Het kleine pop podium Het Kasteel speelt op safe, met veel succes LVC: deur wijd open voor de vernieuwers Het blijft behelpen voor De Lindehoeve ZATERDAG 14 APRIL 1984 Extra PAGINA 25 Bijna elke vrijdag- en zaterdagavond kunnen popliefhebbers uit de regio in het Leids Vrijetijdscentrum terecht voor een portie levende muziek. LVC-bons Koos Gijsman (31) en zijn team hebben het daarmee ontzettend druk. Voor bijvoorbeeld een avondje Cocteau Twins, om maar eens een concert te noemen, komt veel meer kijken dan een simpel telefoontje. Gijsman beschouwt zichzelf als een 'schizofrene' regelneef. Enerzijds moet hij contacten onderhouden met "de gladde jongens van de vrije markt" die de zakelijke kant van de popmuziek ("Want het is nu eenmaal een keiharde business, vergelijkbaar met het normale bedrijfsleven") in handen heben. "Aan de andere kant heb ik te maken met het tot in alle geledingen gedemocratiseerde LVC. Ik baal soms naar beide kanten", bekent Gijsman. 1983 is een goed jaar geweest voor het LVC. "Vast staat dat het ook vorig jaar weer is gelukt om tegen zo laag mogelijke prijzen kwaliteit naar binnen te halen", zegt hij. Volgens Gijsman bedragen de LVC-entreegelden heel wat minder dan die van vergelijkbare popwalhalla's. Dat moest ook zo blijven, vindt hij: "Het LVC is een ontmoetingscentrum waar in principe iedereen terecht moet kunnen, ongeacht leeftijd of inkomen". De groepenkeuze van het LVC is gewaagd te noemen. Er wordt zelden op zeker gespeeld, grote namen worden afgewisseld door volslagen onbekende bands: de ene week barst de zaal uit z'n voegen, de andere week speelt er een groep voor een handjevol mensen. Het centrum maakt onderscheid tussen enerzijds muzikanten die rijk willen worden door hun muziek en anderzijds lieden die "voor muziek leven". De voorkeur gaat uit naar de laatsten. Stagnatie Koos Gijsman: zelden op zeker spelen. Opvallend in de LVC-programmering is de afwezigheid van grote namen uit ons eigen land. Geen Vitesse of andere nederpopgiganten, wél Nasmak. Gijsman geeft daarvoor vooral financiële redenen op. "Over acts van eigen bodem moeten we veel meer belasting betalen, sowieso al zestig tot zeventig procent van hun gage. Gevolg: torenhoge toegangsprijzen en dat druist in tegen onze doelstellingen". "Er is momenteel een stagnatie in nieuwe muzikale ontwikkelingen", meent Gijsman. "Het wordt steeds moeilijker om dingen die er echt uit springen te vinden. Oorzaak daarvan is de steeds geringere bereidheid van platenmaatschappijen om geld in nieuwe en nog onbekende acts te steken. Wij willen echter vernieuwende bands op het podium hebben, desnoods leggen we er zelf op toe". Integriteit staat hoog in het LVC-vaandel geschreven. Voor groepen met oprechte emoties en originaliteit in tekst en muziek gaan de deuren wagenwijd open. "Groepen die het achterste van hun tong laten zien, daar moeten we het van hebben". Goedkoop succes door uitgemolken formules daarentegen wordt geboycot. "Als ik die integere instelling geweld zou moeten aandoen dan stop ik er direct mee. Het LVC kan wat betalingen en afspraken betreft niets worden verweten. We laten de groepen vaak ook zelf meebeslissen. Ik leg ze dan bijvoorbeeld voor dat ze bij een entreeprijs van drie knaken kunnen rekenen op een volle bak. Doen ze er een knaak of meer bovenop, dat zijn er meer inkomsten, maar dan lopen ze grote kans voor een halfvolle zaal te moeten spelen". Hoogtepunten Op verzoek geeft Gijsman een rijtje LVC-hoogtepunten van 1983. "Blue Murder mag daarin niet ontbreken. Ik kreeg de rillingen toen die groep, die de hele avond te kampen had gehad met technische problemen, het presteerde om voor een handjevol mensen twee toegiften te geven. Ik heb de hele avond met Swie Tio staan swingen en beleefde dezelfde