'Nederland is het minst Europees van allemaal' 'Het kan allemaal veel soepeler' C EUROPA, DE CRISIS EN DE VERKIEZINGEN (1) Grenzen zijn gruwels voor het internationale wegtransport ZATERDAG 26 MEI 1984 Extra Volgens een oude, maar nog steeds populaire theorie is het allemaal heel simpel: economische samenwerking smeedt landen tot een eenheid, die uiteindelijk ook op andere terreinen vruchten afwerpt. Zo schreef de voormalige Amerikaanse president Nixon bij gelegenheid van Reagans bezoek aan China in Newsweek: "Handelscontacten met Peking maken de weg vrij voor toekomstige defensieverdragen". Europa koos na de Tweede Wereldoorlog de omgekeerde weg, faalde, beproefde de oude theorie, maar faalde opnieuw. Na het mislukken van de Europese Defensie Gemeenschap in 1954, kreeg de economische eenwording aller aandacht. Dertig jaar later staat dat Europa van de Tien voor een diepe crisis. Nationale belangen versmallen de marges van de Europese politiek en het Europees Parlement, bedoeld als visitekaartje van een bloeiende Europese democratie, is het symbool van de verlamming. Werkloosheid en bewapening, in elke nieuwe enquête zijn dat de twee thema's die kiezers het meest blijken bezig te houden. Maar wie vermoedt dat zijn stem bij de komende Europese verkiezingen van invloed is op de benadering van die twee problemen, komt bedrogen uit. Het Europees Parlement zou het graag willen, maar is niet bij machte een Europees anti-crisisbeleid te voeren. En praten over defensie is al helemaal taboe. De politieke macht in Europa ligt dan ook niet bij het met minimale bevoegdheden uitgeruste parlement, maar bij de verschillende raden van ministers uit de tien lidstaten. Ook op de samenstelling van het dagelijks bestuur van de gemeenschap, de Europese Commissie, heeft de kiezer geen invloed. De leden van de commissie worden in overleg door de lidstaten benoemd en hun beleid dient weliswaar op adviezen van het parlement gebaseerd te zijn, maar het enige machtsmiddel dat het parlement in geval van onvrede voor handen heeft, is de commissie naar huis te sturen. Het Europees Parlement is kortom even machteloos als zijn kiezers. Laat de droeve geschiedenis nog ruimte tot hoop? Of is eens mislukt altijd mislukt? Met andere woorden: waar liggen de kansen voor een hernieuwde poging om Europa vorm te geven? Daarover de komende weken gesprekken met Europeanen in Nederland. Als eerste W.L. Brugsma. journalist en publicist ('Een mooie toekomst achter ons' en 'Europa Europa'). door Ton van Brussel W.L. Brugsma: "Als ik alleen maar Nederlander mag zijn, nou, da's ook niet veel...". We kunnen een lang verhaal kort maken: het Europees Parlement is onmachtig en de kiezer is niet bij machte daar wat aan te ver anderen. Vanwaar de gang naar de stembus? Brugsma: "Eerlijk gezegd kan ik er maar één reden voor bedenken. Dat Europa stelt niet veel voor, het is nog een skelet, met hier een daar een beetje vlees. Maar het is nog iets en dat is beter dan niets. Als dat ook nog uiteen valt, door crisis, protectionisme etce tera, dan wordt het heel moeilijk om ooit nog een Europees plat form te krijgen om door te gaan. Tenzij je natuurlijk zegt: dit Eu ropa is al te groot, met Grieken, met Ieren en een paar anderen erbij en je vervolgens besluit dat een kleiner Europa een solider basis is. Maar meer dan hou over eind wat er is, kan ik niet beden ken". "Goed, dan komt de vraag heb je voor dat Europa van melkprijzen en hier en daar wat wetgeving een parlement nodig? Je kunt zeggen: de gemeenschappelijke markt was er al voordat het geko zen parlement zich aandiende. Het risico met een parlement dat de facto machteloos is, is dat je dat parlement belachelijk maakt. Dan zou het antwoord moeten zijn: dat parlement moet meer doen. Moet zich minder bezig houden met, ik noem maar wat, een gezondheidspaspoort voor dieren of dat soort randwerk. Het zal al debatterend moeten zien dat het de verbeeldingskracht van Europa mobiliseert. Het zou dan een forum moeten zijn waar op grootse en meeslepende wijze wordt gepraat over wat Europa zou kunnen zijn. Welnu, dat schijnt daar toch niet vaak te ge beuren e.n als het gebeurt merk je het niet, want de kranten schrijven er niet over, vermoede lijk omdat wij journalisten den ken: er gebeurt daar toch nooit wat". Is dat zo? Journalistiek is koop waar en beweegt zich doorgaans daar waar de macht ligt. In het geval van Europa is het parle ment kennelijk niet de plaats. 