Orwell
van
In het voetspoor
De
kolenboer
PAGINA II
Kerstbijlage Leidsch/Alphens Dagblad
ZATERDAG 24 DECEMBER 1983
projecten heeft, omdat vervoer
van en naar Jura alles zo duur
maakt. Zoals al gezegd: leven
en beschaving lijken er lang
zaam uit te doven. Het was op
dit eiland dat George Orwell
zijn beklemmende meester
werk „1984" schreef.
Bouwstenen
George Orwell - dat was zijn
schrijversnaam. Hij heette ei
genlijk Eric Blair en werd in
1903 in India geboren als zoon
van een lagere ambtenaar. Zo
als in die tijd gebruikelijk was,
ging zijn moeder in 1911 met
hem en zijn twee zussen naar
Engeland zodat de kinderen
daar onderwijs konden volgen.
Zo kwam de jonge Orwell op
achtjarige leeftijd op een kost
school in Zuid-Engeland te
recht. Later is wel gezegd dat
het regime op deze strenge
school - v/aar hij toch al uit de
toon viel temidden van de ove
rige jongens die vrijwel alle
maal van zeer gegoede komaf
waren - de eerste bouwstenen
heeft geleverd voor het beeld
van de totalitaire staat in
„1984".
Dank zij een beurs kon Or
well in 1917 naar Eton, ook nu
nog beschouwd als een van de
beste scholen in Engeland voor
jongens in de puberteit. Daar
maakte hij de belofte niet erg
B. Cramer is kolenboer aan
de Leidse Hogewoerd. Hoe
somber wordt 1984? "Goh,
meneer, denkt u nou eens goed
na! Hoe lang zitten wij in dit
land al niet met aardgas?
Natuurlijk, er zijn mensen die
er een kachel bijnemen, maar
echt veel zijn dat er toch niet".
Hij verlangt wel eens terug
naar de tijd dat de centrale
verwarming nog niet op grote
schaal was ingevoerd. "Zo'n
kachel, jongen, dat is toch
gezellig. Veel gezelliger dan
zo'n centrale verwarming in elk
geval".
Zijn stemgeluid verraadt dat
hij heimwee heeft naar de
dagen dat de gehele familie 's
avonds rond de potkachel ging
zitten om een partijtje
Mens-erger-je-niet te gaan
spelen.
Hij vervolgt zijn relaas: "Weet
je wat het is: er zijn
tegenwoordig genoeg mensen
die weer een kachel willen
hebben, maar het kan niet
meer. Want wat doen ze: ze
slopen tijdens de renovatie de
schoorstenen. Ja, daar zitje
dan. Daardoor krijg je nooit
meer de kans om te genieten
van die lekkere, droge warmte
van de kachel. Kent u dat nog?
Die lekkere, droge warmte?"
De opkomst van de centrale
verwarming duidt hij aan als
een gasexplosie. Vóór die tijd
had hij een mooi leven. En nu'
Ach, hij is al op leeftijd en je
waar: zijn prestaties op deze eli
teschool waren in elk geval zo
danig dat'hij geen beurs voor
een goede universiteit kon krij
gen.
Daarom besloot Orwell in de
schreden van zijn vader te tre
den en in de koloniale dienst te
gaan. Zo kwam hij in 1922 als
aankomend politieman in Bir
ma. Hij bleef er vijf jaar, lang
genoeg om een grote weerzin
tegen het Britse imperialisme
op te bouwen, en nam toen zijn
ontslag.
Vervolgens nam Orwell een
ongebruikelijke stap: hij kon
digde zijn familie pontificaal
aan schrijver te willen worden.
Deels gemotiveerd door die
ambitie, deels als gevolg van
vage socialistische idealen
bracht hij de volgende jaren
van zijn leven grotendeels door
onder zwervers in Londen en
armen in Parijs.
Terwijl hij in de beginjaren
'30 zijn eerste echte boeken
schreef (daarvóór had hij al wat
journalistiek werk gedaan), had
Orwell tal van baantjes. Zo was
hij enige tijd leraar, werkte hij
in een boekwinkel en stonden
hij en zijn vrouw Eileen een
tijdje in een dorpstaveerne.
