Marie
kan
de
boom
in
Beukenootjes
De kunstspar
PAGINA X
VRIJDAG 24 DECEMBER 1982
"die is min of meer verzadigd.
Ik denk dat we onze doelgroep
nu wel hebben bereikt Vroe
ger raakten we die kunstbo
men aan de straatstenen nog
niet kwijt. Je had toen van die
geverfde bezemstelen, aange
kleed met wat folie. Een jaar of
vijf geleden zijn we gekomen
met een van plastic vervaardig
de kerstboom, bijna niet meer
van de echte te onderscheiden.
Dat heeft een zekere respons
gegeven, we hebben toen leuk
verkocht. Maar de vraag is nu
weer teruggelopen. Wat wil je
ook, als je een kunstboom hebt
gekocht hoefje het jaar daarop
geen nieuwe aan te schaffen.
Je kunt er bovendien niet om
heen dat het overgrote deel
van de Nederlanders toch een
echte boom in huis wil, die wil
len de lucht opsnuiven".
De ontboezeming van Berens
laat aan duidelijk niets te wen
sen over. Bij de concurrentie,
waar vooral in het Noordhol
landse nogal wat personeel
schefs werkzaam zijn met een
verklaarde afkeer van in panta
lons gehulde verkoopsters,
blijkt men minder mededeel
zaam.
Bekeerd
"Geen idee", klinkt het vanuit de
Leidse vestiging op de vraag of
de kunstbomen de weg naar de
klanten weten te vinden. De
heren bedrijfsleiders van wa
renhuizen kennende, mag met
enige reserve "geen idee" wor
den vervangen door "de kunst
boom kan de spar nooit ver
dringen". Zou er aan de Aal
markt sprake zijn van een ge
weldige omzet in kunstbomen,
neemt u van mij aan dat u het
hier had gelezen.
De talloze handelaren in kerstbo
men kunnen dus gerust zijn,
voor de kunstboom behoeft
niet te worden gevreesd, ze
kunnen op hun standplaatsen
blijven staan. Mij zullen ze
daar niet aantreffen, ik heb me
een jaar of vier geleden defini
tief tot de kunstboom bekeerd.
Dit vanwege mijn aversie te
gen de wegwerpcultuur, maar
vooral door mijn allergie voor
bijna alles wat doet denken
aan een inmiddels uit het oog
verloren, aangetrouwd familie
lid. Deze stemverklaring
schreeuwt om uitleg, ik weet
het.
Om allerlei misverstanden te
voorkomen wil ik best toege
ven dat ook ik vroeger als broe
keman intens kon genieten
van 'onze boom', compleet met
ballen en flakkerende kaarsjes.
Luttele dagen na Kerstmis
evenwel moest onze trots ont
daan van alle glorie worden
meegegeven aan de vuilnisman
of kerstbomenjagers. Tegen al
le bij ons thuis geldende prin
cipes in gebeurde dat, déér
werd liever iets bewaard dan
weggegooid. Maar een spar die
uitbundig aan het 'strippen' is
geslagen, laat zich moeilijk tot
de volgende kerst in een of an
dere kast opbergen. Redelijke
alternatieven voor een gewone
kerstboom ontbraken in de ja
ren vijftig. Zó er toen al kunst
bomen in de handel waren, le
ken die op alles behalve een
kerstboom.
Estafette
Kinderpsychologen hebben al
dikwijls in lijvige rapporten tot
uitdrukking laten komen dat
"een pupil" veel van datgene,
wat hem/haar in zijn/haar
vroegste jeugd is bijgebracht
zijn/haar hele leven moet mee
dragen. Ik behoor nog tot de
generatie die groot (1 meter 97)
mocht groeien met de wijsheid
dat uit oud weer nieuw ge
maakt kon worden. En inder
daad, mijn moeder voerde een
kwart eeuw terug heel wat
creatieve hoogstandjes op.
Waar mijn 'grote' broer was
uitgegroeid, dat mocht ik aan
trekken, waarna de jongste
telg van het gezin de kleding-
estafette mocht afmaken. Tot
op de draad versleten ver
dween de al drie keer verstelde
familiebroek tenslotte richting
Leger des Heils.
