"Rust, laat in hemelsnaam
die ondernemer met rust"
Wuif 1 -c
E&i§ijralO
Koopjesjagers terughoudend
Mr. Chris van Veen over falend(?) management
Privacy
Belastingen
ATERDAG 19 MAART 1983
'Onderneming', het VNO-huis-
blad, is er kort over. Dongel-
mans is kennelijk een groentje
op het gebied van wetenschap
pelijk onderzoek, zo luidt de
conclusie in een commentaar
van zeventien regels. Wel ern
stige beschuldigingen over in
competentie en knoeierijen,
maar niet de vragen en uitkom
sten laten toetsen. Twijfel dus
over de betrouwbaarheid van
het onderzoek bij het VNO, dat
moet reageren op grond van
een persbericht. "Het onder
zoek zelf is namelijk niet be
schikbaar", is het verwijt aan
het adres van Dongelsmans.
Bovendien zegt het persbe
richt niets over oorzaken als de
markt, de rente en de lonen.
"Alles valt onder falend beleid.
Laten we het dus maar verge
ten en het als een slechte publi
citeitsstunt beschouwen".
Van Veen licht toe: "Het onder
zoek rust, heb ik begrepen, op
een wetenschappelijk wankele
basis. Het richt zich op een
aantal juridische constructies,
die vaak juist zijn opgezet om
dingen te doen die niet in orde
zijn. Van daaruit constateren
dat het management niet
deugt, dat is eenzijdig. Precies
ja, ik doel op schemerige bv's
die zijn opgericht om ze failliet
te laten gaan. Het is fout om
vanuit faillissementen te rede
neren en dan algemene conclu
sies te trekken".
Niettemin. Bij Ogem trok de hol
ding de zaken naar zich toe.
Resultaat: een duistere Cy-
prusconstructie, onverant
woorde uitbreidingen ten kos
te van de operationele bedrij
ven. Bij RSV van dat laatste la
ken een zelfde pak. De Bijen
korf investeerde 500 miljoen in
verbouwingen en kantoren,
maar vergat het koperspu-
bliek. Misstappen met grote
gevolgen.
Van Veen: "Dan gaat het om spe
cifieke zaken. Die mag je op-
nièuw - niet vertalen in alge
mene conclusies omtrent mis
management. In algemene zin
is het natuurlijk zo dat een
doorsnee bedrijf in de proble
men raakt door externe facto
ren - zoals de markt of de
overheid. Dan komt het mana
gement onder zware druk
komt te staan en hangt veel af
van de kwaliteit van de be
drijfsleiding. Een ondernemer
is geen wonderdier. Dat bete
kent per definitie verschillen.
Het ondernemerschap omvat
vele facetten en er zijn er maar
heel weinig die ze allemaal
goed beheersen. Sommigen,
verder heel goede directeuren,
kunnen niet overweg met me
dezeggenschap. Je hebt ook
mooi-weer zeilers: managers
die alleen optimaal een be
drijf kunnen leiden als de
omstandigheden goed zijn.
Die vallen bij slecht weer
door de mand. Maar de moei
lijkheden ontstaan niet door
mismanagement.
Dat gaat op voor kleinere bedrij
ven. Bij grotere bestaat de be
drijfsleiding uit meer mensen.
Je kunt dan zorgen voor mana
gers met verschillende kwali
teiten.
Van Veen: "Dat is juist. Grote be-
had ik het niet gedacht, zo was de reactie van menigeen. Wat de ellende
met Ogem, de Heidemij, RSV en de Bijenkorf al had opgeroepen aan
vermoedens, leek plotseling bewezen door organisatiebureau Don-
gelmans Business Services. In negen van de tien gevallen is falend
management de belangrijkste oorzaak van de problemen waarin het
bedrijfsleven verkeert.
Toegegeven, de recessie speelt ook zijn rol. Maar, kan men daar wat
schamper tegenin brengen, als alles goed gaat is het ook geen kunst
een bedrijf overeind te houden.
Tijd dus voor een reactie uit het bedrijfsleven. Het management, de
scholing, de controle door commissarissen, ondernemingsraden en
aandeelhouders. Wat is er mis; wat moet er veranderen teneinde het
optimale te halen uit het Nederlandse bedrijfsleven?
