Poolse joden waren volledig aan de nazi's overgeleverd De opstand in Warschau 40 jaar geleden ZATERDAG 9 APRIL 1983 Veertig jaar geleden begon in het getto van Warschau de opstand van Poolse joden tegen de nazi-bezetters. Een wrang stukje oorlogsgeschiedenis waarover de berichten pas laat en niet geheel nauwkeurig de westerse geallieerden bereikten. En zelfs vandaag de dag lopen de Poolse autoriteiten nog altijd niet graag te koop met wat er tussen 19 april en eind mei 1943 in Warschau plaatsvond. De als ratten bijeengedreven gettobewoners werden immers door hun Poolse medeburgers eerder uitgebuit dan geholpen... gebeuren met heel Warschau. Naar schatting zijn ongeveer 15.000 joden erin geslaagd uit het getto te ontsnappen en in War schau onder te duiken. Velen vochten naast de Polen toen de opstand in augustus 1944 in War schau uitbrak. In januari 1945, toen Warschau tenslotte werd bevrijd, werden nog maar 200 joodse overlevenden gevonden. En wat wist de rest van de wereld over het getto van Warschau en wat deed zij? De eerste betrouw bare berichten over de deporta ties uit het getto bereikten het Westen pas in november 1942, toen een lid van het Poolse ver zet, Jan Kozielewski, die in okto ber twee keer verkleed als wacht in het getto en in het concentra tiekamp Belzec was geweest, in Engeland aankwam en vertelde wat hij had gezien. De erkenning dat de joden in Polen systema tisch werden uitgeroeid, werd vastgelegd in een gezamenlijke verklaring van de geallieerden, waartoe ook de Nederlandse re gering in ballingschap behoorde. De verklaring werd op 17 decem ber 1942 uitgegeven. In een uitzending van Radio Oran je werd gezegd: „In Polen, dat de Duitsers tot hun voornaamste abattoir hebben gemaakt, wor den de' joden met uitzondering van enkele voor de oorlogsindus trie noodzakelijke geschoolde ar beiders, systematisch wegge voerd uit de getto's die de Duitse indringers hebben ingesteld. Van hen die weggevoerd wer den, wordt later taal noch teken vernomen. De krachtigen onder hen worden langzamerhand doodgemarteld in arbeidskam pen. De zwakken laat men ster ven van koude of honger, of zij worden bewust door massa-exe cuties afgeslacht. Het aantal slachtoffers wordt geschat op ve le honderdduizenden". Er worden geen namen van vernie tigingskampen genoemd en er wordt ook niet over gaskamers gerept. Teleurgesteld Op 12 mei pleegde de Pools-joodse arbeidersleider Szmul Zygiel- bojm in Londen zelfmoord nadat hij had gehoord dat zijn familie was gedeporteerd. Zygielbojm heeft zich volgens geschied schrijver dr. Lou de Jong mate loos geërgerd over de onverschil ligheid en het antisemitisme on der de Polen in Londen, vooral met betrekking tot het lot van de Poolse joden. Hij was ook diep teleurgesteld over de lauwe ont vangst die de berichten over de opstand in het getto van War schau bij de geallieerden kregen. Het staat vast dat de Poolse rege ring in ballingschap in Londen weinig of niets heeft gedaan om in het bijzonder het lot van de jo den van dat van de andere Polen te onderscheiden, en het is zeer de vraag of, als zy het voor de jo den zouden hebben opgenomen, het hulpgeroep door de geallieer den zou zijn gehoord. Simon Wiesenthal, van origine zelf een Pool, heeft bewezen dat of schoon de andere geallieerden tegen het eind van de oorlog een oproep hebben gedaan aan de Russen om de spoorlijnen naar Auschwitz te "bombarderen, dit niet is gebeurd vanwege de stra tegische belangrijkheid van deze spoorwegverbinding met de dichtbij gelegen industriegebie den. Wiesenthal beweert ook dat de Polen geen hand hebben uit gestoken om de joden te helpen, maar