c Onbegrip rond positie betaalde voetballers Rakettenuitspraak kerken is zinloos Sterfhuizen: oplossing uit het jaar nul Meer invloed werknemers kan veel ellende voorkomen DONDERDAG 25 AUGUSTUS 1983 Meningen De spelersfraktie werd na de alge mene vergadering betaald voet bal van 15 aug. j.l. van clubzijde en in sommige krantenverslagen verweten met vuur te hebben ge speeld door subsidie van de ex terne geldgevers op de tocht te zetten. De spelers verzetten zich tegen een voorstel van het be stuur B.V. tot wijziging van het vergoedingensysteem dat vol gens hen niet in overeenstem ming was met de voorwaarden die de externe geldgevers had den verbonden aan hun subsi dies. door Louis van Gaal De "Zwarte Piet" werd niet alleen tijdens (door met name A. van der Louw, ex-burgemeester van Rotterdam) maar ook na de ver gadering in de schoenen gescho ven van de spelers en de trainers uit het betaalde voetbal. Dit nu is niet terecht en in grote tegenstel ling met de feiten. Om dit uit te leggen moeten we eerst terug gaan in de historie van het be taald voetbal. De betaalde voetballers, verenigd in de WCS, proberen al heel lang het vergoedingensysteem te humaniseren met de uiteindelij ke bedoeling het systeem af te schaffen. Drie jaar geleden heb ben de spelers t.a.v. dit systeem wijzigings-voorstellen ingediend die tot op heden zelfs niet door de KNVB in behandeling zijn ge nomen. In 1979 kwam onver wachts steun van de zijde van de Rijksoverheid die een belangrij ke financiële steun toekende aan het betaald voetbal maar daaraan uiteraard bepaalde voorwaarden verbond. Eén van de voorwaarden waaraan de KNVB moest voldoen, betrof de afschaffing van het vergoe dingensysteem en de verplich ting op korte termijn het systeem zodanig te wijzigen dat gespro ken kon worden van een zekere humanisering. De KNVB is ak koord gegaan met deze voor waarden! Het oude bestuur Vilé is strikt vol gens deze afspraken in het voor jaar van 1983 met voorstellen ge komen die voor de staatssecreta ris van WVC en de Tweede Ka mer weliswaar aanvaardbaar wa ren, doch als een minimale aan passing van het vergoedingen systeem werden beschouwd. De ze voorstellen werden vervol gens door de spelers en trainers uit het betaald voetbal als aan vaardbaar geacht als een éérste aanzet tot een verdergaande hu manisering. Dit in tegenstelling tot de prof clubs die verenigd in de FBO, de voorstellen van Vilé van tafel veegden daar zij onvoldoende zouden zijn gekend in de afspra ken met de externe geldgevers! In feite ging het natuurlijk om heel iets anders. De profclubs bleken namelijk toen niet bereid te zijn, de afspraak t.a.v. humani sering van het vergoedingensys teem na te komen, stuurden het kabinet Vilé naar huis en stelden een nieuw bestuur samen onder leiding van A. van der Louw. Op dat moment stelden niet de trai ners en spelers maar de prof clubs, die over 70% van de stem men beschikten in de algemene ledenvergadering de subsidie in de waagschaal! Hierdoor ontstond ook vertraging in de oprichting van het vereve ningsfonds (een soort recette-de ling waardoor de financieel ster kere clubs geld uitkeren aan ar mere profclubs). Met als gevolg dat een aantal arme profclubs in liquiditeitsproblemen zijn geko men. Toen Vilé naar huis werd gestuurd, werd na lang zoeken A. van der Louw, vanwege zijn rela ties met de overheid, bereid ge vonden om namens de FBO als voorzitter in het bestuur betaald voetbal te gaan optreden met als opdracht, het voorstel Vilé zoda nig af te zwakken dat het voor de FBO aanvaardbaar werd. Van der Louw kwam op 3 juni in een buitengewone algemene verga dering met nieuwe voorstellen die inderdaad ver afweken van de voorstellen van zijn voorgan ger, en voor de spelers en trai ners onaanvaardbaar waren. On danks de voorspelling van de spelersfraktie dat de staatssecre taris met deze voorstellen niet akkoord zou gaan, zette Van der Louw