sensatie als bij het uit de hoes halen van een nieuwe elpee van de Rolling Stones. Verder, eh, New Hip Stillen: dat was geen seconde clichématig. Zeer knap hoe die jongens blues, Bulgaarse volksliedjes en weet ik allemaal meer wat met elkaar wisten te integreren. En verder Nasmak, die nieuwe elpee is ook weer het einde, The Gun Club, Clock DVA en de Cocteau Twins". "Dieptepunten? Dat verhaal in het Leidsch Dagblad over geweld en punk in het LVC. Ik voelde me geblesseerd. Ja, oké er is gevochten. Door en met punks, maar dat stuk heeft geleid tot een tijdelijke teruggang in de bezoekersaantallen en dat allemaal door één incident na driejaar schadevrij te hebben gedraaid". WIM KOEVOET V.l.n.r. Mart Rietbroek, Hans van der Peet en Steef Harlaar: er zijn hier geen uitersten zoals in Leiden. (foto Hoivuti Dick Boerefijn: het is commerciëler geworden, (foto wim Dijkman» Vier bekende landelijke popbands, enkele redelijk bekende artiesten en een stuk of wat goedkope bandjes die voor een krat bier komen spelen. Dat is zo ongeveer het concertseizoen van het Voorschotense jongerencentrum De Lindehoeve. Het programma is wel eens sprankelender geweest, beseffen de organisatoren. Maar, zo verklappen zij, er wordt gebroed op mogelijkheden de misère te ontvluchten. Zolang het ei nog niet is uitgebroed verzuchten ze: "We kunnen niet anders". Op tamelijk onbekende (nog geen hit), maar toch redelijk prijzige bands komt weinig publiek af, zo hebben ze vorig jaar april gemerkt. De Lindehoeve organiseerde toen 'regiopop'. Wekelijks contracteerde het jongerencentrum bands uit de Leidse regio zoals 'Hegt' en 'Fair Play'. De bands hadden nog nooit aan de hitparade geroken en de stal bleef angstwekkend leeg. Hooguit vijftig bezoekers lieten hun neus zien. "We verliezen veel geld op zo'n avond", zegt organisator Steef Harlaar. "Het is de moeite en het1 geld niet waard". Hetzelfde gold volgens hem voor het initiatief dat eind 1982 werd gelanceerd. Iedere week stond toen een new-wave band op het podium. De weinige belangstellenden kwamen voor een groot deel uit Leiden. "En dat is nu ook weer niet de bedoeling", aldus Steef Harlaar. "We zijn er per slot van rekening voor Voorschoten. We hebben het niet lang volgehouden", verzucht hij. Solisten Vervolgens besloten de plannenmakers om eens in de maand een ietwat grotere, maar nog steeds niet bijzonder bekende band te nemen, zoals 'The Div', 'De Brassers' en 'Next Crisis'. Ook dit sloeg niet aan. Het deed de organisatoren besluiten voortaan geen kleine bandjes te nemen: "Ze zijn namelijk toch tamelijk duur. Met sociale lasten erbij ben je al gauw 800 gulden kwijt, en je kunt aan de deur niet meer dan een rijksdaalder vragen", aldus mede-organisator Mart Rietbroek. Goedkope artiesten contracteren zou nog wel kunnen, bedachten de podiumvullers. Ook wanneer slechts vijftig mensen komen opdraven, draait De Lindehoeve nog quitte, was de filosofie. En het muziekcafé kreeg meer steun. Dit café laat wekelijks op donderdag folk- en bluesartiesten optreden. Vaak artiesten van faam. Maar goedkoop omdat ze solisten zijn. Gemiddeld komen er zo'n vijftig mensen op de kleinschalige optredens af. Een prima resultaat, heet het. Af en toe was de locatie - het kleine café- zëlfs te klein. Wanneer op 21 april de stal weer open gaat na een ingrijpende verbouwing, zal dit café dan ook verhuizen naar een beschermd gedeelte van de stal. Eens in de maand krijgen beginnende artiesten de kans in deze ruimte nummers ten gehore te brengen. Dit muziekcafé-project heet 'open podium' en het is de bedoeling dat de avonden een vrijblijvend karakter hebben. Wanneer de presentatoren van tevoren weten wie het podium bestijgt, vinden ze dat prettig, maar ze vinden het Met wisselend succes timmeren ze aan de weg: