c School moet werkloosheid jongeren onder ogën zien Atoomramp: evacuatie of vals weerbericht? Minimumprijzen van melk zijn er om te worden nageleefd LEZERS SCHRIJVEN Centrumpartij DONDERDAG 13 OKTOBER 1983 Meningen Nederland telt op dit mo ment ruim 800.000 werklo zen. De verwachting is dat dit aantal het komende jaar nog verder zal stijgen tot boven de 900.000. Dat betekent dat van alle Nederlanders die in aan merking komen om te werken, er één op de vijf werkloos is. Geworden of gebleven. door prof. dr. J.D. van der Ploeg Voor de jongeren in onze maat schappij staan de zaken er nog slechter voor. Het aantal werklo ze jongeren beneden de 22 jaar bedraagt op dit moment 266.000. In deze leeftijdscategorie zal het komende jaar de stijging verhou dingsgewijs het sterkst zijn. Het. is te verwachten dat in de loop van 1984 er op elke drie werkende jongeren minstens één werkzoekende geteld kan wor den. De jongeren die het meest worden getroffen door de werkloosheid behoren tot degenen die zojuist hun schoolopleiding dan wel hun beroepsopleiding hebben voltooid. Onder deze schoolver laters is de werkloosheid het grootst. Het aantal werkloze schoolverlaters bedraagt nu ruim 250.000. Dat getal is even groot als het aantal jongeren dat per jaar één of andere opleiding heeft beëindigd. Het werkloosheidsprobleem neemt voor deze schoolverlaters nog steeds toe. In de huidige pe riode van afnemende werkgele genheid blijken juist zij steeds moeilijker aan het werk te kun nen komen. De tijdsduur dat zij zonder werk blijven neemt dan ook de laatste jaren opvallend toe. Het percentage jongeren dat langer dan 1 jaar zonder werk is, bedraagt nü 35 Angstwekkend De werkloosheid heeft in betrek kelijk korte tijd een angstwek kende omvang gekregen. In min der dan vier jaar is het aantal werklozen ruim vier keer zo groot geworden. Onze maat schappij is min of meer overval len met deze zeer grote aantallen. Van enige voorbereiding op het verschijnsel werkloosheid is dan ook nauwelijks sprake geweest. Niemand heeft voorzien dat op zo korte termijn zo veel mensen zonder werk zouden raken of blijven. Niemand ook kan op dit moment met zekerheid voorspel len hoe de werkgelegenheid zich in de toekomst zal ontwikkelen. Juist die onzekerheid kan er ge makkelijk toe leiden dat de sa menleving een afwachtende hou ding inneemt. Men hoopt dat de economie zich zal herstellen en dat daarmee ook het werkloos heidsprobleem zal verdwijnen. Wanneer men echter bedenkt wel ke kwalijke gevolgen de werk loosheid nu reeds voor een groot aantal mensen met zich mee brengt, kan men het werkloos heidsprobleem niet oplossen met passiviteit en ongegrond op timisme. Psychische gevolgen Werkloosheid heeft behalve mate riële consequenties ook psychi sche gevolgen. Wat dat laatste betreft blijkt dat het verlies van een baan of het niet aan de slag kunnen komen een uiterst schokkende ervaring is. De ver werking daarvan kan soms jaren duren en gepaard gaan met ve lerlei negatieve effecten voor de betrokkene zelf, maar ook voor de omgeving. Het lukt helaas lang niet iedereen een gelukkig en tevreden mens te blijven na dat men zijn baan is kwijt ge raakt. De werkloosheid knaagt niet alleen aan het gevoel van ei genwaarde, maar speelt ook door in de relaties tussen mensen. Via verschillende onderzoekingen is vastgesteld dat de werkloos heid het hardst aankomt bij jon geren. Met name de schoolverla ters die zojuist met succes hun opleiding hebben afgerond, heb ben de meeste moeite om te ac cepteren en te verwerken dat zij niet aan de slag kunnen komen. Deze jonge mensen worden ge blokkeerd