BOEKEN
Gul gif in "Dit helse moeras
-c
'De hotelrat': prachtige
verhalen van Klinkhamer
Nuchter rapport van brute machtsstrijd
Reve viert
verjaardag
met fraai
fotoboek
De meisjes van de suikerwerkfabriektrefzeker
V)
Op Komst redt talent
Hofmans Aap en Beer:
fantasievol abc-boek
WOENSDAG 14 DECEMBER 1983
Gerard Reve wordt deze maand
60 jaar. Wanneer precies is
niet helemaal duidelijk, om
dat de Amsterdamse burger
lijke stand het houdt op 14
december en Reve zelf op de
13 de. Onze hooggeachte
Volksschrijver zal er niet om
liegen, hij was er per slot van
rekening zelf bij.
Maar een mysterieus waas over
een geboortedatum is nooit
weg. Zeker niet als blijkt dat
ook de door Reve geadoreer
de Gustave Flaubert op de
13e december het levenslicht
aanschouwde en evenmin op
de juiste datum werd aange
geven. Elk brokje bewijsma
teriaal voor het feit dat hij
een reincarnatie van de be
roemde Fransman zou zijn, is
meegenomen.
Het verhaal over deze opmer
kelijke wedergeboorte komt
voor in een zojuist versche
nen boek dat Elsevier heeft
uitgegeven ter gelegenheid
van de 60e verjaardag van de
schrijver. „Verhaal" is-overi
gens niet het juiste woord:
het is een passage uit een
brief, gericht aan een zekere
Peter Willems, woonachtig te
Nijmegen, en gedateerd „La
Grace", 7 april 1976. Er ko
men in dit boek dat kortweg
„Album Gerard Reve" heet
en is samengesteld door ty-
pograaf-beeldend kunstenaar
Joop Schafthuizen - onder de
kenners van Reve's werk be
ter bekend als Matroos Vos -
meer van dergelijke nog niet
eerder gepubliceerde brieven
Sommige zijn met de hand ge
schreven, zoals de brief aan
„Hare Koninklijke Hoogheid
Prinses Irene van Bourbon-
Parma", eveneens uit 1976,
en dié aan de dichter Jac. van
Hattum uit 1955. Andere zijn
getypt, zoals de Zes Brieven
aan Rudy Kousbroek (1979)
en het epistel aan de Amster
damse firma Jan W. Jonker
(1964), waarin Reve op pijn
lijk precieze wijze uitlegt
waarom hij zijns inziens te-
weinig statiegeld voor zijn le
ge flessen heeft terugontvan
gen.
Bij het tekstmateriaal ont
breekt elke uitleg of verwij
zing, Maar dat is volgens de
uitgever met opzet gebeurd,
omdat tekst en foto's één on
losmakelijk geheel vormen.
Die foto's zijn er in over
vloed. We zien (toen nog) Ge
rard Kornelis van het Reve
als baby en schooljongen
(met vader en broer Karei),
later als schrijver samen met
zijn vroegere vrouw dichte
res Hanny Michaeles, met
W.F. Hermans, in de bekende
innige omhelzing met minis
ter Marga Klompé, met zijn
poes Justine, uitgever Geert
van Oorschot, met Tijger en
Jan de Hartog.
Het zijn prachtfoto's, gemaakt
door eerste klas-vaklieden als
Paul Huf, Ronald Sweering,
Steye Raviez en Vincent
Mentzel, om er enkelen te
noemen. Maar de ware Reve-
liefhebber is vanzelfspre
kend wel zo geïnteresseerd in
wat Reve zelf aan het (foto-
)boek toevoegt. Welnu, hij
komt ook wat dat betreft da
nig aan zijn trekken.
Zoals de foto's chronologisch
het leven van de schrijver
volgen, zo kan men ook con
stateren hoe'een verlanglijst
je van een 9-jarige jongen
(„een geweer: héél graag")
via een lagere school-opstel,
een tijdindeling voor het
schrijven van „De avonden"
en een bede ter voorkoming
van verder drankmisbruik
evolueert naar het soort brie
ven, dat hem beroemd maak
te. PETER HUYSMAN
Varia
Met veel bombarie kondigen uit
gevers vaak debuten aan. Lo
gisch: debutanten prijzen is
een onderdeel van hun vak.
