c 'nm Herrie om een pretpark Landgoed Terworm inzet van milieurel HH* Jl ik, PPmi Kill m i 4 x mw® m m ZATERDAG 16 JULI 1983 Extra Waar nu nog bosuilen en ijsvogels tikkertje spelen, daar kwettert straks het draaimolengeweld. Ons land is weer een milieurel rijker. Het schitterende landgoed Terworm bij Heerlen lijkt binnen afzienbare tijd ten prooi te vallen aan de plannen er een grootschalig amusementspark neer te zetten. Een en ander leidde onlangs tot de grootste protestmars in de geschiedenis van de oostelijke mijnstreek, alsmede tot een politieke scheuring binnen het gemeentebestuur van Heerlen. Sjak Jansen ondervroeg de tegenstanders („doodsund") en de belanghebbenden („het riekt hier naar indoctrinatie"). Nu is het nog groen en stil in Terworm en zwemmen er witte zwanen in de slotgracht. Koeien grazen er op de glooiende heuvels. De eigenaar van dit bij Heerlen gelegen landgoed is Ogon: een besloten vennootschap die het onroerend goedbezit van de vroegere Oranje Nassaumijnen exploiteert en nu - met voorlopige toestemming van de Heerlense gemeenteraad - het rustieke Terworm wil omtoveren in een gigantisch themapark van Disneyland-allure. Kosten: 275 miljoen gulden. Maar ook een hoop onvrede bij de plaatselijke bevolking, die intussen heeft geleid tot een breuk in de Heerlense gemeenteraad. Ontstemd over het optreden van het CDA in de raad stapte de PvdA-fractie vorige week uit de coalitie, waarin ook nog de WD vertegenwoordigd is. De druppel die de emmer deed overlopen was volgens PvdA-raadslid Jos Zuidgeest het niet voldoende rekening houden door het CDA met wat de meerderheid van de Heerlense bevolking wil, namelijk dat het themapark er niet komt. Blijkens een enquête van het Instituut voor Telefonisch Marktonderzoek is 66 procent van de Heerlenaars tegen de vestiging van een dergelijk park. Onzin vinden zij het, om zo enorm veel geld te steken in een project dat naar hun idee lang niet levensvatbaar genoeg is en derhalve niet de werkgelegenheid zal scheppen die de initiatiefnemers in het vooruitzicht stellen. Doodsund om voor zo'n luchtkasteel - want dat is het - dit fraaie natuurgebied prijs te geven", zegt Harry Bogers van de actiegroep 'Terworm Pretpark Nooit'. Protestmars Volgens hem is Terworm een van de weinige overgebleven stukjes natuur in het door mijnbouw kaalgevreten gebied rondom Heerlen. „En uniek om zijn flora en fauna", zo citeert hij het onderzoek dat biologen van Staatsbosbeheer en het Instituut Natuurbeschermingseducatie er recentelijk hebben gedaan. Hun conclusie luidt: zuinig zijn op Terworm. „En zoiets zeggen ze niet gauw", onderstreept Bogers. Van de winter, toen de eerste plannen voor het themapark werden gelanceerd, organiseerde zijn actiegroep de grootste protestmars ooit in de oostelijke mijnstreek gehouden. Nadien hingen tweeduizend sympathisanten affiches voor de ramen en werden er 45.000 handtekeningen opgehaald. Maar hoezeer wethouder van ruimtelijke ordening en milieu Hub Savelsbergh dat ook zegt te hebben geprobeerd, hij kon er niet van onder de indruk raken („het riekt hier naar indoctrinatie"). En burgemeester J. Reijnen al evenmin. Deze had immers met eigen ogen gezien hoe zijn dochter haar handtekening twee keer op de lijst zette. Toen wist hij genoeg. Maar niet wat hij moest weten: namelijk dat die tweede handtekening louter een theatraal gebaar was om hem van zijn ongelijk te overtuigen. Het heeft echter niet mogen baten. Vorige week dinsdag ging de gemeenteraad met negentien stemmen voor en achttien tegen akkoord met het voorstel van B en W het bestaande bestemmingsplan te wijzigen, waardoor de bouw van het themapark in principe mogelijk is geworden. Efteling