'Helemaal mee eens. Veel mensen weten niet eens dat dat parle ment er zit en kijken verbaasd op als ze merken dat ze mogen stemmen. Dan wordt het een soort tussentijdse nationale opi niepeiling en meer niet Maar dat brengt ons meteen waar we we zen moeten. Er is ergens iets fout gegaan. Ik denk dat de grondoor zaak van dat hele falen, gezien in de achteruitkijkspiegel van de historie, 1954 is, het mislukken van de Europese Defensie Ge meenschap. Toen is bij gebrek aan beter gezegd: dan maken we een économische gemeenschap. Uitgaande van de gedachte, als we nu eerst maar de economieën versmelten, dan volgt de politie ke eenwording vanzelf. Dat is empirisch onjuist gebleken, om dat ik denk dat veiligheid - en dat is meer dan defensie alleen ten opzichte van een bedreiging van buiten een aanzienlijk mach tiger impuls is voor politieke in tegratie dan te zeggen: we halen een paar slagbomen weg". Doorredenerend vanuit toen: als de Europese Defensie Gemeenschap er was gekomen, wat dan? "Dan zouden we nu geïntegreerde strijdkrachten hebben gehad, onder geïntegreerd opperbevel en een Europese defensiestaf. Nou, dan zouden we natuurlijk nooit beslissingen over leven en dood die bij veiligheidspolitiek horen, in handen hebben gelaten van een paar generaals, maar een politieke autoriteit hebben ge had en een Europese veiligheids politiek. In het voetspoor daar van zou de economische samen werking ook zijn doorgegaan. Als je dat bij elkaar optelt: eco nomie, defensie en een politieke autoriteit voor de uitvoering, dan ligt daar zoveel macht op alle we zenlijke terreinen dat je je toch niet kunt voorstellen dat je die ongecontroleerd laat. Dan heb je een parlement nodig. Het is na tuurlijk makkelijk om nu uit het ongerijmde te bewijzen dat we dat dan gekregen zouden heb ben, maar het is toch veel waar schijnlijker dat we zo nu een eind verderop zouden zijn." "We konden ons in de jaren vijftig permitteren om te zeggen: we doen het niet, omdat we die an dere alliantie kregen, waarvan zelfs oprechte atlantici als Hel dring zeggen: natuurlijk verstikt het NAVO-bondgenootschap de Europese eenwording. Maar het ging goed, we kregen economi sche groei, welvaart en voor onze veiligheid hoefden we niet te zor gen. Dat deden anderen voor ons. Dertig jaar later begint in eens weer dat bewustzijn op te komen dat het zo niet goed is. En dat komt dan nog niet eens voort uit de gedachte dat je anders de EG niet van de grond krijgt, maar omdat dat andere bondge nootschap niet meer de veilig heid biedt die we ervan verwach ten. Integendeel, het wordt als een onveiligheidssysteem ge zien, waarbij wij volstrekt wil loos door onze beschermer in conflicten kunnen worden mee gesleept". Terug naar het Europa van de ver kiezingen. In de campagnes valt af en toe het woord kruisraket, maar daarover wordt niet in het Europees Parlement beslist. Vei ligheidspolitiek is verder geen discussieonderwerp. 'In de Nederlandse campagnes niet, nee. In de Duitse wel. Ne derland is natuurlijk een land dat per traditie nooit over veilig heidspolitiek heeft nagedacht. De enige verdienste van het kruisrakettendebat is dat er het laatste half jaar ook hier over de fensieproblemen wordt geschre ven en ik neem aan, dus ook over wordt nagedacht Ik had het toch drie jaar geleden niet voor moge lijk gehouden dat ik mij ooit met een soort maarschalkpet op zou verdiepen in defensie. Dat was in Nederland not done. Generaals, dat waren malle types". 