integendeel de bewoners van het getto tot het uiterste heb ben uitgebuit. Op een paar uit zonderingen na waren de Poolse joden totaal aan de nazi-bezetters overgeleverd. Monument Polen heeft geen goede reputatie wat antisemitisme betreft. Een groot deel van de schuld daar voor moet in feite op de stoep van de uiterst conservatieve rooms-katholieke kerk in Polen worden gedeponeerd. Zelfs van daag de dag wordt het herden kingsmonument van het getto op de meeste toeristenkaarten van Warschau niet aangegeven. In formaties over het vroegere getto werden tot voor kort, voordat het officiële programma voor de veertigste herdenkingsdag be kend werd gemaakt, slechts mondjesmaat gegeven en dan nog met een sterke propagandis tische draai, die de rol van de communistische joden bena drukt. In de lastercampagnes die tegen functionarissen van de verboden vakcentrale Solidariteit worden gelanceerd, worden mensen als Jacek Kuron en Adam Michnik vaak als joden of zionisten be stempeld. Hakenkruizen ontsie ren de muren van Warschau maar al te vaak. Onder deze om standigheden is het niet verba zingwekkend dat de joodse orga nisaties zich distantiëren van de officiële herdenkingen en dat er rond de herdenking controver sen te verwachten zijn. Veertig jaar geleden begon in het getto van Warschau de opstand. Het was het enige van de vele getto's waarin de nazi's de joden in heel bezet Europa bij elkaar hadden gedreven, waarvan de bewoners uiteindelijk tegen hun lot begonnen te rebelleren. Van 19 april tot eind mei 1943 voch ten de laatste bewoners van het getto van huis tot huis, van kel der naar kelder, over de daken en tot in de riolen, om in de strijd te sterven en niet naar de gaska mers te worden afgevoerd. In het centrum van Warschau ligt een groot park, omgeven door luxe flatwoningen die voor het merendeel bewoond worden door autoriteiten van de communistische partij. In het park staat een monu ment. Het is een weinig op vallende plaats in het moder ne Warschau, dat na de Twee de Wereldoorlog een grote ruïne was en van de grond af weer moest worden opge bouwd. Als het monument er niet was, zou het vrijwel on mogelijk zijn vast te stellen dat op dit stukje Poolse bo dem een half miljoen joden hun einde hebben gevonden of hun laatste dagen met el kaar hebben doorgebracht voordat zij elders werden uit geroeid. Onsterfelijk Dit jaar heeft de Poolse regering een uitgebreid programma van plechtigheden samengesteld ter herdenking van het einde van het Warschause getto. In het verleden zijn dergelijke gebeur tenissen vaak aanleiding ge weest tot controversen. In 1968 viel de 25ste herdenking samen met een door de Poolse regering gelanceerde anti-joodse campag ne, die resulteerde in het boycot ten van vele joodse organisaties. Tien jaar geleden waren er moei lijkheden omdat gesuggereerd werd dat de communistische jo den de enigen zijn geweest die in het getto strijd hebben geleverd. Dit jaar, bij de veertigste herden king, zijn er ook moeilijkheden. Minstens één joodse groep uit Frankrijk waartoe Beate en Ser ge Klarsfeld behoren, heeft geen toestemming gekregen een apar te herdenkingsdienst te houden, afzonderlijk van die welke op het officiële programma staan. Het getto van Warschau is onster felijk geworden door talrijke films en boeken over het onder werp. Maar het meest sprekende document blijft nog altijd het koude, gecalculeerde verslag, 75 pagina's lang en rijk geïllu streerd, gebonden in roodleren band, geschreven door de man die uiteindelijk verantwoordelijk was voor de totale vernietiging van het getto en ?ijn bewoners, SS-Brigade-führer en generaal- m^joor van de politie