"De tijd dat de politie alles deed, is voorbij" 'Soms ben ik tijdens het componeren zelf niet eens aanwezig' Leidse cassette-goeroe Rob Smit Leids korps sleutelt aan toekomst en de muziek van de verwondering LEIDEN - Sommigen noemen hem "volslagen getikt", anderen vinden hem geniaal. De waarheid zal wel weer ergens in het midden liggen. Feit is dat cassette-uitgever Rob Smit een gedreven, misschien wel bezeten muzikant is, die meer dan een dagtaak besteedt aan het maken, opnemen en uitgeven van alternatieve popmuziek. Een middagje bij Smit (28) op bezoek, betekent het<volgen van een intensief college 'muzikale verwondering'. Hier volgt het 'collegedictaat': LEIDEN - Een cao voor misdadigers, opdat zij hun werk zaamheden uitsluitend in kantooruren verrichten, is wel licht de enige oplossing. De Leidse politie zag in 1982 in elk geval geen kans om bij meer dan zestien procent van de aangegeven misdrijven de dader in de kraag te vatten. De nieuwe overwerkregeling hangt als een molensteen om de nek van de Leidse edities van Derrick c.s. Parafra serend zou zich de volgende dialoog in één van de ver trekken aan de Zonneveldstraat kunnen afspelen: Re chercheur: "U had nog meer willen bekennen?" Ver dachte: "Ja, als het u schikt...?" Rechercheur: "Ja, sorry, het is zes uur, ik moet naar huis." Overdreven? Zonder twijfel. Maar luister naar de commissaris van de Leidse politie, Van Voorden: "Iemand die in het verleden vier inbraken had bekend, daar werd bij doorgevraagd en dan kwa men er soms veel meer uit. Nu moet de rechercheur naar huis. Dat houdt in dat de veertig inbra ken die je toen in één klap oplos te, er nu veel minder zijn". Sporen Tweede voorbeeld: "In 1981 is nog een flink aantal zaken opgelost aan de hand van technische spo ren" (men denke aan vingeraf drukken e.d.-red.), "vooral als technische ambtenaren er uitge breid de tijd voor konden ne men. Het aantal zaken waarbij dat nu nog kan, is tot een mini mum gereduceerd. Er is vaak geen tijd meer om de technische sporen na te gaan. Ja, bij een moordzaak nog wel, maar in de melkwinkel waar de kassa is opengebroken, niet". Overwerken, het mag nog wel bij de politie, maar het wordt gro tendeels niet meer uitbetaald. Mag niet meer van de minister van binnenlandse zaken. Gevolg: extra gewerkte uren moeten met vrije tijd worden gecompen seerd. De politie beschouwt dat als de belangrijkste oorzaak voor de negatieve tendens die het op lossingspercentage tentoon spreidt. Met dat sombere gegeven op de achtergrond beraadt de Leidse politie zich op het ogenblik op haar eigen functioneren in de maatschappij. In een als ambi tieus gekenschetst rapport, ge naamd "Sleutelplan", worden de lijnen getrokken waarlangs het politiebeleid zich de komende ja ren moet ontwikkelen: meer aan dacht voor preventie en hulpver lening, desnoods ten koste van repressieve activiteiten. Een goed gesprek van de wijkagent geniet nu eenmaal de voorkeur boven de stokslagen van de mo biele eenheid. In allerlei project groepen wordt wekelijks nage gaan hoe er gekomen kan wor den tot een "meer op de behoefte gesneden politie-functioneren", zoals plaatsvervangend-commis- saris Mostert het uitdrukt. Want: "Wie niet sleutelt, verliest zijn bestaansrecht".. Meer dan ooit staat de politie voor de taak om te kiezen. In het vorige maand uitgekomen jaarverslag over 1982 wordt het zo geformuleerd: "Het zal een dubbele keuze moe ten zijn: niet alleen de vaststel ling van wat precies voorrang verdient - een keus die vaak al door John Kroon moeilijk genoeg zal zijn - maar ook welke prijs men bereid is daarvoor te betalen. Met andere woorden welke activiteiten men moet laten vallen". Stopera Het doen van keuzes heeft nadeli ge effecten op de motivatie van het politiepersoneel wanneer het leidt tot het nalaten van noodza kelijk geachte activiteiten. Die stelling betreden politie-com- missaris H.W. van Voorden, plaatsvervangend-commissaris H. Mostert en voorlichter