Alkemade lust er nog wel eentje Experiment onbeperkte sluitingstijd werd succes ZATERDAG 3 DECEMBER 1983 Extra Op 23 februari 1976 nam de gemeenteraad van Alkemade een uniek besluit: horeca-sluitingstij- den zouden niet langer aan beperkingen gebonden zijn. Tijd voor de laatste ronde? De barman moest het zelf maar uitmaken. Nu - bijna zeven jaar later- blijkt die beslissing nauwelijks problemen te hebben opgeleverd. Tot vreugde en verdriet van de Leidse horeca, die al tien vecht voor verruiming van de sluitingstijden. Een reportage. Café's onbeperkt open? De dorpsbewoners begroetten het besluit met gemengde gevoelens. Waartoe zou dat leiden? Dronkemansgelal? Knokpartijen? Overlast? Weg nachtrust. Alleen de horeca leek tevreden. Alkemade nu, bijna zeven jaar na de gedenkwaardige beslissing. De angst was voorbarig. Gevochten werd er zo nu en dan. Af en toe werd er ook een dorpeling uit zijn slaap gehouden door een late kroegloper die met een knetterende brommer wegstoof. Maar het is nooit écht uit de hand gelopen. De barhouders staken daar zelf een stokje voor. Maanden hun klanten tot rust als zij de straat op gingen. Want de politie had een stevig middel achter de hand om in te grijpen als dat nodig mocht zijn. De caféhouder kon worden teruggestuurd naar af. Met andere woorden: hem kon alsnog een verplichte sluitingstijd worden opgelegd. Nooit heeft de politie die maatregel hoeven te hanteren en er zelfs mee hoeven te dreigen, dreigen. Politieman F. van der Ploeg, commandant van het korps in Alkemade, maakte zowel de verplichte als de vrije sluitingstijd mee. Zijn mening? "Ik zou niet anders meer willen. Dit is een prima situatie. Ideaal Alles loopt op rolletjes. We kunnen de zaak goed overzien. Extra mankracht hebben we daarbij niet nodig. Alleen in de zomermaanden vraagt het Kaageiland wat meer van onze aandacht. Daar blijft het bij. Hoewel ik er in het begin wat vreemd tegen aankeek, ben ik nu toch wel blij dat de gemeenteraad die beslissing heeft genomen. 23 februari 1976 zal ik niet gauw vergeten." Praktijk Dat zullen de barhouders ook niet. Dag en nacht mogen ze hun zaak openhouden. Gebeurt dat ook in de praktijk? Mondjesmaat. Eigenlijk zijn er maar twee café's die er goed gebruik van maken.- De Vergulde Vos in Rijpwetering en El Barco in Oude Wetering. De rest blijft wel eens wat langer open. Maar dan moet daar voldoende aanleiding voor zijn. Luister naar Marian Boere, eigenaar van De Vergulde Vos-. "Voor onszelf hebben we een sluitingstijd ingesteld. Na half drie tappen we niet meer. Tot twee uur mogen er klanten binnenkomen om een afzakkertje te halen. Een half uur later is het beslist afgelopen. Voordat wij naar huis kunnen wordt het zeker nog een uur of drie." El Barco gaat nog wat langer door Vaak wordt het 's morgens zes uur voordat de laatste Klant de deur achter zich dichtslaat. "Ik blijf open zolang het gezellig is", legt eigenaar Koos Krispijn uit. "Het is inmiddels wel duidelijk dat er behoefte is aan deze vorm van nachtleven. De mensen willen eerst televisie kijken en daarna pas gezellig op stap. Vroeger zaten ze om acht uur al in het café, maar die tijd is voorbij. Na tien uur wordt het pas leuk en gaat het lekker lopen. Om een uur of twee vertrekken je vaste klanten en komt er een heel ander publiek. Mensen uit Den Haag, Amsterdam of de Bollenstreek. Ze zijn weggestuurd uit de kroeg waar ze zaten en