Hoe Jan de Stotteraar
het grote geluk vond
"De moraal is: laat
een ander betalen"
Oud-Leidenaar nestelde zich in naturistencentrum
Het Waarborgfonds en de toenemende fraude
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1983
PAGINA 19
door Sjak Jansen
Hij was boekhouder in
Rijnsburg, verpleger in het
AZL, aardbeienplukker en
reisleider in Oostenrijk.
Maar de droom van Jan
Pasma ging pas in
vervulling toen hij een
groot restaurant opende in
het nudistencentrum
Flevo-Natuur. Vandaag
viert hij zijn eerste
lustrum.
„Ouwe zwamkous", moppert
hij tegen zijn beo. Wéér is
oud-Leidenaar Jan Pasma van
zijn a propos. Vijfjaar geleden
was dit stukje Flevopolder een
kale boel, wou hij maar zeggen.
„Precies. Toen was het één
groot bietenveld. Geen
boompje te bekennen; alleen
maar klei". Wel even een
verschil met nu, vindt hij.
„Kom voor de aardigheid het
dak maar op en vergewis
jezelf."
Om ons heen, zo ver als de blik
reikt, dertig hectare
recreatiepark. Bomen, velden,
bungalows, een strandje. Een
camping, sauna, zwembad en
tennisbaan; samen het
Nederlands nationaal
naturistenterrein
'Flevo-Natuur' vormend.
Weliswaar commercieel van
opzet, maar vijfjaar geleden uit
idealisme geboren.
Geluk
En Jan Pasma („schrijf maar Jan
de Stotteraar, het sjouwertje van
de Boommarkt, dan kennen ze me
wel") stond aan de wieg daarvan.
Met 250.000 geleende guldens tilde
hij er na de bekende twaalf
ambachten en dertien ongelukken
'De Kakatoe' van de grond: een
restaurant dat anno 1983 is
uitgebouwd tot een middelpunt
van allerlei activiteiten in de
amusementssfeer, zoals Jan en zijn
levensgezel Madeleine het
gemakshalve noemen. „Niet gek
voor een eenvoudige Leidse
sloppenjongen", vindt Pasma zelf.
Totdat hij vijfjaar geleden in het
positivisme de sleutel van het
geluk ontdekte, zegt hij altijd
rijkelijk gefrustreerd te zijn
geweest. Gefrustreerd omdat zijn
vrienden naar de universiteit
mochten en hij - evenals zijn broer
Thijmen - op-zijn veertiende van
school moest om in het fruitbedrijf
van zijn vader te helpen. Hetgeen
sjouwen betekende. Van 's
morgens vroeg tot 's avonds laat. 's
Ochtends viel dat nog wel mee.
Dan kwamen de eeuwige
studenten Goudriaan en Olivier -
de sociëteit was dan net dicht -
hem steevast helpen om erna hun
dagelijkse duik in de Oude Rijn te
nemen.
Naarmate de dag vorderde, werd
Pasma's verlangen naar de
universiteit allengs groter. Een
medicijnenstudie was zijn ideaal,
maar hij was veertien, had geen
middelbare opleiding, dus wat
moest hij. Toch zou hij vele jaren
later zijn toekomstdroom
verwezenlij kt zien.
Studie
Hij was toen de dertig al
gepasseerd en twaalf jaar uit
vaders bedrijf weg. Boekhouder
was hij geweest in Rijnsburg,
verpleger in het AZL,
aardbeienplukker in Zweden,
vrachtwagenchauffeur in Bunnik,
reisleider in Oostenrijk. Hij had in
Italië achter de lopende band
gestaan, in Zeist enige tijd
bloedhonden gefokt en in Utrecht
hondehokken uitgemest voor 28
gulden per dag.
Zo voorzag hij in zijn onderhoud
en in zijn studie aan de
avond-HBS, die hij alsnog doorliep
om op de medische faculteit te
worden toegelaten. Op zijn 32ste
was het eindelijk zover.
Voortvarend ging Pasma er van
start, maar na anderhalf jaar klapte
hij volledig in elkaar en was hij een
gedesillusioneerd man.
Pasma: „Je had me moeten zien
lopen in de Leidse Hout, jankend
met mijn ziel onder mijn arm. Maar
ik ben dóórgegaan, dwars door de
boerenkool heen. Ik ontmoette
Madeleine. En op een gegeven
moment realiseerde ik me datje
door negatief te praten alles naar
de bliksem praat. Sindsdien denk
ik, als ik pijn heb: er komen betere
tijden. Positivisme, begrijp je? Ik
kan het je aanraden. Het helpt
Overweldigd door dit positivisme
wilde hij vijfjaar geleden in
Frankrijk een nieuw leven
beginnen. Maar zoals dat in
verhalen wel vaker gebeurt, ging -
juist vóórdat hij wilde vertrekken -
de telefoon. De stichting
Nederlands Naturistenterrein aan
de lijn. Of Pasma haar mening
deelde dat hij de geknipte figuur
was om in Flevo-Natuur een
restaurant op poten te zetten?
