Warmond heeft de geur van vóór de oorlog nog „V Xv AFLEVERING 8: WARMOND Extra Bootjes maken; De toerist, een man die ver- poost in een café, zuigt de brand in zijn sigaret. Zegt dan: "U wilt dus weten wat ik van deze plaats vind. Op die vraag zou ik een antwoord moeten kunnen geven, want ik kom hier vaak. Weet u wat volgens mij de essentie van dit soort dorpen is: er veran dert niet zoveel. Ogenschijn lijk is dat wel het geval, maar in essentie niet. Een dorp blijft een dorp. Met al z'n voor- en nadelen". Warmond. Na de oorlog veel nieuwbouw. Een omsingeling van beton die meer dorpen tij dens de wederopbouw van Ne derland ondergingen. Maar deze moderniteit neemt toch niet weg dat je in deze plaats nog steeds de geuren van een vooroorlogs dorp kunt ruiken. De attributen zijn veranderd, het decor niet. Neem de kern: alsof de huizen on der een glazen stolp staan. Tijd loos. Toegegeven, de instelling van de inwoners bleef niet de zelfden. Het was na de oorlog niet langer 'ons kent ons'. Er kwam veel import. En de menta liteit van de jongeren veranderde ook. Vroeger verkasten ze nau welijks. Ze trouwden, bleven in Warmond wonen, namen soms het werk van hun vaders over. Tegenwoordig vertrekken jonge mensen eerder. Na de middelba re school willen ze weg, naar de stad. Veranderingen, inderdaad. Maar veel is ook bij het oude gebleven. Het verhaal van oom Hugo is wat dat betreft illustratief. Op een goede dag kreeg hij die bijnaam, oom Hugo. Het is een teken van intimiteit, zou je kunnen zeggen. Hoe dan ook, je mag toch ver wachten dat de sleet in zo'n naam komt als je tijdgenoten vergrijzen. "Dat had je gedacht", zegt hij. "Als ik 's ochtends schoolkinderen tegenkom - je weet wel, van die hummels - dan gaat het van: hallo oom Hu- go. Dat is altijd zo gebleven". Walt Disney Alle vier zijn ze ouder dan 65 jaar. Dat hebben ze om te beginnen met elkaar gemeen. Daar komt nog eens bij dat dit viertal een zeer vitale indruk maakt. Be langrijkste overeenkomst is evenwel hun band met War mond. Een van hen is een gebo ren en getogen Warmonder, de andere drie woonden het groot ste deel van hun leven in dit dorp. Maar laten we ze voorstel len. Te beginnen bij de heren, want het is voorschrift dat man nen in drankgelegenheden voor gaan. Allereerst is daar de hierboven al aangehaalde Hugo Verkaik. "Eens even nadenken... ik ben 76. Ik ben in Zwammerdam gebo ren. Vijf meter verder en het was Bodegraven geweest. Ja, dat zijn zo van die dingen. Ik heb lang bij boerderij MeerruSt gewerkt. Tuinman en schipper was ik. Zeg maar gerust: ik was een man netje van alles. Tientallen jaren heb ik op de Kagerplassen rond gezwalkt". En niet in speedboten. O nee. Rus tig wilde hij varen. Want, zoals hij al eens tegen een verslagge ver zei, hard gaan is nergens voor nodig: een slak en een kikker vieren tegelijk Nieuwjaar. Veel beroemdheden heeft hij in de boot gehad. "Goh, wie ik alle maal wel niet aan boord heb ge had. Walt Disney, om maar eens even iemand te noemen. Toch geen kleine jongen, had ik zo ge dacht. Hij heeft m'n hond Tiro nog op de film gezet. En de Bel gische koningin Astrid is ook met mij meegeweest. Aardige vrouw. U moet weten: mensen van adel, en dan bedoel ik echte adel, dat zijn bijna altijd zeer een voudige heden. Dat is mij tel kens weer opgevallen". bootjes maken hè, de godganse dag. Tien centen huur betaalde hij voor de schuur waarin hij werkte. En tachtig centen voor