D. Gra- veland, wanneer hun gevraagd wordt nader in te gaan op de sombere cijfers uit het jaarver slag. Mostert: "Neem die affaire met de Stopera in Amsterdam" (de boel op de bouwplaats werd vernield - de politie greep niet in, red.). "Dat was hier toen dat was gebeurd het gesprek van de dag. Dat heeft natuurlijk zijn weer slag. Want wat zijn de reacties van het publiek? De burger ver wacht iets van de politie, dat ge beurt niet, maar diezelfde burger krijgt wel een proces-verbaal als hij zijn auto binnen drie meter van de hoek heeft geparkeerd. Wat denk je dat je dan te horen krijgt?" Van Voorden: "We kunnen het niet vaak genoeg herhalen: vroeger deed de politie alles, wij zorgden overal voor, maar die tijd is voor bij. Als iemand opbelde met de mededeling: ik ga veertien dagen op vakantie naar Zwitserland, wilt u mijn huis in de gaten hou den, dan deden we dat. Ik heb er moeite mee om nu te zeggen: daar zullen we goed op passen, want daar komt in de praktijk niets van terecht". Haastig en in een poging tot geruststellen voegt voorlichter Graveland aan deze woorden toe: "Maar men sen die op het bureau komen, kunnen natuurlijk een sleutel met adres achterlaten". Crisis Waar zal de sterke arm straks nog meer blijken slechts een slap handje te kunnen uitsteken? Van Voorden: "Het is een voortdu rend bijsturen waar je activitei ten op gaat richten". Mostert: "Wij maken dat niet alleen uit. Kijk naar Engeland, wat voor een veranderende taken de poli tie onder druk van de crisis wer den opgedragen. Onder politie bewaking moet daar bij mensen Lelden Uitbreiding "De mensen zullen ook zelf moe ten inzien dat ze niet voor alles een beroep op de politie kunnen doen. De mensen zijn tegen woordig veel meer geneigd om te klagen dan vroeger. Als je al die klachten over geluidsoverlast ziet...vroeger werd dat veel meer geaccepteerd, nu worden ze op de tafel van de politie edepo- neerd. Dan kun je je afvragen: moet dat altijd; het maakt zelfs een aanzienlijk deel uit van ons werk in het week-end. Dan denk ik (zegt Van Voorden): mensen zoek dat zo veel mogelijk zelf uit en belast ons er pas mee als eigen optreden geen succes heeft. Net als bij burenruzies. De komst van de politie direct, werkt vaak escalerend. De tijd lost vaak alles op. Kom je anderhalve dag later, dan zitten ze soms al weer samen koffie te drinken". Mostert neemt vervolgens het woord weegfactoren in de mond en een pen in de hand en tekent op een papier een cirkel waarin hij twee grenslijnen plaatst. "In het bovenste gedeelte zitten de klachten waar je altijd op reage ren moet, de zware delicten. On deraan staan zaken die je meestal laat zitten, de verdwaalde fiets, de inbraak zonder sporen, ge vonden voorwerpen waarvan de eigenaar onbekend is en dat soort zaken. Daartussenin zit een grote groep, waarbij je het vooral laat afhangen van de weegfacto ren hoe zijn de kansen, wat is de schade en: hoe vaak wordt er geklaagd. Die grenzen kunnen verschuiven, naar de mate waar in iets meer of minder in de maatsdchappij gaat leven". Mostert, Van Voorden en Graveland (v.l.n.r.): "Je moet zoveel mogelijk inspelen op de gevoelens van de burgerij". het gas worden afgesneden. De bezuinigingen hebben effecten op de maatschappij en dus op het gezicht van de politie en de keuzes die de politie moet doen. Hoe dat soort dingen zich ont wikkelt, is een groot vraagte ken". Van Voorden: "Je moet zoveel mo gelijk inspelen op de gevoelens van de burgerij. Als je als politie ontzettend druk bent met bezig heden waarvan de burgerij het nut niet inziet, kun je er wel mee ophouden. Als politieman moet je op de eerste plaats burger te midden van de burgers zijn. Als men zegt: ik durf 's avonds de straat niet meer op - al zijn dat soms indianenverhalen, ik geloof wel dat je dan op dit soort gevoe lens moet inspelen. Tasjesroof bijvoorbeeld, het ligt op de weg van de politie daarop in te gaan, ook al is het geen misdaad waar je vier of vijf jaar