Moeite
Nog dezelfde dag zat de
oud-Leidenaar rond de tafel met
een stel architecten, financiers en
aannemers, allen fervente
naturisten, die een lang
gekoesterde wens wilden
verwezenlijken: het stichten van
Neerlands eerste openbare
naturistenterrein.
Het werd Flevo-Natuur, qua
accommodatie en mogelijkheden
thans een van de grootste
openbare naturistenterreinen van
West-Europa. Het terrein, dat vorig
jaar goed was voor bijna 130.000
overnachtingen, vergde tot nog toe
een investering van een slordige
twaalf miljoen gulden. Geld dat in
de moeizame beginjaren enigszins
weggegooid leek, maar sindsdien
niet meer. De belangstelling voor
naaktrecreatie en naturisme is de
laatste jaren onstuimig gegroeid.
Soms in die mate, dat de bestaande
naturistenverenigingen ledenstops
hebben moeten instellen.
In tegenstelling tot nudisme
behelst naturisme meer dan alleen
blootlopen. In feite wil deze
levensstijl de band tussen mens en
natuur herstellen. Door
blootlopen, maar ook door middel
van vegetarisme, homeopathie,
geheelonthouding, niet roken en
kruidentherapie.
Jan en Madeleine Pasma op het terrein van Flevo-Natuur: niet de kat op het spek binden.
(Foto Ton Kasterman)
Pasma vertelt met enige trots dat
de christelijke bevolking van
Nijkerk en Spakenburg in het
begin de nodige moeite had met de
blootlopers aan de overkant van
het Veluwe- en Eemmeer. „Maar
nu komen die mensen hier zelf."
Pervers
„Tachtig procent van de bezoekers
is nudist", verklaart Madeleine.
„Die zetten hun auto op het
parkeerterrein en laten hun kleren
daarin achter. Mensen met
perverse bedoelingen zitten er ook
bij. Maar dat merkje gauw genoeg.
Die gedragen zich anders."
Overdag maakt niet uit, maar 's
avonds wil Pasma liever niet dat
men in Adam- en Evakostuum in
het restaurant plaatsneemt. „Dan
bind je de kat op het spek", zegt
Madeleine. Zij is zelf ook nudiste,
Pasma niet. „Ik vind het
afschuwelijk in m'n blote kont te
lopen", verklaart hij. „Dat komt
denk ik omdat ik uit een
gereformeerde familie stam. Ik
weet nog goed: mijn moeder was
hier voor het eerst op bezoek, ze
wist niet wat naturisten waren en
helemaal niet dat wij ze hier
ontvingen. Komen er opeens een
paar binnen. Poedelnaakt
natuurlijk. Wat ik toen niet heb
moeten uitleggen! Maar nu is ze
trots op me."
Pasma's ideaal is mei Madeleine
een terrein in Frankrijk te kopen
en daar iets soortgelijks op te
zetten. „Als het maar in de natuur
is", meent de oud-Leidenaar.
„Daar ben ik het gelukkigst."
Over het vinden van het geluk
hoopt Pasma nog eens in
eenvoudige Leidse taal een
handleiding te schrijven; een
boekje. „Maar eerst", zegt hij, „is er
vanavond groot feest hier met The
Blue Diamonds en Conny Vink, ter
ere van het lustrum. Half Leiden
komt. Gezellig."
„Half Leiden komt. Gezellig",
repeteert zijn beo. En Pasma: „Wel,
jij kleine dondersteen, wil je nou
eens je kop houden?"
Het Waarborgfonds - 'de laatste autoverzekering van Nederland' - maakt barre tijden door. Het fonds
kreeg vorig jaar maar liefst 33.000 schadeclaims te verwerken en is op een dergelijk groot aantal
eigenlijk niet ingesteld. Wie kloppen er allemaal bij deze instelling aan? Volgens directeur J. Valk is
het lang niet altijd zuivere koffie.
door Miep Hoenson
De vijf miljoen automobilisten
van Nederland worden
steeds onfatsoenlijker. Grote
groepen bestuurders rijden
na een botsing gewoon door.
Andere weggebruikers vin
den hun auto al duur genoeg
zonder de verplichte WA-ver-
zekering. "De heersende mo
raal op de weg is: laat een an
der maar betalen", zo conclu
deert directeur J. Valk van
het Waarborgfonds Motor-
verkeer.
Het Nederlandse Waarborgfonds -
waarschijnlijk uniek in de we
reld - ondervindt de slechte mo
raal aan den lijve. Bij deze instel
ling kunnen gedupeerden een
schadevergoeding krijgen, wan
neer een onbekende of onverze
kerde bestuurder van een motor
rijtuig schade heeft.veroorzaakt.
