Cruijff is niet te vervangen. Als voetballer. De pieken en dalen van een uniek talent ZATERDAG 19 MEI 1984 Extra PAGINA 25 Hij wandelde rond met de meest begeerde bekers die er op voetbalgebied te winnen zijn. Op zijn hoogtepunt was hij vanwege zijn veelzijdigheid de beste speler ter wereld. Maar Johan Cruijff was ook de inzet van vele affaires, die zijn loopbaan zo'n grillig karakter gaven. Thans, op 37-jarige leeftijd, lijkt er dan echt een eind aan te zijn gekomen. "Ik ambieer alleen nog rust". Paul de Tombe portretteert een uniek talent. De wraak van Cruijff in beeld: hij laat de spelers van Feyenoord breeduit lachen, op weg naar dubbel door'Paul de Tombe Een bijna traditioneel beeld uit het begin van de jaren ze- Met Pele. Wie was de grootste? ventig: Keizer en Cruijff met de Europa Cup (foto anpi Cruijff ontweek aansla gen met de sierlijkheid van een balletdanser. Een buitenstaander typeerde de situatie in het begin van de jaren zeventig nog het bes te. Met veel gevoel voor iro nie stelde cabaretier Toon Hermans destijds de oorzaak vast voor de opmerkelijke opmars van het Nederlandse voetbal in die dagen. ,,Ons voetbal stelde lange tijd niets voor. We plachten steevast te verliezen en stonden als dwergen de voetbalgiganten uit de buurlanden te bewon deren. Tot plotseling iemand uitvond dat met het spel geld te verdienen was. Vanaf die tijd zijn we gaan voetballen als duivels en wonnen we al les wat er maar te winnen viel". Hermans bedoelde dat ongetwij feld in het algemeen; hij had het ook kunnen toespitsen op een persoon. Vooral het laatste ge deelte van die badinerende uit spraak met realistische onder toon, leek speciaal ontworpen voor Johan Cruijff. Met alle eer bied voor zijn ongeëvenaarde ca paciteiten: juist hij wekte door zijn hele fantastische carrière heen voortdurend de indruk al leen maar uit te zijn op het Grote Geld. Voetballen kon hij als geen ander. Temperamentvol en artistiek zorgde vooral hij voor de mon diale opleving van het Neder landse voetbal. Alles wat hij in die wereld deed stamde echter mede voort uit de kille bereke ning van een zakenman, die ook financieel alles wilde winnen wat er maar te winnen viel. Of het nu guldens, peseta's of dollars be trof. Compleet Sportief was Cruijff altijd op zijn best, wanneer zijn klasse ter dis cussie werd gesteld; financieel was hij pas tevreden als zijn klas se op de 'juiste' wijze in geld werd uitgedrukt. In hoge bedra gen dus. Als voetballer was hij bijna compleet, met dat unieke spelinzicht, die vlijmscherpe passes, adembenemende rushes en die soms wondermooie doel punten. Maar hij was ook een meester in het tergen van scheidsrechters (Corver: „Cruijff, ga daar weg". Cruijff: „Voor u is het meneer Cruijff'), grossierde vooral in Spanje in ge le kaarten en was heel vaak het onderwerp van incidenten rond Oranje en zijn clubs. Zijn uit spraken waren daarbij niet altijd voorzien van een hoog waar heidsgehalte. Ze lieten zich in elk geval pijnlijk geregeld ach terhalen door de feiten. Vlak voor zijn eerste afscheid van de voetbalsport, op 7 november 1978 (Ajax-Bayern München: 0- 8), zei hij over zijn beslissing om te stoppen: „Als ik eenmaal een besluit neem, kom ik er niet op terug. Nooit. Zelfs als achteraf blijkt dat het misschien niet zo'n verstandig besluit was. Dat komt: als ik merk dat ik fout zit, dan ben ik niet een figuur die dat gemakkelijk zal toegeven". Een half jaar later tekende Cruijff een contract voor de Los Angeles Aztecs. Geschatte gage: 600.000 dollar per seizoen. De 65.000 kij kers die zijn afscheidswedstrijd hadden bezocht en hem hadden zien huldigen tot bondsridder, bleven met een kater achter. Bijna zes jaar later speelde hij an dermaal een spel bij de aankon diging van zijn 'definitieve' af scheid. De manier waarop hij Feyenoord, dat hem volgens ei gen zeggen toch „zo goed had op gevangen en zo netjes behandeld had", aan het lijntje