Lang niet altijd is de lof te
recht: het debuut blijkt tegen
te vallen, de jubelcampagne
verwordt achteraf tot farce.
Op de achterflap van het debuut
van Tessa de Loo, 'De meisjes
van de suikerwerkfabriek', le
zen we: "Wat werkelijk goed is
valt direct op". Volgt een lof
zang op het boek. Een terechte
zang, want deze verhalenbun
del is goed, verdient het om
vaak herdrukt te worden. Niet
alle verhalen in deze bundel
maken evenveel indruk, maar
'Muziekles', 'De meisjes van de
suikerwerkfabriek' en 'Op ho
ge hakken' zijn zo geschreven
datje snel doorleest, benieuwd
naar de ontknoping.
Over het ontstaan van het eerste
verhaal, 'Muziekles', schreef
Jan Brokken in de Haagse
Post (een artikel over de lange
weg die Tessa de Loo moest af
leggen om te debuteren): "Op
een avond zag Joris, haar zoon,
de oude gitaar in de hoek van
de kamer staan. Hij keek er vol
ontzag naar. Ze wilde hem een
paar grepen leren, hoorde in
haar achterhoofd Elvis, de Sto
nes, Jerry Lee Lewis. Maar Jo
ris schaakte liever. Ze werd on
geduldig. Riep: zo'n c-akkoord
is toch harstikke makkelijk,
joh. Ze schrok van haar eigen
ongeduld. Ze kon niks op hem
overbrengen. Ze wist dat ze te
kort was geschoten". In 'Mu
ziekles' is het vader Johan die
er niet in slaagt om zijn en
thousiasme over te brengen op
zoon Tom. Aan het eind van
het verhaal heeft Tom genoeg
van de muziekles. Hij wil naar
buiten, voetballen. Het verhaal
eindigt mooi: "Tom opende de
buitendeur en sprong naar bui
ten als iemand die zeeziek een
schip verlaat en haastig op de
vaste wal springt".
Hoogtepunt in deze bundel is het
titelverhaal 'De meisjes van de
suikerwerkfabriek'. Het han
delt over een meisje dat dage
lijks met een paar vrouwen in
de trein zit op weg naar de sui
kerwerkfabriek. Over verve
lende ervaringen met mannen
kunnen de vrouwen meepra
ten. Op een dag verschijnt er
een kinderachtige conducteur
in hun coupé. Wat er nu ge
beurt doet denken aan de film
van Marleen Gorris, 'De stilte
rond Christine M.', zoals een
scribent al opmerkte nadat dit
verhaal in Maatstaf was gepu
bliceerd. De ontknoping van
dit verhaal komt niet gewild
over; en zeker niet radicaal-fe
ministisch. Veeleer is er sprake
van een soort onderkoelde
woede, andere woorden kan ik
er niet voor vinden. Bovendien
krijg je geen onsympathieke
indruk van de conducteur, in
tegendeel. Dat maakt het ver
haal er natuurlijk nog mooier
op.
Tessa de Loo schrijft realistisch.
Je hoeft je niet door vele bete
kenislagen heen te worstelen.
De flitsende stijl doet vermoe
den dat de verhalen in één ruk
zijn geschreven, rechttoe-
rechtaan. Dat is een plezierig
idee, zelfs als het niet waar is.
Eén ding is in elk geval wel ze
ker: 'De meisjes van de suiker
werkfabriek' heb je snel uit.
Zeer geschikt ook om in de
trein te lezen.
WIM BRANDS
De meisjes van de suikerwerkfa
briek, Tessa de Loo, uitg. Arbei
derspers.
Maar weinig auteurs zijn
hun scherpe en venijnige pen
gevreesd als Gerrit Komrij en
ook Dit helse moeras, zijn
nieuwste bundel proza is weer
gul in gal gedoopt. Tal van in
stanties en personen die in
Komrij's ogen tekortschieten,
krijgen er onbekommerd,
duchtig en in rubrieken onder
verdeeld, van langs. Van voor
naar achter o.m.: over de com
missaris der Koningin in
Noord-Holland De Wit, die
"het gezonde huwelijksleven"
propageert; over het biblio
theekwezen, "nooit te beroerd
geweest om een goed boek, een
mooi drukwerk te vervangen
door een uit leesplankletters bij
elkaar gebeitelde dieetgids
voor bejaarden, om personeel
vrij te maken voor de peuter-
hoek en om zich meer in te
spannen voor een informatie-
kar dan voor leengeld, klaagt
de laatste tijd, nu er bezuinigd
moet worden, mirakelserwijs
steen en been over 'cultuurver
schraling'"; over Volkskrant,
geleerdheid en feminisme (zo
langzamerhand een té gemak
kelijke prooi voor spotzucht en
boos leedvermaak!); over Ber-
tus Aafjes als pornograaf in
Schrijven met de wijwater
kwast: "Tijd voor kut en naai
en op rijm" door 'de troetel-
poëet van de doorzonwoning.
