Aan de top staan, dat is angst hebben om te falen Met de tv meekijken naar het wonder Lamberty's lotgevallen in radioserie W| TV-rubriek TV- TOEGELICHT 'Woodstock-overblijfseF Melanie: Speurtocht naar schrijvende avonturier ZATERDAG 16 JULI 1983 PAGINA 5 Soms zie je op de televisie op eens een programma waaraan elke Aha-Erlebnis ontbreekt omdat je zeker weet dat je zoiets nog nooit eerder van je leven hebt gezien, - ook al leef je al een halve eeuw en heb je al die jaren goed uit je doppen gekeken. Zo'n programma werd donderdagavond door de de AVRO uitgezonden, en dan bedoel ik niet 'Van boeken be zeten', maar 'Het wonder van het leven', een Zweedse docu mentaire van Lennart Nilsson over het ontstaan van leven. Niets meer, niets minder. Het was je reinste science fiction. Op zichzelf is het ontstaan van le ven al een vorm van science fiction, omdat je het met alle hersens die je bezit toch niet verklaren kunt hoe één zaadcel in enkele maanden tijd kan uit groeien tot 6000 miljard cellen, die later nog zullen blijken te kunnen biljarten ook, - zij het de ene 6000 miljard cellen wat beter dan de andere 6000 mil jard cellen. Of dat al niet wonderbaarlijk ge noeg is, kregen we het hele programma van de bevruch ting nog te zien ook. Ik heb na tuurlijk wel het een en ander gelezen en in platenboeken be keken, dus misschien wist ik wel dat zowel premier Lubbers als André van Duin als ikzelf 1000 zaadcellen per seconde produceren, maar er ligt toch een wereld van verschil tussen wat je wéét en wat je met je ei gen ogen ziet. Een tussenvraag: was hier wel sprake van zien met je eigen ogen? Ik zag de filmbeelden op het televisiescherm met mijn eigen ogen, dat is wel zeker, maar om ze te kunnen zien had ik niet alleen een bril nodig, maar ook (de ene keer) een elektronenmicroscoop die 4000 maal vergrootte, of (de an dere keer) een rasterelektro- nenmicroscoop die een half miljoen maal vergrootte. Dat is niet niks natuurlijk, daar moet je niet al te luchtig over den ken. Als ikzelf bijvoorbeeld een half miljoen vergroot werd, en ik ging dan met mijn hoofd op de Dam liggen dan zou ik met mijn voeten in Gdansk liggen. Of Venetië, als u dat leuker voor mij vindt. Van de Dam zou trouwens niets meer over zijn, want mijn hoofd zou zo om en nabij de 125 kilometer breed en hoog zijn, en behalve op de Dam dus ook nog een eind voorbij het Velperplein liggen. Ik heb dat maar even voor u uit gerekend, om u te doen besef fen welke paardemiddelen de ze Zweedse filmers en technici hebben moeten aanwenden om het ontstaan van het leven zichtbaar te kunnen maken. Enerzijds moest er dus op waanzinnige wijze vergroot worden en anderzijds op in drukwekkende wijze ver kleind. Want we gingen met de camera de urinebuis in, om na een lange tocht die sterk aan die van Jonas en Mijnheer Pnkkebeen in de walvis deed denken tenslotte bij de ope ning van de galblaas uit te ko men, - ik noem maar wat Het was een soort omgekeerde science fiction, die zich niet in de geweldige ruimtes van het heelal afspeelde, maar in de spelonken van het menselijk li chaam. We namen met de rij dende camera (zulke metafo ren mag ik nu wel gebruiken, nu we te horen kregen dat de zaadcel van 0,05 mm een zo snelle zwemmer is dat hij bij uitvergroting tot mensenge daante de 100 meter vrije slag in de helft van het wereldre cord zou afleggen, een presta tie die ik overigens ook met een gerust hart aan de dolfijn zou toevertrouwen), zelfs de zelfde route als de zaadcellen bij een ejaculatie, waarbij we tenslotte bij de eicel uitkwa men. Als een groot rond hemelli chaam, belaagd door vele klei ne driftige zaadcelletjes, bleek de eicel majestueus rond te draaien, blijkbaar altijd tegen de klok in, totdat een