Som van misverstanden Actuele invalshoek bij Engelse correspondentie EXAMEN KOORTS Er schort veel aan contacten tussen politie en Nederlanders van buitenlandse afkomst Beroep op Wereldraad van Kerken DONDERDAG 28 APRIL 1983 We kennen tegenwoordig een vorm halftoneel waar veel belang stelling voor blijkt te bestaan: de le zing (het optreden) van een of meer bekende schrijvers, liefst gevolgd door een discussie met de zaal. Dinsdagavond bijvoorbeeld was de zaal van Theater De Balie in Am sterdam afgestampt vol toen Hugo Brandt Corstius (Piet Grijs, Bat- tus, Stoker, Jan Etereen voorle zing hield in de serie „De branden de kwestie". Nu kan De Balie niet meer dan 180 toeschouwers bevat ten, maar menig toneelgezelschap zou ook daar toch voor een volle zaal tekenen! Bovendien was het al dagen van te voren uitverkocht, wie een kaart had weten te be machtigen mocht zich een uitverko- tene voelen, en ik ontmoette er zelfs een bekende columnist die uit vrees er zonder kaartje niet in te komen bij de kassa de naam van een hoofdstedelijke criticus had ge noemd om op die manier diens kaartjes te kapen. Gelukkig zagen we de gedupeerde later toch de zaal betreden. Er zaten trouwens toch veel colum nisten in de zaal, alleen op mijn rij telde ik er al vier, die allen geko men waren om hun „Bapu" (zoals ze Hugo Brandt Corstius onder el kaar noemen, in navolging van de volgelingen van Gandhi die hun lichtend voorbeeld zo noemden) te horen vertellen hoe je eigenlijk een column moet schrijven. Maar in af wijking van zijn voorgangers had Bapu besloten zijn brandende kwestie in de toekomst te plaatsen door voor te lezen uit het dagboek dat Johan Eter in 1987 in het kamp Bloemendaal onder de Russische bezetting schreef. In de pauze ging gespreksleider Hans van den Bergh lobbyend rond met bloknootvel- letjes om over dit nogal hermetisch gesloten onderwerp toch nog wat vragen los te peuteren, waarbij ik mij liet verleiden twee vragen bui ten de orde te stellen. De eerste was: „is het waar wat Karei van het Re- ve beweert dat de Nederlandse co lumnisten beter zijn dan de buiten landse, dus ook dan de Amerikaan- Hugo doceert sinds een jaar Dutch Culture in Amerika en zou dus over vergelijkingsmateriaal moeten be schikken. Parool-columnist Henk Spaan vond de gedachte overigens bespottelijk, hij meende dat Russell Baker („So this is depravity") al leen al het hele Nederlandse colum- nistendom inclusief Piet Grijs in zijn achterzak stak, maar Hugo Brandt Corstius noemde toch als zijn bezwaar tegen de Amerikaan se columnisten dat ze allemaal ge specialiseerd zijn (de een in bin nenlandse zaken, de ander in bui tenlandse, de derde in humor), en dat de ware columnist zijns inziens over alles behoort te schrijven. Mijn tweede vraag was, of hij een methode kon aangeven om er ach ter te komen of de dagboeken van Hitier al dan niet vervalst zijn. Meerd bedoeld als voorzet dan als vraag, in de verwachting dat hij )als voormalig lid van de Werk groep Frequentie-onderzoek van het Nederlands) ons zou kunnen uitleggen hoe je de tekst van de> dagboeken op een bepaalde manier in de computer doet, hoe je vervol- gens hetzelfde doet met teksten van Hitler die zeker van hem zijn, om daarna te kijken of de „vingeraf druk" van Hitlers taal- en woord gebruik in beide gevallen dezelfde is. Zo onderzoekt men tegenwoor dig immers ook of een aan (bijvoor beeld) Shakespeare toegeschreven tekst inderdaad van hem is of niet. Maar die methode noemde hij in ie der geval niet... Niet alle