Een klus of een cursus als straf Leuk dat we niet allemaal hetzelfde zijn Hartewens van mr. Slagter wordt nu werkelijkheid VIJFnEN JAAR SnCHnNG IDEËELE RECLAME ZATERDAG 9 APRIL 1983 Per 1 maart mogen zes arrondissementen experimenteren met alternatieve straffen voor strafrechtelijk minderjarigen. Jonge wetsovertreders tussen de twaalf en achttien jaar kunnen nu bij een niet al te ernstig misdrijf de tuchtschool of een geldboete ontlopen door in hun vrije tijd karweitjes op te knappen ten behoeve van de samenleving. Het verplicht volgen van een cursus behoort eveneens tot de mogelijkheden die officieren van justitie en kinderrechters hebben om een minderjarige voor een vergrijp te straffen. De proef duurt twee jaar. Daarna zal worden bekeken of de nieuwe alternatieve sancties voor jeugdigen een plaats kunnen krijgen in het wetboek van strafrecht. Vice-president van de Amsterdamse rechtbank mr. S. Slagter is voorzitter van de werkgroep die de voorwaarden en adviezen samenstelde voor de alternatieve straf voor jongeren. Een hartewens van hem ging in vervulling. door Taco Slagter .„Wat mij altijd heeft gestoord, zijn de beperkte mogelijkheden in het wetboek van strafrecht. Ge brek aan creativiteit. Als rechter kun je eigenlijk iemand alleen maar treffen in z'n vrijheid of de portemonnee". De Amsterdamse strafrechter mr. S. Slagter (57) is hoopvol gestemd nu er twee jaar geëxperimenteerd mag worden met alternatieve straffen voor jongeren. Kinderrechter en offi cier van justitie zijn nu niet meer al leen aangewezen op de traditionele straffen (zoals de tuchtschool, boete of berisping), maar kunnen nu ook in samenspraak met elkaar de minder jarige verdachte een werkstraf in de vorm van dienstverlening, of het vol gen van een cursus als straf opleg gen. Kritiek Nog voordat het gesprek goed op gang is gekomen, wil rechter Slagter zich verweren tegen de kritiek die vrijwel direct loskwam na de bekendmaking van de proef. „Er is gesuggereerd als of al het kwaad dat strafrechterlijk mindeijarigen hebben aangericht goed gemaakt kan worden met het doorlopen van een EHBO-opleiding of een cursus bromfietstechniek. Ik heb daar de pest over in. Want dat is niet zo. De ernst van het misdrijf be paalt, zo de verdachte ervoor in aan merking komt, voor welke alternatie ve sanctie wordt gekozen. Als reactie op een vrij ernstig geweldsmisdrijf ligt het niet in de eerste plaats voor de hand dat een minderjarige er met een cursus knutselen aan een brom fiets van afkomt". Al sinds jaar en dag streven individuen en instituten ernaar het strafrecht meer menselijk te maken. Want aan vrijheidsstraffen en hoge boetes kle ven veel nadelen. Van strafrechters is bekend dat zij zich weinig illusies maken over het positieve effect van een vrijheidsstraf. En omdat het niet bepaald de rijken zijn die met het strafrecht in aanraking komen - de overgrote meerderheid bestaat uit mensen met een gewoon of een mini mum-inkomen - is het zinloos voor rechters een forse boete op te leggen. Rechter Slagter hierover: „Gevange nisstraffen helpen in de regel niet. Dat is juist. Maar ik ga niet zo ver dat het nooit helpt. Je moet je afvragen: wat is je strafdoel? Dat een gedeti neerde er in het algemeen beter van wordt, is inderdaad een illusie. Maar misschien bereik je er wel mee dat je een ander van een misdrijf afhoudt. Bovendien ben je als rechter ver plicht het wetboek van strafrecht als richtsnoer te handhaven. Het mag geen dode letter worden". Aan het begin van zijn loopbaan, eerst als advocaat en later als kinderrech ter - hij was dat zeven jaar - liet het hem niet los hoe het dan anders zou kunnen. Studeerde ook sociale peda gogiek en publiceert nog steeds over familie- en jeugdrecht. Ook als voor zitter van een meervoudige strafka mer in een latere periode zegt Slagter ervaren te hebben wat de ongunstige neveneffecten