'Maar nu terug naar wat het parle ment kan doen. De enige Euro- parlemenatriër die telt is de voor zitter. Die haalt de voorpagina's. Die kan wat doen, zeker als hij Piet Dankert heet. Simone Veil was toch wat minder. Dankert (foto Steye Raviez) wordt serieus genomen, iets min der in zijn eigen partij, maar goed, hij is toch lijsttrekker. Al die Nederlandse progressieve politici die zo bang waren voor Duitse en Franse politiek, die hun talen niet spraken en de sa lons schuwden en altijd maar weer onder de rokken van de Amerikanen zaten, want die spreken hun talen ook niet, die zie je nu terugkeren naar Euro pees denken. Wij hebben altijd gezegd: we zijn zo Europees als de ziekte, maar dat is natuurlijk niet zo. Ik denk dat Nederland in werkelijkheid het minst Euro pees van allemaal is. Tweehon derd jaar geleden bezet door de Fransen, later door de Duitsers en altijd maar met de rug naar het continent over zee uitke ken". "Ik denk dat initiatieven voor een Europese veiligheidsgemeen schap niet uit het Europees Par lement zullen komen. Het plan zal ook niet in Den Haag worden gemaakt. Integendeel, wij zyn al tijd bang geweest voor een Frans/Duitse directie. De motor erachter ligt in die twee landen en wat het parlement moet doen is niet hinderen, maar ruimte scheppen". Dat klinkt mij toch te veel als een plan waar het parlement met de haren wordt bijgesleept omdat het er nu eenmaal al is. Veilig heidspolitiek is bij uitstek een terrein waarop een raad van mi nisters zich zal bewegen. Moet je niet wat dapperder zijn en con stateren dat er in deze opzet geen plaats is voor het parlement? "Wij hebben daar geen eersterangs politici. Laat staan dat we hoge verwachtingen mogen hebben van de tweederang die er wel zit. Ik denk dat die kwestie van het dubbele mandaat, het gecombi neerde lidmaatschap van zowel het Europese als het nationale Parlement, wat soepeler bena derd moet worden. Zo kun je lij nen van Europa naar het thuis front trekken. Ik wil best zo ver gaan datje dit parlement met de ze bevoegdheden eigenlijk niet nodig hebt en de verkiezingen dus onzin zijn, omdat als je con sequent zou doorredeneren aan het in elkaar donderen van de Europese steigers misschien ook nog onvermoede verdiensten zit ten. In de zin van: dan begin je overnieuw, met alle respect voor..." Laten we een poging wagen om te bezien wat de Europese landen verbindt. Bestaat er zoiets als een Europese cultuur? "De Europese cultuur leeft nog in twee regio's voort. In Oost-Euro pa, want daar is het nog het enige wat ze hebben. Dat is hun identi teit, omdat de nieuwe cultuur die door het systeem is gebracht niets voorstelt. Je kan natuurlijk zeggen van de communisten wat je wil. maar je kunt er alle klas sieken van de wereld voor tien cent kopen. Ze hebben de mu ziek levend gehouden, het to neel, de literatuur. Niet de mo dernen uiteraard, maar ieder kind heeft de Max Havelaar gele zen. De Polen lezen als een gek Shakespeare. De tweede plek waar je het nog vindt is op som mige plaatsen in Amerika. Ik geef direct toe dat het niet de massa is, maar toch slagen zij er in gedeelten van de Europese cultuur levend te houden. Je vindt hem niet meer in West-Eu ropa. daar ïs-ie het raam uitge gaan". 'Wij hebben natuurlijk als Neder landers de valse pretentie dat wty Europa een universele cultuur te bieden hebben, de Fransen den ken dat ook. Goed, wij zijn een open land, wij weten zeker meer van de Fransen dan zij van ons. Ik kan me die Fransen wel voor stellen die zich zorgen maken over de invloed van de Amerika nen op hun cultuur. De invloed van Amerikaanse media is niet erg. Daar kun je wat tegenover stellen en dat gebeurt ook. Maar die hele Dallas/Dynasty-machi- ne, waardoor mensen hier het ge voel krijgen dat je zo hoort te le- De verzorgingsstaat als Europese cultuur? "Zeker. Het was uniek, wij hadden het alleen. Het verschilde hier en daar van land tot land, maar het was iets van een sociaal model. Ik ben geneigd die verzorgings staat als een hoge vorm van civi lisatie te beschouwen. Maar wat doen we nu? Er is