Jürgen Stroop. De titel van het rapport luidt: „Het Warschause getto be staat niet meer". Geschiedschrijvers hebben vaak beweerd dat Hitler met zijn plan nen om de joden uit te roeien in Polen is begonnen vanwege de sterke antisemitische traditie al daar, zodat hij aannam dat hij op de plaatselijke bevolking kon re kenen en dat zij niet zouden pro testeren tegen wat er gebeurde. Rantsoenen Het oorspronkelijke getto, dat in 1940 werd gebouwd, omvatte een gebied van 340 hectare. Daarin huisden in het begin 400.000 jo den dicht op elkaar. Later wer den er nieuwe groepen - totaal ongeveer honderdduizend - aan toegevoegd. Niemand weet ech ter precies hoeveel joden er tus sen 1940 en 1943 door het getto zijn gegaan. Het getal 500.000 blijft een schatting. Het rantsoen levensmiddelen voor de gettobevolking was 184 calo rieën per persoon per dag. De Polen zaten ruim onder het hon- gerniveau met een rantsoen van 634; de Duitse bezetters ruim er boven met 2310 calorieën. Maar de Polen waren, in tegenstelling tot de joden in het getto, vrij om zich te bewegen. Voor de rantsoenen moest per ca lorie worden betaald. De joden betaalden meer voor de levens middelen. Tweemaal zoveel als de Polen en 300 keer zoveel als de Duitsers. Zestig procent van de gettobevolking had echter he lemaal geen inkomen. De enigen die een baantje konden vinden, verrichtten slavenarbeid in de Poolse fabrieken. Al gauw lagen de straten van het getto bezaaid met lijken van degenen die van honger, kou of tyfus en andere besmettelijke ziekten waren ge storven. In oktober 1941 werd bekendge maakt dat het illegaal verlaten van het getto met de dood be straft zou worden. De doodstraf hing ook boven de Polen die jo SS-Brigadeführer Jürgen Stroop (midden), de man die uiteindelijk verantwoordlijk was voor de totale vernietiging van het getto en zijn bewoners, stelt zich persoon lijk op de hoogte van het strijdgewoel. den verborgen hielden. Degenen die kans zagen uit het getto te ontsnappen, werden in de mees te gevallen overgedragen aan de Poolse politie. Tegen de zomer van 1942 waren ongeveer hon derdduizend mensen in het getto gestorven. Smokkel De grenzen van het getto werden verschoven en het woongebied werd systematisch kleiner ge maakt. Smokkelen en de ver koop van produkten uit illegale werkplaatsen heeft veel mensen in leven gehouden. Kinderen wa ren de meest succesvolle smok kelaars. Zij werden gebruikt om de waren uit het getto te smokke len en om voedsel en grondsstof- fen voor illegale arbeid naar bin nen te brengen. Binnen het getto zelf zorgden de eigen joodse or ganisaties voor de noodzakelijk ste gezondheiszorg en voor het onderwijs. De joden stierven volgens het door de Duitsers opgestelde rooster niet snel genoeg. Op 22 juli 1942 werd een begin gemaakt met het eerste georganiseerde transport naar de gaskamers in Treblinka. Het hoofd van de joodse raad in het getto, Adam Czerniakow, pleegde zelfmoord. Het aantal gedeporteerden varieerde van 5000 tot 13.000 per dag. De Duitsers beloofden degenen die vrijwillig „naar het oosten zou den gaan" voedsel en werk, en velen die wisten dat achterblij ven in het getto vroeg of laat een zekere dood betekende, gingen inderdaad vrijwillig, ofschoon zij in hun hart voelden wat er aan het einde van de reis op hen wachtte. Tegen eind september 1942 waren minstens 300.000 joden gedepor teerd en was het getto gekrom pen tot een fractie van de vroege re omvang. Ofschoon de Duit sers het aantal dat in het getto mocht blijven hadden beperkt tot 35.000 - vrijwel alle fabrieks arbeiders en hun gezinnen - wa ren er begin 1943 nog minstens 30.000 illegale