komen dan dikwijls nog even deze kant op. Soms stapt er zelfs halverwege de nacht iemand binnen die niet in slaap kon komen. Zo iemand maakt alleen een praatje of drinkt een borrel en stapt na een kwartier weer op." Stiekem De ervaring van Ruud van der Meer van De Meerhoeve in Oud Ade? "Toen dat besluit was genomen dacht ik: waar moet dat heen? Nu zeg ik: heb je problemen met cafés? Volg Alkemade en geef de sluitingstijd vrij. De moeilijkheden zijn dan voorbij. Je moet barbezoekers niet dwingen op te stappen. Dat wekt irritatie. Ze willen naar huis wanneer zij denken dat het genoeg is geweest. Het gekke is hetzelfde heeft geprobeerd. Het mislukte. "Daar was het dorp te christelijk voor. Men was bang dat de zondagsrust zou worden verstoord. Mijn voorstel redde het dus niet. Wat Alkemade betreft was dat niet zo'n punt. De hoofdzakelijk katholieke bevolking zat er niet zo mee. Van religieuze zijde is er eigenlijk helemaal geen verzet geweest." Bolten heeft het wel geweten. Maanden na het besluit stond zijn telefoon nog roodgloeiend. Gemeentebesturen die eenzelfde stap overwogen vroegen naar zijn ervaringen. Slechts enkele waagden het om het voorbeeld van Alkemade te volgen. Hoe anders ligt dat in Leiden. Meer dan tien jaar wordt er gepraat of de cafés wel of niet een uurtje langer open mogen blijven. De politiek bemoeit zich heel nadrukkelijk met de kwestie. Vijftien uitverkoren horecabedrijven mogen wellicht half volgend jaar de deur een uur later dichtdoen. Wellicht, want de bezwaren van de zeventig overige caféhouders liegen er niet om. Leo Kamphues, voorvechter van vrije sluitingstijden, zegt er het volgende over: "We zullen alles in het werk stellen om dit te voorkomen. Er moet gelijkheid zijn. Allemaal langer open of niet één. Hoe we precies te werk zullen gaan weten we nog niet. Dat de gemeente met argumenten zal worden bestookt is wel zeker." Vreemd lijkt het wel. Jaren vecht men om een ruimere sluitingstijd te bewerkstelligen. Nu er met vijftien café's een proef wordt genomen, wordt er van alles aan gedaan om dit voornemen teniet te doen. "Kijk", stelt Kamphues, "de barhouders waren in de praatfase solidair: allemaal wel of allemaal niet langer open. Nu er vijftien wat extra kunnen verdienen kijken ze naar hun eigen portemonnee. Helemaal ongelijk kun je ze natuurlijk niet geven. Ze zitten voor hoge lasten. Elke cent die je binnenhaalt is dan meegenomen. De andere kant is dat deze situatie de overige cafés klanten gaat kosten. Die kant moeten we natuurlijk niet op." Uit elkaar Het eens zo hechte horecawereldje ligt door deze manoeuvre van de gemeente Leiden uit elkaar. Drie bestuursleden, onder wie Kamphues, gaven er de brui aan, het clubblad komt al maanden niet meer uit en activiteiten worden niet meer georganiseerd. Waarom wacht de horeca de proef met de 'vijftien' niet af alvorens zij weer gaat actievoeren? Als die goed uitpakt mogen ze misschien allemaal langer openblijven. Leo Kamphues: "Daar geloof ik niet in. De burgemeester heeft gezegd dat er in Leiden niet meer dan 17 cafés vrijstelling zullen krijgen. Dat zegt al genoeg. Hij creëert er wel een absoluut oneerlijke concurrentie mee. Iedere barhouder heeft gelijke rechten. Dat evenwicht moetje niet verstoren." De moeizame strijd is, wat Leo Kamphues betreft, nog niet gestreden. Zijn geloof in een vrije sluitingstijd voor iedereen heeft hij inmiddels laten