1 Ook nieuwe Grondwet is geen treinlectuur Leger des Heils doet boekje open DONDERDAG 17 FEBRUARI 1983 PAGINA 17 Zondag was het honderd jaar gele den dat Richard Wagner stierf. Ik was niet echt verdrietig, maar toen ik eens ging napluizen wat hij zoal beleefd had in zijn bijna zeventig jarige levenstuitte ik toch op een aantal opmerkelijke zaken, die op merkelijker zullen blijken te zijn dan de zaken waarop men honderd jaar na mijn dood zal stuiten. Ik zeg dat zonder bescheidenheid. Vriendschappen met Liszt. Baku- nin, Nietzsche en Ludwig II, spec taculaire schulden waarvoor van het ene land naar het andere ge vlucht moest worden, liefdesver houdingen met getrouwde vrou wen, ik bedoel: ik onderschat mijn vriendschappen niet, ik ben be paald gesteld op enkele getrouwde vrouwen in mijn omgeving, en ik sta regelmatig een beetje rood op de bank, maar de mate waarin Ri chard Wagner het een en ander in zijn leven incorporeerde, zullen de geschiedvorsers over honderdveer tig jaar vergeefs in mijn biografie zoeken. Los daarvan componeerde Richard Wagner natuurlijk ook nog een stel opmerkelijke opera's. Toch is er één ding waarin ik Wag ner nog kan navolgen, als ik het een beetje goed uitmik. Namelijk ster ven in Venetië. Want dat deed hij, honderd jaar geleden. En dat zou ik ook best willen doen, alleen na tuurlijk niet al op mijn zeventigste. Venetië telt twee paleizen van de naam Giustiniani, en in het tweede paleis componeerde Wagner een deel van Tristan. In zijn autobio grafie heeft Wagner gemeld dat hij, toen hij een kamer in dat paleis had betrokken, op een van de bal kons was gaan staan, het uitzicht op het Canal Grande had bekeken, en gezegd had: „Nu woon ik in Ve netië". Op zichzelf geen bijzondere uit spraak, die ik zonder veel moeite zal kunnen navolgen, maar ik kan me de bijzondere voldoening waar mee hij het zei (in een paleis aan het Canal Grande!) heel goed voor stellen. „Hier zou ik Tristan willen voltooien", schijnt hij er nog achteraan gezegd te hebben; daar zou ik dan iets anders voor moeten verzinnen. We spreken nu van het jaar 1858, vijfentwintig jaar voor dat hij, in een ander Venetiaans paleisje, het Palazzo Vendramin- Calergi, overleed. Wagner was moe van het hotelleven (vertelt H. V. Morton in „A Traveller in Italy", waaraan ik een en ander ontleen), had een kamer met een aangren zende slaapkamer in het paleis ge huurd, en had ook zijn vleugel la ten overkomen en zijn eigen bed! Het ideaal van iedere reiziger: in den vreemde in zijn eigen bed te kunnen slapen! Ook wat dat betreft heb ik Wagner menigmaal op de be scheiden voet die mij past nage volgd, door in een overmoedige bui mijn eigen kussen op vakantie mee te nemen! De grijze kleur van de wanden van zijn kamer vond Wagner zo depri merend, dat hij er goedkope rode stof voor hing, - wat weer enigszins in tegenspraak is met een bericht dat ik elders tegenkwam, dat hij zichzelf bij voorkeur met de kleur violet omringde als hij componeer de. Want dat deed hij in Venetië, in eenzelfde cadans als Simon Vest dijk schreef, zonder handenwrin gend op inspiratie te zitten wach ten. Hij werkte tot twee uur, nam dan een gondel naar de Piazza, lunchte daar, maakte een wande ling door de publieke tuin (waar nu een standbeeld van hem staat), zorgde dat hij voor donker weer thuis was en werkte dan weer ver der tot acht uur. Op de Piazza ging hij dan weer dineren, waarbij hij menigmaal verrast werd door de klanken van zijn eigen ouverture die door de militaire kapel ge speeld werden. Venetië werd toen geregeerd door Oostenrijk, dat ver re van populair was, zodat (schreef Wagner) „geen twee handen zich zelf ooit zover vergaten dat ze voor mijn muziek applaudisseerden..." De derde acte van Tristan begint met een lang aangehouden noot van de hoorn. Die hebben we aan Venetië te danken. Toen Wagner in 1858 de slaap niet kon vatten, stap te hij 's nachts op zijn balkon en hoorde toe in de nachtelijke stilte vandf de Rialtobrug „een rauwe weeklacht" opklinken, die