zijn zin door hetgeen op nieuw leidde tot vertraging. Van der Louw werd door Van der Reijden, staatssecretaris van WVC, naar zijn algemene verga dering teruggestuurd en moest met nieuwe voorstellen komen die dichter in de buurt lagen van het pakket dat door Vilé c.s. was samengesteld. Nu zijn we aangeland op 15 augus tus j.l. toen Van der Louw zijn nieuwe voorstellen indiende die tot een botsing leidde tussen het bestuur betaald voetbal en de spelers/ en oefenmeesterfractie, omdat deze laatsten terecht con stateerden dat ook het laatste voorstel Van der Louw te ver af stond van een minimale humani sering van het vergoedingensys teem zoals de subsidie-gevers van het betaalde voetbal én de spelers en oefenmeesterfraktie zich die hadden voorgesteld. In deze algemene vergadering ont popte zich een felle strijd tussen enerzijds de profclubs gesteund door Van der Louw en ander zijds de spelers en oefenmeesters waarbij de spelers en trainers fractie onder zware druk kwa men te staan. Van der Louw ge bruikte al zijn vergadertechnie ken, zoals het op een demagogi sche toon bespelen van de verga dering en in het bijzonder van de spelers en trainersfractie (schuldvraag deponeren bij de spelersfractie) en zelfs tot slot met het wapperen van zijn porte feuille. om zijn voorstel er door te drukken. De spelersraden c.q. hun woord voerder hebben echter volko men correct gehandeld door vast te willen houden aan het voorstel van het vorige bestuur, daar de staatssecretaris van WVC en de externe geldgevers jegens Van der Louw c.s. en ook ten over staan van de Tweede Kamer het standpunt innamen dat de voor stellen van het kabinet Vilé als een minimale tegemoetkoming werden beschouwd. Dit stand punt werd nog eens vlak voor de vergadering door een schrijven van het BBI (beleids-adviserend orgaan voor zowel overheid als het betaalde voetbal) onder streept. Aangezien wij de subsidie en daar mee de werkgelegenheid van spelers in het betaalde voetbal niet in gevaar wilden brengen, waren wij genoodzaakt aan ons standpunt vast te houden en de vergadering te overtuigen de voorstellen van Vilé te aanvaar den vanwege de uitspraken die de staatssecretaris daarover had gedaan, (minimaal!). Op de tweede plaats was het uit tactisch oogpunt verstandig om Meningen op deie pagina zijn voor rekening van de antenrs aan dit standpunt vast te houden daar op deze manier: de clubs de wind uit de zeilen werd genomen. Zij namelijk konden het voorstel van Van der Louw niet meer amenderen, het geen zij in het begin van de ver gadering trachtten te doen bij monde van Van Rijn (Sparta) en Frandsen (FC Utrecht). Van der Louw toezeggingen moest doen aan de spelersraden om hun amendementen ten aan zien van het voorstel Vergoedin gensysteem V. d. Louw mee in overweging te nemen en althans te betrekken in het a.s. overleg met de externe geldgevers c.q. de staatssecretaris van WVC, de heer Van der Reijden. (De auteur voetbalt bij Sparta is en spelersafgevaardigde in de algeme ne vergadering betaald voetbal) t Van der Louw: zaal bespelen. De Wereldraad van Kerken heeft zich tijdens haar vergadering de ze maand in Vancouver uitge sproken tegen de produktie, de plaatsing en het gebruik van kernwapens. De kerken die bij de Raad zijn aangesloten, is ge vraagd bij hun regeringen te plei ten voor het afzien van het bezit en het gebruik van atomaire wa pensystemen. Gedelegeerden van kerken uit Nederland. Bel gië, de Duitse Bondsrepubliek, Groot-Brittannië en Italië heb ben zich bovendien verplicht de strijd aan te binden tegen de plaatsing van Pershing-II-raket- ten en Tomahawk-kruisraketten op Europees grondgebied. door M. H. von Meyenfeldt Dat de Kerken zich uitspreken over vraagstukken van veilig heid en bewapening is terecht. Immers, veel christenen zijn door hun politieke keuze en de aard van hun werk, medeverant woordelijk voor de huidige ont wikkelingen. Ook zijn