zijn van gevangenis straffen. Stukgelopen huwelijken, verlies van banen, voor altijd ge brandmerkt zijn als misdadiger. Slagter: „Je hebt dat met een vonnis niet bedoeld, maar het is wel het ge volg. Voor jeugdige delinquenten ligt de zaak nog ernstiger. Zij lopen over het algemeen een nog grotere kans niet meer uit het misdadige mi lieu te kunnen ontsnappen. Als we over ontspoorde jongeren spreken dan zijn dat veelal geen kinderen meer, maar adolescenten. Jeugdigen in de groei van hun leven, bij wie een gunstige wending in het gedrag nog mogelijk is. Ik vind dan ook dat je voor die groep alle doeltreffende middelen moet benutten. Een alter natieve sanctie kan zo'n adequaat middel zijn. Wel besef ik dat je je geen droombeelden moet maken over jongeren die al voor vele delic ten zijn vervolgd en veroordeeld: die verbeter je in de regel niet meer. Voor hen komen de alternatieve straffen te laat. De pedagogiek leert datje al in een vroeg stadium de juis te reactie moet bedenken voor straf waardig gedrag". Modem - Waarom kamt justitie dan zo laat met opvoedkundig getinte straffen? Slagter: „Ik denk omdat ons strafrecht al zo modern is. Juist in een buldog achtig strafsysteem roep je eerder reacties tot hervorming op. Dat is in Engeland gebeurd. Daar is het straf stelsel, mede door een andere vorm van rechtspraak, nog behoorlijk con servatief. Maar dat heeft wel in de hand gewerkt dat er veel eerder dan bij ons is geëxperimenteerd met al ternatieve straffen". In het begin van de jaren zeventig kreeg de Britse proef met dienstver lening als straf bekendheid in Neder landse vakkringen. Rechter Slagter ging twee keer naar Engeland om bij het experiment 'Community Service Order' ideeën op te doen. Hij kwam er gelouterd vandaan. Slagter: „Wat je daar opvalt, is dat het misdrijf vanuit een ander gezichts punt wordt vergolden. Je hebt een kwaad gedaan en dat moet je goed maken met de maatschappij. Die an dere benadering van de vergeldings gedachte leeft ook bij de verdachten. In gesprek met hen hoor je dat ze bly zijn iets zinvols te kunnen doen voor mensen bij wie ze soms heel wat leed hebben aangericht. Het geeft hen een gevoel van waardering. En dat is be langrijk voor juist die jongeren die vaak denken dat ze nutteloze indivi duen zijn. „Ze oogsten veel lof bij bijvoorbeeld bejaarden, bij wie deze jonge wets overtreders de zolder opknappen, het riool repareren of de woonkamer van een nieuw behangetje voorzien. Onderzoeken wijzen uit dat door der gelijke alternatieve straffen het aan tal jeugdige recidivisten (degenen die na een veroordeling opnieuw misdrijven plegen) terugloopt. De plaatsing van jonge wetsovertreders in een inrichting neemt aanzienlijk af'. In de leidraad voor alternatieve straf fen, zoals de werkgroep-Slagter die formuleerde, staat dat de karweitjes „maatschappelijk zinvol en pedago gisch gericht moeten zijn. Een was lijst met projecten geeft aan welke klussen er voor in aanmerking ko men. Zo kan een mindeijarige voor minimaal vier uur en maximaal hon derdvijftig uur te werk worden ge steld in een ziekenhuis, bejaardente huis, een club of een buurthuis. Maar ook werkzaamheden in plantsoenen, een recycling-fabriekje zonder winst- doel, een dierenasiel of in de bossen behoren tot de mogelijkheden. Bo vendien kunnen jongeren ook ver plicht worden werk te verrichten voor de gedupeerde van het misdrijf. - Een poging tot verzoening tussen da der en slachtoffer? Slagter: „In het geval dat wordt over eengekomen dat de dader een kar wei moet opknappen bij het slachtof fer moet de gedupeerde daar wel zelf mee akkoord gaan. Het feit dat een dader van een vernieling zelf de door hem aangerichte schade moet her stellen, kan aan twee kanten gunstig werken. De gedupeerde krijgt koste loos zijn spulletjes weer voor elkaar en de dader komt oog in oog te staan met het leed dat hij