Van nieuw economisch beleid is weinig over apatisch opvolger Egypte blijft onder Sadats ZATERDAG 3 DECEMBER 1983 PAGINA 17 Een "koude vrede" met Israël, iets verbeterde betrekkingen met de Arabische wereld, maar ook een nieuwe bevoorrechte klasse die zich snel verrijkt vanwege de nog altijd doorgevoerde liberale economie die Sadat in 1975 invoerde. Twee jaar Moebarak heeft Egypte weinig nieuwe impulsen gegeven. Of het zou een enge nationalistische volkspartij moeten zijn, die dertig jaar na de revolutie vervaarlijk de kop opsteekt. door Jaap van Wesel Nasser bracht ons mish (Egyptische kaas), Sadat gaf ons rish (corruptie). En Moebarak...? Hish: Niets. Een van de vele Egyptische grapjes die de stemming weergeeft. Twee jaar bestuur van Moebarak heeft weinig echt nieuws gebracht. Zeker, de betrekkingen met de Arabische wereld zijn verbeterd. Maar de Arabische ambassadeurs zijn nog steeds niet in Kairo teruggekeerd. De vrede met Israël houdt stand, ondanks de Libanese oorlog, maar niet meer dan dat. Onderminister van buitenlandse zaken Butrus Ghali spreekt van een „koude vrede". Een minimum aan betrekkingen. Een ambassade in Tel Aviv met een zaakgelastigde; de Egyptische ambassadeur is al meer dan een jaar in Kairo zijn memoires aan het schrijven. Een uitermate vijandige Egyptische pers en een Israëlische ambassade die door de Egyptische ambassade vrijwel geboycot wordt. Vrijwel, maar niet helemaal. Grenzen Want ook de koude vrede heeft zijn grenzen. De betrekkingen moeten niet onder een bepaald minimum komen. Daarom werd een paar weken geleden de Israëlische directeur-generaal van buitenlandse zaken, David Kimche, naar Kairo uitgenodigd, en komt zijn Egyptische tegenvoeter binnenkort naar Jeruzalem. En president Moebarak laat er geen twijfel over bestaan dat het vredesverdrag met Israël onaantastbaar is. Op een persconferentie in Khartoem werd hem onlangs gevraagd of Egypte niet het vredesverdrag wilde verbreken na alle Israëlische wandaden van het afgelopen jaar en dan terugkeren naar de Arabische wereld. „Wilt u dat ik de Israëliërs uitnodig de Sinai weer te bezetten?", vroeg Moebarak. „Een Egyptische president die zoiets zou doen zou regelrecht voor gek verklaard worden". Zelfs een uitgesproken tegenstander van Camp David, oud-minister van buitenlandse zaken Ismail Fahmy, die aftrad toen Sadat in 1977 naar Jeruzalem ging, is uitermate voorzichtig als het gaat om verbreken van de diplomatieke betrekkingen met Israël, laat staan het opzeggen van het vredesverdrag. Fahmy vindt dat Egypte naast toenadering tot de Arabische wereld niet verder moet gaan dan zich officieel distantiëren van de Palestijnse autonomie van Camp David. De „koude vrede" was het minimumgebaar dat Egypte moest maken om zijn geloofwaardigheid thuis te bewaren en in de Arabische wereld te vergroten. Het heeft niet tot volledige normalisering met de Arabische wereld geleid. Zelfs de Russische ambassadeur is nog niet in Kairo terug, hoewel zijn terugkomst al meer dan een jaar wordt voorspeld. Betrekkingen Onder de gegeven omstandigheden zijn de betrekkingen met Irak goed. Het wemelt van de Irakezen in Kairo. Dat mag ook wel, want Egypte verkoopt voor twee miljard dollar aan wapens. Als dank heeft Irak de vroegere ambassadeur tot hoofd benoemd van het Iraakse belangenkantoor in Kairo, dat onder vreemde vlag de Iraakse ambassade runt; op één stap na een herstel van de diplomatieke betrekkingen, en onder de huidige omstandigheden het maximum dat haalbaar is. Ook met Jordanië en Marokko zijn de betrekkingen prima. Er wordt gesproken over politiek overleg. Minister van buitenlandse zaken Kamel Hassan Ali is onlangs in Bagdad, Amman en Rabat geweest. In Beiroet wordt regelmatig met president Gemayel gesproken. Zelfs is een vertegenwoordiger van Het is nu anderhalf jaar gele den dat president Moeba rak met veel misbaar een economische studiecomis- sie in het leven riep, samen gesteld uit deskundigen van regering en oppositie. Dat leek na de tirades van Sadat tegen de oppositie en zijn beschuldigingen van landverraad een revolutio naire wending. Van de hoop op een nieuw beleid is nog maar weinig over. Een van degenen