c
Onbegrip rond positie
betaalde voetballers
Rakettenuitspraak
kerken is zinloos
Sterfhuizen: oplossing uit het jaar nul
Meer invloed werknemers kan veel ellende voorkomen
DONDERDAG 25 AUGUSTUS 1983
Meningen
De spelersfraktie werd na de alge
mene vergadering betaald voet
bal van 15 aug. j.l. van clubzijde
en in sommige krantenverslagen
verweten met vuur te hebben ge
speeld door subsidie van de ex
terne geldgevers op de tocht te
zetten. De spelers verzetten zich
tegen een voorstel van het be
stuur B.V. tot wijziging van het
vergoedingensysteem dat vol
gens hen niet in overeenstem
ming was met de voorwaarden
die de externe geldgevers had
den verbonden aan hun subsi
dies.
door
Louis van Gaal
De "Zwarte Piet" werd niet alleen
tijdens (door met name A. van
der Louw, ex-burgemeester van
Rotterdam) maar ook na de ver
gadering in de schoenen gescho
ven van de spelers en de trainers
uit het betaalde voetbal. Dit nu is
niet terecht en in grote tegenstel
ling met de feiten. Om dit uit te
leggen moeten we eerst terug
gaan in de historie van het be
taald voetbal.
De betaalde voetballers, verenigd
in de WCS, proberen al heel
lang het vergoedingensysteem te
humaniseren met de uiteindelij
ke bedoeling het systeem af te
schaffen. Drie jaar geleden heb
ben de spelers t.a.v. dit systeem
wijzigings-voorstellen ingediend
die tot op heden zelfs niet door
de KNVB in behandeling zijn ge
nomen. In 1979 kwam onver
wachts steun van de zijde van de
Rijksoverheid die een belangrij
ke financiële steun toekende aan
het betaald voetbal maar daaraan
uiteraard bepaalde voorwaarden
verbond.
Eén van de voorwaarden waaraan
de KNVB moest voldoen, betrof
de afschaffing van het vergoe
dingensysteem en de verplich
ting op korte termijn het systeem
zodanig te wijzigen dat gespro
ken kon worden van een zekere
humanisering. De KNVB is ak
koord gegaan met deze voor
waarden!
Het oude bestuur Vilé is strikt vol
gens deze afspraken in het voor
jaar van 1983 met voorstellen ge
komen die voor de staatssecreta
ris van WVC en de Tweede Ka
mer weliswaar aanvaardbaar wa
ren, doch als een minimale aan
passing van het vergoedingen
systeem werden beschouwd. De
ze voorstellen werden vervol
gens door de spelers en trainers
uit het betaald voetbal als aan
vaardbaar geacht als een éérste
aanzet tot een verdergaande hu
manisering.
Dit in tegenstelling tot de prof
clubs die verenigd in de FBO, de
voorstellen van Vilé van tafel
veegden daar zij onvoldoende
zouden zijn gekend in de afspra
ken met de externe geldgevers!
In feite ging het natuurlijk om
heel iets anders. De profclubs
bleken namelijk toen niet bereid
te zijn, de afspraak t.a.v. humani
sering van het vergoedingensys
teem na te komen, stuurden het
kabinet Vilé naar huis en stelden
een nieuw bestuur samen onder
leiding van A. van der Louw. Op
dat moment stelden niet de trai
ners en spelers maar de prof
clubs, die over 70% van de stem
men beschikten in de algemene
ledenvergadering de subsidie in
de waagschaal!
