c Beleggers met boemerang in de aanval op erfpacht Economie leeft op: rem op bezuiniging LEZERS SCHRIJVEN Nieuwe MX-raket tast politieke stabiliteit aan Geneeswijzen DONDERDAG 28 APRIL 1983 Meningen Erfpacht. Voor veel onder nemers staat het woord gelijk aan een krachtige vloek. Een stokpaardje van 'rooie' gemeenten? In elk geval inzet van een voortdurend belangenge- schil tussen overheid en bedrijfsleven. Ditmaal zijn het de beleggers, die de tijd rijp achten voor een nieu we aanval op die vermaledijde politiek van gemeenten die de grond in eigen beheer wensen te houden. Grond immers is, gif- stortingen daargelaten, betrek kelijk waardevast, dus aantrek- door Wim Fortuyn keiijk als onderpand voor beleg gers. Voor hen voldoende reden om (opnieuw) een rapport samen te stellen, dat erfpachtgemeen ten moet overhalen tot verkoop over te gaan. De tand des tijds knaagt aan bouw werken, maar niet aan de 'vloer' waar zij op staan. Maar dat ver klaart tegelijkertijd, waarom een aantal overheden de voorkeur geeft aan erfpacht. Want het is hun taak om, steeds weer, de ruimte te ordenen. Daar hebben ze weliswaar wettelijke midde len voor, maar dat neemt niet weg dat het gemakkelijker is om je werkterrein naar wens in te richten als je ook eigenaar van de grond bent. Er is evenwel één doorslaggevende factor, die beleggers en gemeen ten tot elkaar veroordeelt: geld, nodig om te kunnen bouwen. En dat verklaart ook, waarom de geldschieters het hun tijd achten voor een agressieve zet, nu de ge meenten krap bij kas zitten en werkgelegenheid een tover woord is. Dat blijkt wel uit hun algemene stelling, dat erfpacht de wil tot investeren negatief beïnvloedt en dus ook de werk gelegenheid en de volkshuisves ting. Herenakkoord Met grond is het als met olie. Nie mand kan er recht op doen gel den. Maar niet iedereen kan er iets mee doen. Waar het gaat om olie kunnen Shell en Esso dat wel. Zij willen dan ook zo weinig mogelijk voor de voeten gelopen worden. Zij doen het werk en lo pen de risico's. Dus willen ze ook de (meeste) winst. Als de staat zich er mee gaat bemoeien, slui pen er nieuwe onzekerheden in. Investeringsplichten bijvoor beeld, waarbij het begrip rende ment naar het tweede plan wordt geschoven. Of belastingafdracht, waarbij de politieke wind de hoogte kan bepalen. Daar tegenover staat de overheid, die van mening is dat de bodem en zijn schatten per definitie ei gendom zijn van de gemeen schap. Particuliere oliemaat schappijen verlenen hun dien sten bij het delven en daar wor den ze voor betaald. Maar de winst dient ten goede te komen aan de gemeenschap. De overheid heeft het eigenlijke gelijk. Maar de oliemaatschappij en hebben de eigenlijke praktijk. En wat heb je aan gelijk als het niets oplevert? Dan profiteert er niemand. Het resultaat van de belangenstrijd is daarom meestal een compromis als het Herenak koord, waarmee Shell en Esso zich min of meer hebben ver plicht tot het investeren van olie winsten in Nederland. Met erfpacht is dat in feite niet an ders. Als een ondernemer een stuk grond koopt, kan hij zijn be rekeningen de koopsom als een simpele en eenmalige zekerheid beschouwen. Een ondernemer zoekt weliswaar per definitie on zekerheden op, maar dat geldt slechts uitdagingen in de markt waarop hij actief is. Voor het ove rige kan hij ze missen als kies pijn. En erfpacht is, zo bezien, kiespijn. Gemeenten plegen het erfpachtscanon (de 'huursom' voor de grond) elke vijf jaar bij te stellen. Een vervelende onzeker heid. Rechtszekerheid Compromissen zijn ook hier het re sultaat. Alkmaar is afgestapt van kantoorontwikkeling met erf pacht. Er was keuze tussen koop en erfpacht, maar voor die laatste mogelijkheid bleken beleggers niet geïnteresseerd. De gemeen te hanteert nu alleen nog erf pacht in de binnenstad, waarbij de gebruiker zoveel mogelijk rechtszekerheid wordt geboden: 