heeft veroor zaakt. „Toch meen ik dat de alternatieve straffen niet in de eerste plaats be doeld zijn om het probleem van het slachtoffer op te lossen. Je moet doen wat haalbaar is, maar ik denk dat de problematiek van slachtoffers van misdrijven te verschillend is om in alle gevallen een verzoening tot stand te brengen". Relatie -Justitie krijgt het verwijt nogal eens te horen dat voor de verdachte alles wordt gedaan, maar dat zij het slachtoffer in de kou laat staan. Is de werkgroep daaraan niet te gemakke lijk voorbij gegaan? Slagter: „Dat er bij justitie niet aan de slachtoffers wordt gedacht, is maar voor de helft waar. Het ministerie heeft een commissie benoemd die de slachtoffersproblematiek onder zoekt. Bovendien is er een schade fonds voor slachtoffers van misdrij ven. Wel is het waar dat het slachtof fer soms te weinig aandacht krijgt. Maar het oordelen en veroordelen is in de rechtspleging in de eerste plaats gericht op de dader. De gedu peerde behoort zeker aandacht te krijgen, maar meer in de vorm van hulpverlening". t ernstig geweldsmis- (foto GPD) „Een ander aspect is, of het leggen van een relatie tussen dader en slachtof fer wel zo goed valt. Dat kun je van tevoren zo moeilijk beoordelen. Moet je iemand in het revalidatiecentrum tewerkstellen waar ook het slachtof fer wordt verpleegd? De vraag is of beide partijen dat kunnen verwer ken. Mij lijkt het beter datje een indi rect verband legt tussen de dader en de gevolgen van het misdrijf. Wat niet uitsluit dat je een dader van een geweldsmisdrijf best op karwei kan sturen naar een medische instelling". - Uit de reacties op het experiment blijkt dat het verplicht stellen van het volgen van een cursus als straf niet zo goed wordt begrepen. Waarin zit 'm de straf? Slagter: „In de dwang. Dat het moet. Ik heb u al gezegd dat het geringschat tend spreken over de doelstellingen van de werkgroep me heeft geërgerd. Iets nuttigs doen in het strafrecht, mag dat niet? Het doel van het straf fen is herhaling te voorkomen. Als je dat met een cursus bereikt, je op die manier de sociale vaardigheid en weerbaarheid van jongeren vergroot, dan heeft de maatschappij er op de kortere of langere duur profijt van". - Een element van de strafmaat is nog altijd de vergelding van het kwaad. Is dat bij een cursus als straf nog wel het geval? Slagter: „In het strafrecht kijkje zowel naar de daad als naar de dader. Dat betekent dat je moet individualise ren. Als je signaleert dat een ver- PAGINA 21 dachte in zijn leven veel tekort is ge komen. als het duidelijk voor je is waar bijvoorbeeld al die agressie vandaan komt, dan behoor je als offi cier en rechter naar een passende straf te zoeken. In de tijd dat ik kin derrechter was, heb ik ervaren hoe belangrijk het is je te verdiepen in de oorzaken van crimineel gedrag door jongeren. Het slachtoffer heeft geen baat bij justitiële wraak op de dader. Je mag. en soms moet je vergelden. Maar dat hoeft nog geen wraak te zijn. Je kunt vergelden door de dader zijn daad te laten goedmaken". Zondebokken - De roep uit de samenleving om juist zwaardere straffen klinkt steeds lui der. Veel mensen geloven niet in de 'zachte' aanpak. Slagter: „Ja, ik hoor dat ook. De men sen zoeken zondebokken in een tijd van economische recessie. Het eerst bij minderheidsgroepen. En daartoe reken ik ook de jonge wetsovertre ders. Misdadig gedrag kun je niet to lereren. Soms moet je ernstig straf fen. Daar kun je niet omheen, maar veel afwijkend gedrag van mensen heeft als oorzaak dat zij het in hun leven, in de samenleving, slecht heb ben getroffen. Als men rechters en officieren verwijt dat ze 'soft' zijn, dan heb ik de neiging om ouders te vragen: zou u dat ook zeggen als uw zoon bij de kinderrechter moet ko- - Een delinquent moet zelf een voorstel doen om voor een werkstraf of een cursus in aanmerking te komen. Waarom