Spanje
In 1937 reisden Orwell en zijn
vrouw naar Spanje, waar hij als
1984
zou kunnen zeggen dat het
verkopen van kolen gewoon
een hobby van hem is
geworden.
"Ik dien mijn tijd wel uit. Ik
somber? Luister eens: ik ben
gezond en dat is toch het
belangrijkste, niet? Verder is er
verslaggever de burgeroorlog
wilde beschrijven. Spoedig
evenwel vocht Orwell aan repu
blikeinse zijde mee. Daarbij
raakte hij ernstig aan zijn keel
gewond. Nog maar net her
steld, moesten George en Ei-
leen ijlings Spanje verlaten,
omdat ze het risico liepen geë
xecuteerd te worden.
In zijn boek „Homage to Ca
talonia" schreef Orwell over de
voor hem schokkende ervarin
gen in Spanje. Schokkend
vooral omdat hij had moeten
meemaken hoe de volksrevolu
tie was „verraden" door op de
Sovjet-Unie gerichte ^commu
nisten. Later zou hij daar nog
eens op terugkomen in zijn
bestseller „Animal Farm".
Toen de oorlog uitbrak, pro
beerde Orwell in het leger te
komen. Daar werd hij gewei
gerd, omdat hij al een hele ge
schiedenis als tbc-lijder achter
zich had. Orwell ging daarop
werken bij de buitenlandse
dienst van de BBC. De ervarin
gen die hij in die jaren opdeed
met propaganda, zouden hem
bij het schrijven van „1984"
zeer van pas komen.
Tal van boeken, artikelen, es
says hadden van hem inmid
dels een bekend man gemaakt,
met name in socialistische
kring. Het in 1945 gepubliceer
de „Animal Farm" maakte hem
beroemd en voor de eerste keer
natuurlijk geen aardigheid
meer aan". Op de foto wil hij
niet. "Wat moet ik nou met die
narigheid!" Praten als
Brugman mag niet baten: het
blijft nee. "Wat koop ik nou
voor een foto. Meneer, ik zeg
maar zo: laat mij maar lekker
doorploeteren".
in zijn leven, vrij van financiële
zorgen. Zijn vrouw maakte dat
niet meer mee: ze stierf enkele
maanden voordat het boek uit
kwam.
Eenzaam nu, hoewel steeds
met zijn aangenomen zoon, een
huishoudster en een zus die
voor hem zorgde in zijn nabij
heid, besteedde Orwell al zijn
energie aan het schrijven. Daar
bij werd hij nog al eens ge
stoord door welwillende vrien
den en kennissen, die meenden
dat de weduwnaar wel een ver
zetje kon gebruiken.
Het tegendeel was het geval.
De door zijn ziekte verzwakte
Orwell wilde juist rust, serene
rust om te kunnen schrijven,
met name aan het boek waar
voor hij de eerste ideeën al in
1943 ontwikkelde, en dat een
satire moest worden over het
gruwelijke leven in een totali
taire staat...
Jura
Het was David Astor, hoofd
redacteur van de zondagskrant
The Observer waarvoor Orwell
schreef, die hem attent maakte
op het bestaan van Jura. Astor,
telg uit een steenrijke familie,
had daar zelf een landgoed, en
hij wist dat zijn noorderburen,
Margaret en Robin Fletcher, op
hun uitgestrekte gebied een
huis hadden leeg staan.
De Fletchers vonden het
goed dat Orwell het huis (Barn-
hill) kwam bewonen, en Orwell
zelf ondernam bepaald enthou
siast de 48 uur durende reis van
de Londense wijk Islington
naar Jura. Margaret Fletcher,
die voor de tweede keer ge
trouwd is en nu Margaret Nel
son heet, kan zich Orwells aan
komst nog goed voor de geest
halen.
„Hij kwam april 1946 hier
aan. Ik kan me het nog als de
dag van gisteren herinneren.
Daar stond hij, een lange, ma
gere, wat trieste man. Het trof
me dat de schrijver van v/ie we
wisten dat hij „Animal Farm"
had geschreven en dat hy zeer
getalenteerd was, er zo slecht
uitzag", vertelt ze in haar land
huis te Ardlussa.
