H Hl JW\ w 'Een machinist vergeet zo'n gezicht nooit meer' [A n r LJ LJ kja T 1 M Steeds vaker werpen mensen zich voor de trein ZATERDAG 14 APRIL 1984 PAGINA 19 Vorig jaar wierpen 480 mensen zich voor de trein. Een triest record dat, naar moet worden gevreesd, wel weer overtroffen zal worden. Want steeds vaker worden machinisten geconfronteerd met een zelfdoding. Een gruwelijke ervaring die niet zelden leidt tot nachtmerries, enorme spanningen en ziekten. De machinisten worden grotendeels aan hun lot overgelaten want voor de Nederlandse Spoorwegen is herstel van de normale treinenloop belangrijker dan aandacht en opvang van de machinisten. Daar moet verandering in komen, vindt de machinistenvereniging. Bijlage van het Leidsch/Alphens Dagblad langs de spoorbaan fietsen. Le vensgevaarlijk". Nachtmerries Sinds kort is Van Ewijk ook hoofd conducteur. Hij wilde wel eens weten 'wat er allemaal achter de rug van een machinist gebeurt'. Bovendien maakt hij zo plaats in de kabine voor jonge machinis ten. In zijn functie van conduc teur maakte hij drie weken gele den zijn eerste ongeluk mee, op de Noorderdijk in Dordrecht. "Ik heb er nog steeds nachtmerries van, heb er nachten niet van kun nen slapen. En mijn hele gezin heeft eronder geleden. En toch, ik heb gedaan wat ik móest doen, zowel als mens als beambte. Die man was dood, ik heb zijn pols nog gevoeld. Hij was helemaal blauw aangelopen, en rood van het bloed. De auto waarin die man zat was verfrommeld tot een lucifersdoosje". "En dan nog, terwijl zo n man met een half lichaam uit een auto- raampje hangt, komt er een va der met een kind aan de hand kij ken wat er gebeurd is. Dan moet je ook nog als bewaker optreden en zo'n man toespreken. Als fk nou na weken nóg dat gezicht voor me zie, moet zo'n kleuter dat dan ook zien? De machinist heb ik trouwens ook weggehou den. Ik zei: ga jij maar achterin de trein zitten, een sigaretje ro ken. Ik ben zelf machinist, ik weet wat het is om niet opgevan gen te worden". De Vereniging Van Machinisten strijdt voor een betere opvang. "Nu is het zo dat de groepschef als het even kan na een ongeluk naar je toekomt. Maar soms kan dat niet, terwijl ik er drie weken geleden toch erg veel aan heb ge had. We willen dat de 'sociale unit' van de NS zich eens serieus gaat buigen over een goede op vang van machinisten. Vooral omdat nu het onzalige plan is op gevat om het aantal lijnen zonder conducteur uit te breiden van twee naar veertien. Dan dan staat de machinist er helemaal alleen En zelfmoorden en ongelukken zijn niet de enige oorzaken van alle spanningen. Er zijn ook de onregelmatige werktijden die nauwelijks in geld worden uitge drukt. Van Ewijk: "Een gemid delde machinist verdient, de toe slagen meegerekend, 2100 gul den schoon in de maand. Dat is toch veel te weinig voor iemand die zo'n verantwoordelijkheid draagt". "Want je moet niet vergeten, hoe voorzichtig hij ook moet zijn, er wordt ook nog eens van hem ver langd dat de trein op tijd aan komt. Bij dichte mist blijft een vliegtuig aan de grond staan, maar de trein rijdt door". Zijn vrouw: "En als het nu maar wat beter werd betaald, dan wist je waarom je dit allemaal door maakte. Dan was er de genoeg doening". Trammelant En dan heb je ook het toenemende vandalisme, de agressiviteit van de tegenwoordige treinreiziger. "De meeste mensen zien een conducteur als iemand die kaar tjes knipt en op een fluitje blaast. Maar als je wist wat er allemaal nog meer aan te pas komt. Er schijnen nog steeds mensen te zijn die helemaal niet weten dat je moet betalen voor een trein- reisje. Die maken de grootste trammelant wanneer je ze een kaartje wilt verkopen. En dat loopt wel eens op vechten uit". Dat al deze zaken de machinisten (en conducteurs) niet in de kou de kleren gaan zitten, bewijzen cijfers over ziekteverzuim en af keuringen. Jaarlijks wordt bijna een vijfde van het totale bestand aan machinisten van 55 jaar en ouder afgekeurd. Het ziektever zuimpercentage onder machinis ten bedroeg bijvoorbeeld in 1981 meer dan elf procent. Toch wil Van Ewijk, nu pas veer tig. proberen tot zijn pensioen als machinisbconducteur te blijven werken. Of dat pensioen nu over zeventien of pas tweeentwintig jaar komt. "Want het blijft een mooi beroep. Of ik dan ook een leuk