Mr. Chris van Veen, voorzitter van het Verbond van Nederlandse On
dernemingen (VNO), etaleert zijn diplomatieke en politieke gaven bij
het beantwoorden van deze vragen.
f De RSV-bestuurders Kretzers (links) en Stikker, respectievelijk president-commissaris en president-directeur. Teveel eieren in een mandje?
(Foto Am
Van Veen: ondernemer is geen
wonderdier.
(Archieffoto)
drijven kunnen bekwaamhe
den combineren door specifie
ke disciplines op te bouwen.
De vraag blijft dan of de huidi
ge deconfitures (faillissemen
ten, red.) in relatie staan met
mismanagement. Ik kom tot
een andere conclusie en wel
dat zich omstandigheden kun
nen voordoen, waarin je bij
grote onzekerheden in de
markt beslissingen moet ne
men. Met het gevaar van ver
keerde inschattingen. Neem
RSV. Ik weet vrij veel af van de
tak Verolme, heb de opbouw
van dat bedrijf van dichtbij
meegemaakt. De oprichter was
een broer van mijn moeder. De
problemen daar dateren uit het
begin van de jaren '70, toen er
een geweldige expansie plaats
vond. Door een tijdelijk tekort
aan liquide middelen heeft
Verolme toen een dok ge
bouwd met behulp van de
overheid. Toen is het al misge
gaan, doordat Verolme de pro
blemen van ADM op het bord
kreeg geschoven. Daarna kwa
men er veranderingen in de
markt, de opkomst van de
scheepsbouw in landen als Ja
pan en Zuid-Korea".
"Het management was gedwon
gen tot aanpassing en diversifi
catie van zijn produktenpak-
ket, maar moest dat doen bin
nen een kunstmatige, opge
drongen fusiestructuur die
niet paste bij het bedrijf. Dan
kun je de huidige raad van be
stuur moeilijk
verwijten. Akkoord, ei
zijn misschattingen gedaan en
wat fouten gemaakt. Met de
kolengraver is een onjuiste
keuze gemaakt. Te verwijten
valt, dat daarmee alle eieren in
één mandje zijn gelegd. Maar
daarbij moet je wel aanteke
nen, dat RSV was weggedron
gen van de oude markt. De ko
lengraver is een noodsprong
geweest".
Ogem?
Van Veen: "Van Ogem ken ik on
voldoende de details. Een ge
weldige groei, te weinig inte
gratie van de divisies, te weinig
diversificatie. In het Midden-
Oosten is op te grote schaal ge
opereerd".
Dus toch fouten in het manage
ment. Die natuurlijk inherent
zijn aan het ondernemen, het
door
Wim Fortuyn
i hebben. Moet er niets
iets veranderen om fouten te
voorkomen? Betere scholing
misschien? Het bedrijfsleven
hier is wat achterop geraakt.
Nederland kent alleen Nijenro-
de, geen Harvard Bussiness
School.
Van Veen: "Vlak De Baak (zeg
maar het vormingscentrum
van het VNO, W.F.) niet uit,
waarmee we als VNO een
steentje bijdragen. Bovendien
heb je in Europa tal van scho
lingsmogelijkheden. We zitten
hier niet op een eiland. Als je
naar het management wilt kij
ken, dan is de vraag: wat komt
er op af. Dat zijn ten eerste
moeilijker omstandigheden,
verder van huis opereren. Ten
tweede kun je constateren dat
de economische en commer
ciële aspecten de sociale gaan
overheersen. We zitten in een
noodsituatie en dat vraagt om
een andere vorm van manage
ment. Het sociaal beleid dient
afgestemd op de mogelijkhe
den. Dat betekent saneren,
loonkosten terugdringen.
Aan de andere kant zit je met de
concurrentie in kwaliteit. Dat
vraagt om motivatie en inspira
tie van het personeel. De on
dernemer moet het personeel
het gevoel geven van samen-
uit, samen-thuis. Dat vraagt
om minder nadruk op het geïn
stitutionaliseerde overleg bin
nen de ondernemingsraad.
Meer aandacht voor overleg op
de werkvloer met het tweede
en derde echelon. Zodat je op
timale betrokkenheid krijgt
van het personeel met het pro-
dukt, met het bewaken van
kosten en kwaliteit.