Hierdoor ontstond ook vertraging
in de oprichting van het vereve
ningsfonds (een soort recette-de
ling waardoor de financieel ster
kere clubs geld uitkeren aan ar
mere profclubs). Met als gevolg
dat een aantal arme profclubs in
liquiditeitsproblemen zijn geko
men. Toen Vilé naar huis werd
gestuurd, werd na lang zoeken A.
van der Louw, vanwege zijn rela
ties met de overheid, bereid ge
vonden om namens de FBO als
voorzitter in het bestuur betaald
voetbal te gaan optreden met als
opdracht, het voorstel Vilé zoda
nig af te zwakken dat het voor de
FBO aanvaardbaar werd. Van
der Louw kwam op 3 juni in een
buitengewone algemene verga
dering met nieuwe voorstellen
die inderdaad ver afweken van
de voorstellen van zijn voorgan
ger, en voor de spelers en trai
ners onaanvaardbaar waren. On
danks de voorspelling van de
spelersfraktie dat de staatssecre
taris met deze voorstellen niet
akkoord zou gaan, zette Van der
Louw zijn zin door hetgeen op
nieuw leidde tot vertraging.
Van der Louw werd door Van der
Reijden, staatssecretaris van
WVC, naar zijn algemene verga
dering teruggestuurd en moest
met nieuwe voorstellen komen
die dichter in de buurt lagen van
het pakket dat door Vilé c.s. was
samengesteld.
Nu zijn we aangeland op 15 augus
tus j.l. toen Van der Louw zijn
nieuwe voorstellen indiende die
tot een botsing leidde tussen het
bestuur betaald voetbal en de
spelers/ en oefenmeesterfractie,
omdat deze laatsten terecht con
stateerden dat ook het laatste
voorstel Van der Louw te ver af
stond van een minimale humani
sering van het vergoedingensys
teem zoals de subsidie-gevers
van het betaalde voetbal én de
spelers en oefenmeesterfraktie
zich die hadden voorgesteld.
In deze algemene vergadering ont
popte zich een felle strijd tussen
enerzijds de profclubs gesteund
door Van der Louw en ander
zijds de spelers en oefenmeesters
waarbij de spelers en trainers
fractie onder zware druk kwa
men te staan. Van der Louw ge
bruikte al zijn vergadertechnie
ken, zoals het op een demagogi
sche toon bespelen van de verga
dering en in het bijzonder van de
spelers en trainersfractie
(schuldvraag deponeren bij de
spelersfractie) en zelfs tot slot
met het wapperen van zijn porte
feuille. om zijn voorstel er door
te drukken.
De spelersraden c.q. hun woord
voerder hebben echter volko
men correct gehandeld door vast
te willen houden aan het voorstel
van het vorige bestuur, daar de
staatssecretaris van WVC en de
externe geldgevers jegens Van
der Louw c.s. en ook ten over
staan van de Tweede Kamer het
standpunt innamen dat de voor
stellen van het kabinet Vilé als
een minimale tegemoetkoming
werden beschouwd. Dit stand
punt werd nog eens vlak voor de
vergadering door een schrijven
van het BBI (beleids-adviserend
orgaan voor zowel overheid als
het betaalde voetbal) onder
streept.
Aangezien wij de subsidie en daar
mee de werkgelegenheid van
spelers in het betaalde voetbal
niet in gevaar wilden brengen,
waren wij genoodzaakt aan ons
standpunt vast te houden en de
vergadering te overtuigen de
voorstellen van Vilé te aanvaar
den vanwege de uitspraken die
de staatssecretaris daarover had
gedaan, (minimaal!).
Op de tweede plaats was het uit
tactisch oogpunt verstandig om
Meningen op deie
pagina zijn voor
rekening van de
antenrs
aan dit standpunt vast te houden
daar op deze manier:
de clubs de wind uit de zeilen
werd genomen. Zij namelijk
konden het voorstel van Van der
Louw niet meer amenderen, het
geen zij in het begin van de ver
gadering trachtten te doen bij
monde van Van Rijn (Sparta) en
Frandsen (FC Utrecht).
Van der Louw toezeggingen
moest doen aan de spelersraden
om hun amendementen ten aan
zien van het voorstel Vergoedin
gensysteem V. d. Louw mee in
overweging te nemen en althans
te betrekken in het a.s. overleg
met de externe geldgevers c.q.
de staatssecretaris van WVC, de
heer Van der Reijden.