Ogon - met in haar kielzog'de Limburgse Industriebank, Heineken, Amro en nog een aantal andere bedrijven en r .4 r rr^-. - v» - M Het landgoed Terworm, dat volgens de huidige plannen zal gaan uitgroeien tot een 22,4 hectare groot themapark. (Foto's Petor Senteur). instellingen - staat te trappelen om aan dat karwei te beginnen. Daartoe heeft het de stichting Internationaal Themapark Heerlen gevormd en die kan nu een full-time kracht in dienst nemen die onder meer gaat onderzoeken welke attracties het park moet gaan bieden en hoeveel bezoekers er te verwachten zijn. Vooralsnog rekent men op tienduizenden mensen per dag, die ieder twintig gulden entree zullen betalen en er evenzoveel geld aan drank en voedsel zullen verteren. Van die 40 gulden moet 15 gulden pure winst overblijven, waardoor er jaarlijks 36 miljoen gulden in de kassa achterblijft. De hoop is vooral gevestigd op het Westduitse publiek. Tegenstanders hebben echter grote twijfels. Zij vrezen een fiasco. Immers, niet al te ver van Heerlen zijn er al vijf grote pretparken: De Efteling in Kaatsheuvel, Walibi en Bobbejaanland in België en Phantasialand en Europapark in West-Duitsland. Nog dichterbij is Valkenburg met al zijn attracties. Recreatiecentra waar het bovendien goedkoper toeven is dan in het Heerlense park, dat zich vanwege de rentabiliteit geen lage toegangsprijzen zal kunnen veroorloven. Motel Voorstanders geloven daar evenwel nauwelijks in. Zij hechten meer waarde aan de 1310 banen die het 22,4 hectare grote themapark (in ruim tien jaar zal het moeten uitgroeien tot ruim 40 hectare) volgens de plannen op jaarbasis zal gaan opleveren. De toeleveringsbedrijven en de middenstand in Heerlen zullen daar uiteraard van meeprofiteren en er ook tientallen banen bij krijgen. De aanleg van het park en de daarbij behorende vakantiehuisjes zou bovendien nog eens 1000 tijdelijke banen opleveren. Gestreefd wordt het themapark in 1986 te openen. Voorheen was dat volstrekt uitgesloten omdat het in 1977 vastgestelde bestemmingsplan het landgoed Terworm bestempelde als een agrarisch gebied met hoge landschappelijke waarde. Met andere woorden: de grond zou bij verkoop maar bitter weinig opbrengen. Dat zinde eigenaar Ogon niet. Die wil al jaren niets liever dan in Terworm een recreatiepark aanleggen. Vooruitlopend daarop bouwde deze bv enkele jaren geleden aan de rand van het gebied een groot motel, dat nu nog is verhuurd aan het familiebedrijf Van der Valk, maar dat straks gemakkelijk in het themapark kan worden geïntegreerd. Voorwaarde is wel, vindt Ogon, dat het landgoed van zijn agrarische bestemming wordt ontdaan en een recreatieve functie krijgt. Alleen dan kan Ogon Terworm als bouwgrond (voor een themapark) verkopen. En dat levert vele malen meer op dan Terworm nu waard is als agrarische grond. Bosuilen De schamele vruchten die Ogon nu van het landgoed plukt worden goeddeels gevormd door de pachtgelden van de boeren en de huurgelden van de zes gezinnen die in het kasteel wonen. Eén van hen is Harry Kooien, een 79-jarige kunstschilder. De tweede verdieping is zijn door Sjak Jansen domein, al zevenendertig jaar. Hij zegt: „Als dat park doorgaat, vind ik dat een schande. Je hebt hier veel bosuilen, ijsvogels en zeldzame planten. Dat gaat dan allemaal weg en watje ervoor terugkrijgt is plastic, enkel plastic. Dit kasteel wordt dan een restaurant; wij moeten er dus uit. Dat vind ik zo erg, dat ik er gewoon niet over praten kan." Zijn dochter Hanneke (23), deel uitmakend van de actiegroep Pretpark Nooit, knikt begrijpend. Snikkend verliet zij op de avond van de stemming het raadhuis omdat - tegen haar stoutste verwachtingen in - toch nog een