mag een officier of een rech ter niet op dat idee komen? Slagter: „Dat is in strijd met het Ver drag van Rome. Als je als officier of rechter het initiatief neemt, dan laad je de verdenking op je dwangarbeid te willen opleggen. De maximale garantie dat je je daar niet schuldig aan maakt, is als de verdachte of de advocaat met het voorstel van de zelf verkozen arbeid komt. Bovendien zou het psychologisch opjuist zijn als de rechterlijke macht er zich als ini tiatiefnemer mee zou gaan be moeien. Een delinquent moet voor een alternatieve straf goed gemoti veerd zijn". - De inspanning van de advocaat ten spijt komt'het soms voor dat een meerderjarige verdachte het aanbod van een alternatieve straf afslaat en de voorkeur geeft aan een gevange nisstraf. De kans bestaat dat sommi ge minderjarigen er ook niet zo warm voor lopen. Slagter: „O, ik kan me zoiets wel voor stellen. Want is een vrijheidsstraf voor sommige delinquenten nu echt wel zo onaangenaam? Je bent welis waar je vrijheid kwijt, maar je draagt in een inrichting veel minder verant woordelijkheid. Je bent als het ware op je kleuterleeftijd teruggeworpen. Er wordt voor je gedacht en gezorgd. Bij de alternatieve straf ligt dat dui delijk anders. Daarbij moet je tel kens opnieuw de stap zetten om naar je object te gaan. In je vrije tijd kar weitjes opknappen of verplicht stu deren als een ander aan recreatie toe is. Dat vereist veel zelfdiscipline. En je loopt nog een dikke kans bij schending van de afspraken een klassieke straf te krijgen". Medemens Alternatieve straffen bieden veel voor delen boven de klassieke sancties. Van de minderjarige verdachten, maar zeker ook van de advocaat, wordt veel creativiteit en overtui gingskracht gevraagd. Maar het mag niet zo zijn, zo luiden de richtlijnen van het experiment, dat elke jeugdi ge wetsovertreder bij een vergrijp een klusje of het volgen van een cur sus krijgt opgedragen omdat 'het zo goed voor hem is'. De sancties zijn alleen van toepassing als het misdrijf toch zou leiden tot een veroordeling. Voor rechter Slagter is het uniek dat, in een tijd van economische teruggang, het ministerie van justitie toch met iets nieuws komt op het gebied van het jeugdstrafrecht. „Er moet al zo veel worden prijsgegeven aan sociale zekerheid en werkgelegenheid. Het is een goede zaak dat humanitaire verworvenheden er niet aan hoeven te geloven. Het gaat om onze mede mens en dus ook om jonge wetsover treders". Komende zomer op de televi sie te verwachten: een STER- reclame waarin kinderen van uiteenlopende huidskleur met elkaar praten over de verschillen tussen hen. Een Nederands meisje merkt op: „Ik zie wel eens een Turks meisje lopen met een jurk over haar lange broek". Op dat moment komt een fiere mannestem door het gekra keel heen, en zegt: „Er zijn kinderen van vele nationali teiten in Nederland. Leuk dat we niet allemaal hetzelfde zijn". Die laatste zin is tevens de titel van een actie tegen discriminatie die de SIRE, de Stichting Ideële Re clame, onlangs lanceerde. De ad vertentiecampagne is vooral be doeld om de jeugd begrip bij te brengen voor haar buitenlandse leeftijdgenoten, die officieel 'de tweede generatie culturele min derheden in Nederland' heten. ,Met deze actie willen we de men sen duidelijk maken dat de klei ne - let wel: de kleine culturele verschillen van de buitenlanders gemakkelijk zijn te begrijpen als je er even over nadenkt, zelfs ei genlijk best grappig of verras send zijn als je ze begrijpt", zegt campagneleidster Adrie de Vries, werkzaam bij een Amster dams reclamebureau. Hond Zo wordt in één van de vijf adver tenties, die kranten gratis zullen plaatsen, uitgelegd waarom Fati- ma nooit een hond zal binnenla ten, terwijl ze een dierenvriend is: „Volgens de islam is een hond een onrein dier dat je bijvoor beeld nooit in huis zal nemen". Om de actie de nodige diepgang