"Nee, ik geloof niet in het over
nemen van Japanse of Ameri
kaanse modellen. Het gaat er
om datje zorgt voor goede ver
bindingslijnen binnen je eigen
cultuur, dus naast het bestaan
de contact via de onderne
mingsraad. Daar moetje in Ne
derland je eigen gedachten
over ontwikkelen. Dat doen we
ook bij De Baak, er zijn model
len".
Daarmee kun je geen verkeerde
beleidsbeslissingen voorko
men.
Van Veen: "In de ondernemings
raad ontmoet de werknemer
van vandaag de werkgever van
morgen. De ondernemer moet
voortdurend aan de toekomst
denken. Twee maal per jaar is
er overleg over het bedrijfsbe
leid, de rentabiliteit en de con-
tinuiteit. Dan kan de onderne
mingsraad zich uitspreken.
Niet meebeslissen, nee. Maar
dan krijg je zoveel kapiteins op
een schip, dat er ook geen be
sluiten meer genomen kunnen
worden. En werken aan die
toekomst, dat is juist de essen
tie van het ondernemen".
Dan nog. Een raad van i
sarissen, niet direct betrokken
by het bedrijf, kan een mana
ger aanstellen op grond van
zijn mooie gezicht of papieren.
Een bevriende ex-politicus bij
voorbeeld, wiens antecedenten
in het bedrijfsleven niet wor
den onderzocht. De onderne
mingsraad kan een twijfelach
tige benoeming niet tegenhou
den.
Van Veen: "Maar de onderne
mingsraad kan zelf anteceden
tenonderzoek plegen. En dat
gebeurt ook, wat dacht u. U ge
looft toch niet dat de raad van
commissarissen een benoe
ming doet die op grote bezwa
ren bij de ondernemingsraad
stuit? Kent u dat soort proble
men? Ik niet. Eerder is het zo,
dat de commissarissen wel
eens wat vraagtekens plaatsen
bij een kandidaat die wel goed
valt bij de ondernemingsraad.
Commissarissen hebben een
eigen verantwoordelijkheid.
Ze horen de stem van de o.r.,
de stem van de directie. Een
ideaal systeem dat in de prak
tijk bevredigend werkt".
Minister De Koning opperde
laatst in Rotterdam tijdens het
symposium 'Macht en Vermo
gen' de wenselijkheid de aan
deelhouder wat meer bij het
bedrijfsbeleid te betrekken. De
voorzitter van de Amsterdam
se Effectenbeurs, Baron van It-
tersum, is van mening dat het
ontbreken van de aandeelhou
der in het ondernemingsover-
leg heeft geleid tot een te grote
aandacht voor de continuiteit
(werkgelegenheid), ten koste
van de rentabiliteit (winstge
vendheid). Omdat continuiteit
en rentabiliteit uiteindelijk
neerkomen op hetzelfde, pleit
te hij voor invoering van het in-
vesteringsloon, dat de belan
gen van werknemer en aan
deelhouder combineert. Werk
nemers en aandeelhouders:
dat zijn de mensen waarop elk
bedrijf steunt en die opdraaien
voor slechte bedrijfsvoering. Is
gebundelde controle door hen
niet gewenst?
Van Veen: "Nogmaals, de raad
van commissarissen heeft een
ei'gen verantwoordelijkheid.
Juist daar zit de combinatie
van continuïteit en rentabili
teit. Wat er op het management
afkomt is een geweldig ge
vecht voor de toekomst. Het
management moet op de ver
anderde omstandigheden toe
gesneden, we moeten het so
ciaal beleid herijken. Daar
wordt het nodige aan gedaan.
Dat vraagt om maximale exter
ne rust. We hebben een rede
lijk werkend systeem, mis
schien niet in ieders ogen ide
aal, maar in hemelsnaam. Laat
de ondernemer zelf met rust".
Zal de greep, die de belasting
dienst nodig heeft om de waar
heidsliefde van de belastingbe
talers op peil te houden, niet
leiden tot een ernstige aantas
ting van de prive-sfeer van de
belastingplichtigen?
Dat is de vraag, die oprecht be
zorgde burgers zich stellen als
ze zien, dat de fiscus steeds
verder de persoonlijke levens
sfeer binnenrukt. Er is aangif
teplicht, er is een plicht tot het
overleggen van bescheiden, er
is de informatieplicht, het ge
sprek met de Inspecteur, het
bezoek van de controleur, de
gegevensverstrekking door
derden, om nog niet te spreken
van activiteiten in de strafrech
telijke sfeer, zoals verhoren en
huiszoeking. Blijft er nog een
stukje privé over, waarin de
fiscale neuzen niet worden ge
stoken?