lezingen-avonden in de se rie „De Brandende Kwestie" wa ren even uitverkocht als die van Hugo Brandt Corstius, maar die van Gerrit Komrij, Maarten 't Hart, Jan Blokker en Emma Brunt toch wel, en de lezingen van Willem Brakman, Dick Hillenius en Louis Ferron trokken toch ook nog altijd zo'n 130 tot 140 mensen. Instinctief zou je denken dat er in dit televisie tijdperk minder behoefte is om de deur uit te gaan teneinde een schrijver te horen voorlezen dan vroeger, maar de werkelijkheid is anders. Theun de Vries vertelde me dat een schrijver voor de oorlog, en in de jaren vijftig, zo nu en dan wel eens over zijn werk sprak voor de Volksuniversiteit of't Nut van 't Al gemeen, maar dat het gehoor dan bij hoge uitzondering tot een man of honderd opliep. Harry Prick van het Letterkundig Museum verzeker de me dat literatoren als Potgieter, Busken Huët en Alberdinck Thijm hun voordrachten doorgaans voor een gehoor van 40 tot 50 mensen hielden. Lodewijk van Deyssel hield vanaf 1901 openbare speeches waar veel reclame voor werd .ge maakt (Jacobus van Looy schreef daat wel wervende teksten voor) en die je bij intekening kon bezoeken, maar zelfs dan trok hij in Amster dam maar tussen de 60 en 90 men sen. Hetzelfde geldt voor Louis Cou perus. Alleen de Vlamingen, Felix Timmermans en Hugo Verriest, vierden grote triomfen als zij naar Nederland kwamen. Dan waren er al gauw geen kaarten verkrijg baar en moesten zij hun lezing veertien dagen later nog eens over doen. Net als vorig jaar dus toen Gerard Reve zijn optreden in de Brakke Grond nog een keer moest herhalen wegens uitpuilende be langstelling! LEIDEN - Contacten tussen de politie en etnische minderheden kun je omschrijven als een som van misverstanden. De politieman denkt al snel dat hij beduveld wordt, begrijpt de Nederlander van buiten landse afkomst niet en werkt vaak volgens het princi pe: zij moeten zich maar aanpassen, wij hebben het gelijk aan onze kant. De Nederlander van buitenlands afkomst (allochtoon) voelt zich gauw gediscrimi neerd; en soms niet ten onrechte. Hoewel het ook voorkomt dat hij zich onnodig agressief opstelt. De sociologe Monique Aalberts en de cultureel antro pologe Evelien Kamminga hebben namens het Leid- se Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen onderzoek gedaan naar de relatie tus sen de gemeentepolitie en allochtonen in Nederland. Het rapport dat werd geschreven in opdracht van het ministerie van binnenlandse zaken wordt vanmiddag aangeboden aan minister Rietkerk. "Ons werd gevraagd onderzoek te doen", vertelt Aal berts, "omdat enkele jaren geleden vooral uit Suri naamse hoek veel klachten kwamen over politie-op- treden". "En vergeet niet", vult Kamminga, "dat er nauwelijks onderzoek is gedaan op dit gebied". Van 1 juni '80 tot 1 maart '82 werd het onderzoek ge daan. Er werden agenten geinterviewd, Nederlanders van buitenlandse afkomst (Antillianen, Surinamers, Turken, Marokkanen, Molukkers) en hulpverleners., De onderzoeksters zaten bij verhoren en gingen mee op huisbezoek. De volgende korpsen werkten mee: Amsterdam Bijlmermeer, Utrecht, Den Haag, Rotter dam, Leiden en Alphen aan den Rijn. Monique Aalberts en Evelien Kamminga: "Het valt niet goed te praten, In het boek wordt echter met geen woord gerept over de af zonderlijke korpsen. De reden: komt één korps zeer slecht uit de verf, dan is men licht ge neigd om te concluderen dat het met de anderen wel snor zal zitten. Dat noemen sociale wetenschappers de rotte-ap- pel-theorie: één appel in de