Het fonds kreeg vorig jaar een
stortvloed van schadeclaims
over zich heen. De 'laatste au
toverzekering van Nederland'
moest in 1982 bijna vijftig mil
joen gulden uitkeren, 20 procent
meer dan het jaar daarvoor. Het
aantal claims steeg met 4,5 pro
cent tot ruim 33.000. Die stijgen
de lijn zet ook dit jaar door. En
dan te bedenken dat nog lang
niet iedere Nederlander van het
bestaan van een dergelijk fonds
op de hoogte is.
Onverzekerd
De oorzaken van de hausse aan
claims liggen voor de hand. Zo
staat vast dat het aantal onverze
kerde personenauto's in Neder
land snel groeit tot een omvang
rijk autopark. Dat blijkt uit de
vele gevallen die bij de kanton
rechter of in de rechtszaal wor
den behandeld. Het blijkt ook uit
de steekproef die de Algemene
Verkeersdienst van de Rijkspoli
tie op de Nederlandse snelwegen
hield. In een tijdsbestek van 14
dagen werden 2069 auto's gecon
troleerd. Ruim twaalf procent
daarvan bleek onverzekerd rond
te rijden. De politie tekent bij de
ze cijfers aan dat het geschetste
be^ld in werkelijkheid nog slech
ter moet zijn. In en rond steden
en dorpen zal het percentage on
verzekerde voertuigen aanmer
kelijk hoger liggen dan op auto
snelwegen, zo veronderstelt
Directeur Valk van het Waarborg
fonds heeft eenzelfde vermoe
den. Valk: "De mensen zijn zo
veel gemakkelijker geworden
dan vroeger. Je proeft overal de
mentaliteit dat een ander er maar
voor moet opdraaien. Daarnaast
wil iedereen die heilige koe koste
wat het kost houden. En als je
moet bezuinigen kan dat niet op
de benzine. Een beurt kan niet
telkens worden overgeslagen.
Wegenbelasting ontduiken: daar
zit het risico aan vast datje wordt
gefotografeerd. Dus wat blijft er
over? De WA-verzekering verge
ten. Ik geloof dan ook dat een
groot deel van de 25.000 ongeluk
ken, die in 1982 door onbeken
den werden veroorzaakt, onver-
zekerden zijn".
Valk lepelt de voorbeelden zo uit
zijn praktijk op. Steekhoudende
oorzaken voor het doorrijden
ontbreken evenwel ook bij hem.
Zijn hoop is nu gevestigd op een
onderzoek daarnaar, dat op ver
zoek van de Centrale Politie Ver-
keerscommissie vermoedelijk
door het ministerie van justitie
zal worden verricht.
Bonus-malus
in het onlangs uitgebrachte
jaarverslag over 1982 wijst Valk
ook het nieuwe bonus-malussys
teem aan als veelgebruikt motief
om door te rijden na een onge
luk. Dit systeem kwam bij een
aantal autoverzekeraars in de
plaats van de no-claimregeling.
De verzekeraars geven niet al
leen korting meer bij langdurig
schadevrij rijden, ze leggen ook
een premietoeslag op bij het
veelvuldig toebrengen van scha
de. En dan wordt het volgens
Valk voor de automobilist wel
erg verleidelijk om een 'blanco'
ongelukken-staat te hebben.
Gewiekst is de Nederlandse auto
mobilist eveneens geworden in
het oplichten van verzekerings
maatschappijen. Wat krap bij
kas? Dan zet je gewoon een on
geluk in scène, of je laat de wa
gen op een parkeerplaats bescha
digen.
Er werken geen rechercheurs bij
het Waarborgfonds, maar de
werknemers hebben intussen
wel een zesde zintuig gekregen
als het op frauduleuze handelin
gen aankomt. Valk: "Je krijgt er
een instinct voor. Het ligt er vaak
zo dik bovenop. De verhalen van
de getuigen kloppen niet, het re
laas van de gedupeerde is onlo
gisch, de toegebrachte schade
klopt niet met het soort ongeluk
dat zogenaamd heeft plaatsge
vonden. In ziulke gevallen zetten
we er een expert op of we halen
de politie erbij. Nee, we laten zul
ke mensen niet ongestraft gaan".
Maanden
Waarmee Valk ook aangeeft dat de
behandeling van een schade
claim maanden in beslag kan ne
men. In het verleden kon uitbe
taling wel eens bijna een jaar op
zich laten wachten. Die exorbi
tant lange wachttijden zijn, mede
dankzij interne reorganisaties,
verleden tijd. Valk: "We zullen
echter nooit zo snel kunnen
werken als een gewone verzeke
ringsmaatschappij. Als een par-
keerschade panklaar wordt aan
geleverd kunnen we de zaak bin
nen één twee maanden afwik
kelen. Maar stel: er komt een
schadeclaim binnen van een bot
sing met een tegenligger, die on
verzekerd zegt te zijn. Dan moe
ten we eerst gaan uitzoeken of
diegene echt onverzekerd is.