op de zelfde toon vanuit een andere rich ting en van verder weg werd beant woord. Deze melancholieke dia loog, die zich enkele keren herhaal de, grifte hij in zijn muzikale ge heugen en verwerkte hij daarna in het begin van de derde acte van Tristan. Elders las ik (in „The People's Almanac 2") dat Wagner een keer zat te doezelen toen hij een aanzwellend geluid hoorde dat zichzelf allengs tot een akkoord in E-mol majeur vormde. Toen Wag ner wakker werd, realiseerde hij zich dat de orkestrale ouverture van Das Rheingold zoéven aan hem geopenbaard was... Het is maar dat u het niet vergeet als we straks op de televisie gaan Wagneren. Het verhaal gaat dat de gondelier van Wagner (zijn Vene- tiaanse particuliere chauffeur als het ware) voorvoelde dat zijn mees ter zou sterven. Hij zat in het don ker in zijn gondel onder het raam van Wagners kamer en hoorde toen dat er nog even op de piano werd gespeeld. Hij was de laatste mens op aarde die Wagner hoorde spe len, en het ook nog na kon vertellen. Er stonden vandaag geen burgemeesters op de bordessen of stoepen van hun gemeentehuizen om den volke plechtig kond te doen dat een herziene Grondwet in werking treedt. Dat was trouwens bij de tussentijdse grondwetsherziening van 1972 ook al niet het geval. Evenals toen wordt vol staan met de uitgifte van een buitengewone Staatscou rant. De herziene Grondwet schaft voor de toekomst de plechtige afkondiging af. Toch bevat de herziene Grondwet een lawine zekerheden juist voor de gewone burger. Artikel 1 van de nieuwe Grondwet: „Allen die zich in Ne derland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk be handeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensover tuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan". Artikel 1 van de oude Grondwet luidt: Het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden omvat Nederland, Suriname en de Ne derlandse Antillen". De nieuwe Grondwet stelt de staat niet meer voorop, de staatsgrenzen worden zelfs niet meer genoemd. Een gesprek met prof. mr. D. Simons, die in 1971 werd be noemd tot regeringscommissaris voor de grondwetsher ziening en die sindsdien in die functie zes ministers van Binnenlandse Zaken in de Tweede en in de Eerste Kamer heeft bijgestaan bij de verdediging van zo'n 40 wetsont werpen, die de grondslag vormden voor de wijzigingen in de Grondwet. 1 - J kl Prof. mr. D. Simons regeringscommissaris voor de grondwetsherziening: "Tien jaar is niet veel". Na de Tweede Wereldoor log is de Grondwet enke le keren gewijzigd. Het was onder meer nodig toen Nederlandsch-In- dië uit de omschrijving van het grondgebied van het Rijk verdween. In 1956 werd nog in alle ge meenten in het openbaar plechtig voorgelezen dat de Tweede Kamer voor taan uit 150 leden zou bestaan in plaats van 100, en de Eerste Kamer uit 75 in plaats van 50. Al in 1950 werd het nodig gevon den de Grondwet niet meer op onderdelen, maar in zijn ge heel door de mangel te halen. Er zijn sindsdien twee staats commissies aan te pas geko men plus nog een werkgroep van vijf staatsrechtdeskundi gen. In deze laatste zat de libe rale staatsrechtsgeleerde prof. Oud. Inbreng Zijn opvolger aan de Rotterdam se Hogeschool heeft als rege ringscommissaris voor de grondwetsherziening de lei ding gegeven aan het omploe gen van de Grondwet. Overi gens lijkt Simons niet veel op Oud. Niet in postuur (hij is be perkt van lengte) en ook niet in humeur (hij heeft afwachtende pretogen). Een liberaal-oude stijl, geen politicus, wel een ho geschooljurist. Hij wekt de in druk dat hij nog wel een tijdje met de herziening had willen doorgaan. Hij wordt in maart 79 jaar. Prof. Simons heeft zich die ruim tien jaar geen betweter ge toond. Of een partijman. Noch genoegen herinnert hij eraan at in het allereerste artikel van de nieuwe Grondwet op voorstel van de communist Marcus Bakker aan het verbod van dis criminatie is toegevoegd „of op welke grond dan ook". Hij noemt ook het nieuwe artikel 114: „De doodstraf