50 jaar vast en de mogelijkheid tot afkoop van de erfpachtcanon. Enschede gaat nog verder. De ge meente blijft daar grond uitge ven onder erfpacht, maar biedt de mogelijkheid tot volledige af koop. Dat komt dus neer op ko pen, zy het met één verschil: als hij vertrekt kan de ondernemer de grond niet verkopen. Die is dan weer eigendom van de ge meente. En dan Leiden, fervent voorstan der van erfpacht. Net als in Alk maar geldt hier een mogelijkheid tot afkoop van de canon over 50 of 75 jaar. Iedereen tevreden? Voor de onder nemer is er weinig reden tot kla gen, zolang hij maar met zeker heden kan rekenen. En, wat de gemeente betreft, zolang er juri disch sprake is van erfpacht blijft het belangrijkste oogmerk intact: speculatie met grond is uitgesloten. Bankiers, hypotheekbanken, be drijfspensioenfondsen, levens verzekeringsmaatschappijen, projectontwikkelaars, bouwaan- nemers en makelaars denken er anders over. Zij onderscheiden zich van andere ondernemers doordat grond voor hen de basis is waarop zij zaken doen. Zij zijn het dan ook die als Raad voor Onroerende Zaken nu in de pen zijn geklommen. In hun nota gaan de beleggers niet uit van hun eigen argumenten, maar gokken ze op het 'maat schappelijk belang'. Zo wijzen zij er op dat beleggers in huurwo ningen op erfpachtgrond een ho gere huur willen hebben dan voor huurhuizen op 'eigen' grond, omdat de erfpachtcanon doorberekend moet worden. Dat is ook vervelend voor het rijk, dat dan vaker met huursubsidie moet bijspringen. Speculatie Een soortgelijke redenering is op gezet voor kantoren, bedrijven of koophuizen op erfpachtgrond: banken stellen dan hogere eisen aan klanten die een hypotheek wensen, omdat de verkoopwaar de daalt als de erfpachtcanon stijgt. Kortom, de beleggers achten het 'op z'n minst aan twijfel onderhe vig' of met erfpacht het maat schappelijk en financieel belang het best wordt gediend. Maar is die conclusie juist? Ook dat is op z'n minst twijfelachtig. De beleg gers gaan voorbij aan het feit dat speculatie met grond niet zelden heeft geleid tot aanzienlijke prijsopdrijvingen, die ook be paald niet in het belang zijn van de volkshuisvesting. De klacht van de Raad voor Onroe rende Zaken kan ook tot een an dere conclusie leiden. En wel, dat er voorschriften moeten ko men, die beleggers als pensioen fondsen verplicht tot investerin gen in volkshuisvesting en werk gelegenheid. Dat is even actueel als de privatisering, waarmee de beleggers nu schermen in hun aanval op erfpacht. Erfpacht hoeft voor beleggers geen struikelblok te zijn. Zij verlan gen uiteraard zekerheid, net als bewoners en ondernemers in huizen of bedrijven op erfpacht grond. Maar zekerheid dat is wat anders dan winstbejag. Mits erf pacht geen melkkoe is, heeft de Raad voor Onroerende zaken met haar argumenten weinig po ten om op te staan. De auteur is redacteur bij deze krant. Meningen op deze pagina zijn voor rekening van de auteurs Woningbouw in de Stevenshofjespolder. Extra prijs voor erfpacht? (Foto Holvast) Binnenkort zal het Amerikaanse Congres zich uitspreken over de plaatsing van het nieuwe MX-ra- ketsysteem. Het Congres bestu deert nu eén door president Rea gan gesteund plan van de MX- commissie Scowcroft, dat voor ziet in de opstelling van honderd MX intercontinentale (strategi sche) landraketten (afstandsbe- reik: 11.100 kilometer, per raket 10 tot 12 op afzonderlijke doelen te richten kernkoppen, die tij dens hun vlucht kunnen worden bijgestuurd) in versterkte silo's van de verouderde Minuteman- raket. door M.H. von Meyenfeldt In dit plan spreekt de commissie zich ook uit over de ontwikke ling en produktie van een kleine intercontinentale raket (de Mid- getman) met één kernkop, die in de jaren '90 in de organisatie van de strijdkrachten kan worden opgenomen. Of het Congres met de plaatsing van de MX-raket (kosten tussen de 90 