veel chris tenen bezorgd over de confronta tie tussen Oost en West en de aanhoudende wapenwedloop; een zorg die de Kerken niet on verschillig kan laten. In deze si tuatie mag de Kerk niet zwijgen en zal zij moeten aangeven wat verantwoord handelen is. Een probleem bij kerkelijke uit spraken over de atoombewape ning is, dat binnen de kerken uit eenlopend wordt gedacht over wat ons op het gebied van de vei ligheid te doen staat. Veel kerk leden voelen zich bedreigd door het Russische militaire poten tieel, opgesteld in Oost-Europa en het Westen van de Sowjet- Unie. Zij achten atoomwapens onmisbaar om een Russische aanval op West-Europa te voor komen en zijn, gezien de ontwik kelingen binnen het Warschau pact, vóór modernisering van het NAVO-atoompotentieel. Uit spraken die wijzen in de richting van eenzijdige stappen ter ver mindering van de bewapening, worden door hen als bijzonder bedreigend ervaren. Anderen daarentegen zien de voortgaande ontwikkelingen op het gebied van de bewapening als de grootste bedreiging voor het voortbestaan van de mens heid. Zij voelen de verklaring van de Wereldraad van Kerken als een steuntje in de rug bij hun strijd tegen de atoombewape ning. Mede als gevolg van deze verschillende opvattingen, ver oorzaken kerkelijke uitspraken over de atoombewapening ge woonlijk veel onrust onder chris tenen. Dat effect heeft de verkla ring van de Wereldraad mijns in ziens slechts in beperkte mate. De uitspraken van de Raad zijn immers niet bindend. Aan de bij de Raad aangesloten leden wordt overgelaten wat zij er in hun si tuatie mee willen doen. Wat betekenen kerkelijke uitspra ken tegen de atoombewapening voor de militair die actief lid is van een kerk? Ik denk dat de meeste militairen van deze uit spraak kennis nemen om vervol gens over te gaan tot de orde van de dag. De kerk moet zich niet met politieke en militaire proble men inlaten. De atoompacifisten onder de militairen zijn de We reldraad ongetwijfeld dankbaar. Een kleine groep van christen- militairen doet alles om de ker ken tot andere uitspraken te brengen. Een enkeling zal de kerk of de krijgsmacht verlaten omdat hij het niet meer ziet zit ten. Overigens zijn kerkelijke uitspraken over de bewapening zeker niet speciaal voor militai ren bedoeld. De kerk richt zich tot de politieke besluitvormers en tot allen die door hun denken en handelen de instandhouding en verdere ontwikkeling van het atomaire afschrikkingseven- wicht mogelijk maken. Bij de verklaring van de Wereld raad van Kerken met betrekking tot de kernbewapening wil ik graag de volgende kanttekenin gen plaatsen. Een eerste is, dat de Wereldraad mijns inziens ach ter de ontwikkelingen aanloopt. De atoomtechnologie is immers al definitief voor militaire doel einden aanvaard. Dat blijkt on der meer uit enerzijds de ontwik keling en produktie van atomai re wapensystemen die uitermate bruikbaar zijn voor de oorlog voering. anderzijds de verdere verspreiding van kernwapens over de wereld. Amerikaanse deskundigen verwachten dat rond de eeuwwisseling meerdere Derde-Wereldlanden over atoomstrijdkrachten zullen be schikken. De rol van kernwa pens kan alleen nog maar in het kader van een totale verminde ring van de bewapening worden teruggedrongen. De tweede betreft de eenzijdigheid van de verklaring. Dat er zorg is over de rol van atoomwapens in het internationaal politiek en mi litair strategisch beleid is begrij pelijk. Maar ook de ontwikkelin gen op chemisch en biologisch gebied zijn bedreigend. En wat te denken van de toenemende belangstelling voor wapensyste men geschikt voor de strijd in de wereldruimte. De grootmachten lijken zich niet te willen neerleg gen bij de patstelling ontstaan door het atomaire afschrikkings- evenwicht. Zij zoeken naar we gen en middelen om hun militai re potentieel weer daadwerkelijk bruikbaar te maken voor het be reiken van internationale politie