der zaad cellen erin slaagde binnen te dringen (sommigen menen: naar binnen gesjord werd), waarna de eicel zich onmiddel lijk voor alle overige liefheb bers sloot. En waren jullie ook nog in de eicel, met jullie ca mera, nee toch zeker?, zult u vragen, maar ja, ik moet het toegeven, we keken ook nog even in de eicel, en zagen daar het zaadcelletje zitten. Sterker nog, dankzij opnamen van één beeldje per minuut, zagen we in versneld tempo een mens ontstaan: de steeds verder gaande deling van de eicel, tot dat er steeds meer mini-mensje te voorschijn kwam. Wat daarna volgde, de opeenvol ging van foetusjes, was dacht ik niet geheel nieuw, maar zal door pater Koopmans en zijn anti-abortus-medestanders met vreugde begroet zijn. Ik durf er wat om te verwedden dat menige aanstaande moe der, nu of in de toekomst, de gedachte aan abortus zal heb ben afgezworen, na gezien te hebben dat de foetus van 2 centimeter lengte (iets kleiner dan het bovenste kootje van uw pink) al met zfjn handjes bewoog en herkenbare vinger tjes had. De foetus van vier maanden hield zelfs even zijn hand voor de camera, zoals volwassenen soms doen als zij niet gefilmd willen worden. Ik kon daar in komen. Want zelden eerder heb ik mijzelf als meekijker met de televisie zozeer een in dringer gevoeld als deze keer. Maar mooi, indrukwekkend en ontroerend was het wel! DER BETTELSTU- DENT Zaterdagavond op het beeld scherm de meest succesvolle operette van Carl Millocker (1842-1899): „Der Bettelstu- dent". Hoe ongerijmd de handeling ook is, de ijzersterke operette-in grediënten ontbreken niet. Daar is dan in de eerste plaats de kwaadaardige en intrigante kolonel Ollendorff die - bij wij ze van wraakoefening - een hu welijk bewerkstelligt tussen een beeldschone jonge gravin en „der Bettelstudent", terwijl wordt verondersteld dat er een schatrijke vorst in het geding is. Ook is niet verzuimd de „moeder-gravin" neer te zetten als een weerzinwekkende kop pelaarster en alle ruimte te scheppen voor zoet-roman- tisch operettegekweel. De produktie schiet in kleurig heid niets te kort. Met centraal het acteurschap van de bas Iwan Rebroff, die overigens een Duitser is en tekende voor de rol van kolonel Ollendorff. Voor de rest treffen we een aantal Poolse zangers en zan geressen, wier namen in het Westen nauwelijks klank heb ben. Visueel valt er veel te beleven en aan deinmelodieën uiteraard geen gebrek. Ook de wervelen de dans zal de liefhebber van het genre ongetwijfeld beko ren. (Zaterdag, Nederland 2, 20.25 uur.) IVoodstock-overblijfsel' Melanie. AMSTERDAM (GPD) - Wood stock, flower power, San Fran cisco en hippies zijn begrippen uit de jaren zestig die langzaam maar zeker in de vergetelheid ra ken. Zodra je echter Melanie Saf- ka ontmoet, is 't er allemaal weer. De zangeres uit het eind van de jaren zestig met wereldberoem de songs als „Look what they've done to my song", „Ma" en „Beautiful People": schouder- lang zwart haar, zigeunerinnen- jurk, rinkelende sieraden en met veel wijn erbij lachen, filosoferen en nog altijd: lief zijn voor elkaar. Melanie: „Er zijn in dit leven maar een paar dingen waarvan je kunt genieten en dat zijn eten (met een veelbetekenend aanraken van haar lijf), seks (blik naar haar assistente) en muziek en ik wil me van geen van drie iets ontzeg gen. Ook al word ik te dik of iets anders". Melanie praat voortdurend. Als een constante vloed spoelen haar woorden over de ander heen. Zo ook praat ze over haar gave om liedjes te schrijven: „Nog voor dat ik aan wat voor platencon tract ook vastzat had ik op m'n vijftiende al driehonderd songs geschreven. Er is 'n soort engel in m'n onderbewustzijn die me voortdurend voedt. Ik begon al jong met het op de plaat zetten