meerderheid voor het B en W-voorstel inzake het themapark werd verkregen. Werk van het plaatselijke CDA, die twee leden had opgetrommeld die normaal gesproken niet aanwezig waren geweest. Raadslid Guus Butink, herstellende van een recente openhartoperatie, liet zich één minuut voor de stemming de rokerige en klamme raadszaal binnenleiden. Een andere fractiegenoot, Spinder, werd teruggeroepen van vakantie in Canada. Diens vliegticket kostte weliswaar 4200 gulden uit de partijkas, „maar dat was de zaak dubbel en dwars waard", zo beweert wethouder Hub Savelsbergh. Seizoensarbeid Hoofdzaak is volgens hem de werkgelegenheid die met de aanleg en exploitatie van het themapark gemoeid is. „Onderbetaalde seizoensarbeid", hoont CPN-raadslid Frits Dragstra, „waarvoor de mensen lange dagen moeten maken tegen een lage beloning". „Geen echt werk", valt raadslid Schiks hem bij, „maar vakantiewerk waarvan elk jaar maar weer moet worden afgewacht wie er wel en wie er geen werk zullen krijgen." Om hoeveel werk het precies gaat, is niet helemaal duidelijk. Daarvoor zijn de twee tot nog toe gedane onderzoekingen te vaag. Het meest bekende onderzoek is van de Heerlense ingenieur Jongen, schoonzoon van gedeputeerde Werner Buck (CDA) die zich in het dagelijks bestuur van de provincie heeft laten kennen als een warm pleitbezorger voor het themapark. In 1981 kreeg Jongen van de provincie opdracht een rapport op te stellen over de vestiging van een themapark in Terworm. Ambtenaren op het provinciehuis hadden dat graag zelf gedaan, maar Jongen kon het beter, zo vertelden de voorlichters. Eind van dat jaar was het rapport klaar, maar alras bleek dat Jongens inventarisatie vrijwel identiek was aan die van het Amerikaanse onderzoekbureau Economics Research Association (ERA), dat reeds een jaar eerder een beeld van het themapark had geschetst. Ogon, die graag wilde weten of zo'n park financieel haalbaar zou zijn, had daarvoor de opdracht gegeven en toonde zich verheugd toen de conclusie van de Amerikanen positief bleek. Wrok Jongen nam dit als uitgangspunt voor zijn eigen onderzoek, wat merkwaardig was omdat hij voor de provinciale overheid werkte en het ERA-rapport was gemaakt in opdracht van een particulier belanghebbend bedrijf. Burgemeester en „heb ik geen slechte ervaringen met Ogon maar vele anderen kennelijk wel. Bij bijna iedereen die ik er op straat over aanspreek bespeur ik een diepe haat jegens dat bedrijf. Als niet Ogon maar een ander bedrijf de animator van het themapark was geweest, zou er hier lang niet zoveel heisa zijn." En wat zegt Hub Savelsbergh (CDA) hierop, de verantwoordelijke wethouder die vanwege zijn machtsbetoon („ik vind dat geen vies woord") in en buiten zijn fractie wel de ayatollah wordt genoemd. Die zegt: „Als de hogere overheid - hier de provincie - ons een hand reikt, moeten wij die pakken. Zo simpel is dat." Savelsbergh ontkent min of meer dat Ogon de enige echte initiatiefnemer is. D'66-raadslid Huub Oostwegel kan zich daar woest over maken: „Het is werkelijk schandalig hoeveel potjes Ogon bij B en W kan breken". Nog helder staat hem de geruchtmakende sluiting van de Heerlense schroefboutenfabriek (ook eigendom van Ogon) voor ogen. Ook herinnert hij zich de grondtransactie die de gemeente Heerlen in oktober vorig jaar met Ogon aanging. De gemeente had 49.000 vierkante meter grond nodig voor de aanleg van een weg tussen Hoensbroek en Heerlen. Ogon bedong echter de aankoop van ruim twee hectaren grond voor een bedrag van drie miljoen gulden. Dat is vijftien gulden per vierkante meter grond, om een weg aan te leggen. Bovendien drong Ogon Heerlen viermaal zoveel grond op als voor de aanleg nodig