een economi sche crisis en we hollen achter het Amerikaanse sociale model aan, in plaats van achter het su perieure Japanse. En de genera tie die nu van de scholen komt en hoort: sorry, vijftig procent kans op een baan, die gaat weer met de ellebogen. Ik zeg nu een paar conservatieve dingen. Het verval van het gezin, en dan be doel ik niet de christelijke bena dering, maar het familieleven dat in Oost-Europa nog leeft en echt niet alleen om economische mo tieven. Dat is ook een stukje cul tuur. Dat is hier weg". Dan moet je constateren: we liggen toevallig waar we liggen, we zijn eikaars buren, we willen de zaak overzichtelijk houden, dus zorgen we zelf voor onze defensie. Op zoek naar een Europese identen- titeit is kennelijk maar één sector van de geschiedenis interessant, de oorlogsgeschiedenis. "Precies. Dat was ook destijds de motor achter de Europese een wording. Toch heb ik voor me zelf het gevoel: als ik nu alleen maar Nederlander mag zijn, nou da's ook niet veel. Ik denk niet dat dat een typische houding is voor iemand uit een klem land. Ik ken ook veel Duitsers die het hebben. Als ik een Europees ge voel wil krijgen, dan schuif ik in de auto een cassette van een pia noconcert van Beethoven in de recorder en rijst Europa als een verblindende schoonheid voor my op". Arie Houwaart had het laatst nog. Na aankomst in Engeland gedonder bij de douane. "Het is onbegrijpelijk hoe dat daar gaat. De ene keer geef je je doos met papieren aan de declarant, dat is een soort agent. Die maakt het voor je in orde bij de douane. En dan kan je zo doorrijden. Maar als ze de kolder in hun kop hebben, dan kan het je wel vergeten". "Je komt 's morgens vroeg met de boot aan. Maar als ze gaan zoeken, ben je voorlopig niet weg. Zeker niet voor enen. Ze gaan eerst van acht tot negen eten. En jij zit maar te wachten. Af en toe ga je vragen hoe het ermee staat. Maar dat heeft geen enkele zin". Hij werkt bij J. v.d. Luyt Si Zn. in Oegstgeest, wegvervoerder voor nationale en internationale transporten. Drieëndertig vrachtwagens, 49 chauffeurs, van wie 30 op de buitenlandse wegen. Van der Luyt vervoert voor de export voornamelijk bloemen, planten en vriesgoed, rijdt op Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Engeland, en pikt soms ook vrachten op in Italië en Frankrijk. Op de internationale werkvloer van de firma Van der Luyt is van de Europese gedachte niet veel te merken. Aad van der Luyt, stafmedewerker bij het bedrijf, en Arie Houwaart ondervinden het dagelijks: lange wachttijden aan de grenzen, sterk verschillende regelingen voor tonnages, brandstof, rijtijden en hoeveelheden goederen. Ergernis Over de douanefaciliteiten bij de Nederlands-Duitse grens hebben ze niets te klagen. Maar de EG-lidstaat Italië is een bron van ergernis. Houwaart: "Het maakt verschil waar je de grens overgaat. Bij de Brennerpas gaat het vrij soepel. Maar Chiasso, daar kan je een dag voor uittrekken. Voor het vleestransport zit er een dierendokter aan de grens - die noemen we zo. Hij controleért de formulieren en de lading. Bij de Italiaanse grens gaat zo'n man er gewoon voor zitten. En maar kijken in die formulieren, dan weer een kop koffie en dan weer kijken. Als-ie er niet is, heb je pech, dan moetje wachten tot-ie komt". De hoeveelheid grenspapieren die de chauffeurs met zich meetorsen is indrukwekkend. Van der Luyt schetst de bureaucratische lijdensweg die chauffeurs moeten volgen alvorens ze de slagboom kunnen passeren: formulieren T 1 en T 2 invullen, papieren met gegevens over autonummer, antecedenten, hoeveelheid dieselolie, eventueel extra brandstof, vergunningen, loopbriefje halen bij de ene douane, daarmee naar de andere en terug. En dan rijden. De handelingen aan de Duitse grens duren gemiddeld twintig minuten. Die bij de grenzen van Oostenrijk ('Ongelofelijk streng') en Italië een stuk langer. Italië: "Als ze zin hebben, kan het wel es soepel gaan. Maar vaak blijven ze gewoon zitten. Dan doen ze niks. Ze geven de