BOEKEN Gul gif in "Dit helse moeras -c 'De hotelrat': prachtige verhalen van Klinkhamer Nuchter rapport van brute machtsstrijd Reve viert verjaardag met fraai fotoboek De meisjes van de suikerwerkfabriektrefzeker V) Op Komst redt talent Hofmans Aap en Beer: fantasievol abc-boek WOENSDAG 14 DECEMBER 1983 Gerard Reve wordt deze maand 60 jaar. Wanneer precies is niet helemaal duidelijk, om dat de Amsterdamse burger lijke stand het houdt op 14 december en Reve zelf op de 13 de. Onze hooggeachte Volksschrijver zal er niet om liegen, hij was er per slot van rekening zelf bij. Maar een mysterieus waas over een geboortedatum is nooit weg. Zeker niet als blijkt dat ook de door Reve geadoreer de Gustave Flaubert op de 13e december het levenslicht aanschouwde en evenmin op de juiste datum werd aange geven. Elk brokje bewijsma teriaal voor het feit dat hij een reincarnatie van de be roemde Fransman zou zijn, is meegenomen. Het verhaal over deze opmer kelijke wedergeboorte komt voor in een zojuist versche nen boek dat Elsevier heeft uitgegeven ter gelegenheid van de 60e verjaardag van de schrijver. „Verhaal" is-overi gens niet het juiste woord: het is een passage uit een brief, gericht aan een zekere Peter Willems, woonachtig te Nijmegen, en gedateerd „La Grace", 7 april 1976. Er ko men in dit boek dat kortweg „Album Gerard Reve" heet en is samengesteld door ty- pograaf-beeldend kunstenaar Joop Schafthuizen - onder de kenners van Reve's werk be ter bekend als Matroos Vos - meer van dergelijke nog niet eerder gepubliceerde brieven Sommige zijn met de hand ge schreven, zoals de brief aan „Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Irene van Bourbon- Parma", eveneens uit 1976, en dié aan de dichter Jac. van Hattum uit 1955. Andere zijn getypt, zoals de Zes Brieven aan Rudy Kousbroek (1979) en het epistel aan de Amster damse firma Jan W. Jonker (1964), waarin Reve op pijn lijk precieze wijze uitlegt waarom hij zijns inziens te- weinig statiegeld voor zijn le ge flessen heeft terugontvan gen. Bij het tekstmateriaal ont breekt elke uitleg of verwij zing, Maar dat is volgens de uitgever met opzet gebeurd, omdat tekst en foto's één on losmakelijk geheel vormen. Die foto's zijn er in over vloed. We zien (toen nog) Ge rard Kornelis van het Reve als baby en schooljongen (met vader en broer Karei), later als schrijver samen met zijn vroegere vrouw dichte res Hanny Michaeles, met W.F. Hermans, in de bekende innige omhelzing met minis ter Marga Klompé, met zijn poes Justine, uitgever Geert van Oorschot, met Tijger en Jan de Hartog. Het zijn prachtfoto's, gemaakt door eerste klas-vaklieden als Paul Huf, Ronald Sweering, Steye Raviez en Vincent Mentzel, om er enkelen te noemen. Maar de ware Reve- liefhebber is vanzelfspre kend wel zo geïnteresseerd in wat Reve zelf aan het (foto- )boek toevoegt. Welnu, hij komt ook wat dat betreft da nig aan zijn trekken. Zoals de foto's chronologisch het leven van de schrijver volgen, zo kan men ook con stateren hoe'een verlanglijst je van een 9-jarige jongen („een geweer: héél graag") via een lagere school-opstel, een tijdindeling voor het schrijven van „De avonden" en een bede ter voorkoming van verder drankmisbruik evolueert naar het soort brie ven, dat hem beroemd maak te. PETER HUYSMAN Varia Met veel bombarie kondigen uit gevers vaak debuten aan. Lo gisch: debutanten prijzen is een onderdeel van hun vak. Lang niet altijd is de lof te recht: het debuut blijkt tegen te vallen, de jubelcampagne verwordt achteraf tot farce. Op de achterflap van het