en 200 miljard gulden) zal instemmen, is onzeker. Het plan van de commissie heeft nogal wat kritiek uitgelokt. De tegen stand tegen het huidige voorstel houdt vooral verband met de zorg over de toenemende kwets baarheid van de op het land op gestelde strategische raketten (nu 52 Titan-II en 1000 Minute- man-II en -III) voor. aanvallen van de Russische strategische kernwapenmacht. Deze zorg is vooral in de jaren '70 sterk toegenomen, door ener zijds de ondertekening van -het SALT-I-verdrag, dat onder meer beperkingen oplegt voor wat be treft de verdediging van inter continentale raketsystemen, an derzijds de toegenomen trefze kerheid van de Russische offen sieve middelen. Ook het nieuwe MX-raketsysteem, zo redeneren velen, kan, omdat het in vaste locaties wordt opge steld, gemakkelijk door Russi sche raketten worden uitgescha keld. Sommige tegenstanders van het plan-Scpwcroft geven dan ook de voorkeur aan een mo biele uitvoering van de MX-raket en pleiten voor het alsnog uitvoe ren van het plan van oud-presi- dent Carter om 200 MX-raketten langs vaste banen heen en weer te laten pendelen tussen 4600 mogelijke opstellingsplaatsen; een plan dat door president Rea gan werd verworpen. Anderen wijzen de MX-raket af en willen wachten tot de Midget- man gereed is. Zij menen (te recht) dat duizend raketten met één kernkop minder kwetsbaar zijn dan honderd raketten met tien kernkoppen. Met andere woorden: hoe meer doelen je de tegenstander biedt, des te moei lijker wordt het voor hem al deze doelen in één klap uit te schake len. Weer anderen willen hele maal af van landraketten. Zij vin den het, met het oog op de veilig heid van de bevolking, onverant woord strategische raketten op het land te stationeren. Dergelij ke wapensystemen kunnen beter vanaf vliegtuigen of schepen worden gelanceerd. Een eerste klap Binnen het Congres worden nog andere argumenten tegen de voorgenomen plaatsing van de MX-raket aangevoerd. Een be langrijk bezwaar is, dat het geko zen systeem weliswaar het Ame rikaanse atomaire afschrikkings systeem versterkt, maar door zijn grote trefzekerheid Amerika ook betere mogelijkheden ver schaft om strategische doelen in Rusland (wapenopstellingen, be velvoeringscentra, enz.) in een eerste klap uit te schakelen. De plaatsing van de MX-raket bete kent een verdere aantasting van de internationale politieke stabi liteit. De voorstanders van het MX-plan verwerpen uiteraard veel van de ze argumenten. Zij wijzen erop dat het met de kwetsbaarheid van de Amerikaanse landraket ten nogal meevalt. Zij twijfelen aan de (technische) mogelijkhe den van de Sowjet-Unie om alle landraketten in één klap uit te schakelen. Een vraag is boven dien, of Rusland dat wel wil. Im mers, Amerika blijft, ook na de uitschakeling van alle landraket ten, de beschikking houden over voldoende atomaire vernieti gingskracht (onder meer 520 ra ketten met 4768 kernkoppen aan boord van onderzeeboten) om te reageren tegen doelen in Rus land. Dat vermogen is voldoende om een Russische aanval op de Amerikaanse landraketten te voorkomen. Waarom nieuwe raket? Met de kwetsbaarheid van de MX- raket valt het dus wel mee. Maar als Amerika nu al zoveel atomai re vernietigingskracht heeft, waarom moet er dan nog een nieuwe raket aan het bestaande arsenaal van middelen worden toegevoegd? De voorstanders van het MX-plan hebben het met deze vraag niet moeilijk. De raket is nodig om het Amerikaanse afschrikkings systeem de nodige flexibiliteit te geven (niet alles op de kaart van vliegtuigen en onderzeeboten zetten) en om Amerika's positie aan de onderhandelingstafel in Genève, waar gesproken wordt over de beperking van onder meer de strategische kernwapen systemen, zo sterk mogelijk te maken. Bovendien is de MX-ra ket het antwoord op de ontwik keling van het vijfde model van de Russische SS-18-raket (af- standsbereik: 9000 