mand is duidelijk rot, maar de rest glanst toch aardig. "Ook om een andere reden schrijven we alleen maar in het alge meen over de gemeentepoli tie", stelt Aalberts. "Ons is ge bleken dat de verschillen tus sen de onderzochte korpsen niet zo groot zijn". De opzet was knelpunten te sig naleren. Doe je dat goed, dan schrijf je vanzelf een kritisch boek. En daarin zijn de onder zoeksters geslaagd: de ge meentepolitie komt er niet zo best af. Kamminga: "Sommige politie-functionarissen, die hebben meegewerkt, hebben al gezegd: het is weer zo ver, wij krijgen de zwarte Piet weer eens toegeschoven. Aan de an dere kant: dat zullen ook som mige allochtonen wel zeggen. Simpelweg, omdat we hun klachten niet altijd klakkeloos voor waar hebben aangeno- Tijdsdruk De surveillance-afdeling komt er het slechts af in het onderzoek. Een Surinamer, met opvallend Afro-kapsel, in een grote Ame rikaanse bolide, loopt een vrij grote kans staande gehouden te worden, valt te lezen. Veel surveillanten hebben vooroor delen, zo blijkt. Aalberts daarover: "Het valt niet goed te praten, maar het is wel te verklaren. Kijk, ze werken onder grote tijdsdruk en ne men daardoor gauw hun toe vlucht tot stereotypen. Dus bij voorbeeld: Surinamers deugen bijna nooit. De werkelijkheid wordt regelmatig vertekend". Citaat uit het boek: "Is er één zwarte meegenomen, dan zijn er die avond allemaal zwarten binnengebracht". Aalberts vervolgt: "Daar komt dan nog eens bij dat het afzet ten tegen de burger een onder deel van de politiecultuur is. Allochtonen zijn dan sowieso eerder de dupe". Kamminga wijst er in dit ver band op dat surveillanten soms nog maar weinig erva ring hebben. Jonge broekjes zogezegd. "Ze spreken geen Turks of Marokkaans, weten niets van de cultuur en reage ren daarom maar in de trant van: hier kom ik. Ze hanteren ook vuistregels. Bijvoorbeeld: Turkse vrouwen mogen niet met politiemannen praten en zijn onmondig". In het hoofdstuk over de vreem delingendienst staat de opmer king, genoteerd uit de mond van een agent: ik heb geen eelt meer op mijn ziel, maar leer. Typerend. "Want", begint Aal berts, "met welke goede be doelingen een agent ook be gint, vaak wordt hij in de loop der tijd steeds cynischer. En dat wordt niet in de laatste plaats veroorzaakt door het feit dat de mentoren, agenten met meer ervaring, dingen zeggen zoals: voor Molukkers moet je oppassen". Feiten staan centraal, achter gronden zijn onbelangrijk: re chercheurs werken nogal eens volgens dit principe, meldt het onderzoek. De kinderpolitie is daarentegen meer geporteerd voor de sociale aanpak. "Zij willen wel wat meer te weten zien te komen over bijvoor beeld de motieven", vertelt Aalberts. Ook hen speelt echter gebrek aan ervaring regelmatig par ten. Omdat sommige Turkse vaders de handen nogal los hebben zitten, aldus het onder zoek, denkt de agent nog wei eens: vooruit we laten die jon gen lopen, anders krijgt hij zo veel klappen. "En dat is ook weer niet de bedoeling", zegt Kamminga, "want die jongen moet wel worden gecorri geerd". Aalberts: "En vergeet niet dat er mensen bij de kinderpolitie zit ten die bepaald niet werken volgens de sociale aanpak. Dat kan vervelende gevolgen heb ben". Ze geeft een voorbeeld. Er wordt een Turks meisje bin nengebracht dat een winkel diefstal heeft gepleegd. De agent probeert niet achter het waarom van die overtreding te komen. Dom. Want wat blijkt, zij het te laat: het meisje heeft een diefstal gepleegd om met de politie in contact te komen. Haar ouders