kan niet worden opgelegd". Dat artikel heeft het niet teruggekeerde PvdA-Kamerlid Hein Roethof erin weten te krijgen met de tweederde meerderheid van stemmen, die in tweede lezing nodig was. Prof. Simons: „Zo zijn er meer wijzigingen via amendementen van Kamerle den in de Grondwet geko men". Prof. Simons schat dat de laatste jaren z'n driehonderd mensen zich met de grondwetsherzie ning hebben beziggehouden: ambtenaren, wetenschappers, Kamerleden, studenten die scripties schreven en de parle mentaire pers. Hij zwijgt over zijn eigen inbreng. Nou ja. „Ar tikel 21 is van mij". Het luidt: „De zorg van de overheid is ge richt op de bewoonbaarheid van het land en de l^scher- ming en verbetering van het leefmilieu". Is de WD-minis- ter van Economische Zaken Van Aardenne, die de bedrijfs wereld wil bevrijden van al te knellende voorschriften, bezig de nieuwe Grondwet te mis kennen als hij spreekt over het opnieuw bekijken van de mi- lieubeschermenmde bepalin gen? Prof. Simons: „De Grondwet zegt waarnaar de overheid moet streven". Precies De nieuwe» flmndwet _hnnt 142 artikelen, terwijl de nog tot donderdag geldende Grond wet 215 artikelen telt. Het voor laatste hoofdstuk heet „Van het Onderwijs en het Armbe stuur". Het hoofdstuk telt twee artikelen, niet meer. Artikel 209 luidt: „Het armbestuur is een onderwerp van aanhou dende zorg der Regering". De nieuwe Grondwet zegt al in het eerste lid van artikel 20, in het hoofdstuk „Grondrechten", waarmee de herziene Grond wet begint: „De bestaanszeker heid der bevolking en sprei ding van welvaart zijn voor werp van zorg der overheid". Prof. Simons, nogmaals: „Het gaat om het streven van de overheid". Maar zorg voor de minderbedeelden is dan toch maar een grondrecht gewor den. En hij wijst ook op het derde lid van artikel 20: „Ne derlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een by de wet te regelen recht op by- stand van overheidswege". Meer dan tien jaar schaven tot de meest precieze bewoording is gevonden. Artikel 170-oud: „Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter, die de wet hem toe kent". In het hoofdstuk „Grondrech ten" staat nu onder artikel 17: „Niemand kan tegen zyn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toe kent". Wel een naar voren schuiven van het recht dus, maar de taal is bepaald niet an no 1983. Prof. Simons: „Ja maar, het is zo'n mooie bepa ling, hè. Er zal maar een rege ring komen die zegt: als je een civiel geschil hebt, dan mag je niet naar de rechter, maar dan, moet je je melden bij de minis ter". Nieuw is artikel 113, lid 3: „Een straf van vrijheidsontne ming kan uitsluitend door de rechterlijke macht worden op gelegd". Dat lykt nogal lo gisch, maar het stond tot dus verre niet in de Grondwet. Prof. Simons: „Het gaat om vrijheidsstraffen. Bijvoorbeeld belastingboetes behoeven niet via de rechter te lopen". Drukpers Nieuw is: „De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zes tien jaar regelen ter bescher ming van de goede zeden". Dat houdt „dus" onder meer in dat filmkeuring voor jeugdigen is toegestaan. De tekst van artikel 7, lid 1- nieuw is gelijk aan de tekst van artikel 7-oud: „Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren behou dens ieders verantwoordelyk- heid volgens de wet". Prof. Simons: „Dat hebben we zo laten staan omdat er door arresten van de Hoge Raad een uitvoerige jurisprudentie is over wat het artikel feitelijk be tekent. Als je er een woord in verandert, is al dat geinterpre- teer allemaal opnieuw nodig" Maar omdat we in de jaren '80 van de 20e eeuw leven, houdt de Grondwet er voortaan wel rekening mee dat er radio en televisie is. „Er is geen vooraf gaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuit- zending". Echter: „De wet stelt regels omtrent radio en televi sie" (art 7. lid 2) Wie maar een beetje de politiek volgt hoeft de Handelingen van de Tweede Kamer en Eer ste Kamer er met op na te slaan om te weten waarom radio en televisie nog steeds niet even vrij