Er is in het afgelopen jaar nogal
wat te doen geweest over het
sociaal-fiscaal nummer, dat ge
voelige mensen koude rillin
gen bezorgt. Met ingang van 1
januari 1986 zal, zo heeft de Re
gering besloten een "fiscaal
nummer" worden ingevoerd.
Dat nummer zal zowel voor de
inkomstenbelasting als voor
de loonbelasting worden ge
bruikt. Er moeten per jaar al
leen reeds 14 miljoen loonbe-
lastingkaarten worden ver
werkt. De consequenties van
de invoering van een sociaal
verzekeringsnummer worden
nog onderzocht. Steeds is be
nadrukt, dat bij de ontwikke
ling van nummersystemen als
deze een zo groot mogelijke
openheid zou worden betracht,
waarbij de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer deug
delijk zou worden geregeld.
door J. Booij
ting, de premieheffing volks
verzekering en de vermogens
belasting al jaren met een per
soonsgebonden vast nummer,
dat ook op de aangiftebiljetten
en de aanslagbiljetten wordt
vermeld.
Die gegevens functioneren dus
uitsluitend intern en dat blijft
voor de toekomst ook de be
doeling. Bij de Tweede Kamer
zijn thans aanhangig een twee
tal wetsontwerpen op de "cen
trale personen-administratie"
en op de "persoonsregistra
ties", die waarborgen tegen
verkeerd gebruik bevatten.
Een aanwijzing, dat de touwtjes
rond het geven van inlichtin
gen wat strakker worden aan
getrokken, blijkt ook uit de
"instructie informatie-ver-
strekking", welke per 1 januari
j.l. is ingegaan. In die instructie
heeft de Staatssecretaris van
Financiën voorschriften uit
gevaardigd op het terrein van
het verstrekken van inlichtin
gen door de fiscus.
Opmerkelijk is nu, dat voorheen
door de belastinginspecteur
slechts inlichtingen op verzoek
werden verstrekt maar
dat men van dat principe is af
gestapt. Nu heet het, dat de uit
voering van de overheidstaak,
is ruime zin genomen, een
meer actieve rol van de belas
tingdienst noodzakelijk maakt
als het gaat om het verstrekken
van inlichtingen aan andere
overheidsorganen. Op die wij
ze kan worden nagegaan of b.v.
subsidies al dan niet terecht
zijn uitgekeerd. Als er bij op
sporing van fraude in een sa
menwerkingsverband met an
dere overheidsinstanties wordt
samengewerkt, worden ook de
dan verkregen gegevens spon
taan uitgewisseld.
Het zal een moeilijke opdracht
worden om een efficiënte be
strijding van fraude te realise
ren, een effectieve controle op
te bouwen èn tevens de priva
cy in redelijke mate te bescher
men. De berichten, dat ook
particuliere aangiften perio
diek grondig zullen worden
uitgespit, doet vermoeden, dat
voorshands de belangen van
de schatkist zullen prevaleren.
l Al 1 "PQ^XZAAfc
door
C. Wagenaar
"W It r
AMSTERDAM Het bleef dit
keer op de beurs een kwestie
van terughoudendheid en aar
zeling. Niet dat er sprake was
van groot aanbod, maar koop
jesjagers bleven toch voorzich
tig opereren. Hierdoor werd de
beurs voor een zwaar afglijden
behoed. Na vier dagen handel
lag het algemeen gemiddelde
in Amsterdam zelfs nog iets
boven het slotniveau van de
vorige week en stonden de vijf
internationals daar ruim een
vol punt boven.
Wall Street fluncteerde per saldo
sterk en was na vier dagen han
del nog niets opgeschoten.
Ook hier hier wisselden winst
nemingen en koopjesjagerij
zich af. het gevolg was een
heen-en-weer-gescharrel van
juist boven de 1110.