in hun sociale en psy chische ontwikkeling, waarin zij zich nog volop bevinden. Ze zijn bovendien opgegroeid in een samenleving waarin het werk meestal de belangrijkste overgang vormde naar een fase waarin men zijn plaats in de sa menleving zelfstandig inhoud ging geven. Werk verschafte de jongeren de mogelijkheid onaf hankelijk te worden en gaf hen de kans om eigen wensen en be hoeften te realiseren. Het hebben van werk was zo ongeveer een bewijs van volwassenheid. Nu de baan niet meer vanzelfspre kend volgt op de school, ontstaat er voor veel jongeren een onver wachte, bedreigende situatie. Het blijkt dat het niet vinden van werk allerlei gevolgen heeft die de ontwikkeling van de jongere ernstig kunnen schaden. Het aanhoudend zondér werk blij ven, vergroot over het algemeen de kans op psychische oneven wichtigheid en kwetsbaarheid. Dat blijkt onder meer doordat de jongere het vertrouwen in eigen capaciteiten en mogelijkheden verliest. Maar ook het vertrouwen in de sa menleving en in de mensen uit de directe omgeving kan een ge weldige deuk krijgen. Voor een klein deel van deze jongeren luidt de werkloosheid zelfs een periode in, waarin men op drift raakt, gaat zwerven en vervalt tot gedrag waarmee men in conflict komt met de maatschappij, zoals vandalisme. Zelfvertrouwen Of dergelijke problemen zullen op treden, hangt overigens niet al leen af van het feit dat men zon der werk blijft. Dit is vooral af hankelijk van de vraag om welke jongen of meisje het gaat en wel ke achtergrond zij hebben. Zo doet het er veel toe of de jeugdi ge in de voorafgaande jaren veel of weinig vertrouwen in zichzelf heeft ontwikkeld. Hoe positiever men over zichzelf oordeelt, hoe beter men over het algemeen de klap van de werkloosheid zal op vangen. Ook is van belang welke manieren de jongere zich in de loop van de jaren heeft eigen gemaakt om problemen en conflicten op te lossen. Ieder mens ontwikkelt daarin een bepaalde stijl. Wie ge wend is om problemen uit de weg te gaan of te ontkennen, zal in het algemeen meer moeite hebben om een goede oplossing te vinden voor het niet hebben van werk. Daarentegen zullen jongeren die geleerd hebben om problemen reëel onder ogen te zien, er niet voor uit de weg te gaan maar zo goed mogelijk aan te pakken, minder moeite heb ben een uitweg te vinden voor het zonder werk blijven. Ten slotte is het ook erg belangrijk of de jongere in een omgeving of een gezin is waar veel begrip be staat voor het werkloosheidspro bleem. Je gesteund weten door belangrijke personen in je nabij heid kan van grote betekenis zijn bij het positief verwerken van werkloosheid. School Ook de school moet men tot de om geving rekenen wat dat betreft. Juist de school kan een belang rijke bijdrage leveren in het ver werken en oplossen van het pro bleem van de werkloosheid. He laas laten vrijwel alle scholen tot nu toe op dat punt belangrijke mogelijkheden onbenut. De meeste scholen leiden hun leer lingen en studenten nog precies zo op als in de tijd dat er voor iedereen werk was. Dat vandaag de dag een groot aantal gediplo meerden na het verlaten van de school geen werk zal vinden, wordt nauwelijks besproken. Hoewel passende oplossingen niet direct voorhanden zijn, is het toch noodzakelijk dat op school het verschijnsel van de werk loosheid in alle openheid ter sprake komt. In dergelijke dis cussies kan de aloude opvatting aan de orde komen, dat het heb ben van geen werk abnormaal is. Maar de school kan en moet meer doen. Naast het bevorderen van een andere houding en opvatting over werk, kan de school ook helpen in het ontwikkelen van