat VToeger op zondag in het christelijke Al phen niet mocht worden gevoet bald. "Dat deden we natuurlijk wel, maar wel na kerktijd. We voetbalden op het Land van Pan- nevis aan de Hooftstraat". Mulder, de nestor van de voetballe rij in Alphen, was 65 jaar geleden de oprichter van Dios ('Doelpun ten is ons streven'). Samen met Jo Sillevis, broer van de bekende KLM-piloot uit Woubrugge, Wim 'Boelie' de Jong (naar de be roemde voetballer Boelie Kess- ler) en Jos Jansen. "Dios - wat nu Alphia is - was de club van voornamelijk kantoorbedienden. En dan hadden we Vivanti, waar in de fabrieksarbeiders en klei boeren speelden. Zo ging dat vroeger. Het was wat moois als die tegen elkaar moesten". Het christelijke Alphen (Mulder: "Je moet het uitspreken als gristelijk") zat de voetbalman ook op ander terrein dwars, zoals bijvoorbeeld in zijn activiteiten bij het Departement Alphen van de Maatschappij tot het Nut van het Algemeen. Zogezegd de 'openbare' tegenhanger van alles wat christelijk was. "Wij wilden openbaar onderwijs in Alphen, maar dat werd tegengehouden door de oud-evangelist wethou der A.J. Dekker, die het liefst al leen scholen op gereformeerde grondslag zag. Dekker kon mijn bloed wel drinken", overdrijft Mulder waarschijnlijk lichtelijk. Maar de openbare Nutskleuter- scholen kwamen er, en ook de Nutsambacht- en tekenschool, de Nutsnaai- en verstelschool. Men hielp mee aan de oprichting van de openbare bibliotheek, de Laura, de Kulturele Raad, Ex pressie '70, de LOM-school, zie kenomroep Alpheo. "In Alphen moest overal 'christe lijk' voor staan", zegt Mulder die z'n best heeft gedaan daar wat aan te veranderen. Toch heeft het latere Alphen waardering voor 's mans inzet getoond. Hij werd benoemd tot ereburger van de gemeente. Synagoge Voor de oorlog heeft Alphen een bloeiende joodse gemeenschap gekend. Aan de Van Mandersloo- straat stond de synagoge, waar de joden uit wijde omgeving hun godsdienstoefeningen hielden. Er is ook een gesloten joodse begraafplaats aan de Aarkade. De stamtafelgasten kennen lorren- boer Izaak de Gans nog wel, die met zijn hondekar door de stra ten trok. Van Dien is ook een be kende naam en de slagers Ma- nasse en Chaam en Abraham de Leeuw. De jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog hield ook huis in de joodse gemeenschap in Al phen. Velen keerden niet terug uit de concentratiekampen. De synagoge was niet meer nodig. Die is nu het kerkje van de Re monstrantse kring. Alphen is niet karig met erelid maatschappen en onderschei dingen. Mulder weet daarover mee te praten, maar ook Piet van Veen heeft op elk colbertjasje een ander speldje zitten. Het va rieert van een stukje zilver van Hare Majesteit tot de FNV-speld. Vijf erelidmaatschappen werden zijn deel en alle zijn verbonden met een stukje geschiedenis van Alphen. Wat voor Mulder de voetballerij is, is voor Piet van Veen het zang koor. Al 55 jaar is hij lid van het Koninklijk Zangkoor Neder landse Protestantenbond, dat in 1887 werd opgericht. Hij en Truus Ederveen, die ook in het koor zingt, kijken al uit naar het honderdjarig bestaan. "Het is een deel van mijn leven gewor den. Als ik doodga, moet het koor komen zingen", zegt Van Veen. Maar denk nou niet dat Piet van Veen zo'n braaf mannetje was, want dat weet hij met het volgen de verhaal te ontzenuwen: "In 's Molenaarsbuurt woonde Klok. Dan haalden we 's winters een ijsschots uit de Rijn en die zetten we tegen de deur van zijn huis aan. Aanbellen en wegwezen na tuurlijk. Dan deed Klok de deur open en schoof de ijsschots tot achterin de gang. Dat deden we