ke doelstellingen. Op deze drei ging wordt door de Wereldraad niet gewezen. De derde kanttekening is, dat de verklaring van de Wereldraad mij doet denken aan een oproep aan een alcoholicus om het glas bier, dat hij in zijn hand heeft, niet leeg te drinken. De moge lijkheid bestaat dat hij doet wat van hem wordt gevraagd. Maar als er verder niets gebeurt, als er geen aandacht is voor de oorza ken van de drankzucht en voor een doelmatige ontwennings kuur, zal hij ten slotte toch weer naar het glas grijpen. Ontwikkelingen op het gebied van de bewapening die als bedrei gend worden ervaren, staan niet op zichzelf. Zij krijgen vaart en richting door: het politieke be leid in de Oost-Westverhouding; de geldende militaire strategie; de stand van de techniek; econo mische belangen en ideologische factoren. Zij voltrekken zich bin nen een gecompliceerd raam werk. En als er in dat raamwerk iets verandert, gaan de ontwik kelingen op het gebied van de bewapening gewoon door. Zij zijn door acties die zich alleen te gen de bewapening richten niet terug te dringen. Misschien kan druk op politici er toe leiden dat de plaatsing van 572 nieuwe raketsystemen door de NAVO op Europees grondge bied niet doorgaat. Maar als er op onder meer politiek en militair gebied niets verandert zullen an dere wapensystemen de taken overnemen die aan de Pershing- Il-raket en Tomahawk-kruisra ketten zijn toegedacht. Het net to-resultaat van die druk is dan: gefrustreerde politici en militai ren en verstoorde relaties binnen het westerse bondgenootschap. De rol van kernwapens kan alleen maar daadwerkelijk worden te ruggedrongen door een beleid gericht op: de bevordering van een internationale rechtsorde; de verbetering van de betrekkingen tussen de volken van Oost en West; de ontwikkeling van een militaire strategie rond defensie ve wapensystemen; ter verstevi ging van de greep van de over heid op de militaire technologie en de omvorming van de wapen industrie in civiele industrie. De Wereldraad heeft zich over de bevordering van een dergelijk samenhangend beleid in Oost en West niet uitgesproken. Zij heeft daarmee een kans laten liggen om daadwerkelijk bij te dragen aan meer veilige verhoudingen op ons continent. (De auteur is generaal-majoor b.d.) Dagelijks wordt via de media mel ding gemaakt van nieuwe faillis sementen. In het totaal schoten schuldeisers er vorig jaar vier miljard gulden bij in. Vele werk nemers verloren op die manier hun baan. Een derde deel van de faillissementen is aantoonbaar frauduleus. Een derde deel is dat niet. En het laatste derde deel be weegt zich in het schemerduister daartussen. Sterfhuisconstructies door Paul Voncken i vormen de laatste vondst aan het faillissementenfront. Steeds meer mensen laten zich over die vondst positief uit of vinden het een heilzame oplossing. Deze mensen leggen de nadruk op het voorkomen van kapitaalvernieti ging en het behouden van zoveel mogelijk werkgelegenheid. Ze gaan daarbij zover, dat ze het doen voorkomen of mensen, die bezwaren hebben tegen de sterf huisconstructies, de werkgele genheid in gevaar brengen. Aar dige bliksemafleiders die niet kunnen verhullen dat aan de sterfhuizen grote nadelen kle- De constructie Een concern draait in z'n totaliteit beneden het niveau dat onderne mer en financiers wenselijk vin den. Gezonde ondernemingen worden nu eruit gelicht. Zij ko men in een houdstermaatschap- pij, die daartoe speciaal wordt opgericht. Het oorspronkelijke concern blijft achter met de ver liesgevende of kantjeboord acti viteiten. Maar ook met schulden en een last aan werknemers. Het sterfhuis is gereed. De liquidatie kan worden voltrokken. Vaak spreekt men hierbij in ter men van gezond en ongezond. Daarbij aansluitend is de heel meesters een eenzijdige en de ge zondheidszorg onwaardige hou ding te verwijten. Slechts het ge zonde deel telt. Het zieke deel mag kreperen. In het