hadden haar na melijk tegen haar zin uitgehu welijkt. Kloof Overigens hebben niet alleen de politie-agenten een fout beeld van de allochtonen. Omge keerd komt hetzelfde voor. Uit het boek blijkt dat ze zich soms onnodig agressief opstellen. En ook dat ze geen juist idee hebben van de bevoegdheden van de politie. Zo zal er bij voorbeeld geen gehoor worden gegeven aan de wens van een Marokkaan die wil dat z'n vrouw wordt opgespoord, om dat ze is weggelopen. Kamminga: "Het is ook weieens moeilijk om de juiste tactiek te bepalen tegenover een alloch toon. Een soepele behandeling wordt soms als een behande ling met fluwelen handschoe nen opgevat. Resultaat: ze stel len zich wantrouwend op. Inte ressant is in dit verband wat we te horen kregen van een aantal Surinaamse hulpverle ners: de politie mag af en toe gerust slaan, dat is goed. Ja, dan denk je toch.." Er is niet alleen een kloof van on begrip tussen de politie en de allochtonen; van een kloof is namelijk ook sprake tussen po litie en hulpverlening/klach tenbureaus. De politie vindt dat de hulpverleners makke lijk praten hebben. Een punt van kritiek: jullie, hulpverle ners, werken van maandag tot en met vrijdag en worden dus niet geconfronteerd met de moeilijkheden die in het week einde plaatsvinden; en dat zijn er nogal wat. Terwijl veel hulp verleners op hun beurt zeggen: agenten, dat zijn toch rechtse rakkers. Wil een en ander ten goede ke ren, dan moeten er een paar dingen veranderen, conclude ren de onderzoeksters. We noe men een paar punten: het korpsbeleid dient duidelijker gericht te worden op verbete ring van de relatie met de al lochtonen, maatregelen zijn nodig op het gebied van de se lectie van aspirant-politiemen sen, er moeten meer allochto nen in dienst bij de politie wor den genomen, de klachtenpro cedures moeten verbeterd worden en een nieuwe agent moet niet beginnen als surveil lant. Wie deze aanbevelingen leest vraagt zich één ding af: zijn ze wel haalbaar? Een voorbeeld. Er werken nu zeer weinig al lochtonen bij de politie. Nog niet eens één procent. Hoe krijg je het voor elkaar dat er meer animo komt en de korps leidingen zich positiever op stellen? Aalberts: "Het zal niet makkelijk zijn om veranderingen teweeg te brengen. Maar dat neemt na tuurlijk niet weg dat je pogin gen in het werk moet stellen. Ik ben overigens van mening dat ons onderzoek zeker se rieus zal worden genomen". Kamminga: "Veel politiemen sen zullen niet juichen als ze onze bevindingen lezen. Maar aan de andere kant: ze zullen toch ook wel inzien dat veran deringen noodzakelijk zijn. En ze zullen toch ook moeten er kennen dat wij niet zomaar een beschuldigende vinger opste ken, maar juist met feiten aan komen zetten en verklaringen geven". Vredesbewegingen uit de gehele wereld behalve Oost-Europa vragen de Wereldraad van Ker ken in de komende jaren bij zondere aandacht te besteden aan vraagstukken van vrede en gerechtigheid. De oproep, die bedoeld is voor de deelnemers van de Wereldraad-assemblee deze zomer in Vancouver, is het afgelopen weekeinde opge steld door vertegenwoordigers van vredesbewegingen in West-Europa, Latijns-Ameri- ka, de Verenigde Staten, Cana da, de Pacific en de Filippijnen na afloop van een kerkelijke vredesconferentie in Zweden. Daarbij waren geen afgevaar digden van vredesorganisaties uit Oost-Europa aanwezig. Er wordt niet, zoals aanvankelijk de bedoeling was, opgeroepen tot het opzetten van een spe ciaal programma van de We reldraad voor "vrede en overle ving". Aan