De slag om een ZATERDAG 21 APRIL 1984 PAGINA 19 Ze zullen dit weekeinde weer bij duizenden de kust- en bollenstreek opzoeken: de Nederlandse, Engelse, maar vooral ook Westduitse toeristen. En dan maar hopen eem kamer met ontbijt te vinden. IJdele hoop? Volgens de streek-VW's wel. Het aantal Zimmer mit Frühstück loopt in de regio drastisch terug. En waar het aanbod kleiner wordt en de vraag groter, daar drijft men de prijzen op. Maar is er sprake van beddenoorlog? Overdreven, stellen de verhuurders en de kamerbemiddelaars. Hooguit van een kussengevecht. door Sjak Jansen Bijlage van het Leidsch/Alphens Dagblad Beddenoorlog in Noord wijk. Alle ochtendbladen hadden het er deze week over, in ernst, terwijl volgens medewerker Krul van het Noordwijkse reis- en kamerbemiddelingsbureau Hase veeleer het tegendeel waar was. Hij noemt ze schromelijk overdreven: de in sommige krantekolommen geschetste praktijken, als zouden bemiddelingsbureaus elkaar logeeradressen afsnoepen. Krul weet niet beter of er heeft zich rondom de Zimmer mit Frühstück deze week niets onvertogens voorgedaan, nog geen kussengevecht, om van een beddenoorlog maar helemaal te zwijgen. Waarom een krant dan toch over indianentoestanden repte, is hem een raadsel. „Maar het verbaast me niet, hoor. Dat geschreeuw over een tekort aan kamers is er elk jaar met Pasen. Altijd is er paniek. En meestal onterecht, want als het zover is blijven er ik weet niet hoeveel slaapplaatsen onbezet." Het is woensdag als hij dit zegt. En hoewel hij op dat moment al menige Westduitse toerist aan een Zimmer mit Frühstück heeft geholpen, is zijn logeeradressenbestand nog niet uitgeput. Zorgelijk is dan evenmin de situatie bij de reisbureaus Hoek en De Boer, die ook bemiddelen bij het vinden van een logeeradres. N oodsituatie Anders is het bij de VW, de vierde en tevens grootste kamerbemiddelaar in Noord wijk. Daar zegt directeur W. Rovers met de handen in het haar te zitten. Figuurlijk dan, want in werkelijkheid zit hij er voortdurend mee aan de telefoon, in de hoop slaapplaatsen te winnen En bij vormingscentrum De Vonk in Noordwijkerhout lukt dat al spoedig. Daar weet Rovers dertig kamers los te peuteren. Normaliter zou hij er niet zo fanatiek achterheen zitten, maar nu is er echt sprake van een noodsituatie volgens hem. „Ga maar na", rangschikt hij de feiten, „we hebben een late Pasen, de week daarop is het bloemencorso en 1 mei is in West-Duitsland een officiële vrije dag. Dat levert een stroom toeristen op, meer dan de 1850 die wij kunnen onderbrengen." Vijftien jaar geleden zou het volgens Rovers geen enkel punt zijn geweest. „Toen hadden we nog 3500 bedden tot onze beschikking. Maar in die tijd waren de huizen ook groter en hechtten de kinderen nog niet zo aan een eigen kamer. Allemaal redenen waarom mensen niet meer verhuren. Hun aantal neemt almaar af." Ook elders in de regio is dat het geval. VW-directrice M. Bon meldt dat in Noord wijkerhout het aantal kamers met ontbijt is gehalveerd. En dat in nog geen acht jaar tijds. „Maar", voegt ze er aan toe, „de laatste twee jaar heeft de teruggang niet of nauwelijks doorgezet". Hommeles is het eveneens in Lisse, waar volgens VW-directrice A. Schipper het kamerbestand sinds 1979 met veertig procent is geslonken. En in Katwijk neemt het aanbod al evenzeer gestaag af, zo constateert VW-directeur K. Verplancke» de meeste gasten heb ik een zeer goed contact gehad. Die zal ik wel missen. En het geld ook. Het tikte op den duur behoorlijk aan. Voor de lol doe je het natuurlijk niet. Mensen zeggen van wel, maar dat is uiteraard onzin. Iedereen doet het voor het geld." Mevrouw H. uit Voorhout ook. Zij verhuurt haar kamers dit jaar voor het eerst, want in deze tijden van economische teruggang is volgens haar elk dubbeltje meegenomen. De Voorhoutse verhuurt haar kamers via plaatsgenoot B. die weer een overeenkomst heeft met het Noordwijkse reisbureau Hoek. De Noord wij kerhoutse mevrouw C. vertrouwt daarentegen volledig op mevrouw Bon van de plaatselijke VW. „Het is wel lekker voor een extraatje, je kunt er eens een weekje van op vakantie naar Ibiza. Je geeft natuurlijk niet alles op aan de belastingdienst. Je moet wel wat opgeven, want ze weten datje kamers verhuurt. Maar je moet een beetje rommelen met die aangifte. Dat gebeurt toch overal, tot in de hoogste kringen zeker?" Eerst na de Tweede