Katholiek. Liberaal. Aristocra
tisch. Gezond. Vaderlands. Je
zou ook zélf zo dichten als je het
kon".
Tot zover - we hebben dan onge
veer éénderde van de bundel
purper van de schater gelezen
voldoet Dit helse moeras ge
heel aan de gespannen ver
wachtingen. Geen genoeglij
ker vermaak immers dan leed
vermaak en Komrij is een vir
tuoos in honen en ridiculise
ren, vertrappen, vertreden en
vernederen van zijn slachtof
fers. Het zal de lezer, mijzelf in
begrepen, niet altijd een zorg
zijn of dat slachtoffer wel
Groot of Belangwekkend ge
noeg is om door een Meester-
kapper met een scheermes om
zeep gebracht te worden. Zo
interesseert me het onterechte
der Psalmen-vertaling door de
Katholieke Bijbelstichting in
het geheel niet; wèl lees ik met
rode oortjes gretig hoe Komrij
de bijbelstichters tierend door
het slijk sleurt. Als er maar
bloed vloeit.
Er valt dan ook heel wat minder
te juichen of te lachen als
Komrij halverwege enig eigen
creatief fröbelwerk op ons los
laat. Eerst een "Banaal alfabet"
(de D wordt toegelicht als
volgt: "Zijn Dichtwerk Drukt
de Drekpoëet/Direct in Dun-
druk uit zijn reet" en dat is
zo ongeveer nog de geestigste
letter); dan onleesbare stukjes
taalgrappen, een verhaal waar
in alle Vestdijk-titels verbor
gen zitten en een opsomming
van dorpjes en steden waarvan
de namen culinair, rekenkun
dig, alfabetisch, etc. bij elkan
der passen. Vergelijkbare flau
witeiten vindt men ook verder
op in de bundel, zoals de ver
halen waarin diverse klinkers
in de woorden een hoofdrol
spelen. Doodzonde van de
ruimte.
Te zeer hoeft men zich hier niet
aan te storen, zolang Komrij's
Kunst van het Schelden en Be
ledigen zijn inhoudloze taai-
grappenmakerijen overstem
men. Zolang er maar oorvegen
worden uitgedeeld aan wel
zijnswerkers ("Het falderappes
van de weëe sector"), de cultu
rele kul-opvattingen van Van
der Louw en consorten, de
kunstkritiek en het toneel.
Kortom, aan alles en iedereen,
waartoe de lezer niet meent te
behoren
Een laatste passage om u te to
nen hoezeer Komrij "kritiek"
tot "kunst" verheft: "Toneel
spelers beschouwen schrijvers
als een noodzakelijk kwaad.
Dat neuzelt op het toneel, dat
slisi, dat hakkelt, dat maakt
van poëzie een klompendans en
van proza geschetter, dat weet
het verschil tussen een jambe
en een horrelvoet niet, dat
giert, dat dreint, dat conver
seert als een baviaan op gou
den muiltjes, dat doet pijn aan
de oren, dat haat, kortom, het
woord in al zijn aspecten het
is geen,wonder in zulke krin-
GPD)
gen, dat de schrijfkunst er laag
genoteerd staat".
Dat is, kortom, de kunst van
Komrij: schelden als litera
tuur.
ROB VOOREN
dam 1983, 34,50.
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
DE KLER
LEIDEN-LEIDERDORP
OEGSTGEEST-KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons direkt lever
baar, óf via onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da
gen verkrijgbaar.
Bij uitgeverij In de Knipscheer is
onlangs het boekje 'Op Komst'
verschenen. De in deze uitgave
opgenomen verhalen en ge
dichten zouden oorspronkelijk
worden afgedrukt in het lite
raire tijdschrift Mandala.