voorval weet? Nou nee, ik denk niet dat er machinisten zijn die echt veel leuke dingen mee maken met de passagiers". "Een reiziger, dat is toch eigenlijk iemand die de trein ziet als een middel om van plaats A naar plaats B te komen? Wie erop zit. dat kan hem eigenlijk niet zoveel schelen. Als ie maar zorgt dat de trein op tyd in plaats B aankomt. Want o wee!" rails te zwaaien naar de trein. Een machinist die dan over zo ie mand heenrijdt, die vergeet het gezicht van die man nooit meer". Van Ewijk prijst zich gelukkig dat hij tot voor kort weinig ervaring had met dit soort dingen. Een uitzonderlijk gegeven voor ie mand die al bijna tien jaar 'op de bok' zit. "Ik was 's nachts, in het donker, wel eens over iemand heengegaan, maar dat merkte ik niet echt. Dan rapporteerde ik dat ik daar en daar over een hob bel was gegaan. Of de volgende machinist eens wou opletten. Maar wanneer er inderdaad iets lag. dan wist ik toch nooit zeker dat ik het gedaan had. Want er waren zoveel treinen langs geko- "Een machinist zou zo graag iets doen om een ongeluk te voorkomen. Maar er is geen stuur dat hij om kan gooien, er is geen mogelijkheid tot uitwijken" (archlefTo door Conny Smits Spijt Van Ewijk werd tien jaar geleden door zijn vrouw geattendeerd op de advertentie van de spoorwe gen waarin machinisten werden gevraagd. Na tien jaar ligt het be roep hem inmiddels na aan het hart. "Ik wil het niet idealiseren. De waarheid, dat het vak van ma chinist helemaal niet zo roman tisch is, moet nu eens op tafel. Maar in wezen is het een mooi, vrij beroep". Zijn vrouw echter, die heeft spijt als haren op haar hoofd. Ze ziet haar man liever vandaag dan morgen van baan veranderen. "Want een gezin van een machi nist, dat is geen gewoon gezin meer. Weekeinden? Dan moet hij werken. Feestdagen? Moet ie werken. Echt, hij is er niet of hij moet om negen uur 's avonds al naar bed omdat hij vroege dienst heeft. Voor onze vier kinderen ook geen geweldige situatie". Hij werd destijds als enige gekozen uit een groep van 57 sollicitan ten. Van Ewijk voegt er direct aan toe dat het niet is om zich op de borst te slaan, maar als machi nist moet je nu eenmaal aan een aantal voorwaarden voldoen. "Ik had als vooropleiding alleen LTS, maar je moet in dit vak ook ontzettend flexibel zijn, stressbe stendig en situaties kunnen beoordelen en ernaar handelen". Zes jaar deed ie erover om een vol leerd machinist te worden die ook passagiers over het baanvak mag vervoeren. Want de eerste cursus van zes maanden geeft al leen nog maar uitzicht op het be sturen van 'het kleine karretje'. Daarna komen pas de cursussen voor de diesel-elektrische loko- motief en treinstellen. "Over wat te doen na een ongeluk leer je daar niet veel. Het gaat meer om de technische kanten en de spoorwegwetgeving". Met een snelheid van 160 kilo meter per uur dendert de trein door het weideland schap. De machinist in zijn kabine geeft zijn ogen goed de kost. Zoals altijd houdt hij nauwlettend in de gaten wat zich vóór hem op het baan vak afspeelt. Zijn hand ligt ontspannen op de dode- mansknop. De trein is een spoorwegover gang al heel dicht genaderd wanneer daar ineens die fiet ser opdoemt. De adem stokt de machinist in de keel. Het liefst kneep hij nu de ogen stevig dicht. Danmaar de verwachte klap blijft uit. De fietser is op het laatste nip pertje tot stilstand gekomen. De man in de kabine slaakt een zucht van verlichting. Er zijn machinisten die op zo'n ma nier hun dagelijkse traject afleg gen. Bij elke overgang zitten ze weer in spanning. Want bijna al lemaal hebben ze óók wel eens meegemaakt dat het niet goed af liep. Dat er een fataal ongeluk ge beurde of, wat steeds vaker voor komt, dat iemand zich voor de aansnellende trein wierp om op die manier een einde aan het le ven te maken. Zonder twijfel een traumatische gebeurtenis, maar wie denkt dat er voor zo'n machinist een maat schappelijk werker of psycho loog klaar staat voor de geestelij ke opvang, komt bedrogen uit. Ook het praatje dat machinisten wéken verlof krijgen na zo'n ge beurtenis, berust op louter fabel tjes. Integendeel. De machinist die bui ten zijn schuld iemand dood rijdt, wordt aan een uitgebreid onderzoek onderworpen. Heeft hij echt geen fouten gemaakt? Bovendien, wanneer iemand