kilometer; aantal kernkoppen: 10). Deskundigen die het plan-Scow- croft steunen, waarschuwen er voor dat een afwijzing van het plan de geloofwaardigheid van het Amerikaanse veiligheidsbe leid in de ogen van bondgenoten en tegenstanders ernstig zal aan tasten. Amerika - zo zeggen zij - heeft ongetwijfeld veel ideeën en ook een belangrijke technologi sche voorsprong op de Sowjet- Unie. Een afwijzing van het plan laat echter de indruk na dat Amerika de eensgezindheid en besluitvaardigheid mist om zijn kennis en mogelijkheden in da den om te zetten. "Gaten" opvullen Hoe de strijd in het Congres tussen voor- en tegenstanders zal verlo pen, is moeilijk te zeggen. De Amerikaanse regering doet alles om het MX-plan aanvaard te krij gen. En ook de Amerikaanse pre sident is actief. Voor sommigen is zijn opstelling niet helemaal duidelijk. Enkele weken geleden opperde hij het plan voor de bouw van een anti-raketsysteem in de ruimte, dat op den duur de strategische raketten overbodig moet maken. Nu steunt hij de op stelling van een nieuw raketsys teem. Mijns inziens zijn beide plannen niet met elkaar in strijd. Een doelmatig anti-raketsysteem zal niet vóór het jaar 2000 zijn vol tooid. En mogelijke „gaten" in het strategische potentieel moe ten zeker tot die tijd worden op gevuld. Bovendien zal Amerika, ook wanneer het over een anti- raketsysteem beschikt, bepaald niet eenzijdig van zijn strategi sche wapens afstand doen. De vermindering van de bewape ning kan alleen samen met de Sowjet-Unie worden bereikt. En een sterk en onkwetsbaar Ameri ka wordt als een van de belang rijkste voorwaarden gezien om de Sowjet-Unie zover te brengen. Al eerder stelde ik de vraag of deze visie, dat geloof, wel realistisch is. De Sowjet-Unie weet onge twijfeld de positieve doelstellin gen van het Amerikaanse beleid te waarderen. Maar zij zal zich ook willen beschermen tegen de dreigingen die dit beleid met zich meebrengt (bijvoorbeeld de trefzekerheid van de MX-raket). Wat de huidige ontwikkelingen op militair gebied mij leren, is dat Amerika en de Sowjet-Unie betrokken zijn bij een actie-reac tieproces dat leidt tot een voort gaande bewapeningsinspanning. Dat proces kan slechts worden gestopt wanneer een van de par tijen besluit zich op het gebied van de bewapening beperkingen op te leggen. De vraag is, wie de moed op kan brengen om daar als eerste mee te beginnen. (De auteur is generaal-majoor b.d. en oud-gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie in Breda). Als er weersveranderingen op til zijn bij windstil weer kijkt de boer naar de lucht en zegt: het weer staat op luisteren. In die vijf woordjes wordt samengevat hoe in een wisselvallig klimaat weersomslag zich aankondigt. In de economie staat het weer ook op luisteren. De OECD (Organi satie voor Europese Samenwer king en Ontwikkeling) heeft dat al eerder gesignaleerd. Onlangs heeft de Economische Commis sie voor Europa van de Verenig de Naties eveneens gezegd, dat het tijd wordt de economie weer te stimuleren. Ook de Neder landse minister-president maakt de indruk te geloven dat we het dieptepunt in de crisis aan het passeren zijn. In een dergelijke brekelijke atmo sfeer moet men voorzichtig zijn met het op grote schaal uitvoe ren van bezuinigingen. Die be zuinigingen, met name op de overheidsuitgaven, zijn op zich zelf gewenst met het oog op het zeer omvangrijke overheidste kort op de begroting. Dat tekort benadert dit jaar de twaalf pro cent van het nationale inkomen. In het regeerakkoord staat dat dit tot zeven procent moet wor den teruggebracht. Maar in een tijd dat de economie weer zou kunnen gaan aantrek ken moet men uiterst voorzichtig zijn met de mate waarin men be zuinigingen doorvoert en zeer zorgvuldig zijn met de aard van deze bezuinigingsmaatregelen. In een land als Nederland met een groot betalingsbalansoverschot, een lage