vaardigheden om de tijd te orga niseren. Met het wegyallen van een baan valt eigenlijk ook de vrije tijd weg. Het gevaar is groot dat de jongere in de zee van tijd verdrinkt, als hij niet geleerd heeft planmatig die tijd in te de len. We staan aan het begin van een tijdperk waarin de plaats en de waardering van het begrip "werk" én het begrip "vrije tijd" moet worden herzien. Wil de school zelf niet een ouder wets instituut worden, dan zal zij krachtig aan die herziening moe ten meewerken. Dat is op dit mo ment belangrijker dan het leren schrijven van pakkende sollicita tiebrieven en het leren "je te ver kopen" in sollicitatiegesprek ken. Het gaat er in feite om dat mensen leren ook zonder betaald werk bezig te zijn en gelukkig te wor den. (De auteur is hoogleraar in de klini sche- en orthopedagogiek aan de Leidse universiteit. Hij besteedde eerder aandacht aan het probleem van de jeugdwerkloosheid bij zijn ambtsaanvaarding vorige week). Van der Lubbe 1 Over de zwijgzaamheid van Van der Lubbe (artikel 17 september j.l.) heb ik, als vroegere vriend van Rinus, zo mijn vermoedens. De eerste tip die me aan het den ken zette kreeg ik circa 20 jaar geleden in de wachtkamer van de tandarts. Daar las ik in Rea ders Digest een artikel over pan topon, een nieuw wondermiddel van de Amerikaanse politie. Ik kende de naam pantopon al. In 1934 probeerden A. uit Leipzig en B. uit Berlijn samen weer een groep op de been te krijgen. Op een dag werd A. opgepakt en wat later B. ook. Toen beide weer uit het concentratiekamp waren ontslagen wou B. niet opnieuw met A. in zee. Commentaar van B.: bij mijn arrestatie wisten ze dingen van me die ze alleen van A. konden hebben, want nie mand anders wist die.' Ik neem A. niet kwalijk dat hij is doorge slagen want ik weet hoe gemeen de nazi's zijn, maar nu hij het blijft ontkennen vind ik.hem niet voor 100 procent te vertrouwen. Commentaar van A.: ze hebben me eerst dagenlang verrot geslagen maar zonder succes. Toen zeiden ze, wacht maar vader, hier heb ben we een goedje, dat heet pan topon, daar geven we je een prik mee en dan praat je wel. A. was daarna in zijn cel op zijn hurken gaan zitten en had net zo lang bloed naar zijn hoofd ge perst tot hij buiten bewustzijn was geraakt. Zo hadden ze dus niets uit hem kunnen krijgen. Uit wraak hadden ze hem, toen hij bij was gekomen, vreselijk ge slagen. Ontknoping uit Readers Digest: pantopon is een middel dat de wil en het bewustzijn uit schakelt, maar geheugen, ge- hoorcentrum en spraakcentrum intact laat. De bedwelmde per soon beantwoordt feilloos alle aan hem gestelde vragen. Op dat moment was dit artikel voor me alleen nog maar de ont raadseling van het geval met B. en L. Voordien wist ik van panto pon alleen dat het in de apotheek als slaapmiddel te koop was. De tweede tip kreeg ik uit het ver slag van een interview met één van de Griekse kolonels na de coup. Hy vertelde vol trots dat ze vantevoren samen met de CIA maanden lang aan de voorberei ding hadden gewerkt. Toen ben ik gaan denken: als voor de Griekse coup veel maanden van voorbereiding nodig waren, zelfs samen met de CIA die gezien de pantopon waarschijnlijk een grondige studie van de nazime thoden had gemaakt, dan was voor de nazi's de tijd tussen de datum dat Hitier Reichskanzler werd en eind februari wel erg kort geweest. Ik denk nu dat de nazi-putsch wel degelijk was voorbereid maar voor een latere datum. Tevoren waren hun pogingen steeds mis lukt, bijv. de Kapp-putsch en de eerste Hitler-putsch. Ze zullen knap zenuwachtig zijn geweest, hun plannen konden' makkelijk uitlekken, er was bijna