Een nieuwe anti-nagelbijtkuur Woudenberg ziet niet om in wrok ZATERDAG 7 JANUARI 1984 Extra PAGINA 17 Willem Woudenberg bij de Zeister ruïne, die een brouwerij annex biermuseum moet gaan worden. In zet: Woudenberg in 1981 als de geroemde en verguis de aanvoerder van een voedseltransport naar Polen. Foto's Henk Tukker/ANP) De cowboyhoed - zijn handelsmerk als voorzitter van de Alphense truckersvereniging Holland Duck Club draagt hij niet meer. Die herinnert hem teveel aan de roerige jaren die achter hem liggen. Maar dat neemt niet weg dat Willem Woudenberg weer boordevol plannen zit. Miep Hoenson zocht hem op. Er is een periode in zijn leven geweest waarin Willem Woudenberg (38) schichtig langs chauffeurscafés liep. Koud terug als bejubeld leider van een kerstvoedseltransport naar Polen werd twee jaar geleden nationale verguizing zijn deel toen hij en zijn chauffeursvereniging Holland Duck Club in Alphen werden verdacht van verduistering van vijf ton, achtergehouden na het Truckstar-festival, dat in oktober 1981 werd georganiseerd. De zaak werd wegens gebrek aan bewijs geseponeerd. Maar voor Woudenberg zelf had de geschiedenis nog een vervelend staartje: tijdens het wroeten in de Holland Duck Club-papieren kwam naar boven dat hij als WAO-er steunfraude had gepleegd Via zijn vereniging bleek hij te hebben 'bijgeklust'. In november vorig jaar werd hij daarvoor veroordeeld tot drie weken gevangenisstraf. Maar laat niemand denken dat de ex-Alphenaar stilletjes in een hoekje is gaan zitten. Aan levenslust en plannen ontbreekt het hem allerminst. De geboren prater Woudenberg vertelt net zo gemakkelijk over de achterliggende periode, de nationale roem die zo snel door verguizing werd gevolgd, als over zijn vele plannen. Geenszins gedwarsboomd door drie weken onvrijwillige opsluiting - zijn advocaat heeft gratie voor hem aangevraagd - of door zijn verhuizing naar Zeist laat hij binnenkort in de Leidse regio weer van zich horen. Een truckersfestival in de Leidse Groenoordhallen staat gepland voor april. En zijn chauffeursvereniging kan op Woudenbergs niet aflatende energie rekenen. Daarnaast heeft hij in zijn nieuwe woonplaats het nodige om handen. Woudenberg is, kortom, een man die nooit stil zal kunnen zitten. Al is hij honderd keer gehandicapt (90 procent van zijn gezichtsvermogen verloor hij bij een ongeluk) of al houden de ambtenaren van de WAO hem nog zo nauwlettend in de gaten. Alleen houdt hij die heren nu zorgvuldig van zijn werkzaamheden op de hoogte, "want ze zullen Woudenberg niet voor een tweede keer pakken". Geen wrok Hij zegt het zonder iets van wrok of spijt in zijn stem te laten doorklinken. Achteraf zegt hij alleen maar verbaasd te zijn dat de deuren, die na de Polen-trip allemaal wijd open stonden, door de verduisteringsaffaire even later met een rotklap werden dichtgesmakt. "Door zo'n smerige actie. Alle goodwill die de chauffeurs met dat transport naar Polen opbouwden werd in twee dagen tijd afgebroken. Van het ene op het andere moment werden de Nederlandse chauffeurs de dieven van Polen genoemd. En ik kon er niks tegen doen. Echt, dat vond ik triest. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor die hardwerkende en goedwillende chauffeurs." De Holland Duck Club heeft door alle negatieve publiciteit wel een knauw gekregen, maar de club is nog altijd springlevend. Zo houdt door Miep Hoenson ze (lees: Woudenberg) zich momenteel bezig met het opzetten van een bewakingsdienst voor de vrachtwagens, die in Alphen verplicht geparkeerd worden op een terrein bij het sportpark De Bijlen. Die concentratie van wegreuzen heeft tot gevolg dat alles wat los en vast zit wordt gesloopt. Volgens Woudenberg loopt de schade aan gestolen of vernielde radio's, voorraden en ijskastjes in de tonnen per jaar. Omdat de Alphense politie er ook niet dag en nacht kan surveilleren wil Woudenberg dat bewakingswerk in de toekomst aan werkloze