regering er de schuld van dat het zo langzaam gaat. Personeelstekort. Maar als ze daar een beetje zouden doorwerken, hebben ze helemaal niet meer personeel nodig. Die situatie is al jaren aan de gang, ja, en we zitten er steeds tegen op te boksen. Maar het helpt niks". In Engeland zijn de regels aan de grens, zoals gezegd, "onbegrijpelijk". Frankrijk is volgens de chauffeurs aanzienlijk soepeler geworden. Houwaart: "Vroeger kwam je aan de Franse grens en dan ging alles vrij vlug. Even hier naartoe, stempeltje halen, dan daar naartoe. En dan dacht je: goh, dat gaat goed. Maar als je na de grens dan tien kilometer verderop kwam, werd je tegengehouden door de zwarte bende. Dat waren een soort douane-ambtenaren, die je dan nog eens uitgebreid gingen controleren". Van der Luyt: "Het is nu een stuk verbeterd. Maar ja, er komen ook steeds meer Fransen naar Nederland hè, en dan moeten ze natuurlijk wel een beetje vriendelijk blijven". Beperkingen De ontboezemingen van Houwaart en Van der Luyt drukken alle verheven gedachten over Europese eenwording ver weg. De praktijk van het internationale wegvervoer is hard en lastig. Een reeks van voorbeelden komt ter tafel. In Zwitserland mogen vrachtwagens niet zwaarder zijn dan 40 ton. Voor elk gewicht boven 28 ton moet extra worden betaald. In Nederland, met z'n drassige, veenachtige bodem, geldt een - onbetaald - maximum van 50 ton. In West-Duitsland en Frankrijk is het aantal ritten aan beperkingen gebonden. Beide landen geven ritmachtigingen uit, die door de Nederlandsche Internationale Wegvoer Organisatie (NIWO) onder de transporteurs worden verdeeld. Beperkingen gelden ook voor de hoeveelheid dieselolie die de chauffeur in zijn tank mag hebben. In Frankrijk maximaal 250 liter en per 1 juli in West-Duitsland een maximum van 200 liter. Voor elke liter meer moet de grensoverschrijdende chauffeur in de Bondsrepubliek straks 50 cent betalen of hij moet in het land zijn tank bijvullen met Duitse gasolie, die een stuk duurder is. Van der Luyt: "Dat betekent voor ons gewoon een achteruitgang". Het tweetal noemt ook de controle op de rijtijden, die per land sterk verschilt. Van der Luyt: "Elk land heeft z'n eigen wetten. Als je in Engeland vyf minuten over je werktijd heen bent en je wordt gepakt, dan kostje dat pakweg veertig pond, in Duitsland ben je voor een kwartier overschrijding bij wijze van spreken een paar pfennig kwijt". Houwaart: "In Engeland ïshet gewoon idioot. Kyk, als je op de terugweg bent en je weet dat de boot over een uur gaat, dan neem je het met je rijtijd niet zo nauw. Anders moetje twaalf uur wachten voor de volgende oversteek. Dus wat doen ze? Ze gaan een uur voordat de boot vertrekt gewoon langs de weg staan wachten. Dan hebben ze de beste kans om iemand te pakken". Romslomp Van der Luyt en Houwaart knikken instemmend: "natuurlijk" moeten er regels zijn. "Maar het kan allemaal veel soepeler", zegt Van der Luyt. "We hebben in de EG een zogenaamd vrij handelsverkeer. Invoerrechten hoeven niet meer te worden betaald. Btw, ja. Maar dat wordt automatisch verrekend. Waarom dan al die poespas met ik-weet-niet-hoeveel formulieren, strenge controles en noem maar op? Het loopt nou allemaal over veel te veel schijven. Die papierenrompslomp kan veel eenvoudiger. Maar het is wel duidelyk waarom dat niet gebeurt. Al die landen willen hun eigen goederen natuurlijk zoveel mogelijk beschermen. Dat zit er gewoon achter". Europese verkiezingen, een Europees parlement, heeft dat zin-' Van der Luyt: "Denk ik wel. Want als dat er niet is, gebeurt er helemaal niks". Houwaart: "Dat denk ik ook. Als alles op dezelfde leest geschoeid is, verdienen alle landen verhoudingsgewijs even veel. En daar moeten we toch naartoe. Het kan niet zo zijn dat de één alle lusten heeft, en de ander alle lasten". WIM WIRTZ Arie Houwaart (rechts) met bijrijder Cor Zuiderduin"Zonder Euro pees parlement gebeurt er helemaal niks". ifotoHolvast»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 19