geen nazi in Berlijn of hij had wel een zwa ger of neef die communist was, en omgekeerd. Ze waren bang dat de communisten hun voor zouden zijn en toen de Rijksdag in de fik stond en daar een jon gen met brandfakkels rondliep met in zijn achterzak een verlo pen lidmaatschapskaart van de communistische partij, dachten ze: daar heb je het gedonder al, nu direct toeslaan anders gaat het mis. Ze hebben echt gedacht dat de KPD de brand georganiseerd had en toen een kelner kwam vertellen dat hij Van der Lubbe in gesprek had gezien met Po- poff en Dimitroff dachten ze het makkelijk te kunnen bewijzen ook, vandaar het Rijksdagbrand proces dat een flop werd. Van Van der Lubbe neem ik aan dat hij met pantopon of één of ande re drug is behandeld om hem aan het praten te krijgen. Als ze ge hoopt hebben op sensationele onthullingen met pantopon, dan is een toestand van bedwelming tijdens het proces verklaarbaar. Dat de nazi-putsch moet zijn voor bereid is wel duidelijk. Binnen een paar uur organiseer je geen effectieve massale overval zon der lijsten met namen en adres sen en zonder afspraken over wie waar naar toe gaat, zodat er geen 20 overvalwagens tegelijk Thal- mann komen arresteren en de anderen weg kunnen komen. Ook was er vooraf prikkeldraad ingeslagen enz. Dat de nazi-putsch gepland was voor een latere datum is aanne melijk als je bedenkt dat bij geen latere fascistencoup (Grieken land, Chili, Turkije) ooit een Rijksdagbrand of zo nodig is ge weest. Het zou ook kunnen vol gen uit de woorden van Her mann Göring die tijdens het pro ces kwaad uitriep tegen Dimi troff: "Hoe kun je nou zeggen dat ik de Rijksdag zelf in brand heb gestoken? Juist doordat ik bij die brand ineens heb moeten in grijpen zijn duizenden die ik ook had willen pakken door mijn vin gers geglipt". Het in brand steken van de Rijks dag is moeilijk een verstandige daad te noemen. Wie zelf ook veroordeeld is tot levenslang 7,44 in de week wegens het zich laten verminken door anderen, mag daar kritiek op hebben. Als Rinus die brand had gesticht in 1943 in plaats van in 1933 zouden er al in tientallen plaatsen Van der Lubbe-straten zijn. Maar in 1933 was Hitier nog bevriend staatshoofd en lieden als sir Hen ry Deterding gingen in Duitsland wonen en gaven een miljoen aan de Winterhilfe. Rinus heeft het ware karakter van de nazi's in ie der geval eerder doorzien dan Deterding, Colijn en veel ande- Als mijn achteraf-theorie over de duizenden die Göring door Ri nus van der Lubbe door de neus zijn geboord juist is, mag hij van mij niet een straat maar een heel plein hebben. Piet van Albada Constantijnstraat 29 Nuenen (Door de redactie ingekort) Van der Lubbe 2 Met zeer veel aandacht heb ik uw pagina aangaande Van der Lub be gelezen. Ik heb er daarna het boek 'Opmars naar de galg' van J.J.Heydecker en J.Leeb op na geslagen, o.m. de bladzijden over het Neurenbergproces van 1946. Bladzijde 119: Op 25-4-46 verklaart Gisevius (Gestapo-beambte) in Neurenberg onder ede: 'Goeb- bels sprak met de leider van de Berlijnse SA-brigade Karl Ernst, en gaf ook gedetailleerd aan hoe de brandstichting zou kunnen worden georganiseerd. Men koos een bepaalde vloeistof die iedere pyrotechnicus kent. Men ver stuift deze en na bepaalde tijd gaat ze tot zelfontbranding over. Er werd een groep van tien be trouwbare SA-lieden in gereed heid gebracht, en toen werd Gö ring van alle details van het plan op de hoogte gesteld'. 