Veel geld was er thuis niet, dit
soort kunstgrepen was bittere
noodzaak. Aan tafel dus ook
geen gezeur van "dat lust ik
niet", een eerlijke knolraap
sierde meer dan eens het bord,
kom daar nu nog eens om. De
volgende dag kregen we dan
een korte herhaling van het
voorafgaande opgedist. Wat
een etmaal eerder niet was op
gegaan, kwam weer op tafel.
Kliekjes eten, noemden wij
dat, de kost van gisteren her
kauwen met dit verschil dat er
een andersoortige jus over de
maaltijd werd gekieperd.
De slavink van de dag ervoor
was dan vervangen door een
handgeknede 'beschuitstuiter'.
De woensdag moest nu een
maal in ere worden gehouden.
"Woensdag gehaktdag", zei de
slager, die zijn 'half om half
toch ook kwijt moest. Aange
vuld met een half pak beschuit
werd het bepaald niet vetvrije
mengsel na enig handarbeid in
de pan gedumpt en vervolgens
door ons geconsumeerd als
gold het een tournedos-stroga-
nofï.
Naakt
Er moest dus heel wat gebeuren,
wilde er toen wat weggegooid
worden. Afval was toen nog
écht afval. Met enige spijt werd
dan ook elk jaar de afgetuigde
kerstboom nagestaard, het was
opeens zo kaal in de hoek van
de kamer waar hy enkele da
gen met zijn schoonheid had
staan te pronken.
"Oh denneboom, oh denne-
boom, wat zijn uw takken won
derschoon", pepert een aloud
kerstlied ons al jaren in, maar
er moeten natuurlijk wel naal
den aanzitten. Dus zodra het
vloerkleed en het zeil bezaaid
lagen met groene prikkers,
mocht de op kerstbomen 'rau
zende' buurt zich ontfermen
over de naakte spar, die het
kruishout nu werkelijk als een
kruis meetorste. Het was dan
wel uitkijken geblazen, de uit
Spoorwijk gekomen vijand lag
tot op de tanden gewapend
met stokken op de loer. Maar
met doodsverachting werd het
boomgeraamte gered voor de
fik op oudejaarsavond.
In het dorp waar ik tegenwoor
dig woon, kennen ze geen
kerstbomenjachten. Hier wo
nen in meerderheid beste bra
ve borsten met een sociaal ver
zekerde baan van de wieg tot
het graf. Hun kinderen heten
geen Jan, Piet, Nelis of Kees,
maar luisteren naar namen als
BIJZONDERE BOMEN
Meneer Beuk van het
gelijknamige Leidse en
Noordwijkse reisbureau
weet niet hoe hy aan zijn
naam komt. Een groot
bomenliefhebber is hij ook
al niet, laat staan dat zijn
achtertuin vol beuken staat.
"Bomen bekijken, daar heb
ik gewoon geen tijd voor. Ik
kom niet zo vaak in het bos.
Een reisbureau leiden is een
drukke baan; onderschat
die werkzaamheden niet".
Aan het strand komt hij wel
zo nu en dan. "Beetje
wandelen. De zee, ja, dat
vind ik mooi. Maar erg vaak
kom ik ook niet op het
Noordwijkse strand,
hoewel ik er vlakbij woon.
En toegegeven, erg veel
bomen zie je ook niet op het
strand".
Toch mogen we niet te
vroeg concluderen dat
meneer Beuk niets leuks
zou weten te vertellen over
zijn naamgenoot, want
plotsklaps weet hij zich een
verhaal te herinneren dat in
dit verband als zeer aardig
kan worden omschreven.
"Mijn vrouw", begint hy
zeer argeloos, "heeft een
leuk kettinkje om haar hals.
Nu zult u zich afvragen wat
dat te maken heeft met
beuken, maar dat zal ik u
eens haarfijn uit de doeken
doen. Kyk, mijn vrouw
heeft eens beukenootjes
verzameld en daar iets
leuks mee gedaan. Ze heeft
die nootjes namelijk laten
vergulden en die om haar
nek gehangen. Noem het
desnoods een
familiewapen".