te geven, zullen scholen een bij behorend boek met nadere uitleg kunnen aanvragen. Adri de Vries vertelt dat er doelbe wust is gekozen voor een actie te gen discriminatie die gericht is op lagere-scholieren en hun ou ders. „Kinderen van die leeftijd staan nog open voor nieuwe ideeën. Het heeft nog zin hun an dere meningen te laten horen. Ze zullen op zijn minst luisteren, die nieuwe kennis opslaan en er mis schien nog iets mee doen ook". Verder: „Wat we per se niet beogen is de discriminatie proberen te verminderen. SIRE kan niet zo veel met een serie advertenties voor elkaar krijgen. Wat we wèl kunnen is zo'n onderwerp onder de aandacht brengen van een breed publiek, net zoals we dat bijvoorbeeld met de campagne tegen kindermishandeling heb ben gedaan. De bestrijding van vooroordelen laten we dan ver der aan de overheid over". Adrie de Vries is zich ervan bewust dat racistische groeperingen als de Centrumpartij handig mis bruik zullen kunnen maken van de campagne, door in te spelen op het afwijkende dat erin over buitenlanders wordt gemeld. „De kans is aanwezig dat derge lijke groepen dat opblazen tot iets negatiefs. Daar zullen we dan met kracht van tegenargu menten op moeten reageren, waarbij wij bijvoorbeeld gebruik kunnen proberen te maken van de redactionele kolommen in kranten". Tegengas „Voor dat geven van tegengas zul len wij ook allerlei instanties moeten mobiliseren, zoals het Nederlands Centrum voor Bui tenlanders in Utrecht. Daarmee hebben wy al samengewerkt bij het opzetten van deze actie. Kijk, we hebben vóór de Tweede We reldoorlog kunnen meemaken welke gevolgen 'wel weten maar niet signaleren' kan hebben. We kunnen nu eenmaal niet verge ten dat hier 570.000 buitenlan ders zijn tegen wie allerlei voor oordelen bestaan". Bij dergelijke overwegingen steekt het motto van de actie 'Leuk dat we in Nederland niet allemaal hetzelfde zijn' misschien wel iel af. Adri de Vries: „Ja, aan dat woordje 'leuk' hebben we drie lange vergadering gewijd. Som migen van ons vonden dat norm gevend. Gevaarlijk ook, bijvoor beeld als het pal naast een nega tief stuk over buitenlanders zou komen te staan". .Nadat we het thema hadden ge test bij schoolkinderen en hun moeders, hebben we er toch voor gekozen. Die mensen voelden dat 'leuk' inderdaad zo aan, het is positief, het thema geeft ver scheidenheid aan en toch ook een eenheid omdat er sprake is van 'we'. Die slagzin bleek, kort om, goed aan te spreken bij de jeugd". ,We hebben bijvoorbeeld niet ge kozen voor het woordje 'goed', omdat daar iets van bevoogding van uitgaat, het heeft bijna iets confessioneels, een kreet die je van de kansel af wordt toegeroe pen. Het werd te zwaar". Heikel Het begin van de campagne valt sa men met het 15-jarig bestaan van SIRE, waarin reclame- en media mensen samenwerken. Het re sultaat is gratis advertenties in kranten, bladen en op de televi sie. Adri de Vries over het samenvallen van het jubileum en de nieuwe campagne: "SIRE heeft lang ge aarzeld voordat ze die campagne tegen discriminatie op haar bord zou nemen. Het is nu eenmaal een heikel ondrwerp. Een be langrijke reden om dat uiteinde lijk toch op te pakken is geweest, dat je na 15 jaar eindelijk je nek wel eens een stukje verder mag uitsteken". .Iedereen vindt onderwerpen als kinder- en dierenmishandeling, zoals we die hebben gehad, uit stekend. Daar kun je je geen buil aan vallen. Als je echter aan de vooroordelen van mensen gaat komen, kun je zeker kritiek ver wachten. We zijn die uitdaging aangegaan omdat we vinden dat je niet alleen gemakkelijke on derwerpen moet kiezen. Die op stelling blijkt ook uit de inhoud van onze campagne: we gaan daarmee discussies zeker niet uit de weg. Voordeel daarvan zal zijn dat de actie zal opvallen. En dat is nu net de bedoeling". JOS VAN DER MEER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 21