'Er werd van Göring verwacht, en hij beloofde dit ook, dat hij de politie in de eerste opwinding (bladzijde 120) zodanige instruc ties zou geven dat ze op het ver keerde spoor zou worden ge bracht. Van het begin af aan wil de men de communisten deze misdaad in de schoenen schui ven'. Jackson (rechter): 'Wat is er van die tien SA-lieden geworden die de Rijksdag in brand hebben ge stoken?' Gisevius: 'Voorzover we hebben kunnen nagaan is er niet één meer in leven. De meesten wer den op 30 juni onder het voor wendsel van de staatsgreep van Röhm vermoord. Brandweer commandant Gempp wordt kort na zijn ontslag gewurgd'. Tot zover de zinnen uit het boek Opmars naar de galg. Volgens Meningen op deze pagina zijn voor rekening van de auteurs mij is Van der Lubbe onschuldig ter dood gebracht, zijn noodlot was zijn aanwezigheid in Berlijn. J.K. v.d. Berg Akkerhof 39 Leiden De stemmenwinst van de Cen trumpartij, behaald bij de ge meenteraadsverkiezingen in Al- mere, heeft nogal wat stof doen opwaaien. In de media werd veel aandacht aan dit onderwerp be steed. Zo ook in uw krant van 27 september j.l. U stelde zich achter de heer Kam- minga, voorzitter van de WD, die z'n gal spuwde over deze par tij. Nu weten we allemaal dat er een groep mensen is die de bui tenlanders zien als opvreters van ons werk en zij zeggen: als de buitenlanders naar huis gaan, komt er weer werk voor onze ei gen mensen en Janmaat doet daar wat aan, dus stem ik op Jan maat. Nu deel ik uw kritiek en die van de heer Kamminga volkomen, al leen deze laatste zou zich iets meer in moeten houden en daar had u de lezers van uw krant op moeten wijzen. Op dezelfde avond kwam namelijk nog een andere voorman van de WD in beeld. De heer Nijpels dus, voor zitter van de Tweede-Kamerfrac tie. Op de vraag waarom uitke ringstrekkers zoveel meer in moeten leveren dan ambtenaren (ambtenaren 3V2 procent tegen uitkeringstrekkers 13Vfc procent) zette hij eerst grote ogen op, zo van: hoe kun je zoiets doms vra gen, om dan te antwoorden: "Uitkeringstrekkers leveren im mers geen enkele arbeidspresta tie!". Nu weten we ook allemaal dat er een groep mensen is die uitke ringstrekkers als profiteurs zien. Ik kan me voorstellen dat deze mensen (vaak uit dezelfde groep als de Janmaat-aanhangers), als zij Ed Nijpels met deze uitlating op tv zien verschijnen, zeggen: kijk, de WD gaat gaat die profi teurs eindelijk eens aanpakken, dus stem ik WD. Misschien is hier de stemmenwinst van de WD wel uit te verklaren. Of je nu als Janmaat tegen buiten landers zegt: beste mensen, jullie hebben leuk voor ons gewerkt, maar nu we je niet meer nodig hebben kun je oprotten, of zoals Nijpels tegen bijvoorbeeld men sen in de wao, die daar terecht zijn gekomen omdat ze zich let terlijk kapot hebben gewerkt voor deze maatschappij: je levert immers geen enkele arbeidspres tatie, dus kun je wel 13V2 procent inleveren. Is het een meer verne derend dan het ander? Kees Uljé Van Wassenaerstraat 34 Ter Aar De bekendmaking van vorige week dat een verkoper van melk vijf cent per liter beneden de mi nimumprijs ging verkopen, is als een schok door Nederland ge gaan. Direct worden door de con currentie de wapens geslepen om tot een tegenaanval over te gaan. Een tegenaanval die even eens verkoop beneden de wette lijk vastgestelde minimumprijs als doel had. door W.T. Herweyer Wat was van een en ander de diepe re oorzaak? Al sinds enkele maanden komt er vanuit België en Duitsland verse gepasteuriseerde melk de grens over. Binnen de EG is er vrij han delsverkeer, als deze melk kwali tatief aan de eisen voldoet, kan dat niet worden tegengehouden. Deze geïmporteerde melk is niet beter van kwaliteit dan onze Ne derlandse melk. Er moet dan ook een andere oorzaak voor zijn dat de importmelk hier voet aan wal