■oor het eerst in 1521 in Straatsburg vermeld, maar vindt pas
i Nederland ingang, vooral in protestantse kringen. Thans
I ingang, vooral in protestantse knngen. Thans j r~i
gemeengoed. Qé70/K VOtl PUttetl
Er kunnen heel wat bomen
worden opgezet over de
jaarlijkse keuze van de fa
milie Doorsnee tussen een
'echte' kerstboom en een
spar van 'echt' plastic. Maar
verwacht ook uit de mon
den van lieden die ervoor
hebben gestudeerd geen
wetenschappelijk onder
bouwde verhandeling over
deze materie. "Ik weet niets
van kerstbomen en nog
minder van kunstbomen",
moet bijvoorbeeld de Am
sterdamse consumenten
psycholoog Freek Holzauer
eerlijk bekennen.
"Bij mijn weten is er nooit een
onderzoek ingesteld naar de
voorkeur van de consument op
dit gebied. Ik heb de indruk
dat het publiek de gewone
kerstboom nog altijd verre pre
fereert, maar hard maken kan
ik die stelling niet. Misschien
dat ze bij het NIPO iets meer
weten".
Maar helaas, het landelijk onder
zoekbureau dat zo graag de
stem van de gemiddelde Ne
derlander (Vraag: Wie is dat ei
genlijk? Hebben ze uw mening
weieens gevraagd?) laat horen,
blijkt in dit geval al evenzeer
door de bomen het bos niet te
kunnen zien. "Een paar jaar ge
leden", zegt NlPO-onderzoe-
ker Theo Hess, "hebben we
eens wat gedaan aan de ver
koop van kerstbomen. Maar
hoeveel Nederlanders nu een
kerstboom in de huiskamer
hebben staan en hoeveel een
kunstboom, neen, daar hebben
wij geen gegevens over".
Kennelijk gaan ook de weten
schappers er gemakshalve van
uit dat de omstreeks 1850 van
uit Duitsland ingevoerde spar
zo diep is geworteld in de hui
zen van het kerstvierende Ne
derlandse volk, dat het weinig
zin heeft veel tijd te besteden
aan een enquête naar de even
tuele opkomst van de kunst
boom.
Namaak
Wie ooit op de gedachte is geko
men om ter gelegenheid van
Kerstmis een spar met allerlei
snuisterijen op te sieren, valt
met de beste wil van de wereld
niet meer te achterhalen. Wel
moet het een Oosterbuur zijn
geweest. Althans, volgens de
overlevering werd al in het be
gin van de zestiende eeuw me
nig Pruisisch kerstfeest rond
een versierde spar gevierd. Of
schoon de bewoners van dit
land van nature niet geneigd
zijn Duitse gewoonten klakke
loos over te nemen, heeft onze
Pruisische boomversierder in
de Bataafse moerasdelta wèl
navolging gevonden.
Geen kerst zonder boom, is het
rotsvaste credo van vele Ne
derlanders. Zwakke protesten
van natuurliefhebbers, die vin
den dat een boom niet bij de
open haard maar in de vrije na
tuur mooi moet staan wezen,
vinden weinig weerklank.
Wat op de markt veel aftrek
vindt, pleegt in de regel te wor
den nagemaakt. Vooral de Ja
panners hebben er een handje
van alles te kopiëren, wat maar
nageaapt kén worden. Tot on
genoegen uiteraard van de
Amerikaanse en Europese fa
brikanten, die hun produkten
'made in Tokio' tegen dump
prijzen naar de potentiële
clientèle zien verdwijnen. We
ten ook de handelaren in kerst
bomen zich beconcurreerd
door al die Aziatische cliché
mannetjes, zonder uitzonde
ring stammend uit Tokio,
Hongkong of Taiwan? Een
rondgang langs de 'grote drie'
van het nationale warenhuis-
wezen leert dat Jan Doorsnee
nog altijd meent dat "kunst
geen kunst, maar namaak is".
Uitverkocht
Alleen bij het warenhuisconcern
dat "het heeft" zou er sprake
zijn van een "enorm gestegen
vraag naar kunstbomen".
Hoofdinkoper speelgoed en
kerstartikelen Brörens laat
tenminste vanuit het Haagse fi
liaal enthousiast weten dat de
blauwspar vorig jaar was uit
verkocht. "Maar", zegt hij wer
vend, "die blauwspar van ons
is dan ook iets exclusiefs".
De minder deftige tak van deze
warenhuisfamilie heeft andere
ervaringen, zo blijkt spoedig.