(De auteur voetbalt bij Sparta is en
spelersafgevaardigde in de algeme
ne vergadering betaald voetbal)
t Van der Louw: zaal bespelen.
De Wereldraad van Kerken heeft
zich tijdens haar vergadering de
ze maand in Vancouver uitge
sproken tegen de produktie, de
plaatsing en het gebruik van
kernwapens. De kerken die bij
de Raad zijn aangesloten, is ge
vraagd bij hun regeringen te plei
ten voor het afzien van het bezit
en het gebruik van atomaire wa
pensystemen. Gedelegeerden
van kerken uit Nederland. Bel
gië, de Duitse Bondsrepubliek,
Groot-Brittannië en Italië heb
ben zich bovendien verplicht de
strijd aan te binden tegen de
plaatsing van Pershing-II-raket-
ten en Tomahawk-kruisraketten
op Europees grondgebied.
door
M. H. von Meyenfeldt
Dat de Kerken zich uitspreken
over vraagstukken van veilig
heid en bewapening is terecht.
Immers, veel christenen zijn
door hun politieke keuze en de
aard van hun werk, medeverant
woordelijk voor de huidige ont
wikkelingen. Ook zijn veel chris
tenen bezorgd over de confronta
tie tussen Oost en West en de
aanhoudende wapenwedloop;
een zorg die de Kerken niet on
verschillig kan laten. In deze si
tuatie mag de Kerk niet zwijgen
en zal zij moeten aangeven wat
verantwoord handelen is.
Een probleem bij kerkelijke uit
spraken over de atoombewape
ning is, dat binnen de kerken uit
eenlopend wordt gedacht over
wat ons op het gebied van de vei
ligheid te doen staat. Veel kerk
leden voelen zich bedreigd door
het Russische militaire poten
tieel, opgesteld in Oost-Europa
en het Westen van de Sowjet-
Unie. Zij achten atoomwapens
onmisbaar om een Russische
aanval op West-Europa te voor
komen en zijn, gezien de ontwik
kelingen binnen het Warschau
pact, vóór modernisering van het
NAVO-atoompotentieel. Uit
spraken die wijzen in de richting
van eenzijdige stappen ter ver
mindering van de bewapening,
worden door hen als bijzonder
bedreigend ervaren.
Anderen daarentegen zien de
voortgaande ontwikkelingen op
het gebied van de bewapening
als de grootste bedreiging voor
het voortbestaan van de mens
heid. Zij voelen de verklaring
van de Wereldraad van Kerken
als een steuntje in de rug bij hun
strijd tegen de atoombewape
ning. Mede als gevolg van deze
verschillende opvattingen, ver
oorzaken kerkelijke uitspraken
over de atoombewapening ge
woonlijk veel onrust onder chris
tenen. Dat effect heeft de verkla
ring van de Wereldraad mijns in
ziens slechts in beperkte mate.
De uitspraken van de Raad zijn
immers niet bindend. Aan de bij
de Raad aangesloten leden wordt
overgelaten wat zij er in hun si
tuatie mee willen doen.
Wat betekenen kerkelijke uitspra
ken tegen de atoombewapening
voor de militair die actief lid is
van een kerk? Ik denk dat de
meeste militairen van deze uit
spraak kennis nemen om vervol
gens over te gaan tot de orde van
de dag. De kerk moet zich niet
met politieke en militaire proble
men inlaten. De atoompacifisten
onder de militairen zijn de We
reldraad ongetwijfeld dankbaar.
Een kleine groep van christen-
militairen doet alles om de ker
ken tot andere uitspraken te
brengen. Een enkeling zal de
kerk of de krijgsmacht verlaten
omdat hij het niet meer ziet zit
ten. Overigens zijn kerkelijke
uitspraken over de bewapening
zeker niet speciaal voor militai
ren bedoeld. De kerk richt zich
tot de politieke besluitvormers
en tot allen die door hun denken
en handelen de instandhouding
en verdere ontwikkeling van het
atomaire afschrikkingseven-
wicht mogelijk maken.