hield om de primeur van zijn besluit te gun nen aan een Amsterdams och tendblad waarmee hij contrac tuele banden heeft, zette kwaad bloed in Rotterdam.' Misleid De Kuipclub geloofde tot zeer laat in de avond van die bewuste dag dat Cruijff zou bijtekenen. Voor zitter Kerkum en trainer Li- bregts hadden die indruk gekre gen uit een 's ochtends met Cruijff gevoerd gesprek en had den die mening desgevraagd prijsgegeven aan een verslagge ver van een andere ochtendkrant uit Rotterdam. Dat Cruijff toch anders besloten had hoorde voorzitter Kerkum pas veel later. „Ik heb het hem 's middags mee gedeeld", beweerde Cruijff na derhand, maar de boze praeses ontkrachtte dat. Hij had het pas om half twaalf 's avonds ge hoord. Van een journalist. Die was te laat om de schade te herstellen. Negentigduizend abonnees van het bewuste dag blad lazen de volgende morgen dan ook dat Cruijff had bijgete kend en konden zich in de ma ling genomen voelen. Opgegeven oorzaak: de krant zou Cruijff niet genoeg hebben ge steund, wat hem tonnen aan in komsten gescheeld zou hebben in de Kuip waar hij op recette basis speelde. Hij verdiende in een seizoen Rotterdam ruim 800.000 gulden... Ook in de Maasstad zorgde hij daarmee op de valreep nog even voor de gemengde gevoelens die hij vrijwel overal achterliet waar hij speelde. Aan de ene kant was er de dankbaarheid voor zijn sportieve prestaties (drie keer Europa-Cuphouder, drie keer Europees voetballer van het jaar, tienmaal nationaal kampioen, vijf keer bereikte hij met een club de dubbel), aan de andere kant heerste de wrevel over zijn manier van 'handelen'. „Ik wil la ter kunnen leven zoals nu", zei hij ooit. „Dan kan ik niet zeggen: bakker ik ben Johan Cruijff, ik wil gratis brood". Dus probeerde hij er uit te halen wat er in zat. Smullen Die handelwijze typeert natuurlijk meer beroepsatleten. Zeker in Amerika, waar de bedragen al tijd al exorbitant hoog waren. In de States werd en wordt daar over geen drukte gemaakt. Daar wordt het louter als 'slim' aange merkt als talenten zo royaal te gelde worden gemaakt. Niemand die er dan ook over viel toen Cruijff daar na zijn 'afscheid' nog even een Fiks aantal dollars kwam ophalen bij de New York Cosmos, de Los Angeles Aztecs en de Washington Diplomats. Dat hadden ze in het geval van Pele immers ook niet gedaan? Naar de financieel engere Neder landse en Europese begrippen echter, was in Johan Cruijff de fortuinjager uit de sport duidelij ker en beter herkenbaar dan in wie ook. Anders dan de sympa thiek overkomende Pele, die ver weg was en die de hoofdrol in een exotisch sprookje werd ge gund (uit de sloppen van Brazilië tot miljonair in de VS), was Cruijff dichtbij. Hij liet miljoe nen mensen smullen, maar voor hem golden maar weinig per soonlijk verzachtende omstan digheden. Wel vriendelijk, maar ook koel en afstandelijk in de omgang, nooit 'bezit' van de sup porters en uiterst 'spaarzaam' met zijn geld en zijn emoties. Dat geld niets voor hem zou beteke nen, zoals hij vaak stelde om niet voor een geldwolf te worden aan gezien, werd beschouwd als de bevestiging van het tegenoverge stelde. Gekoppeld aan de incidenten die zich door zijn prachtige carrière heen rond hem afspeelden, wek te dat snel irritatie en afgunst. Cruijff was dan wel de beste, maar zeker niet de populairste voetballer van Nederland. De ge ringe sympathie die hij ontmoet te na de beruchte Spaanse zake- naffaire met ene Basilevitch, die hem miljoenen kostte, was wat dat betreft typerend. Verklaarbaar Terwijl zijn zakelijke houding ge deeltelijk toch best verklaarbaar was. Alleen al vanuit zijn jeugd. Opgegroeid in het Amsterdamse Betondorp, waar met fatale ze kerheid werd beseft dat geld en geluk onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn en dat geen van beide was weggelegd voor de be woners, merkte hij bij Ajax snel dat met voetbal veel geld te ver dienen was. Het bewustwor