de Wereldraad zelf wordt overgelaten op welke wijze deze vraagstukken in de programma's worden ver werkt. Een groot aantal kerkelijke zo wel als niet-kerkelijke bewe gingen, die zich bezighouden met vragen rond gerechtigheid en vrede, zijn van plan te gaan samenwerken, zo meldt de op roep. Zij willen een wereldwijd netwerk vormen, waardoor ge gevens kunnen worden uitge wisseld over het verband tus sen de wapenwedloop ener zijds en armoede en honger an derzijds. Positief geluid Een onverwacht positief geluid. Zo kenschetst Pax Christi Ne derland in een eerste reactie de brief van de Duitse bisschop pen over vrede en ontwape ning. De rk vredesbeweging vindt vooral van belang, dat de Duitse bisschoppen in hun brief eerste, zelfstandige stap pen van ontwapening onder bepaalde omstandigheden be schouwen als een goede weg om de vrede te bereiken. Voorts wijst Pax Christi op de opvatting van de Duitse bis schoppen, dat het afschrik- kigssysteem op den duur geen betrouwbaar middel kan zijn om een oorlog te voorkomen. Pax Christi Nederland zegt blij te zijn met deze uitspraken, maar het zeer te betreuren, dat de Duitse bisschoppen niet ko men tot een afwijzing van elk gebruik van kernwapens. Jubileum pelgrimage Op zaterdag 14 en zondag 15 mei wordt vanuit Noordwijk, Lei den, Roelofarendsveen, Den Haag, Delft, Rotterdam en om liggende plaatsen een twee daagse pelgrimstocht gehou den naar Maria's Genade-oord in de Belgische Ardennen: Banneux-Notre-Dame. Dit jaar is het 50 jaar geleden, dat de gebeurtenissen in Banneux plaatshadden. Er wordt over nacht in het congrescentrum "Rolduc" te Kerkrade. Zondag 15 mei a.s. wonen de pelgrims in Banneux tesamen met de 225 Nederlandse zieken een plechtige eucharistieviering bij waarbij de bisschop van Rotterdam dr. A. J. Simonis de hoofdcelebrant zal zijn. In de namiddag is er de Bidweg naar de bron en de zegening van de zieken met het H. Sacrament. Het Haags Gemengd Koor "Deo Volente" en het dames zangkoor "Con Amore" uit Pij- nacker zal op zondag 15 mei in Banneux de gezangen verzor gen. Het thema van deze jubi leumpelgrimage luidt voor dit jaar "Luisteren naar Maria". Cantatedienst Op zondagmiddag 1 mei wordt in de Hooglandse Kerk de laatste cantatedienst van dit seizoen gehouden. De Christelijke Ora toriumvereniging Exultate Deo (uit Voorschoten) zal dan het tweede deel zingen van het oratorium "Die Schöpfung", van Joseph Haydn. Als solis ten werken mee de sopraan, Jo- rine Samson, de tenor Rob Sturkenboom en de bas Fons Orie. Voor de begeleiding zor gen Joop Brons, aan het orgel, en het Nederlands Barok-en- semble. De dirigent is Sander van Marion, en de voorganger dr. A. J. Lamping. De dienst begint om 5 uur. NEDERLANDSE HERVORM DE KERK Beroepen te 's-Hertogenbosch (toezegging): A. M. van Zwee- den, te Etten-Leur en Zundert (hervormd gereformeerd sa men op weg). Aangenomen naar Oudewater (toezegging): H. Binnekamp, te Strijen. Bedankt voor Willemstad: H. O. Molenaar, te Nieuwveen. GEREFORMEERDE KERKEN Aangenomen naar Amsterdam- Zuid: dr. P. N. Holtrop, aldaar (voor de missionaire dienst), docent aan de Theologische Hogeschool Ujung Pandang in Indonesië. NEDERLANDSE GEREFOR MEERDE KERKEN Beroepen te Sliedrecht: J. Bou- ma, te Loosdrecht. DEN HAAG (GPD) - Na de eerste rustdag voor het merendeel van de meao-kandidaten, was het gis teren weer raak. Het werd een examendag zonder diepe dalen en hoge bergen. Beide brieven die de meao-kandi daten moesten schrijven voor hun examen Engelse correspon dentie