was. En daarbovenop eiste Ogon nog eens dat een gebied nabij de nieuwe weg de bestemming handelsterrein zou krijgen, zodat die grond later ook door Ogon duur van de hand kon worden gedaan. Nattigheid wethouders van Heerlen hebben deze bedenkelijke gang van zaken kort geleden nog proberen te verdoezelen door in het raadsvoorstel voor te spiegelen dat niet Ogon maar de provincie het initiatief tot vestiging van het themapark in Terworm had genomen. „Ogon heeft wel degelijk de eerste stap gezet", zegt D'66-raadslid Thea Benden, „en dat is juist wat vele Limburgers zo afschrikt aan de hele pretparkaffaire. De vele duizenden ex-mijnwerkers hebben geen enkel vertrouwen meer in Ogon, koesteren er een diepe wrok tegen. Ze voelen zich door het bedrijf belazerd." Jos Zuidgeest (PvdA): „Nog altijd weet niemand hier waar die vele miljoenen guldens overheidsgeld zijn gebleven, waarmee de Ogon na de sluiting van de mijnen in Limburg vervangend werk moest scheppen. Dat geld is gewoon weggevloeid. Langs allerlei duistere kanalen. Nieuwe banen zijn er in elk geval niet mee geschapen. En de Limburgers beseffen dat. Die zit het hoog dat deze zelfde onderneming van het Heerlense CDA wederom het voordeel van de twijfel heeft gekregen." H. Haenen, voorzitter van de Heerlense ondernemersvereniging: „Uit het oogpunt van werkgelegenheid zijn wij natuurlijk voor het themapark. Maar wij sluiten niet uit dat hier taxatiefouten zijn gemaakt. En dan doel ik op het slordige rapport van Jongen en op het feit dat de Ogon hier zo nadrukkelijk bij betrokken is." Handreiking „Persoonlijk", vervolgt Haenen, Jos Zuidgeest: „Zo hebben zich in het verleden veel meer onverkwikkelijke zaken voorgedaan. En altijd is het weer die aloude machtsstructuur van het kapitaal waar je op stuit. Dat was vroeger al zo toen de Oranje Nassaumijnen het geld hadden. De mensen met het kapitaal bekonkelen alles in kleine kamertjes met een glas sherry en een sigaar. Daar kom je bijna niet tussen." Harry Bogers van de actiegroep: „Nu met het pretpark stinkt het wéér. Ogon zegt: we doen alleen mee als het park op ons landgoed komt. Dan zeggen wij: als het werkelijk economisch haalbaar is, als het werkelijk een gezonde zaak is, wat maakt het dan uit waar je dat park in Limburg plaatst? Maar Ogon wil per se Terworm. Ik voel dan nattigheid." Ondernemersvoorzitter Haenen: „Terworm biedt boven welk ander gebied in Limburg ook verreweg de gunstigste perspectieven. Het heeft notabene een ideale ligging. De spoorlijn Heerlen-Maastricht en twee autosnelwegen lopen erlangs. En daar moet zo'n park het toch van hébben." Haenen laat daarbij onverlet dat de twee autosnelwegen lang niet op het verwachte aantal bezoekers zijn berekend. Uitbreiding van het wegennet lijkt dan ook onvermijdelijk en daar, zegt actieleider Harry Bogers nu al, zal de actiegroep 'Terworm Pretpark Nooit' zeker strijd tegen voeren. „Reken maar. We zullen alle besluiten, ook die nog genomen gaan worden, tot bij de hoogste instanties aanvechten om de bouw van het park zo lang mogelijk tegen te houden. Want verdorie, een miljoenenproject waar onder meer de Limburgse industriebank en de Nationale Investeringsbank zoveel gemeenschapsgeld in stoppen, omdat klaarblijkelijk te weinig particuliere bedrijven er trek in hebben, dat zegt toch duidelijk dat het allemaal veel te riskant Kasteelbewoner Harry Kooien (79) en zijn dochter Hanneke: "Zo erg dat ik er gewoon niet over praten kan". Wethouder Hub Savelsbergh: V.l.n.r.: Harry Bogers, Jos Zuidgeest, Thea Benden en Huub Oostwegel: alle besluiten tot bij de hoogste instan- "Zo simpel is dat". ties aanvechten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 15