Orwell bracht de nacht door
in dat landhuis, en werd de vol
gende dag door zijn gastheren
naar Barnhill gebracht, tien ki
lometer verderop naar het
noorden. Ook nu nog is dat
geen geringe tocht. Jura's enige
weg immers houdt bij Ardlussa
op. En naar het afgelegen Barn
hill voert slechts een gatenrijk
pad, alleen per Landrover
begaanbaar.
Hoe bracht George Orwell zijn
tijd op Barnhill door? Schrij
vend uiteraard, zo nu en dan
vrienden ontvangend en mis
lukte pogingen in het werk stel
lend wat gewassen rond de
boerderij te verbouwen. Me
vrouw Nelson: „Goed ging dat
niet. Hij en zijn vrienden pro
beerden het met graan, maar de
grond is hier nu eenmaal te
schraal".
Drie keer per week onder
nam de postbode de expeditie
naar Noord-Jura en zo kwamen
Orwell en zijn zus, die met hem
was meegekomen, aan hun le-
Wat bezielde George Orwell - wiens eigenlijke naam Eric Blair was - om
de laatste jaren van zijn leven te slijten op het onherbergzame Schotse
eiland Jura? Onze Londense correspondent Henk Dam bezocht na een
barre tocht de woning Barnhill waar Orwell "1984" schreef, en tracht
aan de hand van een levensbeschrijving een antwoord op die vraag te
Ooit voordat Columbus
aan zijn grote avontuur be
gon, waren de Hebriden het
einde van de wereld. Wie
vanaf Schotland koers zette
in de richting van de onder
gaande zon, wachtte eerst
nog enkele van déze kale,
onherbergzame eilanden.
En dan water, niets dan wa
ter.
- De laatste loodjes wegen het zwaarst. Reizigers, die dezer dagen het
kuilenrijke pad naar Orwells huis betreden, doen dat op eigen risico. Zo
luidt althans de waarschuwing op het bord. (Foto gpdi
(Foto GPD)
Ook nu nog lijkt het, of leven
en beschaving langzaam uitdo
ven bij deze gure, spaarzaam
bewoonde eilandengroep.
Zwarte, deels in mistflarden
verhulde bergen, armelijke hei
develden, stormen die zelden
gaan liggen, nattigheid en kou
bepalen het leven van alledag.
Versterving die Vorm heeft ge
kregen.
De legenden die je op de He
briden kunt horen, vertellen dit
op hun eigen wijze. Het zijn on
veranderlijk verhalen over de
dood, over moorden, over zwar
te elfen met bloeddorstige hon
den en over wraakgierige groe
ne weduwen. Over mannen
met stierekoppen die in de
schemering schapen wurgen.
Dat soort verhalen.
Op het eiland Jura, een van
de binnen-Hebriden, mogen ze
reizigers graag bang maken
met het verhaal over de „Cail-
lich", een heks. Een oude
vrouw die beslist welke sche
pen wèl en welke niet de golf
van Corryvreckan met z'n eeu
wige draaikolk, ten noorden
van Jura, door mogen.
Met een wee dram (een glaas
je whisky) in de hand worden
dan in de enige pub van Jura,
die deel uitmaakt van het enige
hotel van Jura, de verhalen ver
teld over de schepen die nooit
terugkeerden. „Ai boy, het is
een vreemde en trieste plaats,
de golf van Corryvreckan", dat
laatste woord uitgesproken
met Schotse „r-en" die zo
krachtig rollen dat de glazen er
van rinkelen.
Hele reis
Het is nog een hele reis naar
Jura, ook voor wie van de mo
dernste transportmiddelen ge
bruik maakt. Eerst moet je op
het vliegveld van Glasgow zoe
ken naar gate 21. Het is vanaf
die uitgang dat de vuilwitte
Twinotters van Loganair ver
trekken naar het eiland Islay.
Op Islay aangekomen - dat de
aandacht alleen al verdient
vanwege de acht whiskydistil
leerderijen die er gevestigd zijn
is het op het vliegveldje (niet
meer dan een verzameling hou
ten loodsen in een desolaat
landschap) wachten op verder
transport.