Goed luisteren naar wat Am
sterdammer Berens, landelijk
inkoper van het bedrijf waar je
met minder geld méér schijnt te
kunnen doen, allemaal te ver
tellen heeft. "De markt voor
kunstbomen", biecht hij op,
ger goed". Zij duldde geen te
genspraak, overtuigd als ze
was van haar eigen gelijk, ook
al viel de ontwortelde boom
een dag of vier later al uitbun
dig uit en zoog haar stofzuiger
in augustus nog naalden uit de
vloerbedekking op.
Marie, mijn uit het oog verloren,
aangetrouwde familielid, had
ook zo haar eigen ideëen over
de versiering van de boom. Dat
moest vooral snel gebeuren,
zoals alles in het door haar ge
regeerde gezin in recordtempo
moest plaatsvinden. Haar man,
onkreukbaar, van onbespro
ken gedrag en chef van een of
andere onduidelijke afdeling
van een fabriek, zag het in zijn
hart allemaal anders. Maar hij
durfde zich niet uit te spreken.
Evert wilde vóór alles de goede
vrede in huis bewaren. Van
huisuit had hij meegekregen
dat het voedsel goed moest
worden gekauwd. Met zicht
baar genoegen kon hij tafelen.
De door een supermarkt als
biefstuk verkochte leren
schoenzool maalde Evert met
engelengeduld fijn, nadat hij
de vaak opgediende groente-
fantasie-Mexico (een ingeblikt
samenraapsel van erwten en
peentjes) naar binnen had ge
werkt als ging het om een deli
catesse. Minutenlang leefde
Evert zo in zijn eigen wereld,
vol verwachting uitkijkend
naar het toetje dat nooit kwam,
omdat Marie het intussen hoog
tijd vond om af te ruimen.
Ballen
Het aankleden van de kerstboom
voltrok zich in een dergelijke
sfeer. Evert wilde dat, zoals hy
het placht te zeggen, met be
leid doen; zij had de ballen en
verlichting het liefst in de
kerstboom gesmeten. Zo kon
het gebeuren dat er kerstballen
sneuvelden. Evert móést dan
vlak voor sluitingstijd op zijn
brommer nog even naar het
warenhuis om nieuwe ballen te
halen. "Het moeten wel zilve
ren zijn", kreeg hij als bood
schap mee. "Boven de grote ri
vieren", weet Hema-woord-
voerder Berens, "zie je mensen
vaak voor zilveren ballen kie
zen, beneden de Moerdijk be
staat er een voorkeur voor ge
kleurde. Waarom? Omdat een
Groninger doorgaans nuchter
der van aard is dan een Lim
burger".
Hoewel nuchtere Marie er prat
op ging "van het houtje te
zijn", bleef de al snel kalende
spar tot 6 januari staan, in
weerwil van de klaagzangen
der huisgenoten die 2 januari
als limietdatum zagen.
Van de kerstviering maakte Ma
rie een heèl ritueel, met ca
deaus onder de boom en zo. Ik
werd elk jaar gebombardeerd
met een donkergroen over
hemd, dat ik overigens nooit
droeg. Iets passends zoeken
voor Marie was een moeilijk
oplosbaar probleem, het beste
was niet goed genoeg. Zodra
de STER iets nieuws op het
scherm had geprojecteerd, had
zij het de volgende dag in huis.
Ik heb in die jaren wat ge
schenken moeten ruilen.
Evert, haar trouwe echtgenoot,
was minder veeleisend. Met
een kerstelpee van Woodhouse
was hij al in zijn sas. Zaten er
in het kleurig versierde pak
ook nog een paar denksporten
van dokter Lastpost, dan kon
zijn Kerstmis niet meer stuk.
Afgebracht
Die van mij wel. Mijn weerzin te
gen Marie en zelfs haar kerst
boom groeide boven het kook
punt uit. Van de weeromstuit
besloot ik nog tijdens de oprui
ming in januari goedkoop een
kunstboompje op de kop te
tikken. Reden voor Marie om
mijn nieuwe aankoop bij eer
ste confrontatie, de kerst van
het jaar daarop, tot op de kruin
af te kraken. Marie: "Wat een
klein rotboom pie. En waarom
namaak, met Pasen zet je toch
ook geen kunstei op tafel?" Ik:
"Nee, dat niet Maar soms ko
men er bij mij mensen over de
vloer van wie ik een kunstkop
krijg".