varen. Maar er zijn alternatieven. Het systeem dat Haarlem hanteert, bijvoorbeeld. Elk café in deze gemeente mag 25 keer per jaar wat langer open zijn. De eigenaar mag zelf bepalen wanneer. De enige regel waaraan hij zich moet houden? Vóór twaalf uur een telefoontje naar de politie en het is voor elkaar. "Een schitterende maatregel" besluit Kamphues. "Een situatie als in Alkemade is het einde, dat is duidelijk. Wat Haarlem heeft uitgedokterd is een prima systeem. En eerlijk. Iedereen heeft gelyke kansen. Leiden kan daar een puntje aan zuigen." puntje aan zuigen". (foto Holvast» Oud-burgemeester Bolten: experi ment geslaagd. (foto Wim Dijkman) Bob Gans (Woelige Baren): "Ze komen van heinde en verre". (foto Holvast) door Jan Westerlaken dat het nooit veel later wordt dan toen we een verplichte sluitingstijd hadden. In die tijd bleef je stiekem wat langer open. De gordijnen dicht, luiken voor de ramen en iemand op de uitkijk zetten of de politie niet in de buurt kwam. Ik ben blij dat we van dat gedoe af zijn." Koos Krispijn (El Barco) haalde het al aan. Na twee uur 's nachts komen er bij hem vooral Amsterdammers en Hagenaars in de zaak. Is het uitgaansgedrag van de dorpsbewoners ook veranderd nu de horeca langer mag openblijven? Bob Gans, bedrijfsleider van De Woelige Baren in Oude Wetering: "Vroeger moesten wij inderdaad leven van de mensen uit buurt. Nu komen ze van heinde en ver. Echte kroeglopers die in Amsterdam of Leiden geen pilsje meer kunnen krijgen zien we hier niet. De Woelige Baren richt zich meer op de eters. Het bargebeuren is bijzaak. Kijk, als het gezellig is doen we de deur op slot. We hebben geen behoefte aan herrieschoppers. Er zijn wel eens mensen binnengekomen van wie we zeiden: zij passen hier niet. Daar praten we mee, we bieden ze een drankje van de zaak aan en vragen daarna netjes of ze willen weggaan. Ik denk dat we dat een keer of twee, drie hebben meegemaakt. Het is altijd vriendelijk opgelost." Geen trekpleister Onno Hornkamp van 't Kompas op het Kaageiland zegt: "Op het nachtelijk publiek speel ik niet in. 's Morgens om elf uur is mijn zaak al weer open. Hier merk je niets van een verandering in het uitgaansgedrag. We leven op een eilandje. Wat ik binnen krijg komt van buitenaf. Nee, ik kan niet zeggen dat het gedrag van de eilandbewoners is veranderd. Jongelui krijg ik nauwelijks binnen. De meesten zijn de dertig al gepasseerd. Allemaal mensen die een jacht in de haven hebben liggen." Hornkamp maakt heel weinig gebruik van de vrije sluitingstijd. "Maar gemakkelijk is het wel", voegt hij er aan toe. "Je hoeft nooit te zeggen: jongens het spijt me, het is tijd de zaak gaat dicht. Het is de droom van iedere barhouder, denk ik." Problemen met de buurt? De enige die er eerlijk voor uitkomt is Koos Krispijn. "Zeker in het Koos Krispijn (El Barco, Oude Wetering): "Ik blijf open zolang het gezel lig is. (foto Holvast) Ruud van der Meer (De Meerhoeve, Oud Ade): "Ik ben blij dat we van dat gedoe afzijn". (foto Holvast) begin lag ik om de haverklap met m'n buurman in de clinch. Ik kan me best voorstellen dat die mensen er moeite mee hadden. Tot zeven jaar geleden was het een dood dorp; er gebeurde nooit wat. En dan opeens krijg je een bar naast je deur die zelf mag uitmaken wanneer de deur op slot gaat. Auto's, brommers, motoren. Die apparaten moeten wel op gang worden gebracht. Dat levert overlast op. Vooral 