het huissie. M'n vader zei altijd: hou ik toch nog mooi een dub beltje over. Een opgewekt mens, wat u zegt. Eerst zaten we op het Leevliet met de zaak, later zijn we naar het midden van het dorp verhuisd. Ja, ik ook. Inmiddels hielp ik m'n vader". "Ik ben in '67 met het bouwen van boten gestopt, omdat m'n zoon Theo stierf. Het had geen zin meer om door te gaan, dat be grijpt u. Ons hele werfje weg, zonde, zonde". De 73-jarige Cornelia van Noord- Verhaar woont al vijftig jaar in Warmond. Haar autobiografie is geen carnaval van feiten. Ze zegt: "Schrijft u nou maar gewoon op: huisvrouw geweest. En: waar je werk is, daar is je vaderland. Dan zijn we er wel". Wilhelmina ("Net als onze vroegere koningin") Zandbergen, 93, werd geboren in Zoeterwoude-Hoge Rijndijk. Later verhuisde ze naar Warmond. "Ik volgde mijn man. Dat kwam zo. Je had hier een kaarsenmakerij. En in die zaak heeft m'n man gewerkt. Was kaarsen maken. In 1914 zijn we getrouwd. Tien jaar later zijn we een winkeltje begonnen. Een kantoorboekhandel". "We verkochten schriften, potlo den, dat soort spullen. Ruim twintig jaar geleden ben ik er- mee opgehouden. Niemand kent me hier trouwens als Wilhelmina hoor. Nee zeg, stel je voor. Ik ben tante Mina voor de mensen. Maar of je dat nou weer moet opschrij- Elite hbbmhm Hard werkende mensen woonden er voor de oorlog in Warmond, volgens het viertal. Dat wil zeg gen: dat was het ene deel van de bevolking. Het andere deel werd gevormd door de elite. Mensen van standing, die de lommerrijke omgeving hadden uitgekozen omdat het in een dorp goed wo nen is. Geen last van de buren als je in een vrijstaande villa woont. Kamerlingh Onnes, de vermaarde wetenschapper, de zoeker naar het nulpunt, woonde bijvoor beeld in Warmond. Zandbergen: "Maar nou moet je niet denken: die Onnes verbeeldde zich heel wat, die keek op ons gewone mensen neer. Dat was niet zo. Ik heb hem wel in de winkel ge had". Verkaik knikt. Vult aan: "Eigenlijk was het maar een ge woon mannetje als je 'm zo zag lopen door het dorp". Krantz, de lakenfabrikant, woonde ook in Warmond. Schakenbos: "Ik weet het nog goed: Krantz kwam hier in 1902 wonen. Eerst had-ie een paard en koets, later werd meneer in de auto naar z'n fabriek gebracht, de grote sleutel om de boel te openen op zak". Mina Zandbergen weet nog wel dat mevrouw Krantz boodschappen bij haar kwam doen. "Kijk, het waren geen mensen met een air. Maar het was wel weer zo dat je je plaats moest weten. Kwam mevrouw Krantz met haar ge volg in mijn winkel, dan wist ik: vlug Mina, een stoel, want me vrouw moet zitten. Anders werd ze boos. Dat hield je met de elite hè". In die vooroorlogse tijd had je in Warmond een paar kaarsenma kerijen. Ook een timmerfabriek. En er werkten natuurlijk mensen in de bollen. Schakenbos: "Maar laten we vooral het toerisme niet vergeten hè. Het botenwerk, zal ik maar zeggen". De tweede man is Adriaan Scha kenbos, 87 jaar oud. Hij is de veelprater van het gezelschap. Anderen snoeren hem niet de mond als hij te lang aan het woord is, af en toe legt hij zich zelf het zwijgen op, met een ver manend uitgesproken stt... sstt... Hij begint het gesprek met de mededeling dat hij zich heeft voorgenomen om deze ochtend maar eens niets te zeggen. Rustig te luisteren naar de verhalen van de anderen. Om vervolgens los te barsten: "Nou even zonder po chen: maar ik ben dus in War mond geboren, m'n wieg stond hier. En ik ben altijd