zijn als het uiten van me ningen per bedrukt papier. Van de Koning De huidige Grondwet kent nog een hoofdstuk „Van de Ko ning". Het hoofdstuk heet nu „Regering" met als paragrafen „Koning" en „Koning en mi nisters". De portee van de wij ziging is alleen al uit de naam geving duidelijk. De macht van de koning is aangepast aan de opvattingen van nu. De be roemde zin: „Hij benoemt Mi nisters en ontslaat hen naar welgevallen", komt in de nieu we Grondwet niet meer voor. Er staat nadrukkelijk: „De re gering wordt gevormd door de Koning en de ministers. De Koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoorde lijk". Er staat ook: ,.De minis ter-president en de overige mi nisters worden by koninklijk besluit benoemd en ontsla gen". Een gekozen minister president heeft de Grondwet niet gehaald. Wel is in de Gronwet terechtge komen dat „de wet het recht le den van de gemeenteraad te kiezen en het recht van de ge meenteraad te zyn kan toeken nen aan ingezetenen, die geen Nederlander zyn". Volgens prof. Simons was dit het enige artikel waarover de Raad van State, als hoogste adviserend orgaan, niet eenstemmig dacht. Het WD-verkiezings- congres 1981 was tegen de mo gelijkheid van gastarbeiders in gemeenteraden Lijstaanvoer der Wiegel zei dat hy zich niets aan de uitspraak van zijn con gres gelegen zou laten liggen. Waarop het congres hem toe juichte. De gewone burger en de totstandkoming van de nieuwe GrondwetHet heeft er later om gehangen of de Eer ste Kamer het nieuwe artikel zou aanvaarden. Prof. Simons: „In tweede lezing stemden uit eindelijk maar 10 senatoren te gen". Niet veel In de Eerste Kamer sneuvelde een in de Tweede Kamer aan genomen amendement dat ook een parlementaire minderheid het recht heeft enquêtes in te stellen. Prof. Simons: „Dat was 's ochtends, 's middags viel het kabinet, gelukkig waren de an dere 33 voorstellen wel aange nomen. Tien jaar is écht niet veel. De Kamers hebben snel gewerkt. Ik? Ach, ik wandelde mee met de ministers. Die de den eerst het woord. Ze heb ben getracht een ingewikkelde materie altijd eenvoudig uit een te zetten". (Van onze redactie geestelijk leven) Met de nationale voorjaarsinza meling voor de deur heeft het Le ger des Heils in Nederland het blijkbaar nodig gevonden, het volk enig inzicht in zijn finan ciën te verschaffen. Dat gebeurt met een kleurrijke folder. Het Leger dat altijd op een onbe sproken reputatie heeft kunnen steunen gaat de laatste maan den in en door allerlei publika- ties nogal over de tong. Het dis crimineert homofielen - en daar om zou het geen vergunning meer mogen hebben om te col lecteren - en de collecte-op brengsten gaan voornamnelijk naar geestelijk werk, waardoor het sociale werk veel minder krijgt dan de geldgevers denken. Inmiddels heeft het nationale hoofdkwartier laten weten, dat het Leger bij zijn geestelijke en maatschappelijke hulpverlening in geen enkel opzicht discrimi neert. Ook bij de 1600 medewer kers in den lande - van chauf feurs tot directeuren van instel lingen - speelt de seksuele ge aardheid geen enkele rol. Alleen wél bij soldaten en officieren, mensen dus die zich geheel vrij willig voor het lidmaatschap aan melden en zich aan de gelofte on derwerpen. Wie naar aard en praktijk homofiel is, kan niet tot deze groep toetreden. Een woordvoerder van het Leger noemde dit een vorm van 'kerke lijke tucht'. Het is niet in strijd met het ontwerp van de wet 'ge lijke behandeling'. Wat cijfers Nu de financiën. De voorjaarsinzameling - huis aan huis met bussen en lijsten is voor de plaatselijke afdelingen en de centrale fondsen. Beide krijgen de helft. In 1981 bracht deze collecte bijna f. 3 miljoen op. In mei en december wordt een gi ro-actie gevoerd onder 50.000 vaste gevers, onder het motto 'Geven aan het Leger des Heils is investeren in het welzijn van de medemens'. Daarvan kwam in 1980 één en een kwart miljoen gulden binnen. Negentig procent van deze opbrengst is bestemd voor het 'algemene werk', 10 pro cent voor projekten