de kleine poppodia die elke week weer hun bestaansrecht moeten bewijzen als het gaat om het organiseren van muziekevenementen die ook voor mensen met een kleine beurs toegankelijk zijn. Waar het voor de Groenoordhallen en de Stadsgehoorzaal niet zo'n probleem is om met grote namen voor een volle bak te zorgen, daar hebben de kleintjes met hun doorgaans ideële opzet het aanzienlijk moeilijker. We zetten eens drie kleine regionale poppodia op een rij: het Leids Vrijetijds Centrum, Het Kasteel in Alphen en De Lindehoeve in Voorschoten. ook prima wanneer in het publiek iemand opstaat en spontaan zegt: ik ga nu eens even (mee)spelen. Sfeer De groepenpresentatie, die na de zomervakantie moet beginnen. Nadat het inmiddels legendarische Alphense podium 'Midas' van naam veranderde en 'Het Kasteel' ging heten, is het eigenlijk nooit meer goed gekomen. Het sfeervolle Midas werd ingeruild voor de kille betonnen bunker aan de Concertweg in Ridderveld. Met weemoed denken vele Alphenaren en Leidenaren terug aan de Midas-tijd. Muzikanten die in Midas hebben gespeeld noemden deze accommodatie vaak één van de lekkerste zaaltjes van Nederland om op te treden. Je mocht verwachten dat deze overgang een terugloop in de publieke belangstelling teweeg zou brengen. Een foute veronderstelling, want het gehuurde onderkomen van de vereniging 'Het Kasteel' loopt veel beter dan Midas deed. "Het draait beregoed", zegt coördinator Dick Boerefijn (29). Druk "Het grote verschil met de tijd dat we nog Midas heetten is dat het nu ook doordeweeks druk is. In Midas was het alleen druk bij een concert in de weekeinden. Maar dan was het wel stukken gezelliger dan nu. Midas had een erg aparte sfeer, ook als het wat rustiger was. Als je hier weinig bezoekers hebt, is het meteen kil en sfeerloos". "Midas was ook meer een rocktent, hier draaien we vaker disco. Het is inderdaad wat commerciëler geworden, maar dat heb je gewoon nodig. Op zondagmiddag zit het hier stampvol. Er komen dan gegarandeerd vijf tot zeshonderd man. Ze willen allemaal van dattum", Boerefijn zet een denkbeeldig glas aan zijn lippen en maakt met een soepele polsbeweging het bekende gebaar dat duidt op 'innemen'. Het is hard nodig dat er veelvuldig aan de tap wordt ingeleverd, want de huur die Het Kasteel aan de gemeente moet betalen is fors. Van diezelfde gemeente komt er in de vorm van subsidie wel weer wat geld terug, maar toch moeten Dick Boerefijn en de andere vrijwilligers op de kleintjes letten. De exploitatie liep het afgelopen jaar naar wens. „Het is anno 1983 geen makkie meer om de boel te runnen. Je betaalt veel belasting en ook de andere onkosten rijzen de pan uit. En dat terwijl we onze bierprijs op een schappelijk niveau willen houden", aldus Boerefijn die inmiddeld acht jaar als organisator bij Midas/Het Kasteel is betrokken. Anders Terwijl de Leidse tegenhanger van lijkt iets meer gestroomlijnd. Beginnende groepen uit de regio, die bereid zijn voor een krat bier een tijdje te spelen, moeten tevoren laten weten het podium te willen beklimmen, zodat de organisatoren het zó kunnen uitkienen dat er iedere Het Kasteel, het LVC, veel new wave en reggae op de planken brengt, is het aanbod in Alphen heel anders geaard. Het lijkt erop dat in Alphen meer op 'safe' wordt gespeeld. Veel oudjes (Bintangs, Brainbox, Barrelhouse), soms attracties als de Dolly Dots en vrijwel geen buitenlandse groepen. Boerefijn (bezitter van 1500 langspeelplaten) stelt het programma samen en verklaart zijn keuze als volgt: "Buitenlandse groepen spelen op zaterdagavond meestal in de grote steden, daar kom je dus niet tussen. New wave doet het hier niet zo goed. De liefhebbers van die muziek gaan meestal naar het LVC. En wat die Dolly Dots betreft, we willen in principe alles doen. Ik