beste geval volgt amputatie. De sterRi,uis- constructie is wel aangeduid als de kunst van het verlies nemen. Verdoezelend woordgebruik! Het is een kunst met een dubbele bodem. Ondernemer en de bank geen verlies. Zij laten het. Aan aandeelhouders. Leveran ciers. Fiscus. Afnemers. Bedrijfs vereniging. Werknemers. De sterfhuisconstructie stoelt op ou de en verouderde wetten. Faillis sementswetgeving en brokken arbeidswetgeving vinden hun oorsprong immers in de vorige De pleitbezorgers van de sterfhuis constructie maken het daarom ook wel heel bont. Ze trekken nogal van leer tegen de artikelen 1639 aa en verder van het Burger lijk Wetboek. Deze regelt de rechtsbescherming van werkne mers bij overgang van onderne mingen. Die zou in een heel an dere tijd tot stand gekomen zijn. In een tijd van concentraties, ter wijl nu de afslankingen en ont bindingen opgang doen. Maar die rechtsbescherming is pas in 1979 in de wet vastgelegd. En dat wordt "een andere tijd" ge noemd! Door mensen die hun denken en handelen enten op wetten van honderd jaar oud. Banken De banken hebben ons de weg van de sterfhuisconstructie gewezen. Die twijfelachtige eer komt hen toe. Natuurlijk is het ook hen al leen te doen om maatschappelij ke verspilling - het verlies van kapitaal en arbeid - tegen te gaan. Dat ze er het beste uitsprin gen en een onwrikbare greep krijgen op de overlevende onder neming, is slechts een aardig ne veneffect. De banken versterken hun positie zonder dat hen dat een cent kost. Werkelijke risico's dragen ze doorgaans nauwelijks. En de sterfhuisconstructie maakt hun invloed nog overheersender. Wat gebeurt immers? De banken hebben als geen ander inzicht in de financiële positie van een be drijf. Hun vorderingen kunnen ze afdekken met zekerheidsover drachten en zakelijke zeker heidsrechten. Als pandhouders van de aandelen met stemrecht hebben de banken de macht in de onderneming. De bestuurder van de onderneming verwordt tot zetbaas. Voor elke wezenlijke beslissing moet deze voof in structies naar de banken. Hij kan dus ook geen inhoud geven aan het overleg met werknemers en hun vertegenwoordigers. De wettelijk voorgeschreven in vloed van de ondernemingsraad wordt zo een aanfluiting. De maatschappelijk wenselijke - vaak in contracten vastgelegde - invloed van vakbonden vergaat - het niet beter. Het sterfhuis me de uit zorg voor de werkgelegen heid. Dat is vaak het verhaal. Maar wie maakt zich dan druk over de werkgelegenheid? De bedenkers en opzetters van het sterfhuis? De ondernemingsraad en vakbeweging komen er in elk geval niet aan te pas. Daarvoor worden ze te laat ingelicht. Er is hooguit sprake van een poging hen nog gauw medeplichtig te maken. Code? Je hoort vaak: "Sterfhuizen" zijn acceptabel, als ze aan wat spelre gels gebonden worden. Daarmee kun je de bezwaren aardig bin nen de perken houden. Een code dus. De roep om zo'n code is de laatste tijd steeds vaker te beluis teren. Ook het Ministerie van Justitie lijkt daar wel o te hebben. Naast de SER-fusie- gedragsregels straks ook SER- defusiegedragsregels. De invoe ring van een code kan sneller dan een wet, al heeft deze rege ring enige ervaring met het door cle Kamer jagen van wetjes. Tijd is geen onbelangrijk element. Doorslaggevend is echter de in vloed die met de code in de hand kan worden uitgeoefend. En daar stelt de Voedingsbond FNV zich niks van voor. Trek maar een parallel met de fusiegedrags regels. Het tijdstip van informa tie wordt het moment dat de ver wachting 'gewettigd is dat ban 1118 >&Kïll» ««•«««Mis ■««««««Ml aiauaiK, SS«hs**ü «HSÜÜÉife WS8Ü&S31S; ■aaer! fasajSüEii ssssas..: *S5 Het hoofdkwartier van Ogem aan de Rotterdamse Marconistraat, waai de sterfhuisconstructie tot leven werd gewekt. (Foto: anp>. ken en ondernemer tot een sterf huisovereenkomst komen. Knap onduidelijk. De zwaarste straf op overtreding van de defusieregels wordt de openbare