Wereldoorlog deed het verschijnsel Zimmer mit Frühstück in de kust- en bollenstreek zijn intrede. Noordwijker G. Crama heeft dat als oud-voorzitter van de thans vrijwel opgeheven vereniging van villa's- huizen- en kamerverhuurders van nabij meegemaakt. Hij kan zich nog klaarhelder voor de geest halen hoe aanvankelijk alleen maar Belgen en Engelsen, maar later ook Westduitsers Noordwijk overstroomden. Nette lui ■■mh Toch was er donderdag in Noordwijk nog best een kamer met ontbijt te krijgen. Vooral aan de drukke Quarles van Ufford straat waren - blijkens de bordjes - nog tal van Zimmer frei. Maar deze kamers liggen zo gunstig en dichtbij het strand, dat de verhuurders niet van de VW en reisbureaus afhankelijk zijn: de gasten komen vanzelf wel. Verreweg de meeste van deze kamers zitten dan ook niet in het VW-bestand. Ware dat wel zo geweest, dan zou de verhuurder er slechts achttien gulden per nacht aan verdienen. Dit omdat de VW en de reisbureaus een standaardprijs hanteren van om en nabij de twintig gulden per nacht. Twee gulden wordt daarvan ingehouden voor omzetbelasting en bemiddelingskosten, de rest gaat naar de verhuurder. Pakweg achttien gulden dus. „Daarvan kan ik het niet doen", zegt verhuurder J. in de Quarles van Uffordstraat. Evenals de andere verhuurders die in dit verhaal aan het woord komen, wil hij om belastingtechnische redenen niet zijn naam in de krant. J! verhuurt zes bedden en daarvan waren er donderdag nog vier vrij. „Maar als je morgen komt, zijn ze verhuurd. Dat geef ik je op een briefje." De Noordwijker zegt aan Westduitsers net zo lief te verhuren als aan ieder ander. „Ze zeggen wel dat Duitsers veel noten op hun zang hebben, maar dat is maar met een enkeling het geval. Over het algemeen zijn het nette lui, ze ruimen vaak zelf hun kamer op. Het enige dat je hoeft te doen is de lakens rechttrekken en de wastafel schoonmaken. Daar heb je niet veel werk aan." Busklanten Het liefst heeft J. busklanten. „Die zijn de hele dag trips aan het maken. Komen 's avonds laat thuis en gaan 's morgens weer vroeg weg. Ik probeer wel zoveel mogelijk het eigen gezinsleven normaal te laten draaien. Nee, 's avonds hoef ik ze niet in de kamer op de bank voor de televisie te hebben. Tenzij de mensen echt aardig zijn. Dan kan het me niets schelen. Je moet immers ook bedenken: ze betalen dertig gulden per nacht." Een tientje meer dus dan de VW rekent. Daarmee is directeur Rovers niet zo gelukkig. Het is slecht voor de promotie van Noordwijk als badplaats, meent hij. „Duitsers begrijpen het namelijk niet. Zij denken veel rechtlijniger dan wij, verlangen overal een uniforme prijs. En als dan de een van de ander te horen krijgt dat hij tien mark meer betaalt voor zijn kamer, heb je grote kans dat zo'n man zich bedonderd zal voelen en zich nooit meer in Noordwijk zal laten zien." Mevrouw P. in Noordwijk-Binnen verhuurt wel via de WV. „Al 23 jaar", zegt ze, „en tot volle tevredenheid. Je moet het natuurlijk niet van je busklanten hebben, die blijven maar één nacht; dat is de moeite niet. Pas als ze twee of drie weken blijven wordt het lucratief. En vergeet de gezelligheid niet. Ik heb hier mensen, die kwamen vroeger met hun dochter. Maar hun dochter komt nu weer apart met hóór dochter. Da's toch fantastisch." Pistool Nu heeft zij het met haar gasten altijd zeer goed getroffen, vertelt mevrouw P. „Nare ervaringen heb ik niet. Anderen hebben die wel. Ik ken een mevrouw in het dorp, die vond vorig jaar bij het bedden afhalen een pistool onder het kussen; die is zich wezenloos geschrokken en is meteen gestopt met verhuren." Haar buurvrouw ook. Die heeft het volgens mevrouw P. ook al zo slecht getroffen. „Toen ze vorig jaar de bedden wilde opmaken, bleken de gasten er met de dekens vandoor. Voor haar was toen alle lol eraf. Gelukkig vond ze een baan. Ze hoeft nu dus ook niet meer te verhuren." Het relaas van mevrouw S. in Noord wijkerhout is niet veel anders. Al 27 jaar verhuurt zij kamers. „En natuurlijk beleef je dan wel eens vervelende dingen. Ik heb het wel meegemaakt dat gasten zonder te betalen waren vertrokken. Meestal was het bed dan nat. Waren ze kennelijk bang dat ze een nieuwe matras moesten betalen. Flauwekul natuurlijk, want ik maak daar nooit zo'n punt van. Het kan immers de beste overkomen dat hij zijn bed nat plast of onder kotst." „Erger vind ik - en dat