ga ervan uit datje voor je publiek bezig bent en niet voor jezelf. Als er geen hond meer komt is de zaak zo' naar de knoppen. Als het moet, zet ik André Hazes hier neer. Nogmaals veertien dagen twee drie bands zijn. Mart Rietbroek weet niet of er veel mensen zullen komen. Veel zal volgens hem afhangen van de verbouwing. "Nu is het hier nog een kale zaal', zegt hij. "En dat is een behoorlijke reden om weg te blijven. Straks moet het hier sfeer uitstralen". Hij maakt zich geen zorgen over de eventuele bezoekersaantallen Het zal De Lindehoeve geen geld kosten. Beter nog: het dient een goede zaak. Niet alleen vindt het jongerencentrum het belangrijk dat er live muziek is, maar ook probeert het "de jongeren cultuur te brengen en vermaak voor en door jongeren te bieden", zoals Steef Harlaar het formuleert. Hij beseft dat over dit verhaal een schaduw wordt geworpen doordat de goede bands die iets bekender, en dus duurder zijn, zoals 'Next Crisis', uit het zicht zijn verdwenen. Hij hoopt ze echter binnen handbereik te krijgen door een nieuw Lindehoeve-offensief. Het jongerencentrum wil binnenkort namelijk een brief sturen aan alle collega-jongerencentra in Nederland met de vraag of zij er iets voor voelen gezamenlijk bands te contracteren. Dit zou de kosten aanzienlijk kunnen drukken. Vooral buitenlandse bands zouden stukken goedkoper kunnen worden wanneer de centra de reiskosten samen delen. Maar ook Nederlandse topbands kunnen dan vaker naar de stal gelokt worden. Dit gegeven is verre van het gaat erom wat het publiek wil". Het relatief op zeker spelen van Boerefijn betekent niet automatisch dat Het Kasteel wekelijks volstroomt. Een optreden van Vitesse bijvoorbeeld was de eerste keer goed voor een vol huis, terwijl bij een volgend optreden van Van Boeijen c.s. het publiek de weg niet meer wist te vinden naar 'betondorp'. Zo ontstaat het gat van een halve ton dat in een half jaar moest worden toegelegd op de concerten. De financiële cijfers en de verdere gang van zaken bij Het Kasteel zijn voor Boerefijn geen reden om het roer om te gooien. "Gezien de resultaten van '83 is een verandering niet nodig. We gaan dit jaar op dezelfde voet door". DIRK-JAN ROELEVEN onbelangrijk omdat dit juist de bands zijn die het publiek naar De Lindehoeve weten te trekken. Geen uitersten Mart Rietbroek heeft hier wel een verklaring voor: "Het Voorschotense publiek denkt niet zo ruim. Ze komen alleen maar af op grote namen". Later in het gesprek merkt hij op dat er rekening mee gehouden moet worden dat Voorschotense jongeren eerder rechts dan links zijn en liever consumeren dan dat ze zelf wat doen". Er zijn hier geen uitersten zoals in Leiden", weet hij. Aarzelend geeft hij toe dat het "behoorlijk generaliserend is wat hij zegt". En helemaal zeker is hij ook niet van zyn zaak. Het jongerencentrum wil daarom een behoefte-onderzoek houden onder de Voorschotense jeugd van 16 tot 25 jaar. Hoe dit onderzoek moet worden opgezet weet hij nog niet. Evenmin weet hij hoe hij moet reageren wanneer het resultaat uitwijst dat het publiek nóg meer grote bands wil. In de huidige opzet van de Lindehoeve is het namelijk niet mogelijk nóg meer grote bands te lokken. Voor het contracteren van bands is per jaar een bepaald bedrag beschikbaar. Wanneer vier bands zo duur zijn dat ze het totale bedrag opsnoepen dat op de begroting staat, is het jongerencentrum uitgepoept. "Wellicht gooien we het systeem om", oppert Steef Harlaar "en tellen we de baropbrengsten en de resultaten van de kaartverkoop mee bg het opstellen van de begroting. Dan kunnen we heel veel grote bands halen omdat die geld in het laatje brengen", zegt hij met een allesbehalve stralend gezicht. PAUL VAN DER KOOY

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 25