Het intrekken van een subsidie,
betekende echter de nekslag
voor dit tijdschrift. Jos Knip
scheer kon het niet over zijn
hart verkrijgen zoveel talent
aan de vergetelheid prijs te ge
ven. Hij besloot van de nog res
terende kopij na zorgvuldige
selectie een bundeling te ma
ken.
Van het proza in Op Komst sprak
het verhaal 'De-Man-van-
Macht' van Robert Vernooy
mij het meest aan. Het is een
goed geschreven, rauw verhaal
over een jongen die meegaat
met een homoseksuele man.
Aanvankelijk walgt de, slechts
op geld beluste, jongen van de
handtastelijkheden die hij zich
moet laten welgevallen, maar
allengs wint 'de lust van het
nieuwe' het van zijn afkeer.
In kort bestek - het verhaal telt
krap drie bladzijden - weet
Vernooy een beklemming op
te roepen die je bijblijft. Het
maakt mij benieuwd naar zijn
debuut 'Het zwelgen', dat nog
dit jaar bij In de Knipscheer zal
verschijnen.
De poëzie komt ruim aan bod in
deze uitgave en is van een goed
gehalte, al gebiedt de eerlijk
heid mij te zeggen dat Peter
Edel zich met een regel als
dat/ik een in mij verzwomme-
Eén van de aardigste bijdragen
vind ik dit gedicht van Peter
Kouwenberg (let op het subtie
le gebruik van het woordje 'en
kel'):
Opmaak
lippenstift en spiegel
hebben haar gezicht verloren
enkel de klok
die op hoge hakken door de ka
mer loopt
CEES VAN HOORE
Wie denkt dat de markt voor abc-boeken zo langzamerhand verza
digd is, moet 'Aap en beer' van Wim Hofman eens doorbladeren.
Want Hofman heeft dit afgekloven onderwerp op verfrissende en
fantasievolle wijze nieuw leven ingeblazen.
In de vorm van een komisch verhaal over de twee vrienden aap en
beer die op zoek zijn naar een schat, passeert het hele alfabet de
revue. Zelfs de immer lastige letters q, x en y worden op een uitge
kiende manier verwerkt. Met zijn verhaal van louter eenlettergrepi
ge woorden weet Hofman tot het eind te boeien
Hoofdstuk apart zijn de illustraties, eveneens van Hofman. Zwart wit
tekeningen met soms een verrassend toepasselijk gebruik van de
kleur rood. De illustraties zijn zo opgezet dat ze het geschreven
verhaal verder uitbouwen.
'Aap en beer' is een prima boekje, dat goed in elkaar steekt en fraai is
uitgevoerd.
Aap en beer, Wim Hofman, uitg. Unieboek, f 16,90.
Oma's taart
'Oma waar blijft de taart?' is het tweede deel in de serie De wereld op
zijn kop. (Eerste deel: 'Zullen we deze dan maar houden?' geschre
ven door Rindert Kromhout met illustraties van Sylvia Weve).
Oma is jarig, maar de veijaarsvisite komt van een kouwe kermis
thuis. Taart is er niet, en ook de cadeautjes (die elk jaar hetzelfde
zijn) vallen allerminst in de smaak. Oma doet trouwens helemaal
raar, vindt de familie. De 74-jarige dame maakt duidelijk dat ze niet
langer behandeld wil worden als een bejaarde grootmoeder. Met
roze haren en punkkleding amuseert oma zich kostelijk. Tot verbij
stering en ergenis van haar familie, want zo jaagt oma hun hele
erfenis er doorheen.
'Oma waar blijft de taart?' van Veronica Hazelhoff met tekeningen
van Sylvia Weve is een waardig opvolger van 'Zullen we deze dan
maar houden?'. Deze humoristische serie van uitgever Sjaloom ver
dient een warm onthaal. Al was het alleen maar om de tekeningen
van Silvia Weve: een van de beste illustratrices van dit moment.
Haar tekeningen vullen de verhalen uitstekend aan
'Oma waar blijft de taart?', Hazelhoff/Weve, uitg. Sjaloom, f 14,50.
Moeite met lezen
Drie nieuwe titels in de Streepjes-serie (uitg. Ploegsma) voor kinde
ren vanaf 9 jaar die moeite hebben met lezen. De boekjes kosten
f9,90 per stuk.
'Een rare zaak' (An Rutgers van der Loeff): de speurder Treurniet en
zijn 13-jarige dochter lossen samen de zaak op van de vieze en
gekke woorden sprekende papegaai.