zet. Die oorzaak zit in de inkoopprijs van melk. Deze lagere inkoop prijs is de reden waarom ook de minimumverkoopprijs lager uit komt. Zowel de minimumver koopprijs voor binnenlandse melk als die voor buitenlandse melk gaat uit van de daarvoor be taalde inkoopprijs. Daarboven komt een kostendekkende mar ge van 8 procent plus btw. De kosten die drukken op de ver koop van melk, o.m. de kosten van energie, personeel, opslag en winkels, zijn zo hoog dat die 8 procent niet voldoende is. Daar uit volgt dat de verkoop van melk tegen minimumprijzen als verliesgevend moet worden be schouwd. Dat dit toch gebeurt, heeft te maken met een lokkend effect op de consument. Als de consument eenmaal in de zaak is, koopt die ook wel andere goederen. Men probeert de in druk te wekken goedkoop te zijn, melk is een zeer prijsgevoe lig artikel. Niemand zal geloven dat verkopers van melk tegen minimumprijzen het verschil uit eigen portemonnee bijpassen. Dat merkt men echter goed door dat andere goederen hoger wor den geprijsd dan nodig is. Hier ligt dan ook de oorzaak van het feit dat voor andere goederen zo veel verschillende prijzen wor den berekend. De consument, geeft daardoor zijn voordeel weer terug als hij al niet slechter af is. In het Koninklijk Besluit waarin door de overheid aan het Pro- duktschap voor Zuivel bevoegd heid is verleend om minimum prijzen voor melk vast te stellen, staat dat dit is "om lokprijzen te voorkomen". Ook de overheid ziet daarin kennelijk een be zwaar. De consument moet op een redelijke afstand van zijn wpning zijn levensbehoeften kunnen kopen. Een niet binnen de grenzen blijvende concurren tie zou binnen korte tijd leiden tot een grote uitdunning van winkels en bezorging. Veel klei nere kernen hebben die voorzie ning al niet meer. Consumenten komen daardoor steeds meer in de knel. Het geheel zo overziende lijkt het dan ook een slechte zaak dat mi nimumprijzen worden doorbro ken. Zoals hiervoor bleek, zijn die er met een bepaald doel. De Nederlandse Melkhandelaren Organisatie heeft tegen het door breken van de minimumprijzen de strijd aangebonden. Melkbe zorgers verkopen een kleiner as sortiment en kunnen een verlies op de verkoop van melk daar door niet goedmaken via andere artikelen. Wettelijke regelingen moeten er zijn in een land en ook met gezag worden gehandhaafd. Als bur gers zo maar zelf hun weg menen te moeten gaan, moeten ze tot de orde worden geroepen. In een rechtsstaat als hier in Nederland zijn er mogelijkheden genoeg om op democratische wijze zyn stem te laten horen. Als er werkelijk iets helemaal mis gaat met een van de twee Neder landse kernenergiecentrales of onderzoeksreactoren? Met een Engelse nucleaire installatie of met de Franse opwerkingsfa briek in Normandië, met de Bel gische kerncentrales bij Antwer pen? Of - als ze in bedrijf zijn gesteld - met de Westduitse kerncentrale in langen, de kweekreactor in Kalkar, de dro ge opslag voor gebruikte brand stofstaven in Ahaus? Als werkelijk een grote, heftig radioactieve wolk over ons land trekt? Dan valt er niet veel meer te doen dan afwachten en doden tellen. door Kees Wiese Evacuatie heeft dan eigenlijk geen zin meer. Waar moet men heen in dit kleine land? De radioactieve, wolk wordt op de landkaarten al tijd keurig uitgezet als een si- gaarvormige pluim, die op de plaats des onheils begint en zich in de richting van de heersende wind uitstrekt. De wolk zal zich in de werkelijkheid onvoorspel baar grilliger gedragen: win drichting en windkracht veran deren voortdurend: er zullen plaatselijk radioactieve stofdeel tjes uitzakken en uitregenen. Waarheen