gebleven. In de vorige eeuw, de eeuw dus j waarin ik werd verwekt, is m'n j vader hier voor zichzelf begon nen. Boten bouwen, een vak dat ik ook heb uitgeoefend". "Ja, ik weet nog drommels goed voor wie m'n vader werkte. Voor boeren en tuinders. Enkelt De Herenweg rond 1930. Op de foto vlnr.: Cornelia van Noord (73), Adriaan Schakenbos (87), Wilhelmina Zandbergen (93) en Hugo Verkaik (767. door Wim Brands dat het wat heeft geholpen. Wel nee. Ze is later getrouwd met - zoals je wel kunt nagaan - een ka tholieke jongen. Trouwens, nu we het toch hebben over verhou dingen tussen jongens en meis jes, er ging wel vaker iets fout. Kijk, als een jongen uit War mond met een meisje uit een an der dorp vrijde, nou, dat moest je uitkijken. Dan riskeerde hij een pak rammel, om het zo maar eens uit te drukken". Van Noord corrigeert Verkaik. "Een pak rammel? Je kunt veel beter zeggen dat zo'n jongen bij wijze van spreken werd gekeeld. Vrijen met een meisje uit een an der dorp, dat deed je niet". Lamstralen Op de dag dat de oorlog uitbrak zei Verkaik tegen zijn vrouw, een Oostenrijkse: ze zijn er, die lam stralen. Nu zou er veel verande ren. Ook in Warmond. Mina Zandbergen zag de vliegtuigen in de lucht en wist: "Er gaan bij zondere dingen gebeuren, maar leuk is wat anders". Warmond in de oorlog. Schaken bos: "Een dag of drie nadat de oorlog was uitgebroken zaten de Duitsers hier in Warmond. Op verschillende plaatsen hebben ze gebivakkeerd. In het seminarie bijvoorbeeld". Aanvankelijk kwamen er minder mensen naar de Kagerplassen om te spelevaren. Oorlog. "Maar naarmate de tijd verstreek", be gint Cornelia van Noord, "kwa men de toeristen terug. Want ja: zo ging dat ook in de oorlog, het dagelijks leven hernam z'n loop. Je moest alleen meer improvise ren dan anders". Improviseren, inderdaad. War- mondse kinderen gingen bij voorbeeld met kinderwagens naar het station om de toeristen te helpen met het sjouwen van de koffers. Schakenbos: "Als kinderen deden we het ook al voor de oorlog, maar vooral tij dens de bezetting trok je er op uit met je zogenaamde koffertax. In zo'n kinderwagen kon je mooi de bagage van de vakantieganger stoppen. En daar verdiende je dan weer wat mee. Trouwens, we hielpen ook maar wat graag da mes met nauwsluitende rokken even instappen. Die konden zo moeilijk in de trein komen door die rokken. Even bukken, dat was voor ons al een mooie belo ning". Tevreden Je at soms suikerbieten in die oor logstijd, en tulpebollen, niet te vergeten. "Maar ondanks dat was je een redelijk tevreden mens. De grote ontevredenheid, die is in Warmond pas na de oor log ontstaan", zegt Verkaik wiens levensmotto altijd is ge weest: ik leef rijk en sterf arm ("veel mensen leven arm en ster ven rijk".) Schakenbos: "Warmond is nog steeds een mooi dorp, altijd ge bleven. Maar in bepaalde opzich ten is er toch wel het een en an der veranderd. De mensen ken nen elkaar niet meer zo goed". Het toerisme nam een hoge vlucht. Het viertal zag ze gaan en komen. Mevrouw Van Noord: "Het zijn nog steeds aardige mensen krijg ik de indruk, net als vroeger. Maar wat me wel opvalt is dat..." Verkaik lijkt te voorvoelen wat ze wil zeggen. Hij vervolgt: "De toe risten komen met auto's en gaan met auto's. In de achterbak heb ben ze hun proviand. Met andere woorden: in Warmond kopen ze niet zoveel. Tenminste, die in druk heb ik". "Klopt", vult Schakenbos aan. "Er is nog iets. Vroeger werden die