die toen uiterma te enthousiast reageerden - een leider van de linkse oppositie - merkt nu wat zuur op dat er een zeer goed rapport is uitge bracht. Maar - zoals dat meest al in Egypte gaat - het is bij een rapport gebleven. Moebarak heeft buiten de reto riek, economisch maar heel weinig veranderd. De zoge naamde 'open deur'-politiek, de liberalisering van de econo mie die Sadat in 1975 invoerde, gaat vrijwel ongewijzigd door, ondanks de erkende gebreken die er aan kleven. Een van de ergste gebreken is het creëren van een 'clique van nouveau ri- che', een bevoorrechte klasse die zich snel verrijkt heeft aan de vrije stroom van geld en goederen. Showproces Moebarak beloofde en leek de corruptie van die bevoorrechte klasse aan te pakken, maar veel verder dan een showpro ces tegen Sadats broer Esmat is het niet gekomen. Halve maatregelen zijn meestal erger dan geen maatregelen. Zo ook hier: investeerders zijn huive rig geworden. Zonder smeer geld kom je nergens, en met smeergeld weet je het maar nooit. En de nouveau riche blijft van zijn bevoorrechte po sitie profiteren. Zeker, er is in Egypte als gevolg van de liberalisering grotere welstand. Mensen hebben meer geld, maar gezien de ho ge inflatie stijgen de prijzen nog sneller en daar wordt voor al de middenklasse de dupe van. Moebarak heeft daar in feite niets aan veranderd. Maar is er dan helemaal niets veran derd? Mevrouw Mansoeri - een zeer welgestelde dame - klaagt voor het eerst dat zij moeilijk aan bedienend personeel kan ko men. Ze overweegt zelfs een meisje uit Thailand, de Filip pijnen of Sri Lanka te laten ko men. Het blijkt al gauw dat me vrouw Mansoeri's klacht vrij algemeen is: er is een groot te kort aan koks, schoonmakers, en huisbedienden. Heel nieuw en wonderlijk voor een overbevolkt land als Egyp te waar 48 miljoen monden ge vuld moeten worden, met een jaarlijkse aanwas van 1 mil joen. Het is in Egypte regel dat werk dat door één man ver richt kan worden over vier werkkrachten wordt uitge smeerd om toch vooral maar iedereen van werk te voorzien. Welvaart Is dat dan plotseling voorbij? Het blijkt dat in de nieuwe consumptiemaatschappij het ambacht van huisbediende een zeer lage status heeft gekregen. Bovendien blijven jongens en meisjes die tot dusver hun ge luk in de grote stad beproef den, nu op het platte land han gen. Daar is nog ruimte, ten gevolge van het vertrek van 3 miljoen Egyptenaren van het platte land die veel geld als gastarbei ders in de Golfstaten verdie nen. Die geldstroom uit de Golf brengt welvaart. Me vrouw Mansoeri vertelt dat de zoon van haar chauffeur uit sluitend nog op Adidas sport schoenen wil lopen. Een revo lutionaire ontwikkeling voor een familie die 10 jaar geleden nog helemaal niet op schoenen liep. En de neef van de kok uit Assyut in Zuid-Egypte is onlangs met zijn kleine kindertjes op de arm helemaal via Kairo naar Straathandel in Kairo. Port Said gegaan om daar in de vrijhaven importkleertjes uit Frankrijk, Engeland en Zuid- Korea te kopen voor de kinde ren. „In Assyut is niets leuks te krijgen", is het argument. Dat veranderende consumptie patroon bij het proletariaat kan verregaande sociale gevolgen hebben: het wekt verwachtin gen die ongetwijfeld gefru streerd gaan worden. En niets is gevaarlijker in een land als Egypte dan gefrustreerde toe komstverwachtingen van de grote massa. Nieuw gevaar De positie van de lagere midden stand heeft dat al eerder bewe zen. Want al lijkt alles in Egyp te vrij rustig en stabiel sinds de moord op Sadat twee jaar gele den, de islamitisenng van de maatschappij gaat door als uit weg voor de problemen van al le dag. Militante extremisti sche groeperingen worden met regelmaat opgepakt zonder dat precies de omvang en het be lang van deze ondergrondse organisaties duidelijk wordt. Maar er dreigt voor de overheid nu een nieuw, en eigenlijk heel oud gevaar uit een andere hoek: de uit zijn graf herrezen Wafd-partij. Een nationalisti sche volkspartij uit de eerste helft van deze eeuw die bij de revolutie van 1952 van het to neel verdween en sindsdien verboden was. Het blijkt dat de Wafd 30 jaar na de revolutie nog steeds een groot potentieel heeft, en