moet men dan die mil joenen bedreigde Nederlanders dirigeren? Waar moet men ze la ten als de radioactieve bodembe smetting grote gebieden voor ve le tientallen jaren onbewoonbaar maakt en onbruikbaar voor land bouw, veeteelt, industrie, terwijl iedere vogel die zo'n plek be zoekt, besmetting kan overbren gen? Het is waarschijnlijk ver standiger in die noodsituatie ie dereen thuis in zijn vertrouwde omgeving te laten. Binnenshuis, waar nog enige beschutting is; in plaats van buitenshuis in de cha os en paniek van het ontwrichte verkeer van massale evacuatie met veranderlijke bestemming. Evacuatie is een keus die extra slachtoffers vergt: het voorko men van massale verplaatsing is De kerncentrale in Borssele. een keus met hetzelfde gevolg. Die keus zal moeten worden ge maakt. Hard en duidelijk, opdat iedereen weet waar hij aan toe is. Men kan niet alleen degenen die weg willen, met achterlating van vrijwel alle bezit, uit het rampge bied weghalen en ook nog thuis blijvers voorzien van onbesmet voedsel, medische hulp, van ver zorging. Die keus zal moeten worden ge maakt door de regering en moe ten worden bekrachtigd door het parlement. Het is daarom verbij sterend dat dit kabinet de beslis sing niet te evacueren in april van dit jaar verstopte in een briefje van staatssecretaris Van Kappeyne van de Coppello (so ciale zaken) aan de Tweede Ka mer. Verstopte. De keus wordt niet genoemd. Maar hij vloeit lo gischerwijs voort uit het feit, dat de regering de theorie omhelst, dat bij zo'n nucleaire ramp slechts heel weinig radioactief materiaal in de atmosfeer terecht komt. De wolk veel kleiner zal zijn dan eerder werd aangeno men. Het is heel terecht dat de Tweede Kamer dit briefje van de staats secretaris niet voor kennisgeving heeft aangenomen. Het is aan de orde gesteld in de kamercom missie voor sociale zaken (veilig heidswetgeving valt onder dit ministerie) en doorgespeeld naar ook de kamercommissie voor economische zaken (kernenergie valt onder dat ministerie). Er zal spoedig een openbaar debat over volgen. De theorie, waarachter de regering zich verschuilt, is hoogst du bieus. Hij is in 1980 ontwikkeld door een Amerikaans instituut van elektriciteitsbedrijven (EPRI) en snel overgenomen door de Nederlandse KEMA, een soort instelling van belangheb benden. Hij is in 1981 verworpen door de officiële Amerikaanse toezichthouder op het kernener- giegebeuren, de Nucleair Regu latory Commission (NRC), en vormt geen uitgangspunt in de eveneens dat jaar verschenen Deutsche Risikostudien Kern- kraftwerke (DRK). Dat de Nederlandse regering nu die omstreden theorie wel om helst, is des te vreemder en ver werpelijker, omdat het niet hoeft. Ook als men - zoals de Amerikaanse NRC en de West duitse DRK blijven doen uit gaat van het by een extreem on geval vrijkomen van een grote radioactieve wolk, kan op te ver dedigen gronden worden geko zen voor het niêt-evacueren van (grote delen van) de bevolking. Eenvoudig omdat het niet kan en evacuatieplannen alleen een voos gevoel van veiligheid ge- Over die keuze zal het kamerdebat dan ook in de eerste plaats moe ten gaan. Daarbij kan ook de vraag aan de orde komen of het niet verstandiger is het overtrek ken van zo'n wolk voor de bevol king geheim te houden om pa niekreacties te voorkomen. Dat laatste kan leiden tot - absurd detail - de aanvaarding van de noodzaak zelfs het weerbericht te vervalsen... (De auteur is redacteur bij het Nieuws blad van het Noorden, dat net als de ze krant is aangesloten bij de Ge meenschappelijke Persdienst).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 11