vroeger". Oecumene Bij Van Veen zijn christendom en socialisme altijd samengegaan. Die tolerantie heeft hij van zijn vader meegekregen. "Die was bijvoorbeeld een voorstander van watje nu oecumene noemt". Maar ook in de politiek had de vader van Van Veen een ruim hart. "Als hij biljetten ging plak ken voor de SDAP, dan nam hij meteen de affiches van de Vrij heidsbond mee en die plakte hij ernaast. Dat had Ten Cate Brou wer van het Tegelhuis hem ge vraagd en mijn vader had daar geen enkel bezwaar tegen. Voor de moeite kreeg hij een rijksdaal der en een borrel". Cor van den Hoek heeft oude foto's meegebracht, die gretig worden bekeken. Ook zij heeft mooie verhalen van vroeger. Als naai ster heeft ze nog in het thans niet meer bestaand Oudhoornse Armenhuis gewerkt. De echtge note van Will Dijkman, zo blijkt uit het gesprek, heeft er van haar 7e tot 20e iaar gezeten. Met de salonboot 'De Volharding' ging Cor van den Hoek bood schappen doen in Leiden. Ze ging ook wel met de boot naar Amsterdam. In de Gouwsluis, waar haar wieg stond, kent ze nog de timmerwinkel van Tur kenburg en Vrolijk, de schoen maker, brugwachter Leen van Galen en niet te vergeten de plaatselijke kroeg café Niekerk. "Tussen de twee bruggen heette het De Beurs. Daar hingen de kringetjes-spugers rond en die kletsen over iedereen". Vanuit de serre van het hotel-res taurant 's Molenaarsbrug kijkt mevrouw Ederveen naar de over kant van de Oude Rijn, waar het wegrestaurant van Avifauna staat. Een gebouw, dat ze goed kent, maar dan nog uit de tijd dat het werd bewoond door de zeer chique familie Withof Keus, de kaashandelaar. "Mevrouw was van Schotse af komst. Ik was denk ik 15 jaar, toen ik er dienstbode werd. Het lange haar, dat ik had, moest worden opgestoken. We waren met drie dienstboden. Rika Bre mer werkte er en Aaltje van Wijk kookte. Ik heb wat afgehuild daar, als die twee meiden 's avonds naar huis gingen en ik in dat grote huis alleen achter bleef'. Bos van KeusaaMHi^ "Achter het huis, waar nu het vo gelpark is, had je een ontzettend grote tuin. Dat werd het Bos van Keus genoemd. Alphenaren, die bekend waren, mochten er vrij wandelen. Later is de villa ge kocht door de hoedenkoopman Van den Brink, die als hobby met Avifauna is begonnen. De gemeente heeft het nog korte tijd gehad, maar dat ging niet. Daar na heeft de familie Van der Valk het overgenomen". Het blocnote is vol, maar de stam tafelgasten zijn nog lang niet uit gepraat. Verhalen volgen elkaar snel op. Van Will Dijkman, die bij Klaas Goedhart werkte, die een bodedienst tussen Alphen en Boskoop had. "Ik moest met paard en wagen naar de hoef smid, toen ik een schip zag vast zitten. Ik kijken natuurlijk, loopt dat paard naar achteren, zo de Gouwe in. Er was geen houên aan. Ik kreeg een schop onder m'n kont en kon naar huis gaan lopen". En van Cees Mulder, die van zijn baas radio Hertog naar Amster dam moest, films kijken, die dan in het Nutsgebouw voor de Al phenaren werden gedraaid. "Blote borsten waren er nog niet bij. Blote knieën konden nog maar nauwelijks door de beugel bij de gemeentelijke commissie, die de films natuurlijk eerst moest keuren". Piet van Veen: "Ik zal het nog ster ker vertellen. Van de zang had den we ieder jaar een opvoering. Toneel en operette en zo. We hadden een keer een kinderope rette met elfjes erin, bij wie een stukje blote buik WoS te zien. Mocht niet". WJ' In 1932 trok de auto nog veel bekijks en zeker als het vehikel een winkel binnenreed, zoals op een zondagmorgen op de Steekterweg gebeurde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 21