voor krijgt. Ie dereen praat erover hoeveel in braken er worden gepleegd. Daar ligt een taak, al is het nog zo problematisch er tegen op te tre den". Van Voorden, Mostert en Grave land vervolgen (zij het niet in koor, maar elkaar aanvullend): "Daarnaast zul je toch ook zelf moeten wegen wat de ernst van een zaak is, wat je 'scoringskan sen' zijn en wat voor schade de samenleving van een en ander ondervindt. Neem belastingfrau dezaken - die spreken de gemid delde burger niet of nauwelijks aan. Soms wordt belastingont duiking zelfs als sportief ervaren. Het ruitje dat thuis wordt inge gooid ziet de burger als iets dat veel ernstiger is dan de maat schappij die door een koppel baas wordt opgelicht. Van dat ene ruitje zijn wij geneigd te zeg gen: laat er een nieuw inzetten, dat kost een tientje. Maar dat irri teert de mensen". Winkelkarretjes "Er is nog een anderè reden om te kiezen: de capaciteit van het openbaar ministerie en justitie. In Nederland heb je per 100.000 inwoners vijf beroepsrechters, in Frankrijk acht, in Zweden tien, in West-Duitsland eenentwi- nig..." Diezelfde beperking doet de poli tietop ook vraagtekens zetten bij het al maar meer vervaardigen van wetten en verordeningen met strafrechtelijke bepalingen. "Er zijn plannen in een naburige gemeente om in de plaatselijke verordening op te nemen dat winkelkarretjes van de openbare weg moeten blijven, je bent straf baar als je er een achterlaat - maar wie moet dat nu controle ren? Men moet voorzichtig zijn met het strafbaar stellen van din gen waarvan je bij voorbaat weet: er is geen controle op. Dat geldt ook voor verkeersmaatre gelen. Steeds meèr borden, maar mogelijkheden voor meer con trole zijn er niet". Het voor de hand liggende gebeurt niet: Mostert, Van Voorden en Graveland grijpen de gelegen heid niet aan om een warm plei dooi te houden voor de uitbrei ding van het politiekorps, al wordt er enigszins afgunstig ge keken naar de huns inziens te be voorrechte positie van Rotter dam, Den Haag en Utrecht en al wordt er hoop geput uit het feit dat in de toekomst wellicht ook sociale factoren de omvang van een politiekorps in een gemeente mede gaan bepalen. Van Voor den: "Het is wat goedkoop om te zeggen: alle politiekorpsen moe ten met vijftien procent uitge breid worden. Dat is het niet, af gezien van het feit dat dat ook fi nancieel niet kan. We hebben wel twijfels over de toedeling van de bestaande sterkte. Een gemeente als Bloemendaal heeft 16 17.000 inwoners en zestig zeventig politiemensen. Verge lijk dat eens met Leiderdorp of Leiden. Hier hebben we op ruim honderdduizend inwoners een sterkte van 206 korpsleden". Mostert: "De problemen worden ook niet opgelost met een pro vinciale politie. Wel zou er een grotere flexibiliteit qua inzet moeten zijn. In de regio hebben we badplaatsen die 's zomers veel mensen nodig hebben en daardoor ook 's winters goed in hun jasje zitten. Daar zou je iets mee moeten kunnen doen". Enkele jaren terug belandde Rob Smit, op een voor hem goede dag, als gitarist/zanger/compo nist van de Nederlandstalige Leidse popgroep De Kroonluch ters in de inmiddels ter ziele ge- gane Geronimo studie. Daar, tus sen de knoppen en schuifpane- len, ontdekte hij dat de opname apparatuur als eigen medium kan worden gebruikt. Simplis- ties uitgedrukt: de bandrecorder als instrument. Vanaf dat mo ment was Smit niet meer achter de knoppen vandaan te slaan en ging hij zelf steeds meer opna meapparatuur aanschaffen waarmee hij thuis aan het experi menteren sloeg. Het gevolg: Smit heeft in zijn flat aan de Cruquiuslaan een eigen opnamestudio ingericht en als een van de eerste onafhankelijke cassette-uitgevers in ons land, heeft hij inmiddels een zestiental cassettes uitgebracht. Hij ope reert onder de handelsnaam Ku bus Kommunikatie. "Ik ga in een kubus wonen", dacht ik toen ik hier introk. "Boven dien lijkt zo'n fiat uit allemaal kubusjes te zijn opgebouwd. De kamer waarin ik werk is ook