inflatie en een groot fi nancieringstekort dat echter de kapitaalmarkt niet wezenlijk beinvloedt, moet men, zeker in een situatie waarin een omslag van de economische recessie zich zou kunnen doorzetten, ui terst voorzichtig zijn met het af remmen van de consumptie en van de overheidsinvesteringen, ter bestrijding van het financie ringstekort. Een economische opleving is ter bestrijding van dit tekort veel belangrijker. Het terugdringen van de consump tie (met zijn negatieve effecten op de particuliere investeringen) ter vermindering van het finan cieringstekort kan in zo'n situa tie wel eens het tegenovergestel de effect hebben en leiden tot een afremming van de economi sche opleving en daardoor netto een nog verder oplopen van dat tekort tot gevolg hebben. Het zou uiterst gewenst zijn dat de regeringen in West-Europa en met name in de tien landen van de Europese Gemeenschap op gecoördineerde en gemeen schappelijke wijze inspelen op een eventuele copjunctuurom- slag teneinde de lijn omhoog te stimuleren en te beheersen. door Henk Vredeling Herstel van de economische groei moet de hoogste prioriteit heb ben. De sanering van het pro- duktieapparaat en de arbeids markt hebben hun optimum nu wel bereikt. Verdergaande sane ring dreigt te gaan leiden tot on nodige kapitaalvernietiging en verlies van vakbekwaamheid, mede als gevolg van een dramati sche achteruitgang van de be- drijfsscholing van jongeren. Bij een schoorvoetend begin van herstel zouden de landen van de Europese Gemeenschap zich on derling moeten beraden over een gezamenlijke inspanning op het terrein van de economische poli tiek, met name op het terrein van de industriepolitiek. Hand in hand zou daarmee een verdere uitbouw van het Europese Mone taire Systeem moeten gaan ter vermijding van wisselkoersaan passingen, die een stabiele eco nomische politiek ten zeerste kunnen hinderen. Men zou verder in de landen die (zoals Nederland) op een onzalig moment in het verleden het sys teem van automatische prijs compensatie in de lonen hebben ingevoerd, werkgevers en werk nemers moeten bewegen dat paard op stal te laten staan of meteen maar naar het slachthuis af te voeren. En verder zou de Europese Gemeenschap (op ini tiatief van Nederland?) een eco nomisch herstel van de indus trieel ontwikkelde landen mede moeten hanteren als instrument voor een betere ontwikkelingssa menwerking met de Derde-We reldlanden. Intussen zal men met argusogen moeten volgen in hoeverre een economisch herstel in staat zal zijn de enorme werkloosheid van de afgelopen jaren te absorberen. De economische neergang van de afgelopen jaren heeft ons met pessimisme vervuld. Zou het economisch herstel een verdere doorvoering van auto matisering en computerisering van het bedrijfsleven versnellen? Dat moet geenszins uitgesloten worden geacht, ja, zelfs waar schijnlijk worden genoemd. Economisch herstel betekent ech ter ook een versterking van de onderhandelingspositie van de vakbeweging, die de laatste jaren danig is verzwakt. Die versterkte positie zou de vak beweging dan vooral moeten ge bruiken voor arbeidsduurver korting. De herstructurering van het be drijfsleven trekt een zeer grote wissel op een aangepaste scho ling van toekomstige werkne mers en werkneemsters en op de her-, om- en bijscholing van vol wassenen, waaronder een steeds toenemend aantal gehuwde vrouwen. Zou de toekomstige vorm van arbeidsduurverkorting niet vooral de vorm moeten aan nemen van leerplichtverlenging met bedrijfsscholingscursussen voor jongeren en periodieke ver- lofperioden voor bijscholing van volwassenen? Dit zijn van die gedachten die op komen als de koersen met de bal lonnen stijgen naar omhoog in de Koopmansbeurs. De auteur is oud-lid vanl de Europese Commissie, in welke functie hij was belast met sociale zaken, en oud-mi nister van defensie. Het artikel van