op een baanvak is verongelukt, zijn de NS-procedures er volledig op gericht de normale treinenloop zo snel mogelijk te herstellen. De dienstregeling is immers wet bij de spoorwegen. Daaraan, en aan de veiligheid, is al het andere on dergeschikt gemaakt. Maar een machinist is ook niet van staal. Onderzoek heeft uitgewe zen dat machinisten het moeilijk blijven hebben wanneer zij met hun treinstel opnieuw de plaats van een dodelijk ongeluk passe ren. Na zo'n ongeval is de machi nist zich constant van één ding bewust: ook de dood is een regel matige passagier van zijn trein. Cijfers staven die gedachte: gemid deld valt er elke dag een en drie kwart dode op het Nederlandse spoorwegnet. Vorig jaar wierpen zelfs 480 mensen zich voor de trein, een triest record. Daar naast raakten er nog eens een paar honderd mensen gewond nadat ze in aanraking met een trein waren gekomen. Voor de machinisten zijn dat feiten die weinig bijdragen tot de arbeids vreugde. Slijtend De Vereniging van Machinisten (VVM) bracht deze week een wit boek uit waarin wordt verhaald van de spanningen waaraan ma chinisten blootstaan tijdens hun werk. Want de vereniging, waar bij driekwart van de 3617 machi nisten is aangesloten, is boos. Zij had haar zinnen gezet op de zo genaamde selektieve uittreding (SUT-iegeling), bedoeld voor NS-medewerkers van zestig jaar en ouder die werken in zeer be lastende en slijtende functies. Het kabinet weigerde onlangs zijn goedkeuring te geven aan een uitbreiding van deze rege ling. Een akkoord tussen NS en vakverenigingen ten spijt. De WM besloot daarom eens een 'witboekje' open te doen over de machinist en zijn werkomstan digheden. De resultaten daarvan werden dinsdag aangeboden aan de voorzitter van de vaste kamer commissie voor verkeer en wa terstaat. Bedoeling is Den Haag er alsnog van te overtuigen dat het machinistenvak zo zwaar is dat pensioen op 57-jarige leeftijd geen overbodige luxe zou zijn. Uit het witboek blijkt inderdaad dat het beroep van machinist niet zo romantisch is als kleine jongens zich wel voorstellen in hun toekomstdromen. Het is veel narigheid en weinig opvang wat de klok slaat. "De machinist die binnen een week met twee zelfmoorden werd geconfron teerd, kreeg naderhand alléén een belangstellend telefoontje van de politie". Machteloos HHiM Henk van Ewijk (40), vice-voorzit- ter van de VVM, kan erover mee praten. Weliswaar maakte hij tot voor drie weken geleden nooit bewust een dodelijk ongeval mee, van collega's wist hij allang hoe zo'n gebeurtenis blijft vreten aan je. "Verlof, een maatschap pelijk werker? Laat me niet la chen, was het maar waar. Nee, al les is erop gericht eerst de offi ciële zaken af te handelen. En dan valt het sociale aspect gauw weg". Hij kent collega's wie het al dertig keer is overkomen dat zich ie mand voor het treinstel wierp. Er zijn wel plaatsen waar het vaker voorkomt dan ergens anders ja. De lijn Leiden-Haarlem, langs psychiatrisch ziekenhuis Voge lenzang is er één van. De machi nisten geven daar altijd maar een waarschuwingstoeter voor alle zekerheid. "En dan vooral wan neer de blaadjes groen worden of gaan vallen". Het ergste voor de machinist is dat hij zich zo machteloos voelt, vol gens Van Ewijk. "Hij zou zo graag iets doen om een ongeluk te voorkomen. Maar er is geen stuur dat hij om kan gooien, geen mogelijkheid tot uitwijken. Er zijn maar twee dingen die hij kan doen: de remkraan opengooien en de dodemansknop loslaten. Maar dan nog duurt het achthon derd meter voor de trein stilstaat, en dat is meestal te laat". Eigenlijk is er nóg iets dat een ma chinist kan doen, zegt Van Ewijk even later: "Zijn ogen stijf dicht. Want er zijn erbij, dat is heus waar, die staan gewoon tussen de Van Ewijk zou dat verbeterd wil len zien. Maar ook pleit hy voor filmmiddagen op scholen. "Zo dat elk kind weet dat een trein niet zomaar stilstaat. Dat er, wan neer er een bel gaat rinkelen, bin nen tien of vijftien seconden een trein aankomt. En dat je dan be slist niet nog even snel onder de bomen door kunt. En wat ik ook vaak zie, vooral op de lyn Lei- den-Den Haag ter hoogte van Voorschoten, dat kinderen vlak Bij elke overgang is er die spanning: remt die auto nog tijdig af of niet?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 19