dingsproces, waar Hermans eer der van sprak. Toch al op jonge leeftijd bezeten van het spel, was voetbal voor hem de enige ma nier om aan de vicieuze Beton dorp-cirkel te ontsnappen. Hij had alles mee. Bij zijn geboorte was hij begiftigd met alle ken merken van de ware atleet, toen hij zen noest ging werken aan de ontwikkeling van zijn talenten, vergleed ook de tijd in zijn voor deel. Ajax was onder invloed van Engelse trainers net onderweg naar het full-professionalisme, dat onder Michels z'n beslag kreeg toen Cruijff aan het door breken was (15 november 1964, debuut in de uitwedstrijd tegen GVAV). In zijn hoogtijdagen verenigde Cruijff in zijn ram-magere lijf, dat hij via krachttrainingen sterk had gemaakt, alle elementen van wat grote voetballers voor hem en uit zijn periode hadden. Hij schoot even accuraat en plotse ling als Puskas, hij zwierf als Di Stefano tussen de strafschopge bieden en toonde daarbij diens inzicht. Hij was vlijtig en omzich tig als Bobby Charlton, kon so- liëren als Eusebio, had een bal behandeling a la Beckenbauer, kon sluw zijn als Mazzola en ar tistiek als Rivera. Hij legde bo vendien een groot geduld aan de dag bij aanslagen van verdedi gers, die hij vaak wist te ontwij ken met de sierlijkheid van een balletdanser. Turbulent Zijn talent als 'centrale figuur', dra ger en leider van het elftal was al eerder herkend, zoals Cruijff zelf snel de geheel eigen wetten van het voetbalwereldje herkende. In de onderhandelingen met de za kelijk zoveel beter geschoolde bestuurders werden en worden jonge onervaren spelers in de hoek gedrongen. In het profvoet bal geldt ook aan tafel het oer- recht van de sterkste, de zwakke re is de verliezer. Cruijff beklaag de zich erover, maar vond na vier jaar Ajax met zijn eega Danny, ook de 'ideale' zaakwaarnemer in zijn schoonvader Cor Coster. Cruijff had het voetbaltalent. Coster had het talent dat talent te gelde te maken. Het gebeurde steeds en overal waar het kon en het kon overal en steeds omdat zijn carrière zich turbulent ontwikkelde. Met Ajax, waar hij in 1967 voor vier jaar had bijgetekend, intussen al opgestoomd naar de vaderlandse top en onderweg naar de eerste Europese kroon (1971, door fina lewinst op Panathinaikos), had hij ook zijn debuut gemaakt voor Oranje. In een oefenwedstrijd met Racing Strassbourg scoorde Cruijff in februari 1966 drie keer Het was de aanzet tot 47 interlands (waarin hij 34 keer scoorde) en tot bijna evenzovele incidenten. Cruijff was de eerste Nederland se voetballer die wegens wange drag van het veld werd gestuurd. Na de interland tegen Tsjecho- slowakije ontkende hij echter he vig scheidsrechter Glockner te hebben geslagen. Cruijff was ook een van de weinige voetballers die om allerlei redenen afzegde voor Oranje. Wegens schorsin gen, blessures, het kopen van schoenen in Italië (onder Kessler in 1969) en om een streepje (1981, WK-kwalificatie tegen Frank rijk). Hij bereikte met het Neder lands elftal ook net niet de abso lute top. Zilver met een gouden randje resteerde na het WK 1974 in West-Duitsland Bekers Ook bij Ajax bleven de problemen niet achterwege. Als kop en mo tor van een verder zeker niet sterker team dan wat in '69 nog kansloos tenonderging in de Eu- ropa-Cupfinale tegen AC Milan, leidde de sportief toen wel vol wassen Cruijff Ajax later drie keer naar de Europese beker voor landskampioenen: 1971, '72 en '73. Zelf werd hij drie keer Eu ropees voetballer van het jaar. Prestaties waarmee onderhandeld kon worden. Cruijff immers had een paar generaties overgesla gen. Voetbal was voor de komst van het fenomeen in Holland lang niet toonaangevend, maar werd het door hem wel. Hij stuw de het omhoog, toonde wat er te verdienen was en trok velen mee. Met positief effect (betere premies en salarissen) en nega tief effect (de vergoedingen re zen de pan uit), wat het nationale voetbal later in de neerwaartse spiraal bracht. Een