van mijn repertoire". ,Door 'n toeval eigenlijk. Ik kwam „per vergissing" in aanraking met Peter Schekerijk, die toen tertijd bij 'n maatschappij werk te, en me vroeg wat voor te zin gen. Nu is hij mijn man en pro ducer". door Margriet Hunfeld ,Het succes kwam by mij onmid- delijk. Idiote ervaring en oneer lijk. Ik begreep nooid waaraan ik 't had verdiend, wat er nu precies aan de hand was. Bovendien kon ik in die eerste jaren van mijn succes er nauwelijks achterko men wie ik zelf eigenlijk was. Ik was te jong en in de muziek had ik plotseling een veel te belang rijke plaats ingenomen. In de be ginperiode was dat prima, want ik had materiaal genoeg om aan de verplichting te voldoen elke keer iets nieuws te laten horen. Maar na vrijf jaar was m'n voor raad op en werd ik gedwongen om nieuwe songs te compone ren. Alsof je de laatste restjes uit een tandpasta-tube moet knij pen, zo ongeveer voelde dat bij mij aan. Ik kon 't niet". „Die overvloed aan inspiratie die ik had in de tijd dat ik onbekend was kwam niet terug en ik vond 't afschuwelijk. Het werd een van de redenen voor me om een tijdje te stoppen en me te concentreren op nieuwe artistieke impulsen. Muziek is een kunst, voegt ze er bezwerend aan toe en vervolgt, druk gebarend: „O, nee, die stop in mijn carrière heeft nooit iets te maken gehad met het krijgen van m'n drie kinderen. Welnee, ik had er al vóór die tijd mee ge kapt", lachend: „Hoewel 't heel goed uitkomt dat mijn gezin kort daarna ontstond". Melanie ernstig: „Muziek is voor mij overvloeien, alsof je niet meer kunt praten en 't gaat nooit over". Ze vertelt over de tijd dat ze als zangeres een topster was: „Ik weet 't nu en ik hoef 't niet meer mee te maken. Aan de top staan betekent maar één ding en dat is leven in voortdurende angst om te falen. Heel slecht voor de gezondheid dus". „Mijn grootste behoefte is om met mensen te commyniceren. Door mijn muziek. Ik kan afschuwe lijk zijn in 't communiceren en ik wil altijd risico's nemen, want het op veilig spelen heb ik afge leerd. Zolang het maar creatief is. En de mensen die mij echt kennen, die echt van mijn mu ziek houden die zullen altijd be grijpen wat ik bedoel en waar 't om gaat". Lacht uitbundig: „Maar natuurlijk blijven er altijd weer lieden die even willen zien of Melanie, „dat Woodstock-overblijfsel", nou echt hetzelfde zingt en geen chromosoom-kwaal heeft over gehouden van overmatig drugge bruik". Haalt haar schouwers op: „Ook voor die confrontatie ben ik niet bang". Broadway Wat de meer nabije toekomst be treft, daarover vertelt ze graag: „Ik heb de laatste drie jaar ge werkt aan de muziek voor een echte Broadway-show „The Ace of Diamonds" die in New York's bekendste theater zal gaan draai en vanaf september. Ikzelf speel de hoofdrol en natuurlijk is zoiets een zaak van winnen of verliezen". Bovendien komt er in de herfst een nieuwe elpee In Nederland op de markt, waarvan de titel nog door Melanie moet worden bedacht. „Make love like war" heeft ze in haar gedachten. De flower-po wer bewijst nog steeds zijn kracht Leo Jansen in een hoekje van de boekhandel waar hij het boek Taha Uku VOnd. (foto GPD) HILVERSUM (GPD) - De Nederlandse schrijver Ernst W. Lamberty viel vorig jaar kort voor Kerst mis op een eilandje in de Stille Zuidzee letterlijk tussen wal en schip en verdronk op 63-jarige leef tijd. TROS-radioprogram- mamaker Leo Jansen is vorige week naar het Stil le-Zuidzeegebied afge reisd om meer aan de weet te komen over de handel en wandel van zeeman avonturier Lamberty. Het geluidsmateriaal waarmee Jansen eind deze maand hoopt terug te keren in Hilversum moet zijn weer slag vinden in een tiende lige radioserie die zweeft tussen een documentaire en een