De aarzeling en de lichte onze
kerheid in Amsterdarn waren
het gevolg van de te verwacht-
ne ontknoping op valutair ge
bied. Binnen het Europese Mo
netaire Stelsel (EMS) moet een
aantal zaken rechtgetrokken
worden, die echter wachten op
de verkiezingen in Frankrijk
en de Duitse Bondsrepubliek,
alsmede op de volgende week
te houden top van de EG.
De vraag is door wie en hoe er
gedevalueerd of gerevalueerd
zal worden. Daarover zouden
deze week in het geheim al on
derhandelingen tussen Frank
rijk en de Duitse Bondsrepu
bliek gehouden zijn. In het
vrije valutaverkeer stond de
Franse frank dan ook onder
zware duk en werd de mark
omhoog gedrukt. Teneinde de
ze opwaartse druk enigszins te
pareren en te ontkomen aan de
druk vanuit Parijs om met tien
procent te revalueren, verlaag
de de Bundesbank het officiële
disconto donderdag zelfs met
een vol procent.
Hiermede kreeg ook onze centra
le bank de nodige ruimte om
met een discontoverlaging de
vaste positie van de gulden op
de Europese valutamarkten
wat af te zwakken. Omdat de
Nederlandsche Bank op 1
maart al een discontoverlaging
van een half procent had door
gevoerd werd in ons land dit
keer met een daling van een
half procent volstaan. Met het
nieuwe wisseldisconto van 3,5
procent en 4,5 procent voor het
promessedisconto zijn wel de
laagste standen sinds mei 1977
bereikt.
Dat de nieuwe discontoverlaging
ditmaal uitsluitend de bedoe
ling heeft om te verhinderen
dat onze gulden in het buiten
land te hoog in waarde stijgt,
en niet is ingegeven door een
werkelijke rentedaling in ons
land, blijkt wel uit het feit dat
de rente op de kapitaalmarkt
na 1 maart, bij de voorlaatste
verlaging, niet verder is ge
daald. Eerder het tegendeel,
want ook deze week lag er op
de obligatiemarkt een zekere
druk. Dat bleek uit het relatief
magere resultaat van de nieu
we staatslening, waarop voor
1,75 miljard gulden werd inge
schreven op 100,1 procent. In
januari werd op dezelfde rente
basis nog een bedrag van 5 mil
jard gulden tegen 100,5 pro
cent aangetrokken.
Vooral in Wall Street speelde de
oliekwestie een belangrijke
rol. Het uiteindelijke resultaat
binnen OPEC-verband werd in
New York niet ongunstig uit
gelegd, want een basisprijs van
29 dollar per vat van 159 liter
werd al geruime tijd als een
zeer aanvaardbare oplossing
beschouwd. Later in de week
nam de onzekerheid toe over
de houding van niet tot de
OPEC behorende grote olie
landen, zoals Rusland, Enge
land en het duo Mexico en Ve
nezuela. Hierdoor liepen de
oliewaarden in Wall Street har
de klappen op en steeg boven
dien de zorg om Mexico's fi
nanciële toekomst.
Met spanning wordt er daarom
gewacht op wat Engeland zal
doen. Hoewel Groot-Brittannië
verklaarde geen nieuwe prij
zenoorlog te gaan ontketenen,
wil het niet de produktie be
perken en dat is een van de be-
lanrijkste uitgangspunten
waarop het nieuwe OPEC-ak-
koord berust.
In het wat onzekere beurskli-
maat van deze week bleef er
voor Amsterdam niet veel an
ders over dan te reageren op
binnenkomend bedrijfs
nieuws. Het met spanning te-
gemoetgeziene jaarresultaat
van de Westland-Utrecht Hy
potheekbank viel wat tegen,
hetgeen de koers f5 deed te
ruglopen. Daarentegen werd
de hogere winst en de forse di
videndverhoging van de Ver
enigde Glas met gejuich ont
vangen. Het aandeel liep er
door omhoog van f220 tot
f250.
Ook Ubbink kon f5 stijgen op
een goed bedrijfsresultaat. No
rit, AFC, Audet, Holec en Sla
venburg liepen ongeveer f 5
op, maar Elsevier-NDU, Bos-
Kalis en de Friesch-Groning-
sche Hypotheekbank moesten
tot een verlies van f5 terug.
Het buitenland had nog enige
interesse voor onze hoofdfond
sen, hetgeen zowel Koninklij
ke Petroleum als Unilever een
paar gulden deed stijgen.