Bij de verklaring van de Wereld
raad van Kerken met betrekking
tot de kernbewapening wil ik
graag de volgende kanttekenin
gen plaatsen. Een eerste is, dat
de Wereldraad mijns inziens ach
ter de ontwikkelingen aanloopt.
De atoomtechnologie is immers
al definitief voor militaire doel
einden aanvaard. Dat blijkt on
der meer uit enerzijds de ontwik
keling en produktie van atomai
re wapensystemen die uitermate
bruikbaar zijn voor de oorlog
voering. anderzijds de verdere
verspreiding van kernwapens
over de wereld. Amerikaanse
deskundigen verwachten dat
rond de eeuwwisseling meerdere
Derde-Wereldlanden over
atoomstrijdkrachten zullen be
schikken. De rol van kernwa
pens kan alleen nog maar in het
kader van een totale verminde
ring van de bewapening worden
teruggedrongen.
De tweede betreft de eenzijdigheid
van de verklaring. Dat er zorg is
over de rol van atoomwapens in
het internationaal politiek en mi
litair strategisch beleid is begrij
pelijk. Maar ook de ontwikkelin
gen op chemisch en biologisch
gebied zijn bedreigend. En wat
te denken van de toenemende
belangstelling voor wapensyste
men geschikt voor de strijd in de
wereldruimte. De grootmachten
lijken zich niet te willen neerleg
gen bij de patstelling ontstaan
door het atomaire afschrikkings-
evenwicht. Zij zoeken naar we
gen en middelen om hun militai
re potentieel weer daadwerkelijk
bruikbaar te maken voor het be
reiken van internationale politie
ke doelstellingen. Op deze drei
ging wordt door de Wereldraad
niet gewezen.
De derde kanttekening is, dat de
verklaring van de Wereldraad
mij doet denken aan een oproep
aan een alcoholicus om het glas
bier, dat hij in zijn hand heeft,
niet leeg te drinken. De moge
lijkheid bestaat dat hij doet wat
van hem wordt gevraagd. Maar
als er verder niets gebeurt, als er
geen aandacht is voor de oorza
ken van de drankzucht en voor
een doelmatige ontwennings
kuur, zal hij ten slotte toch weer
naar het glas grijpen.
Ontwikkelingen op het gebied van
de bewapening die als bedrei
gend worden ervaren, staan niet
op zichzelf. Zij krijgen vaart en
richting door: het politieke be
leid in de Oost-Westverhouding;
de geldende militaire strategie;
de stand van de techniek; econo
mische belangen en ideologische
factoren. Zij voltrekken zich bin
nen een gecompliceerd raam
werk. En als er in dat raamwerk
iets verandert, gaan de ontwik
kelingen op het gebied van de
bewapening gewoon door. Zij
zijn door acties die zich alleen te
gen de bewapening richten niet
terug te dringen.
Misschien kan druk op politici er
toe leiden dat de plaatsing van
572 nieuwe raketsystemen door
de NAVO op Europees grondge
bied niet doorgaat. Maar als er op
onder meer politiek en militair
gebied niets verandert zullen an
dere wapensystemen de taken
overnemen die aan de Pershing-
Il-raket en Tomahawk-kruisra
ketten zijn toegedacht. Het net
to-resultaat van die druk is dan:
gefrustreerde politici en militai
ren en verstoorde relaties binnen
het westerse bondgenootschap.