debuut van Tessa de Loo, 'De meisjes van de suikerwerkfabriek', le zen we: "Wat werkelijk goed is valt direct op". Volgt een lof zang op het boek. Een terechte zang, want deze verhalenbun del is goed, verdient het om vaak herdrukt te worden. Niet alle verhalen in deze bundel maken evenveel indruk, maar 'Muziekles', 'De meisjes van de suikerwerkfabriek' en 'Op ho ge hakken' zijn zo geschreven datje snel doorleest, benieuwd naar de ontknoping. Over het ontstaan van het eerste verhaal, 'Muziekles', schreef Jan Brokken in de Haagse Post (een artikel over de lange weg die Tessa de Loo moest af leggen om te debuteren): "Op een avond zag Joris, haar zoon, de oude gitaar in de hoek van de kamer staan. Hij keek er vol ontzag naar. Ze wilde hem een paar grepen leren, hoorde in haar achterhoofd Elvis, de Sto nes, Jerry Lee Lewis. Maar Jo ris schaakte liever. Ze werd on geduldig. Riep: zo'n c-akkoord is toch harstikke makkelijk, joh. Ze schrok van haar eigen ongeduld. Ze kon niks op hem overbrengen. Ze wist dat ze te kort was geschoten". In 'Mu ziekles' is het vader Johan die er niet in slaagt om zijn en thousiasme over te brengen op zoon Tom. Aan het eind van het verhaal heeft Tom genoeg van de muziekles. Hij wil naar buiten, voetballen. Het verhaal eindigt mooi: "Tom opende de buitendeur en sprong naar bui ten als iemand die zeeziek een schip verlaat en haastig op de vaste wal springt". Hoogtepunt in deze bundel is het titelverhaal 'De meisjes van de suikerwerkfabriek'. Het han delt over een meisje dat dage lijks met een paar vrouwen in de trein zit op weg naar de sui kerwerkfabriek. Over verve lende ervaringen met mannen kunnen de vrouwen meepra ten. Op een dag verschijnt er een kinderachtige conducteur in hun coupé. Wat er nu ge beurt doet denken aan de film van Marleen Gorris, 'De stilte rond Christine M.', zoals een scribent al opmerkte nadat dit verhaal in Maatstaf was gepu bliceerd. De ontknoping van dit verhaal komt niet gewild over; en zeker niet radicaal-fe ministisch. Veeleer is er sprake van een soort onderkoelde woede, andere woorden kan ik er niet voor vinden. Bovendien krijg je geen onsympathieke indruk van de conducteur, in tegendeel. Dat maakt het ver haal er natuurlijk nog mooier op. Tessa de Loo schrijft realistisch. Je hoeft je niet door vele bete kenislagen heen te worstelen. De flitsende stijl doet vermoe den dat de verhalen in één ruk zijn geschreven, rechttoe- rechtaan. Dat is een plezierig idee, zelfs als het niet waar is. Eén ding is in elk geval wel ze ker: 'De meisjes van de suiker werkfabriek' heb je snel uit. Zeer geschikt ook om in de trein te lezen. WIM BRANDS De meisjes van de suikerwerkfa briek, Tessa de Loo, uitg. Arbei derspers. Maar weinig auteurs zijn hun scherpe en venijnige pen gevreesd als Gerrit Komrij en ook Dit helse moeras, zijn nieuwste bundel proza is weer gul in gal gedoopt. Tal van in stanties en personen die in Komrij's ogen tekortschieten, krijgen er onbekommerd, duchtig en in rubrieken onder verdeeld, van langs. Van voor naar achter o.m.: over de com missaris der Koningin in Noord-Holland De Wit, die "het gezonde huwelijksleven" propageert; over het biblio theekwezen, "nooit te beroerd geweest om een goed boek, een mooi drukwerk te vervangen door een uit leesplankletters bij elkaar gebeitelde dieetgids voor bejaarden, om personeel vrij te maken voor de peuter- hoek en om zich meer in te spannen voor een informatie- kar dan voor leengeld, klaagt de laatste tijd, nu er bezuinigd moet worden, mirakelserwijs steen en been over 