reisverslag. Jansen bevindt zich in het ge zelschap van Fred Dorren, een neef van Lamberty. Deze heeft zijn oom een groot deel van zijn leven via diens boe ken bewonderd zonder hem ooit persoonlijk te ontmoe ten. Leo Jansen die bij de TROS-radio eindredacteur is van de programma's Bos boom en Bekooy en Klanten service heeft het idee voor de serie opgedaan in een Hilver- sums boekwinkeltje. Blade rend in het boek Taha-Uku met als ondertitel Met de Kroja naar de Stille Zuidzee, raakte hij daar geinteres- seerd in de schrijver Lamber ty. Jansen: „Ik was op dat moment be zig met de voorbereidingen van een speciaal kerstprogramma. In dat boek werd ook gesproken over Christmas Island en het leek mij een aardig idee ten be hoeve van dat programma eens uit te gaan zoeken welk soort had om het gesprek met zijn neef voor te bereiden, probeerden wij kort voor de opname opnieuw contact met hem op te nemen. Dorren was door het dolle heen. Na dertig jaar zou hij eindelijk zijn oom kunnen spreken. Het liep echter op een complete des illusie uit want even later kregen we vanuit de Stille Zuidzee te ho ren dat Lamberty 23 uur eerder was overleden. Dat leverde na tuurlijk een enorme teleurstel ling op. Enkele dagen later kreeg ik van Dorren een briefje waarin hij mij bedankte voor mijn be moeienissen. Hij schreef ook dat hij vanaf dat moment alles in het werk zou stellen het graf van zijn oom te bezoeken. Voor mij was dat het teken een scynopsis te gaan schrijven voor een radio-se rie". De inmiddels verdronken Nederlandse schrijver-avonturier Lamberty met een i ca, op het strand van Taha Uku in de Stille Zuidzee. i zijn mooie vrouwen, Rebec- man nu eigenlijk achter dat boek schuilde. Ook was ik erg be nieuwd of de schrijver nog in le ven was. Het voorwoord bleek te zijn geschreven in Valkenburg en van daaruit ben ik gaan speu ren. Uiteindelijk kwam ik bij die neef terecht. Fred Dorren, een stuurman op de grote vaart, bleek nogal wat over zijn oom te weten. In elk geval liep hij al ge ruime tijd rond met het ideaal hem ooit eens te ontmoeten". Leo Jansen arrangeerde kort voor de uitzending van zijn kerstpro gramma een telefonische ont moeting tussen Lamberty, die in derdaad nog steeds in het Stille- Zuidzeegebied bleek te vertoe ven, en zijn neef. Dorren werd daartoe in de studio in Neder land uitgenodigd. Jansen: „Enkele dagen nadat ik Lamberty zelf aan de lijn had ee- Jansen kreeg het groen licht van zijn bazen en sloeg aan het speu ren naar mensen die Lamberty gekend hebben. Jansen: „Ik heb zo ongeveer de halve wereld af gebeld. Ik heb mensen gevonden in Australië, op Tahiti, in Duits land, in Engeland en op het ei land Schiermonnikoog". Jansen hoopt terug te keren met een schat aan ter plekke verza melde informatie die een beeld moeten geven van Lamberty. Jansen, vlak voor zyn vertrek: „Vast staat dat het een ontzet tend reislustige avonturier was, die erg gesteld was op mooie vrouwen. Ook is bekend dat hij enige tijd dienst heeft gedaan in het vreemdelingenlegioen. Waar ik ook achter hoop te komen is de omstandigheid waaronder Lamberty aan zijn einde is geko men. Een uur voor hij verdronk heeft hij een groene plunjezak overboord gegooid. Tot nu toe schijnt die zak nog niet te zijn te ruggevonden". De radioserie die de titel „Tussen hemel en water" meekrijgt zal in het najaar met een wekelijkse frequentie van een half uur wor den uitgezonden. Het eerste deel ligt al klaar en heeft een inlei dend karakter. Aflevering twee is gewijd aan de scluijver Antho ny van Kampen die praat over romantiek en avontuur. Daarna volgt het verslag van de reis die Jansen en Dorren op het ogen blik maken. door Nico Scheepmaker

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 5