'Eerlijk is eerlijk' (RitaTörnqvist): wie eet stiekem de randjes van de
appeltaart?
'Wat zou dat fijn zijn' (Elfie Donnelly): vier verhalen rond wensdro
men en gevoelens van kinderen.
De Streepjes-serie omvat aantrekkelijk uitgevoerde boekjes, speciaal
geschreven voor kinderen die niet zo vlot kunnen lezen. De tekst is
eenvoudig, maar de verhalen zelf zijn beslist niet kinderachtig. De
vele illustraties maken het lezen nog aantrekkelijker.
MARGOT KLOMPMAKER
Na zijn opmerkelijke debuut met
de roman 'Gehoorzaam als een
hond' heeft Richard Klinkha
mer een bundel verhalen ge
schreven waarin hij opnieuw
bewijst niet tot de een-dag-
svliegen te behoren in het rijk
geschakeerde wereldje van Ne
derlandstalige schrijvers.
Zijn nieuwe bundel heet 'De ho-
telrat en andere verhalen', en
valt in twee delen uiteen. Het
eerste deel bevat enkele korte
verhalen die ongeveer dezelfde
sfeer ademen als zijn eerste ro
man: legionairs (ditmaal niet
van het vreemdelingenlegioen
maar van de Romeinen) die
langs een spoor van bloed,
zweet en tranen hun dood tege
moet gaan, een Indiase koelie
die het juk van het Britse kolo-
nalisme van zich afwerpt en
zijn opzichter om het leven
brengt, en enkele barbaren an
no 14 die, op hun vlucht voor
de Romeinen, in het grensge
bied van dierlijkheid en mens
zijn pogen te overleven.
Het zijn trefzekere composities,
maar hier en daar al te dik aan
gezet en qua strekking niet erg
indrukwekkend. Alleen het
verhaal over de koelie - dat
enigszins doet denken aan de
novellen van Kipling - heeft
een intrigerend verloop.
Werkelijk prachtig is het tweede
deel van de bundel, waarin
twee novellen zijn opgenomen.
Daarvan blijft 'De ikoon' het
beste in de herinnering be
waard. Het is het verhaal van
een kunstminnende avonturier
die in een klein Italiaans dorp
je is neergestreken en in het
plaatselijke kerkje een waarde
volle ikoon ontdekt. Hij steelt
de ikoon en gijzelt tegelijker
tijd de vadsige dorpspastoor,
die hij meeneemt op zijn
vlucht in een krakkemikkige
auto. Net als in zijn eerste ro
man preludeert Klinkhamer
hier op zijn geliefde thema; de
romanticus die stukloopt op de
meedogenloze realiteit van al
ledag: een auto-ongeluk, de on
gewilde dood van de pastoor
en, met het succes binnen
handbereik, weg ikoon.
Het titelverhaal 'De hotelrat' gaat
over een hoteldief die een pijn
lijk eindigende liefdesrelatie
aangaat met een vrouw die
kanker heeft en die zijn stelerij
met de dood bekoopt. Ook in
deze novelle wordt het verloop
van de gebeurtenissen bepaald
door de onmacht van de hoofd
persoon, die zijn eenzaamheid
probeert weg te dromen tegen
het decor van een harde
werkelijkheid. Het is de rode
draad die door vrijwel alle ver
halen loopt. Maar door de enor
me spanning die de schrijver
oproept en zijn knappe situa
tieschetsen leidt dit zich herha
lende thema geen moment tot
verveling of ergernis.
Klinkhamer heeft een directe
schrijfstijl, kleurrijk en rauw.
Soms voert zijn barokke taal
gebruik te ver. Maar in het al
gemeen slaagt hij erin de lezer
met de neus op de eerste zin te
drukken en hem pas los te la
ten als het laatste woord is ge
lezen. Een schrijver die dat kan
is een echte schrijver.
WIM WIRTZ
De hotelrat en andere verhalen,
Klinkhamer, uitg. Nijgh Van
Ditmar, 23,50.
Sfeer van werkelijldieid rondom 'Het Rode Plein'
Het Russische schrijversduo
Topol-Neznansky vertelt in
'Het Rode Plein' op zakelijke,
klinische, bijna onderkoelde
wijze over een machtsstrijd in
en om het Kremlin. Het boek
laat zich lezen als een nuchter
rapport. Maar zo boordevol ge
beurtenissen, dat men voort
durend gefascineerd blijft toe
kijken hoe het spel der krach
ten wordt gespeeld.