De rol van kernwapens kan alleen
maar daadwerkelijk worden te
ruggedrongen door een beleid
gericht op: de bevordering van
een internationale rechtsorde; de
verbetering van de betrekkingen
tussen de volken van Oost en
West; de ontwikkeling van een
militaire strategie rond defensie
ve wapensystemen; ter verstevi
ging van de greep van de over
heid op de militaire technologie
en de omvorming van de wapen
industrie in civiele industrie. De
Wereldraad heeft zich over de
bevordering van een dergelijk
samenhangend beleid in Oost en
West niet uitgesproken. Zij heeft
daarmee een kans laten liggen
om daadwerkelijk bij te dragen
aan meer veilige verhoudingen
op ons continent.
(De auteur is generaal-majoor b.d.)
Dagelijks wordt via de media mel
ding gemaakt van nieuwe faillis
sementen. In het totaal schoten
schuldeisers er vorig jaar vier
miljard gulden bij in. Vele werk
nemers verloren op die manier
hun baan. Een derde deel van de
faillissementen is aantoonbaar
frauduleus. Een derde deel is dat
niet. En het laatste derde deel be
weegt zich in het schemerduister
daartussen. Sterfhuisconstructies
door
Paul Voncken
i
vormen de laatste vondst aan het
faillissementenfront. Steeds
meer mensen laten zich over die
vondst positief uit of vinden het
een heilzame oplossing. Deze
mensen leggen de nadruk op het
voorkomen van kapitaalvernieti
ging en het behouden van zoveel
mogelijk werkgelegenheid.
Ze gaan daarbij zover, dat ze het
doen voorkomen of mensen, die
bezwaren hebben tegen de sterf
huisconstructies, de werkgele
genheid in gevaar brengen. Aar
dige bliksemafleiders die niet
kunnen verhullen dat aan de
sterfhuizen grote nadelen kle-
De constructie
Een concern draait in z'n totaliteit
beneden het niveau dat onderne
mer en financiers wenselijk vin
den. Gezonde ondernemingen
worden nu eruit gelicht. Zij ko
men in een houdstermaatschap-
pij, die daartoe speciaal wordt
opgericht. Het oorspronkelijke
concern blijft achter met de ver
liesgevende of kantjeboord acti
viteiten. Maar ook met schulden
en een last aan werknemers. Het
sterfhuis is gereed. De liquidatie
kan worden voltrokken.
Vaak spreekt men hierbij in ter
men van gezond en ongezond.
Daarbij aansluitend is de heel
meesters een eenzijdige en de ge
zondheidszorg onwaardige hou
ding te verwijten. Slechts het ge
zonde deel telt. Het zieke deel
mag kreperen. In het beste geval
volgt amputatie. De sterRi,uis-
constructie is wel aangeduid als
de kunst van het verlies nemen.
Verdoezelend woordgebruik!
Het is een kunst met een dubbele
bodem. Ondernemer en de bank
geen verlies. Zij laten het.
Aan aandeelhouders. Leveran
ciers. Fiscus. Afnemers. Bedrijfs
vereniging. Werknemers. De
sterfhuisconstructie stoelt op ou
de en verouderde wetten. Faillis
sementswetgeving en brokken
arbeidswetgeving vinden hun
oorsprong immers in de vorige
De pleitbezorgers van de sterfhuis
constructie maken het daarom
ook wel heel bont. Ze trekken
nogal van leer tegen de artikelen
1639 aa en verder van het Burger
lijk Wetboek. Deze regelt de
rechtsbescherming van werkne
mers bij overgang van onderne
mingen. Die zou in een heel an
dere tijd tot stand gekomen zijn.
In een tijd van concentraties, ter
wijl nu de afslankingen en ont
bindingen opgang doen. Maar
die rechtsbescherming is pas in
1979 in de wet vastgelegd. En dat
wordt "een andere tijd" ge
noemd! Door mensen die hun
denken en handelen enten op
wetten van honderd jaar oud.
Banken
De banken hebben ons de weg van
de sterfhuisconstructie gewezen.