een kubusje. Vandaar dat de naam kubus mij zeer geschikt leek". Druppende kraan Op het moment dat Rob Smit zich tot de knoppen 'bekeerde', smeet hij ook zijn traditionele denken over het maken van popmuziek overboord. Hij keerde zich af van wat hij het "ik hou van jou en blijf je trouw" noemt en verdiep te zich in de oosterse literatuur waarvan hij de filosofische in houd in muziekklanken probeer- door Jaap Visser de om te zetten. Dat leverde zeer merkwaardige muziek op die Smit aan geen enkele platen maatschappij kon slijten. Van daar dat hij uiteindelijk maar be sloot om zijn eigen muziek uit te gaan geven. Zo kon het gebeuren dat er een cassette op de markt kwam waarop een nummer als 'De Hartgrot' staat. De klanken op dit nummer zijn gemaakt met een bierfles, een triangel, een bekken en de druppende kraan van de Geronimo studio... En inderdaad, de aaneenschake ling van deze merkwaardige klanken veroorzaakt een vreem de monotone muzieksoort; die volgens Smit uitermate geschikt is als meditatiemiddel. "Er zijn mensen die deze muziek voor het slapen gaan opzetten en dan he lemaal tot rust komen". "Meditatieve muziek", noemt Smit stukken als 'De Hartgrot' en 'Me taal', dat met een voor vijftien gulden in een speelgoedzaak ge kochte xylofoon is gemaakt. Dit laatste detail doet vermoeden dat Smit een soort Fay Lovsky is, die ook allerlei speelgoedinstru mentjes gebruikt bij het maken van haar popmuziek. Maar dat is een misvatting, aldus de casset te-goeroe die meldt dat zijn ma nier van experimenteren met muziek als het ware begint waar Fay Luyendijk, zoals de artieste in werkelijkheid heet, er mee op houdt. Zestien cassettes heeft Rob Smit nu op de markt gebracht. Hoe wel hij ze niet allemaal zelf heeft 'volgemusiceerd', kunnen ze stuk voor stuk als alternatief worden bestempeld. Per project worden honderd cassettes uitge bracht en als die allemaal wor den verkocht dan draait de Leid se uitgever net quitte. Het brood wordt dan ook (voorlopig) door Smit's vriendin op de plank ge bracht terwijl de voormalige stu dent Nederlands (met muziek als bijvak) ook nog eens als mu ziekleraar moet zwoegen om zijn dure synthesizers, muziekcom- puters en opname apparatuur af te kunnen betalen. Rob Smit: 'En dan ontstaat er muziek die zelfs mij vaak verwondert". Ook het geven van muziekles doet Smit op een experimentele en al ternatieve manier. Zijn cursus 'Nieuwe Muziek' omvat vijftien lessen van een uur waarin de cur sisten in groepjes van drie leren omgaan met electronische, zelf gebouwde en speelgoedinstru menten én met de opname-appa- ratuur. Daarnaast brengt de leraar zijn pu pillen de 'Nieuwe Muziektheorie' bij. De basis van Smits mu ziekleer komt er op neer dat deze behoorlijk afwijkt van de tradi tionele theorie van muziek: mu ziek is een ordening van geluid in de tijd. Een definitie echter die volgens Smit het "verbazingsele- ment" uitsluit. Dit verbazings- element wordt, vrij naar Smit, veroorzaakt door de factoren ruimte, tijd en energie. Een mu zikant kan de ruimte waarin hij muziek maakt, gebruiken als componeerelement. Datzelfde geldt voor de factor tijd. Muziek die je op een bandrecorder af draait, klinkt heel anders en soms veel interessanter wanneer je haar plotseling op halve snel heid afdraait. En ook de energie die je gebruikt bij het maken van muziek is, nog altijd volgens de leer van Smit, een belangrijke factor. Een factor die meestal het gevolg is van gevoel en emotie. Vandaar dat Smit tot een nieuwe definitie van het begrip muziek komt: muziek is een ordening van geluid, tijd, ruimte en ener gie. Een definitie die in elk geva van toepassing is op "de muziek van de verwondering". "Mu ziek", aldus Rob Smit, "waarbi, ik tijdens het componeren som: niet eens zelf aanwezig ben. Maai dan zet ik de muziekcompute aan en loop weg om later eer eindresultaat te horen dat hee verrassend is. Vaak ook voor mij zelf'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 4