boten van de toeristen in de herfst bij Warmonders gestald. Daar verdienden we aan. Dat is tegenwoordig niet meer zo. De boot gaat op een trailer, hup de auto ervoor, en weg toerist. Weg uit Warmond". Mina Zandbergen: "Ja, u denkt de hele tijd: veel toerisme, veel geld. Maar Schakenbos heeft gelijk. De mensen stallen niet meer zo veel in dit dorp als vroeger". Het gesprek krijgt een sombere on dertoon. Schakenbos vertelt dat er in de oude dorpskern ten min ste tien middenstanders over de kop zijn gegaan. Tien? Waren het er geen negen? Veel namen val len. Dan zwijgen de Warmonders even. Boven hun hoofden lijken ballonnetjes te zweven, zoals bij stripfiguren. De teksten kun je raden: tien middenstanders ver dwenen, in wat voor tijden leven we eigenlijk? Huisvlijt MBBMH Na enkele minuten glipt de zon weer naar binnen. Verkaik draagt nog een gedicht voor en Schakenbos begint met het uit pakken van een tas. Hij blijkt een bootje te hebben meegebracht. Huisvlijt. Trots laat hij het voor werp zien. "Kijk, m'n oude vak oefen ik nog steeds uit. En zeg nou zelf: als je dit ziet krijg je toch niet de indruk dat ik m'n handigheid ben kwijtgeraakt. Of wel soms?" Verkaik: "Nee, dit is een mooi bootje. Kun je zo de plas mee op. Ja. dat is het mooie van War mond, zo dichtbij het water gele gen. Niets mooier dan met een boot op de plassen. Beroemdhe den aan boord, dagjesmensen". Verkaik laat een paar prentjes zien. Van koningin Astrid. Van ko ning Leopold. Vertelt: "Richard Tauber, de zanger, is ook eens een keer met me meegeweest. Hij zong toen 'Mein Madchen, mein Madchen'. Prachtig was dat". Zacht zingt hij de eerste re gels van het lied. De anderen kij ken alsof ze Tauber horen. Op de plassen. Volgende week aflevering 9: Alphen aan den Rijn. Alleen om het verschil van geloof moest tussen ons staan een grote kloof. En toch waren wij allebei evengoed mensen van vlees en bloed. "Mooi hè. Dat heb ik dus geschre- (foto uit: warmond in oude ansichten 2> ven, maar denk nou maar niet Pleziervaart 1910 was in dit verband volgens de gepensioneerde botenbouwer een belangrijk jaar. "Zo om streeks die tijd kwam de plezier vaart opzetten. Toen werd ook de vereniging De Kaag opgericht. Wij merkten dat natuurlijk met ons werfje. Goh ja, plotsklaps kwamen de mensen met centen uit Amsterdam en Den Haag naar ons toe. Gebouwd moest er worden". Hij weet ook nog als de dag van gisteren dat de heer Machen uit Amerika terugkwam met een nieuwe vinding. "Een motor boot! Stel je voor zeg. Ik kijken. Plokke, plokke, plokke, daar ging dat ding. Wat een gezicht joh! Had ik nog nooit gezien". Zoals foto's verkleuren, zo willen ook herinneringen wel eens ver vagen. Zwart wordt grijs. We spreken niet voor niets over een 'grijs verleden'. Achteraf komen veel gebeurtenissen in een mooi daglicht te staan, of dat nu ge rechtvaardigd is of niet. De her inneringen aan een voorbije tijd stemt dit viertal evenwel niet al tijd even vrolijk: in hun geval zijn sommige kleuren nog niet verbleekt. De crisisjaren in War mond - hoe waren die? Verkaik: "Over dat onderwerp zou ik boeken kunnen volschrijven. Maar eerst wil ik iets over de ja ren voor de crisis zeggen. Kijk, toen had je nog geen problemen wat betreft de werkloosheid. Heb ik trouwens nooit gehad, maar dat is een ander verhaal. Waar het om gaat is dit: het pro bleem was voor de crisis niet of je wel genoeg werk had, nee, hoe krijg ik genoeg te eten? Daar