'cultuurver schraling'"; over Volkskrant, geleerdheid en feminisme (zo langzamerhand een té gemak kelijke prooi voor spotzucht en boos leedvermaak!); over Ber- tus Aafjes als pornograaf in Schrijven met de wijwater kwast: "Tijd voor kut en naai en op rijm" door 'de troetel- poëet van de doorzonwoning. Katholiek. Liberaal. Aristocra tisch. Gezond. Vaderlands. Je zou ook zélf zo dichten als je het kon". Tot zover - we hebben dan onge veer éénderde van de bundel purper van de schater gelezen voldoet Dit helse moeras ge heel aan de gespannen ver wachtingen. Geen genoeglij ker vermaak immers dan leed vermaak en Komrij is een vir tuoos in honen en ridiculise ren, vertrappen, vertreden en vernederen van zijn slachtof fers. Het zal de lezer, mijzelf in begrepen, niet altijd een zorg zijn of dat slachtoffer wel Groot of Belangwekkend ge noeg is om door een Meester- kapper met een scheermes om zeep gebracht te worden. Zo interesseert me het onterechte der Psalmen-vertaling door de Katholieke Bijbelstichting in het geheel niet; wèl lees ik met rode oortjes gretig hoe Komrij de bijbelstichters tierend door het slijk sleurt. Als er maar bloed vloeit. Er valt dan ook heel wat minder te juichen of te lachen als Komrij halverwege enig eigen creatief fröbelwerk op ons los laat. Eerst een "Banaal alfabet" (de D wordt toegelicht als volgt: "Zijn Dichtwerk Drukt de Drekpoëet/Direct in Dun- druk uit zijn reet" en dat is zo ongeveer nog de geestigste letter); dan onleesbare stukjes taalgrappen, een verhaal waar in alle Vestdijk-titels verbor gen zitten en een opsomming van dorpjes en steden waarvan de namen culinair, rekenkun dig, alfabetisch, etc. bij elkan der passen. Vergelijkbare flau witeiten vindt men ook verder op in de bundel, zoals de ver halen waarin diverse klinkers in de woorden een hoofdrol spelen. Doodzonde van de ruimte. Te zeer hoeft men zich hier niet aan te storen, zolang Komrij's Kunst van het Schelden en Be ledigen zijn inhoudloze taai- grappenmakerijen overstem men. Zolang er maar oorvegen worden uitgedeeld aan wel zijnswerkers ("Het falderappes van de weëe sector"), de cultu rele kul-opvattingen van Van der Louw en consorten, de kunstkritiek en het toneel. Kortom, aan alles en iedereen, waartoe de lezer niet meent te behoren Een laatste passage om u te to nen hoezeer Komrij "kritiek" tot "kunst" verheft: "Toneel spelers beschouwen schrijvers als een noodzakelijk kwaad. Dat neuzelt op het toneel, dat slisi, dat hakkelt, dat maakt van poëzie een klompendans en van proza geschetter, dat weet het verschil tussen een jambe en een horrelvoet niet, dat giert, dat dreint, dat conver seert als een baviaan op gou den muiltjes, dat doet pijn aan de oren, dat haat, kortom, het woord in al zijn aspecten het is geen,wonder in zulke krin- GPD) gen, dat de schrijfkunst er laag genoteerd staat". Dat is, kortom, de kunst van Komrij: schelden als litera tuur. ROB VOOREN dam 1983, 34,50. ADVERTENTIE BOEKHANDEL DE KLER LEIDEN-LEIDERDORP OEGSTGEEST-KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons direkt lever baar, óf via onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da gen verkrijgbaar. Bij uitgeverij In de Knipscheer is onlangs het boekje 'Op Komst' verschenen. De in deze uitgave opgenomen verhalen en ge dichten zouden oorspronkelijk worden afgedrukt in het lite raire tijdschrift Mandala. Het intrekken van een subsidie, betekende echter de nekslag voor dit tijdschrift. Jos Knip scheer kon het niet over zijn hart verkrijgen zoveel talent aan de vergetelheid prijs te ge