Gezelligheid kende op die ge
denkwaardige kerstdag derhal
ve geen tijd, al oordeelde Marie
anders. Kwaad stapte ze op, ik
heb haar nooit meer gezien.
Met dank aan mijn kunst
boom, die mij alleen daarom al
dierbaar is. Ook deze kerst zal
Marie niet met mij vieren.
Straks maak ik van pure blijd
schap een dansje rond mijn
plastic vriend, nadat ik zelfs al
le handelaren in kerstbomen
en schoonmoeders in alle op
rechtheid twee fijne dagen heb
toegewenst
Niet iedereen is gecharmeerd van een malse welriekende kerstboom. Gerard van Putten bekeerde zich
enkele jaren geleden definitief tot een mager maar duurzaam sparretje van echt plastic. De reden
daarvan was goeddeels toe te schrijven aan een diepgeworteld trauma, veroorzaakt door een uit het
oog verloren, aangetrouwd familielid....
Jan Piet en Nelis Kees. Kan
ook Kees Nelis zijn, daar wil ik
even van af zijn. Tja, knapen
met dergelijke voornamen la
ten zich moeilijk aansluiten bij
een bende, desnoods bereid
zich te laten aftuigen voor een
afgetuigde kerstboom.
De tijd heeft dus niet stilgestaan,
het ik-tijdperk van de jaren
tachtig heeft de herinneringen
aan de jaren vijftig in een
schoenendoos vol vergeelde
prenten opgeborgen. Daarin
ligt ook een foto van Marie,
mijn uit het oog verloren, aan
getrouwde familielid.
Twee joetjes
Als ik zwaar heb getafeld, moet
ik nog weieens aan Marie den
ken. Zij was het proto-type van
de vrouw met de broek aan.
Ooit had Mia Smelt bij de KRO
een radioprogramma, getiteld
'Moeders wil is wet'. Zij van
Smelt zal nooit hebben be
vroed dat Marie die slogan zo
nauwgezet in de praktijk toe
paste. Niemand in de omge
ving van Marie die ook maar
iets te vertellen had. Haar wil
geschiedde.
Zodra Sint Nicolaas het land was
ontvlucht, raakte Marie in de
ban van de kerstgedachte. Zij
vertaalde dat met haar wens de
grootste boom van de buurt te
bezitten. Twee keer ben ik met
Marie meegeweest om zo'n
woudreus van dik twee meter
te kopen. Zelden in mijn leven
heb ik een grotere kwelling
moeten doorstaan. Sluit ik
mijn ogen, dan zie ik Marie
weer onderhandelen met Jan,
de kerstboom verkoper. Marie:
"Hoeveel mot die boom kos
ten?" Jan: "Een geeltje, me
vrouwtje". Marie weer: "Beso
demieter je grootje, dat kale
kreng is niet meer dan vijftien
gulden waard".
Jan hulde zich dan steevast ach
ter een masker van zwijgzaam
heid, hooguit ontsnapte er een
hartgrondig "hmm" aan zyn
mond. De koopvrouwsgeest
werd vervolgens over Marie
vaardig, 17 gulden 50 bood ze
dan, zonder zich te bekomme
ren om de naaste familieleden
die vol géne naar bezigheden
zochten die er niet waren. Hoe
ze het voor elkaar kreeg wist
alleen Marie, maar de koop
werd meestal gesloten als Jan
het gezeur moe "twee
joetjes" over zijn lippen liet ko
men. "Zo, ik heb weer vijf gul
den verdiend", kon Marie on
derweg naar haar woonstee
dan tevreden spinnen. "Was
me dat effe lekker afdingen".
Het kerstfeest in huize-Marie be
gon met het optuigen van de
boom. Maar die bleek meestal
net iets te groot voor de huis
kamer, althans, de ook al pom
peuze piek viel met geen mo
gelijkheid te bevestigen. Dus
kon manlief meteen aan de
bak, de zaag uit de kelder ha
len, waarna het gevaarte in de
plastic waterbak werd ge
klemd. Marie had het ver
trouwde kruishout al lang af
gezworen. "In het water", be
weerde ze, "blyft de boom lan