zevenjarig contract bij Ajax hield dan ook niet lang stand, een paar maanden na de premiè re van de film 'Nummer veertien' speelde Cruijff de hoofdrol in de kostbaarste transferzaak sinds de invoering van het betaalde voetbal. Barcelona kocht hem in 1973 voor zes miljoen; drie mil joen voor Ajax, drie miljoen voor Cruijff. „Spaanse les neem ik maar niet. Ik weet dat manana morgen betekent en dat is in Spanje het belangrijkste", sprak Cruijff die zichzelf intussen al heel wat talen had aangeleerd, ondanks zijn beperkte schoolop leiding. Hij werd in Spanje be groet als 'El Salvador', de Verlos ser, en maakte dat aanvankelijk ook waar. „Hij betaalt zichzelf terug met vol le stadions en is de goedkoopste speler die we ooit hebben ge kocht", klonk het uit Catalonië, waar hij de nationalistische ge voelens weer opwekte. Onder Michels maakte hij Barcelona di rect kampioen, het was de enige titel waarop hij kon aansturen in vijf jaar Spanje. Wel kreeg hij er naderhand ruzie met trainer Weisweiler (die de laan uit werd gestuurd) met scheidsrechters en ten slotte liep hij stuk met zijn compagnon Basilevitch. Het kostte hem miljoenen. Aan het werk Het noodzaakte hem ook na zijn af scheid in Amsterdam de jacht op het Grote Geld voort te zetten. In het land van de onbegrensde mo gelijkheden; Amerika. Coster destijds: „Nu we de knoop door gehakt hebben dat Johan weer gaat voetballen om er na de cata strofe van zijn compagnonschap met Basilevitch in elk geval fi nancieel nog enigszins bovenop te komen, moet ik hem zo gauw mogelijk weer aan het werk zien te krijgen". Cruijff zelf hield zich groot, al ont kende hij niet dat hij miljoenen had verloren. Nadat hij met een voorovereenkomst met Cosmos op zak (goed voor een miljoen) toch had gekozen voor twee jaar bij de Los Angeles Aztecs, waar hij Michels terugvond, schetste hij als zijn voornaamste drijfveer om weer te gaan voetballen: de uitdaging om mee te helpen aan de opbouw van 'soccer" in Ame rika. Niet voor de gage van 600.000 dollar, die hij er per sei zoen zou opstrijken. „Dat ik geen cent meer te makken zou hebben en financieel aan de grond zou zitten, zijn fabeltjes. Voor het geld ben ik hier niet ge komen", sprak hij destijds. „Ik ben niet blut. Was dat zo, dan zou ik in Europa aan de slag zijn ge gaan. Daar is voor mij veel meer te verdienen. Maar ik pieker er niet over om ooit nog in Europa te gaan spelen. En in Holland? Dat nooit meer". Na een kort verblijf bij de Was hington Diplomats, dat na een seizoen Los Angeles twee mil joen voor hem betaalde, zag Ajax hem eind '80 terug. Eerst als 'elf talbegeleider', bij wie trainer Beenhakker zo ongeveer onder curatele stond, later toch weer als voetballer. Een mislukt uit stapje naar Levante vertraagde zijn rentree in de Meer: in no vember 1981 kwam het er toch van. Met een fantastisch doel punt tegen Haarlem, een lob om van te smullen. Wraak Met hem werd Ajax nog twee keer achtereen kampioen met 117 en 106 goals voor. Het 'verjongings proces' en het feit dat hij in het tweede seizoen zo vaak gebles seerd was dat hij zijn geld niet meer opbracht, leidden hem naar Feyenoord. Zijn klasse was weer eens ter discussie gesteld: zijn wraak was genadeloos. Voor het eerst sinds vijftien jaar kon de dubbel worden gevierd in Rot terdam; de financiële winst was nog plezieriger. Cruijff zelf liet weten dat hij na „een fantastische carrière" en „een fantastisch jaar" bij Feye noord alleen nog „rust am bieert". De manier waarop hij die beslissing bekendmaakte, liet de club met gemengde gevoelens achter. Zijn laatste spelletje is niet vergeten, wel vergeven. „Ik heb zoveel klappen uitgedeeld en zoveel mensen beledigd dat ik denk dat al die mensen nu zitten te wachten om terug te slaan", besefte hij al tien jaar geleden. Feyenoord doet dat fijntjes „Cruijff is niet te vervangen. Als voetballer".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 25