ging het om". "Overuren maakte ik elke dag, maar uitbetaald kreeg je ze niet. Zes uur 's ochtends begon ik, soms was ik om elf uur 's avonds klaar. En hoeveel kreeg ik nou helemaal betaald? Nou, laat ik u eerlijk zeggen: daar prakkizeer- de je niet over". De crisis En toen kwam de crisis. Een de pressie die ook aan Warmond niet onopgemerkt voorbijging. Relatief gesproken veel mensen in de steun. Cornelia van Noord: "En wat moesten die mannen zonder werk uit Warmond doen? Een bocht in de Zijl wegwerken. Spitten, klei wegsjouwen, zwaar werk. Voor hoeveel? Voor 12,50 gulden. Een hongerloon". "Ja, en dan maakte je het ook nog mee dat er drie Katwijkers op die klus kwamen die zeiden: zeg chef, wij willen het wel voor min der doen. Die doken dus mooi even onder de prijs. Mijn man heeft het ook een tijdje gedaan, maar hij vond het niks. Helemaal niks. Maar ja, wat moest hij? Geen werk in de bollen, niks op de plassen te varen... zo werd je toch de steun in gedreven! Ge lukkig heeft hij niet zo lang voor 12,50 moeten beulen. Op een be paald ogenblik dacht hij: alles beter dan dit. Toen is hij zand gaan vervoeren, voor boeren. Dat kwam er dus op neer dat hij met een schuit van Warmond naar Noordwijk ging, zand ophaalde, en dan weer terug. Ook geen makkelijk werk. Soms bleef z'n stok steken. Brak bijna af. Maar hij zette door". In die crisisjaren kwamen er in de boekhandel van Mina Zandber gen wel eens mensen die vroe gen of ze iets op de pof konden meennemen. "Handje contantje, daar hield ik van. Maar soms kwamen er mensen die geen geld hadden voor een bepaald artikel. Meestal gaven ze dat niet direct toe. Dan draaiden ze er omheen. Zeiden bijvoorbeeld: laat ik nou m'n portemonnee vergeten zijn. Ik wist dan al hoe laat het was". Maar crisis of geen crisis, het ver enigingsleven bloeide. Twee har monie-orkesten, om maar eens wat te noemen. En er werd to- neelgespeeld. Schakenbos: "Ik heb daar nog een leuke herinne ring aan. Wel een oude trouwens, uit 1910. Maar het is toch leuk om te vertellen. Rinus van der Voo- ren stond iets voor te dragen. Zoiets als: Warmond dierbaar oord. Goed, wat gebeurt er? In de zaal riep iemand: brand! Ie dereen naar buiten. Je wilde ten slotte weten waar het fikte. Bleek het om een schuurtje te gaan. Wij weer terug naar de voorstelling. En Van der Vooren vervolgde: Warmonds dierbare oord, waar vanavond nog brand was, brand bij Jan van Noord". Je had natuurlijk ook verschillen de cafés. Verkaik: "De gewone man die ging naar De Stad Rome of De Zon. Niet naar Meerrust, nee, dat was veel te prijzig voor ons soort mensen". Het geloof mbhi Wie de verhalen van het viertal be luistert krijgt de indruk dat men gemoedelijk leefde in het War mond van die tijd. Alles koek en ei. Dat moet schijn zijn. Waren er helemaal geen conflicten? Cor nelia van Noord: "Protestanten en katholieken, die lagen mekaar niet. Ze hebben ook nog wel 'ns geprobeerd om die twee fanfa res, die waren onstaan uit ver schillende geloofsachtergron den, samen te voegen, maar dat is nooit echt gelukt". Geloofskwesties: Verkaik kan er ook over meepraten. "Ik heb een meisje gehad toen ik jong was, je kent dat wel. Nou goed, op een dag zei haar vader dat ze maar beter niet meer met mij kon om gaan. Ik was hervormd, zij katho liek. Dat ging niet samen volgens hem. Ik heb daar nog een gedicht over geschreven". Hy citeert:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 21