chauffeurs overlaten. "Die mensen moeten weer bij hun oude wereldje worden betrokken. Het is zo'n simpel plan. Je zet er een bouwkeet neer met twee man en alle vernielingen en diefstallen zijn verleden tijd. Maar ja, ik ken de regels nu, en er zal dan ook heel wat tijd overheen gaan voordat we het voor elkaar krijgen. Want dergelijk vrijwilligerswerk moet aan allerlei voorwaarden voldoen. Het moet direct afbreekbaar zijn, niet concurrentievervalsend tegenover de bestaande arbeidsmarkt. Wij als Holland Duck Club pretenderen niet een professionele bewakingsdienst op te zetten, dus volgens mij voldoen we aan alle voorwaarden. De gemeente Alphen staat niet onwelwillend tegenover onze plannen. We zullen zien". Biermuseum In zijn nieuwe woonplaats poogt hij een ruïne bij Slot Zeist haar oude bestemming, het brouwen van bier, terug te geven. Daarvoor hebben Woudenberg en consorten de Stichting Bevordering tot het Behoud van de Nassau-brouwerij in het leven geroepen. Onder de vlag van deze 17e eeuwse slotbrouwerij moet een compleet dorpje verrijzen met een nationaal biermuseum, huisjes met oude ambachten en diverse horeca-gelegenheden. Dezer dagen zijn de plannen bij de gemeente ingediend: het is de bedoeling dat er medio april met de restauratiewerkzaamheden wordt begonnen. "Een stukje Holland-promotion", dat moet het meest recente geesteskind van Woudenberg worden. En dan doen ook de voorbereidingen voor de truckshow, medio april in de Groenoordhallen, Woudenberg nog geregeld in de trein richting Leiden stappen. Die vrachtwagen blijft als een rode draad door zijn leven lopen. Louter omdat hij als jongetje geobsedeerd was door "die knapen". Als het even kon torende hij op de bestuurdersplaats. Zelfheeft de voorzitter van de Holland Duck Club dit veelbezongen beroep geen dag uitgeoefend, tot grote ergernis van menige collega-vereniging. Van huis uit is hij verkoper. "Ik weet mensen enthousiast te maken. Ze zeggen over mij altijd: daar heb je Woudenberg weer, die begint weer wat. Kijk, je hebt mensen met de meest fantastische plannen die nooit één stap verder komen. Omdat ze die overtuigingskracht missen en omdat ze geen doeners zijn. Als het moet haal ik de onderste steen boven. Ik merk altijd weer dat ik mensen meekrijg door m'n enthousiasme. Want ik wil niet in een hoekje gaan zitten klagen dat we naar de donder gaan. Dat is wat de meeste mensen doen. Ik wil niet berusten in die WAO. Als het even kan stap ik die WAO uit en creër ik zelf werk in plaats van af te wachten of het ooit naar me toekomt". Duckies Dergelijke beschouwingen vormden ook de basis voor de oprichting van de Holland Duck Club, nog altijd de grootste chauffeursvereniging van ons land. Door Woudenberg vier jaar geleden op poten gezet. In zijn nieuwe woonplaats Alphen raakte hij onder de indruk van Convoy, een bioscoopfilm met en over vrachtwagens. "Machtig was dat. Die hoofdrolspeler reed op een zwarte Mac en hij had voorop zijn kar een rubber eendje. Over zijn boordradio meldde hij zich als rubber duck. Dat liet mij en een aantal kennissen niet los. Dus ik naar een bedrijf in Alphen waar ze van dat schuimspul hadden. Thuis heb ik met behulp van een aardappelmesje zo'n duck gemaakt. Toen het ding op de markt werd gebracht opperde men in een aantal chauffeurscafés om er een vereniging omheen te maken. En zo werd dat duckie de mascotte voor de vrachtrijder en voor de Holland Duck Club. En het mooiste was dat het balletje vanzelf steeds verder rolde. Al heel gauw werd ik opgebeld vanuit Duitsland of dat duckie daar ook gebruikt mocht worden. Weetje dat dat ding nu in 38 verschillende landen wordt gemaakt?" Kassa dus voor Woudenberg? Hij zegt dat de revenuèn van duckie, truckersblad, speldjes en t-shirts goeddeels aan hem voorbij zijn gegaan. "Anderen waren zakelijker dan ik. Toen met die hele verduisteringsaffaire werd me bijvoorbeeld gezegd dat het beter was als