bo- archieffoto) vendicn een partijapparaat heeft dat goed georganiseerd is. De leiders zijn echter de leeftijd van 70 ver gepasseerd, en spreken nog steeds in ter men van de nationale strijd te gen het Britse imperialisme uit de jaren '30 en '40. Als liberale partij heeft de Wafd grote mogelijkheden onder de christelijke Kopten (het Egyp tische niet-Arabische nationa lisme), de vrije beroepen (ad vocaten) en onder allen die hun onvrede willen uiten tegen de bestaande toestand. Het enige dat ontbreekt is een actu eel programma. Voor de vra gen van vandaag de dag op economisch en sociaal gebied heeft de Wafd (nog) geen ant woorden. Verkiezingen In april van het volgend jaar vin den er in Egypte parlements verkiezingen plaats. En de overheid is er niet gerust op. Noch Nasser, noch Sadat is er in geslaagd een echte authen tieke volkspartij van de grond te krijgen dat is alleen de Wafd gelukt. Er wordt van alles aan gedaan om de kleine partijen buiten het parlement te hou den, onder meer door middel van een kiesdrempel van maar liefst 8 procent. Maar de prog noses zijn dat de Wafd alle kans heeft er door te komen. Een uniek verschijnsel dat een doodgewaande partij 30 jaar na de revolutie uit haar graf her rijst en plotseling zo populair blijkt te zyn. Het sleutelland Saoedi-Arabië blijft echter koel; ook Syrië heeft de aanvallen op Egypte in de media weer hervat. De Saoedi's stemden tegen Egyptes zetel in de Veiligheidsraad en de Egyptische regering klaagt daarover in Washington: het moet voor de Amerikanen toch een koud kunstje zijn de Saoedi's even een zetje in de goede richting te geven. Sowjet-Unie Minder voor de hand ligt het, waarom de betrekkingen met de Sowjet-Unie niet verbeteren: enkele weken gelden leverde de Pravda kritiek op de verkiezingen van de Shoera, een soort van parlementair adviescollege, die niet democratisch zouden zijn geweest. Hoe durven ze. de Russen. Moebarak sloeg meteen van zich af tegen deze ongehoorde inmenging in Egyptes binnenlandse aangelegenheden. En dat terwijl alles daarvoor een verbetering leek. Zelfs de zoon van Gromiko was in Kairo geweest. De reden voor dit alles moet in Washington gezocht worden. De toon en taal van Moebarak is wat neutralistischer dan die van zijn voorganger die altijd placht te zeggen dat de Amerikanen „99 procent van de kaarten" in handen hebben. Maar als puntje bij paaltje komt is Moebarak voor economische, militaire en politieke steun volstrekt van Amerika afhankelijk. Zo wordt met enige aarzeling het uitblijven van de normalisering met Moskou verklaard: het zou te veel senatoren aanzetten tot het schrijven van boze brieven. En de Amerikaanse publieke opinie is zeker ook een factor als het om de betrekkingen met Israël gaat. Allemaal nogal frustrerend, en denigrerend voor een land als Egypte dat in de wereldpolitiek zo graag de eerste viool placht te spelen, om van de Arabische politiek nog maar te zwijgen. De belangrijke reizen van Kamel Hassan Ali en de goede de facto betrekkingen zijn toch maar een schralé troost. Merkwaardig genoeg is de stemming er meer een van apathie dan van frustratie. Moebarak: neutralisti scher dan zijn voorgan ger. (foto's AP) buitenlandse zaken onlangs in Damascus geweest, evenals Egyptische journalisten. Maar op de Syrische suggestie zich aan te sluiten bij de oorlog tegen Israël is het antwoord: teneinde opnieuw de rol van huilebalk te spelen van al diegenen die hun land hebben verloren!? Beter „We hoeven niet zo nodig", is het commentaar van prof. Ali Desukki, politicoloog. „Als je onze positie nu vergelijkt met die van een paar jaar geleden, dan zijn we er nu veel beter aan toe. En dat het niet onder officiële vlag gebeurt is vervelend voor juristen en formalisten, maar toch eigenlijk van ondergeschikt belang". Het past bij de stijl en werkwijze van Moebarak: voorzichtig, rustig, zonder de grilligheden en het spektakel van zijn voorganger Sadat. De verwachting in Kairo is dan ook dat de Arabische ambassadeurs ook het volgend jaar niet naar Kairo zullen terugkeren. Maar anders dan in het verleden vindt men het niet zo erg meer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17