hadden een min of meer actuele invalshoek. Voor de eer ste brief moesten ze zich ver plaatsen in de rol van de Neder landse agent van een Engels be drijf in schoonmaakvloeistoffen. Het Engels bedrijf had de Neder landse agent in kennis gesteld van een aantal prijswijzigingen en veranderde leveringsvoor waarden. De leerlingen moesten het moederbedrijf laten weten dat men.de hogere prijzen en de ongunstiger leveringsvoorwaar den niet zo zag zitten. Een van de argumenten daarvoor was dat de Japanse leveranciers van een vergelijkbaar product tegen aan merkelijk aantrekkelijker voor waarden konden leveren. In ongeveer dezelfde sfeer lag de tweede brief. Een Engels bedrijf had zijn teleurstelling uitgespro ken over de orderportefeuille van hun Nederlandse agent. De agent antwoordt dat het product vanwege de waardestijging van de Engelse pond relatief duurder is geworden. Geniepig De examens bedrijfseconomie en publieksrecht plaatsten de leer lingen van de Haarlemse Mr. Jo han Enschedé-meao niet voor al te grote problemen. Wel zaten tussen de vragen van beide vak ken wat lastige probleempjes. Maar volgens docenten en kandi- daten waren beide examens „re delijk voldoende" te maken. Een voorbeeld van zo'n geniepig- heidje was de vraag bij publiek srecht of een rechter een broer van een verdachte kan verplich ten tegen zijn broer of zus te ge tuigen. Zelfs docent R. Rood moest het even opzoeken in zijn wetboek. Leerling Marcel de Ree wist het ook niet. Het juiste antwoord is in elk geval dat verwanten in de eerste graad (man-vrouw of ouder-kind) en in de tweede graad (broer-broer) een beroep op het verschonings recht kunnen doen. Ze hoeven dus niet te getuigen als ze dat niet willen. De opgaven van publiekrecht wa ren gevarieerd. Er waren vragen bij over de parlementaire ge schiedenis van ons land, over de verschillen tussen het Engelse kiesstelsel en het Nederlandse en zelfs nog vragen over de infor matieperiode van de PvdA'er en oud-minister Jos van Kemenade. Docent Rood: „Die laatste vragen kon je voor een deel beantwoor den zelfs als je de stof niet had doorgenomen. Je kon sommige dingen uit een krante-artikeltje bij de opgave afleiden". Rood vond overigens de stof die moest worden bestudeerd, wel wat om vangrijk. „Dat maakte het exa men moeilijk. Ze konden overal vragen over verwachten". Bij het examen bedrijfseconomie kwam dit jaar voor het eerst een vraag voor over de staat van her komst en bestedingen van gein- vesteerd vermogen. In gewoon Nederlands: een opgave over hoe de geldstroom van een vennoot schap eruit ziet voor wat betreft bijvoorbeeld het geld dat bin nenkomt wanneer aandelen wor den uitgegeven en wat er met dat geld wordt gedaan e.d. Docent Th. Dekker was over deze vraag erg tevreden. Vooral omdat de vraag een beroep deed op de in ventiviteit van de leerling. .Het stond overigens wel in het leer boek". Verder vragen over de solvabiliteit van de NV Jackel. Het bedrijf waar het in de opgave om ging. De solvabiliteit is de mate waarin een nv in staat is haar schulden te betalen. Er waren ook nog wat theorievragen over de redenen waarom een bedrijf converteer bare (in aandelen omzetbare) obligaties uitgeeft. Leerling Johan Kerkvliet dacht zijn examen redelijk goed te heb ben gemaakt. Hij had echter wel het idee dat bij sommige vragen expres veel onnodige gegevens werden vermeld om de kandida ten in de war te brengen. „Voor de rest geen echt moeilijk exa men", aldus Johan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17