ven. Hij besloot van de nog res terende kopij na zorgvuldige selectie een bundeling te ma ken. Van het proza in Op Komst sprak het verhaal 'De-Man-van- Macht' van Robert Vernooy mij het meest aan. Het is een goed geschreven, rauw verhaal over een jongen die meegaat met een homoseksuele man. Aanvankelijk walgt de, slechts op geld beluste, jongen van de handtastelijkheden die hij zich moet laten welgevallen, maar allengs wint 'de lust van het nieuwe' het van zijn afkeer. In kort bestek - het verhaal telt krap drie bladzijden - weet Vernooy een beklemming op te roepen die je bijblijft. Het maakt mij benieuwd naar zijn debuut 'Het zwelgen', dat nog dit jaar bij In de Knipscheer zal verschijnen. De poëzie komt ruim aan bod in deze uitgave en is van een goed gehalte, al gebiedt de eerlijk heid mij te zeggen dat Peter Edel zich met een regel als dat/ik een in mij verzwomme- Eén van de aardigste bijdragen vind ik dit gedicht van Peter Kouwenberg (let op het subtie le gebruik van het woordje 'en kel'): Opmaak lippenstift en spiegel hebben haar gezicht verloren enkel de klok die op hoge hakken door de ka mer loopt CEES VAN HOORE Wie denkt dat de markt voor abc-boeken zo langzamerhand verza digd is, moet 'Aap en beer' van Wim Hofman eens doorbladeren. Want Hofman heeft dit afgekloven onderwerp op verfrissende en fantasievolle wijze nieuw leven ingeblazen. In de vorm van een komisch verhaal over de twee vrienden aap en beer die op zoek zijn naar een schat, passeert het hele alfabet de revue. Zelfs de immer lastige letters q, x en y worden op een uitge kiende manier verwerkt. Met zijn verhaal van louter eenlettergrepi ge woorden weet Hofman tot het eind te boeien Hoofdstuk apart zijn de illustraties, eveneens van Hofman. Zwart wit tekeningen met soms een verrassend toepasselijk gebruik van de kleur rood. De illustraties zijn zo opgezet dat ze het geschreven verhaal verder uitbouwen. 'Aap en beer' is een prima boekje, dat goed in elkaar steekt en fraai is uitgevoerd. Aap en beer, Wim Hofman, uitg. Unieboek, f 16,90. Oma's taart 'Oma waar blijft de taart?' is het tweede deel in de serie De wereld op zijn kop. (Eerste deel: 'Zullen we deze dan maar houden?' geschre ven door Rindert Kromhout met illustraties van Sylvia Weve). Oma is jarig, maar de veijaarsvisite komt van een kouwe kermis thuis. Taart is er niet, en ook de cadeautjes (die elk jaar hetzelfde zijn) vallen allerminst in de smaak. Oma doet trouwens helemaal raar, vindt de familie. De 74-jarige dame maakt duidelijk dat ze niet langer behandeld wil worden als een bejaarde grootmoeder. Met roze haren en punkkleding amuseert oma zich kostelijk. Tot verbij stering en ergenis van haar familie, want zo jaagt oma hun hele erfenis er doorheen. 'Oma waar blijft de taart?' van Veronica Hazelhoff met tekeningen van Sylvia Weve is een waardig opvolger van 'Zullen we deze dan maar houden?'. Deze humoristische serie van uitgever Sjaloom ver dient een warm onthaal. Al was het alleen maar om de tekeningen van Silvia Weve: een van de beste illustratrices van dit moment. Haar tekeningen vullen de verhalen uitstekend aan 'Oma waar blijft de taart?', Hazelhoff/Weve, uitg. Sjaloom, f 14,50. Moeite met lezen Drie nieuwe titels in de Streepjes-serie (uitg. Ploegsma) voor kinde ren vanaf 9 jaar die moeite hebben met lezen. De boekjes kosten f9,90 per stuk. 'Een rare zaak' (An Rutgers van der Loeff): de speurder Treurniet en zijn 13-jarige dochter lossen samen de zaak op van de vieze en gekke woorden sprekende papegaai. 