Heel vaak blijkt achteraf dat hij
dat wèl is. Verder moeten we be
palen of de onverzekerde zelf
geen betaalmiddelen heeft. Zo ja,
dan moet hij de schade alsnog
zelf vergoeden. Ten slotte moe
ten we de aansprakelijke eerst
hebben gemaand. Uiteindelijk
kunnen we uitbetalen".
In driekwart van de claims die op
de burelen van het Waarborg
fonds terechtkomen ontbreekt
de dader. De automobilist die
verhaal komt halen is óf de dupe
van een doorrijder, óf van een be
schadiging aan zijn geparkeerde
auto (de tijd van het briefje-on
der-de-ruitenwisser is goeddeels
voorbij). In dergelijke gevallen
moet worden bewezen dat de
schade daadwerkelijk door een
ander motorvoertuig is toege
bracht. Beschadigingen door
vernielzuchtige kinderen of
overstekend wild worden overi
gens niet vergoed.
Parkeerschades
Valk, geconfronteerd met een stij
gend aantal gevallen van par-
keerschade, vraagt zich af of het
nog langer verantwoord is dat
het Waarborgfonds dergelijke
kosten vergoedt. Hij denkt er
over de wetgever voor te stellen
aan de dekking te sleutelen, dan
wel de grens van 200 gulden op
te trekken (schade beneden dit
bedrag wordt niet uitbetaald).
"Ruim 50 procent van het aantal
schadeclaims bestaat uit bescha
digingen aan geparkeerde au
to's", meldt hij. "Het staat voor
mij wel vast dat de wetgever in
1963 niet heeft kunnen voorzien
dat twintig jaar later zoveel eige
naren van geparkeerd staande
auto's uit het Waarborgfonds
zouden putten. Dat kan nooit de
bedoeling zijn geweest".
Wat de bedoeling wel was: een in
stituut op poten zetten dat de ga
ten van de Wet Aansprakelijk
heidsverzekering kon dichten.
Gelijktijdig met de invoering vai)
deze wet werd het Waarborg
fonds in 1965 opgericht. Behalve
voor schade door een onbekend
motorrijtuig of een onverzekerde
automobilist moet het fonds bij
springen als er een autoverzeke
raar failliet gaat. Hetgeen zelden
gebeurt. Vaker komt het voor dat
het Waarborgfonds uitkeert voor
zogeheten gemoedsbezwaarden,
een groep van zo'n 3000 mensen
die om principiële redenen geen
verzekeringen wil afsluiten. Ove
rigens: gemoedsbezwaarde
wordt iemand niet zomaar. Je
moet een vrijstellingsbewijs van
de Staat hebben. Tevens wordt
nauwgezet gecontroleerd of de
gemoedsbezwaarde niet van an
dere (sociale) voorzieningen als
bijvoorbeeld kinderbijslag profi
teert.
Het Waarborgfonds vergoedt ten
slotte ook die brokken, die met
een gestolen auto zijn gemaakt.
Misbruik
Werkt zo'n instelling als het Waar
borgfonds misbruik en gemak
zucht niet in de hand? Valk
denkt van niet. "Toegegeven:
een dergelijk fonds dat ook ma
teriële schade vergoedt is waar
schijnlijk uniek in de wereld.
Maar vergeet niet dat we altijd
proberen om de uitbetaalde
schade bij de schuldige te clai
men. We spannen heel wat civie
le procedures aan en schakelen
dikwijls incassobureaus of advo
caten in".
Veel levert al die inspanning rela
tief niet op. Van de uitgekeerde
vijftig miljoen kwam vorig jaar
slechts 500.000 gulden terug.
Valk geeft toe dat het een drup
pel op een gloeiende plaat is.
"Maar het is niet anders. Je hebt
vaak geen verhaal, en je kunt al
leen vorderen als je echt bewij
zen hebt dat zo iemand voldoen
de financiële middelen heeft om
de schade te vergoeden. En van
een kale kip kun je niet pluk
ken".
Van de bij de verzekeringen gere
gistreerde automobilisten wel.
Want uiteindelijk blijkt het toch
de braaf betalende bestuurder te
zijn, die vanwege de stijgende
uitkeringen van het Waarborg
fonds moet bijbetalen. Werd de
jaarlijkse bijdrage per verzekerd
motorrijtuig vorig jaar bepaald
op 9,45, in 1984 zal dat bedrag
omhooggeschroefd worden naar
ruim twaalf gulden.
Waarborgfonds-directeur J. Valk: "Het ligt er vaak zo dik bovenop'