is mij ook wel eens overkomen - dat ze badlakens achterover drukken. Kennissen zeggen wel: vraag dan betaling vooraf. Maar dat wil ik niet. Je ziet die mensen dan kijken met blikken van: vertrouw je ons soms niet. En dat vind ik niet prettig. Zoals de waard is, zo vertrouwt hij zijn gasten. Ja toch zeker?" Privacy Inbreuk op haar privacy vindt mevrouw S. wel een vervelende bijkomstigheid. „Ik neem het maar op de koop toe, je wilt toch wat verdienen, nietwaar?" Mevrouw H. uit Katwijk denkt er evenwel anders over. „De hypotheek op ons huis is niet meer zo zwaar. Daarom verhuren we dit jaar niet meer. Je wordt een dagje ouder, dat speelt ook mee. Elke dag de keukenvloer schrobben, dat breng ik niet meer op, en dat ben je tegenover je gasten wel verplicht, vind ik." Haar buurvrouw, mevrouw Van der P., verhuurt dit jaar eveneens geen kamers meer. „Mijn oudste zoon is dertien, die wil een eigen kamer. Hij wil niet meer met ons op zolder. En dat kan ik me ook wel voorstellen op die leeftijd. Bovendien baalt hij van de vreemde mensen aan het ontbijt, zegt hij. Dat had ik vroeger niet tegen mijn vader durven te zeggen. Maar ja, kinderen worden mondiger, daar heb je als ouder rekening mee te houden." Mevrouw J. uit Lisse heeft een baan als typiste gevonden. „En dat kwam heel goed uit", zegt ze, „want dat kamerverhuren was ik zat. Je kon nooit eens languit naar de televisie kijken, want er kon elk moment iemand binnenkomen. Ik zat dus altijd rechtop." „En dan dat gezeur van die Duitsers soms. Het ontbijt vonden ze te weinig. Terwijl ik me toch altijd heb uitgesloofd. Ik haalde zelfs ham voor ze. Maar wat bleek nou? Ze deden elke ochtend zes boterhammen in hun tas, voor de lunch. Ja, geen wonder dat het ontbijt dan te weinig was. Toen ik het merkte, heb ik ze meteen de waarheid gezegd. Toen bonden ze wel wat in." Fiscus i De hotels en pensions raakten stampvol, waardoor de eigenaars naarstig naar particuliere adressen gingen zoeken om de rest van de gasten te kunnen onderbrengen. Het ontbijt moest dan in het hotel worden gebruikt. „Elk slaapplaatsje, hoe primitief ook, werd benut", weet Crama. „En nóg moesten veel toeristen de nacht in hun auto's dommelend doorbrengen." Zo werd volgens hem een steeds dringender beroep gedaan op de particuliere adressen. En vandaar nu de meer dan duizend Zimmer mit Frühstück in Noordwijk. Sommigen vinden dat discriminerend tegenover de vele Nederlandse en Engelse toeristen die in de kust- en bollenstreek jaarlijks vakantie houden. In toenemende mate zietmen dan ook de bordjes Kamer met ontbijt opduiken en Bed and. breakfast Mevrouw O. uit Katwijk had louter een Zimmer mit Frühstück-bordje. Maar dat heeft ze nu weggehaald. Reden: de fiscus wordt volgens haar hoe langer hoe lastiger. De inbreuk op haar privacy probeert mevrouw H.uit Noordwijk tot een minimum te beperkenT Ze heeft geen trek meer in allerlei ongemakken, die haar ouders nog wel accepteerden. Die plachten in de zomermaanden altijd de woning te verhuren om vervolgens met de kinderen in een achter de woning gelegen zomerhuisje te trekken. Dat gebeurde vroeger wel vaker, maar tegenwoordig is dat een zeldzaamheid. Vlag uit i Ook mevrouw K. uit Noordwijk Over het algemeen zijn Duitsers nette lui, ze ruimen vaak zelf hun kamer op". (foto Lock Zuyderduln) ExtraatjeHMMMMMM „Het jaar daarop belden ze weer. Ik heb gezegd dat ik al vol zat. Maar dit zijn uitzonderingen, hoor. Met heeft die tijd wel meegemaakt. Al twintig jaar verhuurt zij bedden, tien in totaal. En nog altijd met veel plezier. Met zoveel genoegen zelfs dat ze elke dag de vlag uithangt. En dat is geen grapje. „Elke dag is voor mij een feestdag", zegt mevrouw K. „De Duitse toeristen kunnen dat maar moeilijk geloven, maar ze vinden het wel prachtig als ik het ze vertel." Noordwijker L. verhuurt al zo'n dertig jaar geen kamers meer. „Mijn vrouw hield er niet zo van, ik vond het wel leuk. Vooral die Duitse ingenieur mocht ik graag. Die man had geld genoeg, maar een hotel vond hij maar niks. Hij wilde gezelligheid." Naar het strand ging de ingenieur nooit, volgens L. „Geef mij maar uw tuin, zei hij. Daar zat hij alle dagen. Het enige wat hij verlangde was een potje schaak als ik 's avonds thuiskwam. Daar kwam ik niet onderuit. En dat deed ik dan. Omdat het zo'n aardige vent was."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 19