Die twijfelachtige eer komt hen
toe. Natuurlijk is het ook hen al
leen te doen om maatschappelij
ke verspilling - het verlies van
kapitaal en arbeid - tegen te
gaan. Dat ze er het beste uitsprin
gen en een onwrikbare greep
krijgen op de overlevende onder
neming, is slechts een aardig ne
veneffect.
De banken versterken hun positie
zonder dat hen dat een cent kost.
Werkelijke risico's dragen ze
doorgaans nauwelijks. En de
sterfhuisconstructie maakt hun
invloed nog overheersender. Wat
gebeurt immers? De banken
hebben als geen ander inzicht in
de financiële positie van een be
drijf. Hun vorderingen kunnen
ze afdekken met zekerheidsover
drachten en zakelijke zeker
heidsrechten. Als pandhouders
van de aandelen met stemrecht
hebben de banken de macht in
de onderneming. De bestuurder
van de onderneming verwordt
tot zetbaas. Voor elke wezenlijke
beslissing moet deze voof in
structies naar de banken. Hij kan
dus ook geen inhoud geven aan
het overleg met werknemers en
hun vertegenwoordigers.
De wettelijk voorgeschreven in
vloed van de ondernemingsraad
wordt zo een aanfluiting. De
maatschappelijk wenselijke -
vaak in contracten vastgelegde -
invloed van vakbonden vergaat
- het niet beter. Het sterfhuis me
de uit zorg voor de werkgelegen
heid. Dat is vaak het verhaal.
Maar wie maakt zich dan druk
over de werkgelegenheid? De
bedenkers en opzetters van het
sterfhuis? De ondernemingsraad
en vakbeweging komen er in elk
geval niet aan te pas. Daarvoor
worden ze te laat ingelicht. Er is
hooguit sprake van een poging
hen nog gauw medeplichtig te
maken.
Code?
Je hoort vaak: "Sterfhuizen" zijn
acceptabel, als ze aan wat spelre
gels gebonden worden. Daarmee
kun je de bezwaren aardig bin
nen de perken houden. Een code
dus. De roep om zo'n code is de
laatste tijd steeds vaker te beluis
teren. Ook het Ministerie van
Justitie lijkt daar wel o
te hebben. Naast de SER-fusie-
gedragsregels straks ook SER-
defusiegedragsregels. De invoe
ring van een code kan sneller
dan een wet, al heeft deze rege
ring enige ervaring met het door
cle Kamer jagen van wetjes.
Tijd is geen onbelangrijk element.
Doorslaggevend is echter de in
vloed die met de code in de hand
kan worden uitgeoefend. En
daar stelt de Voedingsbond FNV
zich niks van voor. Trek maar
een parallel met de fusiegedrags
regels. Het tijdstip van informa
tie wordt het moment dat de ver
wachting 'gewettigd is dat ban
1118
>&Kïll»
««•«««Mis
■««««««Ml
aiauaiK,
SS«hs**ü
«HSÜÜÉife
WS8Ü&S31S;
■aaer!
fasajSüEii
ssssas..:
*S5
Het hoofdkwartier van Ogem aan de Rotterdamse Marconistraat, waai
de sterfhuisconstructie tot leven werd gewekt. (Foto: anp>.
ken en ondernemer tot een sterf
huisovereenkomst komen. Knap
onduidelijk. De zwaarste straf op
overtreding van de defusieregels
wordt de openbare berisping. De
banken kunnen niet alleen drei
gen de kredietkraan dicht te
draaien. Maar ze kunnen dat ook
meteen in praktijk brengen. En
bij miljoenenbelangen neemt
met een "foei" van een SER-
commissie graag voor lief.
Voorkomen
Het sterfhuis wordt aldoor betiteld
als een noodsprong. Van daaruit
wordt ook de verdediging ge
voerd. Het doel heet steeds:
voorkomen dat het gehele con
cern ten onder gaat. Of het altijd
een noodsprong is, mag zeer be
twijfeld worden. Bij toekomstige
sterfhuisconstructies hoeft het
dat zeker niet te zijn. De gedach-
tengang ter goedkeuring van het
sterfhuis begint steeds op de
puinhopen. Waarom niet eerder?