getto-bewoners. Verzet Niemand twijfelde er meer over wat een reisje richting oosten be tekende. Enkelen ontsnapten uit Treblinka en keerden naar het getto terug om over de gaska mers te vertellen. Nadat de de portaties waren begonnen, be gon ook georganiseerd gewa pend verzet binnen het getto te groeien. Er waren vele groepen - er zijn schattingen van meer dan twintig - van verschillende poli tieke en religieuze opvattingen. zij men onder gewapende bege leiding was. Op 19 april bestormde een nieuwe nazi-eenheid, geleid door kolonel Sammern-Frankennegg, het get to om verder te gaan met de de portaties. Het gammele legertje uit het getto dreef hen terug. Stroop Sammern-Frankennegg werd ver vangen door Stroop, die op dracht had de bevolking van het getto volledig uit te roeien. Het getto werd nu teruggebracht tot een gebied met een oppervlakte van 1000 bij 300 meter. De gebou wen waren met elkaar verbon den door een netwerk van kel ders en riolen, die de joden voor hun ondergronds verzet hadden gebruikt. Na vyf dagen hevige en bloedige vuurgevechten werd onder onmiddellijke druk van Himmler besloten de getto-ge- bouwen stratenblok na straten- blok door brand te vernietigen. Stroop zelfheeft beschreven wat er is gebeurd. „De joden stonden in de brandende gebouwen en sprongen van de bovenste ver diepingen naar beneden uit angst dat zij levend zouden ver branden. Met hun gebroken le dematen probeerden zij toch naar de andere kant van de straat te kruipen en in tegenoverliggen de gebouwen te komen die nog niet in brand stonden. Ondanks het gevaar levend te worden ver brand, gaven de joden en bandie ten er vaak de voorkeur aan in de vlammenzee terug te keren in plaats van door ons gepakt te worden". Op 25 april, zo bericht Stroop, wa ren 27.464 joden gevangen geno men. De meesten werden ter plaatse geëxecuteerd; slechts weinigen werden naar Treblinka gedeporteerd. Terwijl het getto boven hen brandde, trokken de verzetsstrijders in de riolen. Stroop probeerde ze onder water te zetten, maar dat mislukte. De strijd ging van kamer tot kamer, van kelder tot kelder, meter na meter, tot de zestiende mei. Stroops verslag voor die dag luidt: „Honderdtachtig joden, bandie ten en Untermenschen werden vernietigd. De vroegere joodse wijk in Warschau bestaat niet meer. De o£ grote schaal gevoer de actie werd om 20.15 uur beëin digd door de Warschause syna goge op te blazen...". In feite duurde het verzet tussen de rui nes van het getto uiteindelijk tot augustus. Voorproefje Het lot van het getto was maar een voorproefje van wat er stond te door Anfon Koene Overlevenden hebben beweerd dat zij vaak wapens en munitie van het Poolse verzet kregen, maar alleen in ruil voor de laatste financiële reserves, sieraden of kunstwerken, die de getto-bewo ners hadden kunnen verbergen. Op 18 januari 1943 begon de slotfa se van de deportaties. De nazi's stroomden het getto binnen, om singelden de gebouwen en na men degenen die zij vonden mee. In het ziekenhuis werden dege nen die niet getransporteerd konden worden, ter plaatse doodgeschoten. Voor de eerste keer vochten de jo den terug en voor de eerste keer werden in het bezette Polen vier dagen straatgevechten geleverd. Het resultaat was dat de deporta ties werden stopgezet omdat de nazi's bang waren dat de gevech ten naar andere delen van Polen zouden overslaan. De doodstraf werd ingevoerd voor het zich in het getto op straat bevinden, ten- Het gebruikelijke beeld in de laatste dagen van de opstand. Verzetslieden werden uit kelders en riolen gedre ven en onmiddellijk neergeschoten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17