Prof. Porsius, hoog leraar in de geneesmiddelenleer, in uw blad van 15 april j.l., is zo mateloos eenzijdig, dat aangeno men moet worden dat hier geen onwetendheid, maar opzet in het spel is. Ik zou graag enkele pun ten uit dit artikel nader willen beschouwen. Het artikel begint met een poging de lachers op zijn hand te krijgen door grapjes te maken over alter natieve geneeswijzen; een clown kan vaak ook grappig zijn, maar daarom heeft hij nog niet gelijk. Er wordt in dit artikel niets ver meld over de onderzoeken, die geleerden van naam hebben ge daan over de invloed van de geest op het lichaam; wel wordt er smalend over fopmiddelen en placebo's gesproken. Er staat ook niets in over de resul taten van recente onderzoekin gen over de relaties tussen leef wijze en gezondheid/ziekte. Het woord preventie komt in dit arti kel in het geheel niet voor; ken nelijk wordt genezen beter geacht dan voorkomen; het eer ste is ongetwijfeld lucratiever voor hen die leven van genees middelen. Ik neem aan, dat de schrijver wel degelijk weet dat niet slechts "in incidentele gevallen" medicijnen onherstelbare schade aanrich ten. De ziekten, als gevolg van medische behandelingen, en veelal als gevolg van het gebruik van medicijnen, hebben zo'n vlucht genomen, dat er een offi ciële naam "iatrogenie" voor ge bruikt wordt. En wat over de on herstelbare schade, die kan wor den aangericht (het ontstaan van kanker inbegrepen) door de cy- tostatica (geneesmiddelen tegen kanker)? Inderdaad, met kruiden neemt de mens honderden chemische stof fen op; dit doet de mens ook wanneer hij voedsel nuttigt. De mensheid heeft zonder "fa- brieksmedicijnen" al miljoenen jaren overleefd, waarbij ze onge twijfeld vele kruiden genuttigd zal hebben; het is de vraag of ze het omgekeerde ook zo lang zal volhouden. Dat "men vrij is om zijn helpers te kiezen" mag dan gelden voor een hoogleraar; hij staat ver van de werkelijkheid af als hij niet weet dat een ziekenfondspatiënt dit niet zo aanvoelt. Een keuze voor een alternatieve behandeling wordt hem vaak onmogelijk ge maakt omdat hij die vaak zelf moet betalen. Zelfs in gevallen waar hij "opgegeven" is door de reguliere geneeskunde. Ik denk dat de "kloof tussen regu liere en alternatieve geneeskun de" niet slechts, zoals in het arti kel gezegd, een "nietes-welles" situatie is, maar in stand gehou den wordt als gevolg van het gro te verschil in macht tussen deze twee groeperingen. De machtige medische adviescommissies, be mand door reguliere artsen, zul len er wel voor zorgen dat er niet al te veel onderzoek gedaan zal worden naar de waarde van de alternatieve geneeswijzen. Hoe lang is bijv. al met succes een on derzoek naar de waarde van de Moermantherapie tegengehou den? Dit commentaar op het artikel van Prof. Porsius is niet bedoeld om alle medicijnen nu maar over boord te gooien, maar vindt zijn oorsprong in de ongebreidelde lofzang op "fabrieksmedicijnen" en het "kraken" van alles wat dit niet ondersteunt. Ik vraag me in alle gemoede af, als de reguliere geneeskunde met zijn overvloed van medicijnen werkelijk zo uitstekend was, dan bestond er immers geen toene mende stroom van artsen en pa tiënten, die de reguliere genees kunde op vele gebieden (maar beslist niet alle) de rug toekeert ten gunste van de alternatieve geneeswijzen? En als laatste vraag ik me af of de medische ruzies om het grote ge lijk niet eens plaats zouden kun nen maken voor oprechte sa menwerking tussen alle artsen. De patiënt, waar het eigenlijk om zou moeten gaan, kan namelijk bij alle wetenschappelijk gekra keel gemakkelijk vergeten wor den. En als hij de medische he ren moet geloven, dan gaat het immers slechts om zijn welzijn? Voor de patiënt geldt maar een ding: "Wie geneest, heeft gelijk". J. Klinkhamer, Vincent van Goghlaan 75, Oegstgeest

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 19