Waarom niet op het moment dat
ze nog te voorkomen zijn? Het
wetenschappelijk bureau van de
PSP heeft "de noodwet bedrij
ven in moeilijkheden" uitge
bracht. Deze krijgt veel minder
aandacht dan de sterfhuiscon
structies.
Ten onrechte. Het is belangrijk om
vroegtijdig te signaleren dat be
drijven de gevarenzone binnen
dreigen te slippen. Meerdere be
langhebbenden kunnen zich dan
buigen over de best mogelijke
oplossing. Informatierecht, be-
roepsrecht en enquêterecht zijn
makkelijk te ontwikkelen tot be
langrijke gereedschappen ter
voorkoming van ongelukken. De
ondernemer zit aan de informa
tiekraan. Vakbond en onderne
mingsraad zijn van hem afhanke
lijk. Ze hebben wel een recht op
informatie. Maar dat is gekop
peld aan uitgesproken voorne
mens van de ondernemer om be
langrijke besluiten te nemen.
Denk aan de advies- en instem
mingsbevoegdheid van de on
dernemingsraad. Aan de Wet
Melding Collectief Ontslag en
aan de werkgelegenheidspara-
grafen in de collectieve arbeids
overeenkomsten.
Het algemeen informatierecht van
de ondernemingsraad (artikel 31
lid 1 WOR) wordt veel te beperkt
ingevuld. De informatie moet no
dig zijn voor de uitoefening van
wettelijke bevoegdheden. De ori-
denemingsraad wordt voor de
opgave gesteld dat concreet in te
vullen en aan te geven. Het kri
tisch willen volgen van de onder
nemer en zijn beweringen valt
daar niet onder. Evenmin het in
een juist kader willen beoorde
len van huidige en toekomstige
plannen. Beschikkingen van de
Minister van Sociale Zaken en
uitspraken van de Raad van Sta
te over dit algemene informatie
recht hebben dat duidelijk ge
maakt.
Ondernemingskamer
De Ondernemingskamer is geroe
pen om recht te spreken. Het zou
goed zijn partijen daarbij gelijk
bare kansen te geven dan thans
het geval is. Dat heeft te maken
met de taakopvatting van dit
rechtscollege en - daarmee sa
menhangend - met de bewijslast.
De vakbonden hebben een aan
tal keren zonder succes het en
quêterecht gehanteerd. Bij Swe
dish Match, Heidemij AA en
Ford. De bonden konden de On
dernemingskamer niet overtui
gen van hun twijfel aan het be
leid van de ondernemer. De On
dernemingskamer vond het zelfs
niet nodig een rapporteur of des
kundige wat spitwerk te laten
verrichten. Dat zou anders moe
ten.
Is er verdeeldheid over wat moet
gebeuren op basis van vers ver
strekte gevevens? Dan is een on
derzoek zeker op zijn plaats Be
treft het conflicten na regelmati
ge informatie? Dan is er vrijwel
zeker sprake van fundamentele
meningsverschil. Het aanstellen
van één of meer onderzoekers is
dan nodig alvorens de Onderne
mingskamer tot een oordeel mag
komen.
De huidige informatierechten van
vakbond en ondernemingsraad
sluiten onaangename verrassin
gen niet uit. Die aangename ver
rassingen worden bovendien ge
presenteerd op het ogenblik dat
de ondernemer uitkiest. De di
rectie wenst u een prettige laat
ste vakantiedag. U hoeft niet
meer terug te keren. Het bedrijf
gaat dicht. Was getekend Gilda
Een echte informatieplicht voor
de ondernemer. En een gedeelte
lijke omkering van de bewijslast
bij de Ondernemingskamer. Met
deze twee maatregelen zou een
hoop pijn en misbruik te voorko
men zijn.
(De auteur is jurist bij de Voedingsbond