in zendings- en ontwikkelingslanden. De kerstactie - potten en bussen - bracht in 1980 ruim anderhalf miljoen gulden op. Daarmee worden kerstfeesten voor invali den, eenzamen en bejaarden ge financierd. Ook krijgen behoefti ge personen en gezinnen directe steun. De opbrengst blijft bij de plaatselijke afdelingen. De verkoop van 'De Strijdkreet' loopt via de plaatselijke afdelin gen. De prijs voor de koper is ge lijk aan de prijs die de afdelin gen aan het hoofdkwartier beta len. Als kopers een extraatje ('overgeld') geven, komt dat ten goede aan de plaatselijke afde ling, die dit geld gebruikt voor geestelijk en sociaal werk. De meer dan anderhalf miljoen ex emplaren van 'De Strijdkreet' le veren de uitgever (het nationale hoofdkwartier) per jaar een winst op van ongeveer f 100.000. Aan erfenissen, legaten en andere nalatenschappen ontving het Le ger des Heils in 1980 f. 2.700.000. Meestal mogen deze giften vrij worden besteed, maar soms wordt er een bestemming bij ge noemd. Aan de bestedingseisen wordt altijd gevolg gegeven. De 'herbestemming van goederen' (ophaaldienst tweedehandskle- ding) leverde in 1981 een winst op van f3.700.000. "Ook hiervan wordt geestelijk en maatschappelijk werk bekos tigd", vertelt de folder. "Dat is in het Leger niet van eLkaar te scheiden. Woord en daad horen bij elkaar. Dat geldt vooral voor het korpswerk en meer in het bij zonder voor het werk van de korpsofficieren. Pastoraat (geestelijke steun en begelei ding) en sociale handreiking zyn in één persoon verenigd: de korpsofficier. Ze lopen in de praktijk vaak in elkaar over. Een korps is dan ook niet alleen een stuk 'kerkelijk werk'. Het is wel degelijk in behoorlijke omvang ook sociaal werk (ongeveer 50- 50)". Onvoldoende De subsidies voor jeugdwelzyns- werk, reclassering, thuislozen- zorg, bejaardenzorg, verpleeg huizen en dergelyke zyn onvol doende om de totale kosten te dekken. Jaarlyks moet het Leger er ruim een miljoen op toeleg gen. Dat bedrag zal in de toe komst eerder stijgen dan dalen. Het Leger heeft veel gebouwd, zegt men. Dat is waar. Maar, zegt het hoofdkwartier, het heeft alleen gebouwd om zyn werk beter te kunnen doen. Vrijwel alle nieu we korpsgebouwen hebben een 'noodopvang', een tydelyk on derdak voor acute gevallen. Het centrale apparaat kost zo'n f3 miljoen per jaar. Er zyn 100 korp sen en 50 maatschappelijke cen tra. Nieuwbouw, verbouwing en onderhoud vragen forse bedra gen. Overschotten - na 1960 komen die weieens voor - worden bij de re serve gevoegd. Hoe groot die is, wordt niet vermeld. "De reserve is nodig om dezelfde reden als waarom gewone mensen een spaarbankboekje hebben. Om in geval van nood niet meteen met lege handen te staan en het werk te moeten stoppen. De verant woordelijkheid voor al die plaat selijke afdelingen en maatschap pelijke centra, officieren (350) en employés (1600) weegt zwaar" Het hoofdkwartier meent, met de ze gegevens de werkelijkheid en de waarheid over het Leger te hebben gezegd. Beroepen Hervormde Kerk: beroepen Ooltgensplaat kandidaat K. van Meyeren Katwijk, te Borssele- Driewegen kandidaat N de Boo Koudekerk aan den Rijn, te Har derwijk H. Harkema Brakel; be dankt voor Veenendaal M. Goud- riaan Ouderkerk aan de IJsscl Gereformeerde Kerken Vrijge maakt: beroepen te Groningen- Noord A. den Broeder Bergen- theim Nederlands Gereformeerde Ker Drs. G. Schumacher te Tilburg (34) is benoemd tot studiesecre taris by het secretariaat van de rooms-katholieke kerkprovincie in Utrecht. Hy was tot voor kort wetenschappelyk assistent by de afdeling moraaltheologie aan de theologische faculteit in Tilburg Zuster drs. Mediatrix Hoes te Tilburg is benoemd tot lid van de beleidsadviescommissie voor de bisschoppenconferentie, een van de belangrijkste adviesorganen voor de rooms-katholieke bis schoppen Zij vertegenwoordigt daarin de Konferentie Neder landse Religieuzen. om het recht van de zwaksten VASTENAKTIE GIRO 5850 ZEIST

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17