Sommigen zullen met de
Landrover van de posterijen
mee kunnen, anderen hebben
misschien afspraken gemaakt
met het Jura Hotel; meer open
baar vervoer is er niet. Dan gaat
het dwars het eiland Islay over,
naar Port Askaig - tien huizen,
honderden meeuwen en een
strategisch geplaatst hotel an
nex pub.
Dat hotel ligt zo strategisch,
omdat de veerboot naar het aan
de overzijde gelegen Jura maar
enkele malen per dag uitvaart:
de laatste vaart is die om kwart
voor zeven 's avonds. Tenzij er
mist hangt natuurlijk, want dan
waagt de hardrode boot de en
kele honderden meters brede
oversteek door het furieus stro
mende water van de „Engte
van Islay" al helemaal niet.
Aan de overzijde ligt, volgens
de kaart, Feolin, niet meer dan
een primitieve aanlegsteiger,
een verroeste container die als
wachtkamer dienst doet, en het
begin van de enige weg van Ju
ra, die langs de kust via de
hoofdstad (nou ja...) Craighou-
se naar Ardlussa voert.
Jura is 45 bij 10 kilometer
groot en heeft iets meer dan 200
inwoners. De meesten van hen
wonen in Craighouse, aan de
oostkust, waar het hotel is, de
enige winkel van het eiland
Het totaal geïsoleerde Barnhill. Hier schreef Orwell zijn "1984".
door Henk Dam
(een inwoner: „Ze hebben er al
les dat je niet nodig hebt, en
niets dat je nodig hebt") en de
distilleerderij.
Bar oord
De meeste inwoners werken,
voorzover ze werk hebben, in
die distilleerderij. Verder
wordt er gevist op zalm, forel
en kreeft, en is er wat schapen
teelt. Goed gaat dat laatste niet:
de velden zijn te nat, het gras is
te schraal en de schapen heb
ben een constant dieet van aan
vullende vitaminen en medicij
nen nodig om overeind te blij
ven.
De Golfstroom loopt langs
Jura, en daarom wordt het er
nooit echt bitter koud. Fuchsia
heggen en een stakerig palm
boompje in de minitieus onder
houden tuin van het Jura Hotel
bewijzen dat. Evengoed maakt
de snijdende wind van Jura in
de winter een zeer bar oord.
Het eiland ontleent zijn naam
aan het Noorse „Dyr oer", dat
zoveel als herteneiland bete
kent. Een toepasselijke naam,
ook nu nog. Er leven op Jura
niet minder dan 5000 herten,
waarvan er elke herfst 600 700
worden afgeschoten door Ne
derlandse, Duitse, Arabische
en Britse jagers, die voor dat
genoegen goud geld moeten
neertellen.
Vroeger was Jura wel wat
dichter bevolkt: ooit moeten er
een kleine 1000 mensen ge
woond hebben, onder wie Mary
MacCrain. Haar grafsteen ver
meldt dat ze 128 jaar oud werd,
nog niets vergeleken bij haar
17e-eeuwse voorvader Gillour
MacCrain die volgens de zerk
180 Christmasses in his own
home" doorbracht.
Maar de constante worsteling
met het klimaat, met de arme
tierige bodem waarop haast
niets wil groeien en met land
heren die de weinige pioniers
van hun bezit afranselden om
dat ze het exclusief voor de
jacht wilden gebruiken, heb
ben Jura stukje bij beetje ont
volkt.
Jongeren trekken ook nu nog
weg omdat er geen werk op Ju
ra te vinden is. De geïsoleerde
positie van het eiland maakt
dat de overheid er geen trek in
vensbehoeften. Meel, aardap
pelen, kaarsen, olie, het moest
allemaal uit de winkel in het 40
kilometer naar het zuiden gele
gen Craighouse komen.
Motorfiets
Geregeld ondernam Orwell
per oude BSA-legermotorfiets
de tocht naar Ardlussa waar hij
weer andere victualiën kon ko
pen. Mevrouw Nelson: „Hij zat
meer naast die motor op de
grond te sleutelen, dan dat hij
ermee reed. Door het slechte
pad ging dat ding steeds ka
pot".