berisping. De banken kunnen niet alleen drei gen de kredietkraan dicht te draaien. Maar ze kunnen dat ook meteen in praktijk brengen. En bij miljoenenbelangen neemt met een "foei" van een SER- commissie graag voor lief. Voorkomen Het sterfhuis wordt aldoor betiteld als een noodsprong. Van daaruit wordt ook de verdediging ge voerd. Het doel heet steeds: voorkomen dat het gehele con cern ten onder gaat. Of het altijd een noodsprong is, mag zeer be twijfeld worden. Bij toekomstige sterfhuisconstructies hoeft het dat zeker niet te zijn. De gedach- tengang ter goedkeuring van het sterfhuis begint steeds op de puinhopen. Waarom niet eerder? Waarom niet op het moment dat ze nog te voorkomen zijn? Het wetenschappelijk bureau van de PSP heeft "de noodwet bedrij ven in moeilijkheden" uitge bracht. Deze krijgt veel minder aandacht dan de sterfhuiscon structies. Ten onrechte. Het is belangrijk om vroegtijdig te signaleren dat be drijven de gevarenzone binnen dreigen te slippen. Meerdere be langhebbenden kunnen zich dan buigen over de best mogelijke oplossing. Informatierecht, be- roepsrecht en enquêterecht zijn makkelijk te ontwikkelen tot be langrijke gereedschappen ter voorkoming van ongelukken. De ondernemer zit aan de informa tiekraan. Vakbond en onderne mingsraad zijn van hem afhanke lijk. Ze hebben wel een recht op informatie. Maar dat is gekop peld aan uitgesproken voorne mens van de ondernemer om be langrijke besluiten te nemen. Denk aan de advies- en instem mingsbevoegdheid van de on dernemingsraad. Aan de Wet Melding Collectief Ontslag en aan de werkgelegenheidspara- grafen in de collectieve arbeids overeenkomsten. Het algemeen informatierecht van de ondernemingsraad (artikel 31 lid 1 WOR) wordt veel te beperkt ingevuld. De informatie moet no dig zijn voor de uitoefening van wettelijke bevoegdheden. De ori- denemingsraad wordt voor de opgave gesteld dat concreet in te vullen en aan te geven. Het kri tisch willen volgen van de onder nemer en zijn beweringen valt daar niet onder. Evenmin het in een juist kader willen beoorde len van huidige en toekomstige plannen. Beschikkingen van de Minister van Sociale Zaken en uitspraken van de Raad van Sta te over dit algemene informatie recht hebben dat duidelijk ge maakt. Ondernemingskamer De Ondernemingskamer is geroe pen om recht te spreken. Het zou goed zijn partijen daarbij gelijk bare kansen te geven dan thans het geval is. Dat heeft te maken met de taakopvatting van dit rechtscollege en - daarmee sa menhangend - met de bewijslast. De vakbonden hebben een aan tal keren zonder succes het en quêterecht gehanteerd. Bij Swe dish Match, Heidemij AA en Ford. De bonden konden de On dernemingskamer niet overtui gen van hun twijfel aan het be leid van de ondernemer. De On dernemingskamer vond het zelfs niet nodig een rapporteur of des kundige wat spitwerk te laten verrichten. Dat zou anders moe ten. Is er verdeeldheid over wat moet gebeuren op basis van vers ver strekte gevevens? Dan is een on derzoek zeker op zijn plaats Be treft het conflicten na regelmati ge informatie? Dan is er vrijwel zeker sprake van fundamentele meningsverschil. Het aanstellen van één of meer onderzoekers is dan nodig alvorens de Onderne mingskamer tot een oordeel mag komen. De huidige informatierechten van vakbond en ondernemingsraad sluiten onaangename verrassin gen niet uit. Die aangename ver rassingen worden bovendien ge presenteerd op het ogenblik dat de ondernemer uitkiest. De di rectie wenst u een prettige laat ste vakantiedag. U hoeft niet meer terug te keren. Het bedrijf gaat dicht. Was getekend Gilda Een echte informatieplicht voor de ondernemer. En een gedeelte lijke omkering van de bewijslast bij de Ondernemingskamer. Met deze twee maatregelen zou een hoop pijn en misbruik te voorko men zijn. (De auteur is jurist bij de Voedingsbond

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 21