'Eerlijk is eerlijk' (RitaTörnqvist): wie eet stiekem de randjes van de appeltaart? 'Wat zou dat fijn zijn' (Elfie Donnelly): vier verhalen rond wensdro men en gevoelens van kinderen. De Streepjes-serie omvat aantrekkelijk uitgevoerde boekjes, speciaal geschreven voor kinderen die niet zo vlot kunnen lezen. De tekst is eenvoudig, maar de verhalen zelf zijn beslist niet kinderachtig. De vele illustraties maken het lezen nog aantrekkelijker. MARGOT KLOMPMAKER Na zijn opmerkelijke debuut met de roman 'Gehoorzaam als een hond' heeft Richard Klinkha mer een bundel verhalen ge schreven waarin hij opnieuw bewijst niet tot de een-dag- svliegen te behoren in het rijk geschakeerde wereldje van Ne derlandstalige schrijvers. Zijn nieuwe bundel heet 'De ho- telrat en andere verhalen', en valt in twee delen uiteen. Het eerste deel bevat enkele korte verhalen die ongeveer dezelfde sfeer ademen als zijn eerste ro man: legionairs (ditmaal niet van het vreemdelingenlegioen maar van de Romeinen) die langs een spoor van bloed, zweet en tranen hun dood tege moet gaan, een Indiase koelie die het juk van het Britse kolo- nalisme van zich afwerpt en zijn opzichter om het leven brengt, en enkele barbaren an no 14 die, op hun vlucht voor de Romeinen, in het grensge bied van dierlijkheid en mens zijn pogen te overleven. Het zijn trefzekere composities, maar hier en daar al te dik aan gezet en qua strekking niet erg indrukwekkend. Alleen het verhaal over de koelie - dat enigszins doet denken aan de novellen van Kipling - heeft een intrigerend verloop. Werkelijk prachtig is het tweede deel van de bundel, waarin twee novellen zijn opgenomen. Daarvan blijft 'De ikoon' het beste in de herinnering be waard. Het is het verhaal van een kunstminnende avonturier die in een klein Italiaans dorp je is neergestreken en in het plaatselijke kerkje een waarde volle ikoon ontdekt. Hij steelt de ikoon en gijzelt tegelijker tijd de vadsige dorpspastoor, die hij meeneemt op zijn vlucht in een krakkemikkige auto. Net als in zijn eerste ro man preludeert Klinkhamer hier op zijn geliefde thema; de romanticus die stukloopt op de meedogenloze realiteit van al ledag: een auto-ongeluk, de on gewilde dood van de pastoor en, met het succes binnen handbereik, weg ikoon. Het titelverhaal 'De hotelrat' gaat over een hoteldief die een pijn lijk eindigende liefdesrelatie aangaat met een vrouw die kanker heeft en die zijn stelerij met de dood bekoopt. Ook in deze novelle wordt het verloop van de gebeurtenissen bepaald door de onmacht van de hoofd persoon, die zijn eenzaamheid probeert weg te dromen tegen het decor van een harde werkelijkheid. Het is de rode draad die door vrijwel alle ver halen loopt. Maar door de enor me spanning die de schrijver oproept en zijn knappe situa tieschetsen leidt dit zich herha lende thema geen moment tot verveling of ergernis. Klinkhamer heeft een directe schrijfstijl, kleurrijk en rauw. Soms voert zijn barokke taal gebruik te ver. Maar in het al gemeen slaagt hij erin de lezer met de neus op de eerste zin te drukken en hem pas los te la ten als het laatste woord is ge lezen. Een schrijver die dat kan is een echte schrijver. WIM WIRTZ De hotelrat en andere verhalen, Klinkhamer, uitg. Nijgh Van Ditmar, 23,50. Sfeer van werkelijldieid rondom 'Het Rode Plein' Het Russische schrijversduo Topol-Neznansky vertelt in 'Het Rode Plein' op zakelijke, klinische, bijna onderkoelde wijze over een machtsstrijd in en om het Kremlin. Het boek laat zich lezen als een nuchter rapport. Maar zo boordevol ge beurtenissen, dat men voort durend