's nachts. Ik hamer er elke keer weer op bij m'n klanten: mensen, probeer zo min mogelijk kabaal te maken. Of het lukt? De laatste tijd heb ik weinig moeilijkheden met mijn buren gehad. Ze weten waar ze me kunnen vinden. Ik sta te allen tijde open voor overleg." Goed geboerd Zeven jaar geen verplichte sluitingstijd, wat heeft het de caféhouders financieel opgeleverd? De meningen lopen uiteen. Bob Gans (De Woelige Baren) ziet het als een extra service aan zijn klanten. Van geldelijk gewin is nauwelijks sprake, stelt hij. Ruud van der Meer (De Meerhoeve): "Ik denk dat we door het wegvallen van de verplichte sluitingstijd zo nu en dan wel eens een extra partij in huis halen. De mensen vragen steevast of het problematisch is als het wat later zou worden. Vaak geeft die tijd de doorslag dat ze onze richting heen komen. Ik hoef er geen doekjes om te winden: zoiets levert geld op. Flink wat zelfs, 's Nachts tussen 1 en 2 uur kun je soms meer verdienen dan op een hele dag." Onno Hornkamp ('t Kompas): "Na één uur is voor mij de room eraf. Als je na twaalf uur een paar honderd klanten in huis hebt is dat aantrekkelijk. Ik zet na die tijd praktisch niets meer om. De twee bars op het eiland zullen het na middernacht ongetwijfeld drukker hebben dan ik." Koos Krispijn (El Barco): "Watje 's nachts méér vangt is meegenomen. Voor mij komt het op de tweede plaats. Gezelligheid staat voorop. Je hoeft er niet geheimzinnig over te doen. Natuurlijk hou je er geld aan over. Hoeveel? Ik heb geen idee. Dan zou ik de cijfers eens op een rijtje moeten zetten. Bedenk wel datje met personeel moet werken. Vijftien uur per dag open zijn kun je niet in je eentje behappen. Die mensen moetje salaris betalen." oud-burgervader. Ze streelden zijn ego. Bolten draait daar niet omheen. Achteraf is hij er best trots op dat de proef geslaagd is. Relativerend voegt hij er aan toe: "Nu ik zo ver van Alkemade vandaan woon, heb ik er wat afstand van genomen. Ik denk nog wel eens met plezier aan die tijd terug, dat wel." Bolten onthult dat hij in Schipluiden (waar hij vóór Alkemade eerste burger was) Allemaal - niet één barman uitgezonderd - hebben ze lof voor het initiatief van oud-burgemeester Bolten, thans woonachtig in het Noordhollandse dorpje Wester Koggenland. Ze zijn het eens met zijn zienswijze: de cafébaas kan zelf wel bepalen wanneer hij het voor gezien houdt. Was dat destijds voor hem het enige criterium om de sluitingstijden vrij te geven? "Er zijn veel te veel bepalingen waarvan de zin bedenkelijk is. Ook de'bepaling dat een burgemeester een briefje moet ondertekenen dat een café wat later dicht zou mogen. Dat is toch absurd? Wat betekent die ontheffing nou precies? De burgemeester zet een handtekening onder een stukje papier waarvoor de barhouder moet betalen. Een administratieve handeling. Dan mag hij, zeg maar, een uur langer openblijven. De politie moet een oogje in het zeil houden om te zien of die cafébaas zich wel aan de regels houdt. Nou, dat is toch te gek? Een volwassen kerel hoef je toch niet achterna te lopen? Die kan zelf wel uitmaken wat goed of verkeerd is. Daarom heb ik voorgesteld om de sluitingstijden vrij te geven. Eerst met een proeftijd van een jaar en toen dat eenmaal naar behoren liep hebben we er regel van gemaakt." Complimenten voor de Leo Kamphues: "Leiden kan er een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 19