ik m'n handen van dat blad aftrok. Mijn naam was te besmet". Doodgezwegen Zijn naam is twee jaar nadat de storm over hem heentrok nog altijd beroemd en berucht. Waar Woudenberg ook komt, overal wordt hy herinnerd aan zijn huilende kreet voor het oog van de tv-camera's: 'We gaan toch naar Polen, hè jongens?', dan wel aan de affaire die vlak daarop voor de kater zorgde. De één slaat hem joviaal op de schouder. De ander zal hem bijtend 'oplichter' toevoegen. Het deert Woudenberg niet in het minst. Hij is in staat om degene die hem hekelt een pilsje aan te bieden. Maar op schouderklopjes zit h^j evenmin te wachten. Vooral niet van de mensen die achteraf zeiden al die tijd pal achter hem en zijn Holland Duck Club te zijn blijven staan. "Want in die rottijd zwegen ze. En verder weet ik hoe het gaat in Nederland. Met kritiek staat iedereen meteen klaar. Er werden, en het gebeurt nog steeds trouwens, de meest vreselijke dingen over me geschreven en gezegd. Ik kon me toen helemaal nergens vertonen of ik werd uitgescholden voor zakkenvuller of oplichter. Maar je denkt toch niet dat toen al die verdachtmakingen onjuist bleken er iemand is geweest die dat heeft geschreven of z'n excuses heeft aangeboden? Welnee, het werd doodgezwegen. Voor mooie verhalen achteraf koop ik niets. Daarom, dat schouderklopje hoef ik niet. Maar ik wil ook niet onderuit gehaald worden". Voor verstokte kluivers is er nu in Leiden een doeltreffen de anti-nagelbytkuur: de uit Amerika overgewaaide nagel van keihard kunsthars, waar van geen millimeter kan wor den afgeknabbeld. Niet van echt te onderscheiden. Gedu rende de weken waarin de nagelbijter trots met die lan ge nepnagels rondloopt groeit de eigenlijke hoornen bekleding van de vingertop pen in alle rust weer aan. Te gen de tijd dat de kunstnagel door de eigenlijke nagel wordt verdreven is negentig procent van de nagelbijters van deze vervelende gewoon te af. Want een probleem is het nagelbij ten zeker voor een groep die uit vele honderdduizenden Neder landers moet bestaan. Het zijn niet per definitie de meest ner- veuzen onder ons. Juist de ver dacht bedaarde types lopen vaak met afgekloven vingers rond. Met name mannelijke nagelbij ters schijnen de schouders over hun 'gebrek' op te halen. Vrou wen daarentegen worstelen er mee, trachten die handen het liefst zo diep mogelijk weg te stoppen, als ze de eeuwige strijd met vies smakende middeltjes en plaknagels hebben opgege ven. Dat die strijd vermoeiend is staat buiten kijf. "Je houdt het niet voor mogelijk wat je pro beert om er af te komen", zegt de Leidse Sandra Heruer, die tij dens het gesprek opvallend en zichtbaar trots met haar kunstna gels in de rondte zwaait. Lotge note Tiek Crumperman onder nam eveneens tientallen pogin gen om van haar gewoonte af te Bovendien krijgt Anja klanten die al wel van het kluiven af zijn, maar die met jarenlang nagelbij ten spatelvormige vingertoppen hebben gekweekt. De meeste ex- nagelbijters zitten nu met ver vormde, brede en korte nagel tjes. De hoekjes groeien in de zij kant van de nagelriem in plaats van naar voren. De witte randjes verschijnen al op de gedeelten waar de nagelbijter destijds op hield met kluiven. Doordat de kunstnagel op het nagelbed drukt groeit de eigenlijke nagel een stuk verder door in de eigen lijke vorm: in de lengte in plaats van in de breedte. De vingertop pen worden spitser. Afblijven De nieuwste anti-nagelbijtkuur is niet echt goedkoop, maar ook niet schrikbarend duur. Het aan brengen van tien nagels, een werkje waarmee Anja gemiddeld anderhalf uur zoet is, kost hon derd gulden. Het bijvullen komt op 35 gulden. Een harsnagel die onverhoopt mocht breken wordt gratis gerepareerd. Kuristnagels kunnen knappen, vooral als ze door het ontbreken van echte na gels weinig houvast hebben. Grote vraag blijft natuurlijk of de klanten na een x-aantal weken van hun nieuw aangegroeide na gels kunnen afblijven. Sandra