Was het wel verstandig van
de aan tering en bloedspuwin
gen lijdende Orwell, zich zo te
isoleren? Hoewel zijn verblijf
op Jura klimatologisch gezien
wel verantwoord was (zoals al
gezegd: bittere kou komt er
door de golfstroom niet voor),
zat de dichtstbijzijnde dokter
in het verre Craighouse. De
man was al helemaal onbereik
baar als het weer eens mistte.
Qorftantische naturen heb
ben wel geschreven dat Orwell
met zijn verblijf op het grimmi
ge Jura-eiland doodsverlangen
tot uitdrukking bracht - een
wens tot zelfvernietiging - en
dat „1984" als testament be
doeld was. Margaret Nelson ge
looft daar niét in. „Hij heeft met
mijn eerste man vaak gespro
ken over boeken die hjj nog
wilde schrijven".
Die gesprekken hielden Or
well en Robin Fletcher eind '47,
toen de schrijver zo ziek was
geworden, dat zijn verblijf op
Barnhill niet langer verant
woord was. Hij had op dat mo
ment de eerste ruwe schets van
„1984" af en had daarbij zich
zelf zo uitgeput, dat hij weken
lang het bed moest houden.
Dat gebeurde op Ardlussa,
waar Margaret hem verpleegde.
Maar de zieke man ging zo
achteruit, dat hij naar een zie
kenhuis in Glasgow moest wor
den gebracht, waar hij zeven
maanden zou verblijven. In de
zomer van '48 was hij terug op
Jura, en het was op Barnhill dat
hij de laatste hand aan „1984"
legde.
In dat jaar nam hij ook de be
slissing zijn boek „1984" te noe
men, door de laatste twee cij
fers van 1948 om te draaien. Hij
had lang geaarzeld tussen die
titel en „De laatste man in Eu
ropa". Lang zou Orwell niet op
zijn geliefde eiland blijven. Be
gin '49 reisde hij af naar een zie
kenhuis in Londen, en een jaar
later velde de tbc hem defini
tief toen hij, 47 jaar oud, over
leed.
Jachtpartijen
Margaret Nelson is dezer da
gen best bereid geïnteresseerde
reinigers tegen kostprijs met
haar Landrover van Ardlussa
naar Barnhill te rijden - over de
tien kilometer doe je een klein
uur. Het huis van Orwell is
sinds jaar en dag verhuurd aan
een bankier uit Londen, die het
twee maanden per jaar ge
bruikt als uitvalsbasis voor
jachtpartijen op herten.
Er is vrijwel niets veranderd
aan het eenzame witte huis met
z'n schitterende uitzicht over
een baai. Margaret: „Het enige
dat veranderd is, is dat de hui
dige huurder er dubbele ramen
in heeft laten zetten om het in
de herfst nog een beetje warm
te krijgen."
Zwaluwen vliegen in en uit
de aangebouwde stal, terwijl
Margaret en haar man, beiden
sneeuwwit, kijken naar een
struikje verwilderde azalea's,
het enige dat er van de door Or
well aangelegde voortuin is
overgebleven. Ze zegt tegen
haar man: „Weet je dat ik die
nog eens aan hem heb gege
ven?"
Eerder dit jaar was het in en
rond Barnhill een drukte van
belang toen de BBC er een ge
dramatiseerde documentaire
opnam. Andere tv-ploegen zijn
gevolgd. Journalisten, letter
kundigen en fans van Orwell
leggen in een steeds gestager
stroom de pelgrimsreis naar
het verre Jura af.
Margaret en haar man, die
een dagtaak hebben aan het
runnen van hun zeer omvang
rijke landgoed, hebben het er
maar druk mee. „Waarom ik al
die moeite neem?
„De herinnering is me veel
waard. Bovendien doe ik het
voor dit eiland. Ik heb hier vrij
wel mijn hele leven gewoond",
aldus Margaret, die van haar er
varingen met George Orwell
doende is een kleine brochure
samen te stellen. Die zal vol
gend jaar - hèt jaar, als het pas
echt druk op Jura belooft te
worden - goed van pas komen,
denkt ze.
Dat is dan meteen een aardi
ge gids voor de aankomende
schrijvers van wie zich de afge
lopen maanden al enkelen op
Ardlussa gemeld hebben, met
de bedoeling er ook een mees
terwerk te schry ven.