Natuurlijk heeft dat ook te ma
ken met de sfeer van realiteit,
die het verhaal ademt. De en
kelejaren geleden (nog vóór de
dood van Brezjnev) naar het
Westen geëmigreerde schrij
vers mogen dan nog zo hard
roepen dat alles is verzonnen
en dat elke gelijkenis op puur
toeval berust, als men in hun
verhaal namen als Brezjnev,
Andropov, Soeslov en dergelij
ke tegenkomt, dan kan men
die beweringen niet meer on
voorwaardelijk geloven.
Temeer, omdat sommige facet
ten van het verhaal op histo
risch te achterhalen feiten be
rusten. Bijvoorbeeld de ver
houding, die Galina Brezjnev
had met Boris de zigeuner. In
het verlengde van deze feitelijk
juiste gegevens vraagt de lezer
zich onwillekeurig af of ook
die dood van Brezjnevs zwager
Semjon Tsvigoen - die cen
traal staat in het verhaal - wel
Heeft deze vice-voorzitter van
Andropovs geheime dienst
KGB de hand aan zichzelf ge
slagen? Of is zijn dood een zet
in het louche spel dat Brezjnev
schaakmat moet zetten? Re
chercheur Igor Sjamrajev
krijgt opdracht de ware toe
dracht boven water te halen.
Dat betekent stevig roeren in
een uiterst onwelriekende pot,
waarin intrige, jaloezie, corrup
tie en machtsmisbruik voor
veel kwalijke dampen zorgen.
Topoi was eens scenarioschrijver
in Rusland, Neznansky werkte
bij het Openbaar Ministerie.
Tezamen hebben zij voldoende
kennis van zaken en talent in
huis om hun historie geloof
waardig gestalte te geven. Zij
alleen weten waar de feiten op
houden en de fictie begint
Maar zelfs al neemt men aan dat
de essentie van het gegeven
aan de fantasie van het schrij
versduo is ontsproten dan nog
blijft die belangwekkende kijk
achter de Sowjetrussische
schermen. Of Topols en Nez-
nansky's geesten moeten zo
door haat jegens de machtsdra
gers in hun vaderland zijn ver
ziekt, dat ze al die in strakke
stijl geschilderde gruwelijke
verhoudingen ook uit de duim
hebben gezogen.
Het lijkt onwaarschijnlijk, maar
op de omslag staat heel duide
lijk: 'Mocht bij toeval toch iets
overeenkomen met het ware
Sowjet-leven, dan is dat voor
het leven des te beroerder'.
- 'Het Rode Plein' door Topoi en Nez
nansky, verschenen bij Veen
26,50).
Benchley
Peter Benchley is de man die
'Jaws' heeft geschreven. Een
boek dat wereldvermaardheid
kreeg door de verfilming. Met
in de hoofdrol een bloeddorsti
ge haai. Angst en afgrijzen gre
pen het publiek aan als het dat
levendige brok agressie uit zee
zag oprijzen.
Het spectaculaire was vooral het
zien van dat 'zeemonster'. Het
is heel wat minder afschrik
wekkend als men het alleen
maar leest. Dat ervaart men
ook bij het lezen van 'Het ge
heim van de zee'. Peter Bench
ley imponeert met zijn be
schrijving van een kolossale
duivelsrog, maar het is nergens
griezelig.
Integendeel eigenlijk, het is bij
na romantisch te lezen hoe het
jonge meisje Paloma om
springt met de dieren onder de
zeespiegel. Met de wezens bo
ven water - haar familieleden
op een klein eilandje in de Golf
van Californië - heeft ze heel
wat meer moeite.
Peter Benchley trouwens ook.
Hij legt een bijzondere kennis
aan de dag over het leven on
der het wateroppervlak, maar
hij is duidelijk meer autoriteit
in de dierlijke dan in de mense
lijke relaties. Vandaar dat zijn
verhaal eerder lief dan aangrij
pend is: de grote rog, die het
tengere meisje uit handen van
boze mensen redt. Het had
kunnen beginnen met: 'Er was
KOOS POST
'Het geheim van de zee' door Peter
Benchley, verschenen bij Elsevier
19,90).