en Tiek denken van wel. "Ik kom nu immers al die weken niet in de verleiding, want er valt ge woon niets te bijten. Bovendien sta je psychisch veel sterker om met bijten te stoppen als je al na gels hebt", vindt Sandra Heruer. Tiek: "Ik vraag me nü al af waarom ik mezelf vroeger al die ellende heb aangedaan. Ik geniet hier zo van, dat zal iemand die niet bijt nooit kunnen begrijpen". MIEP HOENSON komen. Niets hielp. "Al die ver gifmiddelen die je op je nagels moet smeren helpen op den duur niets. Je bijt er gewoon door heen, je proeft die troep niet eens meer". Beiden kunnen nauwelijks wach ten totdat hun eigen nagels voor het eerst sinds jaren tevoorschijn zullen komen. Ze zullen geduld moeten opbrengen. Nagels groeien slechts twee drie milli meter per week. Tot die tijd doen ze het met de kunstnagels van de schoonheidssalon 'See You' die het nieuwe middel als eerste in Leiden introduceerde. Tot grote verrassing van Tiek en Sandra. Dacht de één ervoor naar Am sterdam te moeten, de ande stond al op het punt om Rotterdam af te reizen. Ze had den er desnoods voor naar Gro ningen willen gaan. Totdat ze hoorden dat de methode ook naar Leiden was overgewaaid, en daar zitten ze nu. Hars Een geduldwerkje is het aanbren gen van kunstnagels wel. Een he le kunst ook: "Er gaan toch wel vijfhonderd paar handen door heen voordat je voor jezelf kunt beginnen", concludeert Anja Ca- verlé, die op sommige dagen wel twaalf uur lang aan andermans handen zit te prutsen. Op de afgeknabbelde nagels brengt ze de kunsthars (een poe der, vermengd met vloeistof) met behulp van een mal aan. De hars Brigitte Kognee midden) en Anja Caverlé rechts), die de kunst nagel als hebt mensen die net zo lang kluiven tot die nagel er helemaal af is". de één twee weken moeten de klanten bij Anja terugkomen om op de aangegroeide stukjes nagel nieuwe hars te laten aanbrengen, te polijsten en te controleren of alles nog in orde is. Tegen de tijd dat de echte nagel is aange groeid, na twee drie maanden, eersten in Leiden introduceerden: "Je wordt vrijwel direct keihard. Het goedje is doorschijnend en na het vijlen lijkt het net of er echte, lange nagels op de vingertoppen zitten. Met een mooi kleurtje is het helemaal af. Onder de kunst hars krijgt de nagel de kans om ongestoord door te groeien. Om zijn de klanten - hopelijk - van hun dwangmatige handeling af. Zo ver is Tiek Crumperman nog niet. Wel is haar hele houding door die luttele centimeters na gel méér al radicaal veranderd. Was ze tot voor kort in aanwezig heid van anderen constant bezig met het verstoppen van haar handen, nu treedt ze de wereld stukken meer ontspannen tege moet. Daar komt het praktische aspect aan het hebben van na gels bij. Tiek: "Als ik vroeger geld liet vallen deed ik net of het niet van mij was. Ik had immers geen houvast, ik kon het gewoon niet pakken. Met geld dat op een gladde tafel of toonbank lag was het ook altijd worstelen. Je mist gewoon de grip". Geen gezicht Het moge duidelijk zijn dat het niet alleen ijdelheid is die nagelbij ters drijft tot het aanmeten van de kunstharsnagels. Volgens 'na geldeskundigen' Ar\ja Caverlé en Brigitte Koghee van schoon heidssalon 'See You' speelt het uiterlijk natuurlijk mee. "Die afgekloven stompjes zijn toch geen gezicht? Maar ik krijg hier mensen die hun nagels tot bloe dens toe hebben opgegeten. Sommigen hebben alleen nog maar een nagelbed, anderen ko men met nagels die zo kort zijn dat ze geen millimeter verder kunnen worden afgebeten. Je hebt mensen die dan óp de nagel verder gaan kluiven, net zo lang tot hij er helemaal af is. Ik heb zelfs een klant die haar nagels er afwrijft. Sommigen bijten in hun slaap nog. En nagelbijten brengt heel wat gevaren met zich mee, wantje vingers kunnen gaan ont steken. Fijt is zo'n enge ontste king die nogal eens voorkomt bij fervente nagelbijters".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 17