gefascineerd blijft toe kijken hoe het spel der krach ten wordt gespeeld. Natuurlijk heeft dat ook te ma ken met de sfeer van realiteit, die het verhaal ademt. De en kelejaren geleden (nog vóór de dood van Brezjnev) naar het Westen geëmigreerde schrij vers mogen dan nog zo hard roepen dat alles is verzonnen en dat elke gelijkenis op puur toeval berust, als men in hun verhaal namen als Brezjnev, Andropov, Soeslov en dergelij ke tegenkomt, dan kan men die beweringen niet meer on voorwaardelijk geloven. Temeer, omdat sommige facet ten van het verhaal op histo risch te achterhalen feiten be rusten. Bijvoorbeeld de ver houding, die Galina Brezjnev had met Boris de zigeuner. In het verlengde van deze feitelijk juiste gegevens vraagt de lezer zich onwillekeurig af of ook die dood van Brezjnevs zwager Semjon Tsvigoen - die cen traal staat in het verhaal - wel Heeft deze vice-voorzitter van Andropovs geheime dienst KGB de hand aan zichzelf ge slagen? Of is zijn dood een zet in het louche spel dat Brezjnev schaakmat moet zetten? Re chercheur Igor Sjamrajev krijgt opdracht de ware toe dracht boven water te halen. Dat betekent stevig roeren in een uiterst onwelriekende pot, waarin intrige, jaloezie, corrup tie en machtsmisbruik voor veel kwalijke dampen zorgen. Topoi was eens scenarioschrijver in Rusland, Neznansky werkte bij het Openbaar Ministerie. Tezamen hebben zij voldoende kennis van zaken en talent in huis om hun historie geloof waardig gestalte te geven. Zij alleen weten waar de feiten op houden en de fictie begint Maar zelfs al neemt men aan dat de essentie van het gegeven aan de fantasie van het schrij versduo is ontsproten dan nog blijft die belangwekkende kijk achter de Sowjetrussische schermen. Of Topols en Nez- nansky's geesten moeten zo door haat jegens de machtsdra gers in hun vaderland zijn ver ziekt, dat ze al die in strakke stijl geschilderde gruwelijke verhoudingen ook uit de duim hebben gezogen. Het lijkt onwaarschijnlijk, maar op de omslag staat heel duide lijk: 'Mocht bij toeval toch iets overeenkomen met het ware Sowjet-leven, dan is dat voor het leven des te beroerder'. - 'Het Rode Plein' door Topoi en Nez nansky, verschenen bij Veen 26,50). Benchley Peter Benchley is de man die 'Jaws' heeft geschreven. Een boek dat wereldvermaardheid kreeg door de verfilming. Met in de hoofdrol een bloeddorsti ge haai. Angst en afgrijzen gre pen het publiek aan als het dat levendige brok agressie uit zee zag oprijzen. Het spectaculaire was vooral het zien van dat 'zeemonster'. Het is heel wat minder afschrik wekkend als men het alleen maar leest. Dat ervaart men ook bij het lezen van 'Het ge heim van de zee'. Peter Bench ley imponeert met zijn be schrijving van een kolossale duivelsrog, maar het is nergens griezelig. Integendeel eigenlijk, het is bij na romantisch te lezen hoe het jonge meisje Paloma om springt met de dieren onder de zeespiegel. Met de wezens bo ven water - haar familieleden op een klein eilandje in de Golf van Californië - heeft ze heel wat meer moeite. Peter Benchley trouwens ook. Hij legt een bijzondere kennis aan de dag over het leven on der het wateroppervlak, maar hij is duidelijk meer autoriteit in de dierlijke dan in de mense lijke relaties. Vandaar dat zijn verhaal eerder lief dan aangrij pend is: de grote rog, die het tengere meisje uit handen van boze mensen redt. Het had kunnen beginnen met: 'Er was KOOS POST 'Het geheim van de zee' door Peter Benchley, verschenen bij Elsevier 19,90).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17