"Na Napoleon wordt Stambomen VRIJDAG 24 DECEMBER 1982 PAGINA IX BIJZONDERE BOMEN Bert Paauw Tallozen kennen de Hortus, maar heeft u zich wel eens afgevraagd welke boom het oudst is in die vermaarde botanische tuin? "Dat is de goudenregen", antwoordt mevrouw Teunen, werkzaam in de Hortus. "Die boom is in 1601 geplant door Carolus Clusius, de eerste directeur van de tuin". Bijzondere man, die Carolus Clusius. Hij kwam uit Atrect. En werd naar Leiden gehaald, omdat hij in Wenen een zeer mooie tuin had aangelegd. Hij begon in 1594 in Leiden met z'n werkzaamheden. "Die Carolus heeft overigens ook de eerste tulp naar Nederland gehaald", vertelt mevrouw Teunen. "Hij correspondeerde namelijk met een Turkse ambassadeur en zodoende kon hij aan tulpen komen". Met die goudenregen is het overigens niet al te best gesteld. Ze hebben hun best gedaan, de mensen van de Hortus, maar de boom is nu toch bijna aan het einde van z'n latijn. In de meeste families doe men ze wel eens op: de ster ke verhalen over roemruch te voorouders die al vele ja ren dood zijn. Op oude fo to's zien die voorouders er heel degelijk uit maar toch weet iemand dan te vertel len dat opa niet wilde deu gen of dat overgrootmoe der er met een ander van door is gegaan. Wroeten in de familiegeschiede nis. Het is een bezigheid die steeds meer mensen in de ban begint te krijgen. Uit een enke le jaren geleden verricht on derzoek is gebleken dat zo'n 40.000 Nederlanders interesse hebben of daadwerkelijk aan het uitpluizen zijn wie hun voorouders waren, wat ze voor de kost deden, welke functies ze in de maatschappij bekleed den en meer van dat soort za ken. Genealogie ofwel geslachtkun- de is de officiële benaming voor dergelijke onderzoeken. Bij zoiets komt het maken van een stamboom te pas, een speurtocht naar de verst be reikbare voorvader aan wie je je achternaam hebt te danken. Jan van Egmond (39) uit Zoe- terwoude behoort ook tot het leger der amateur-genealogen. De statistisch medewerker bij de gemeente Den Haag heeft zijn bevindingen zelfs in een boekje vastgelegd. Geen neef Bij het opzetten van zijn fami liestamboom haalde hij het jaartal 1510 Van Egmond: "Ie dereen heeft heel persoonlijke redenen om in de familiege schiedenis te duiken. Mij intri geerde het feit dat ik geen en kele neef heb die Van Egmond heet terwijl het in m'n omge ving wemelt van de Van Eg- monds. Die zullen in de verte vast wel familie zijn, dacht ik. Dat was - 15 jaar geleden - het begin van de interesse voor het maken van een stamboom". "Je gaat dan aan familieleden vragen of zij neven hebben en wat zij nog weten van tantes, ooms, grootouders. Kortom, je vraagt wat zij nog van vroeger weten. Dat levert aanwijzingen op in de trant van 'Grootvader kwam uit Groningen' en 'Ik moet nog een neef in Sassen- heim hebben'. Nou, dan ga je de Van Egmonds in die plaat sen bellen en dan stuit je van zelf op familie. Ach, voor je het weet zit je in de vorige eeuw. Daarna moet je de archieven induiken". "In het begin van mijn onder zoek stuitte ik op een achter neef van mijn vader in Sassen- heim. Hij vertelde dat onze ge meenschappelijke voorvade ren uit Rijnsburg kwamen. Daar ben ik dus uiteraard gaan zoeken. Als je familieleden hebt geraadpleegd weet je een aantal geboortejaren en ge boorteplaatsen. Dan moet je doelgericht gaan kijken in re gisters. Je kunt daarvoor te recht bij stedelijke archieven, bij het Centraal Bureau voor Genealogie en bij het Rijksar chief, beide in Den Haag. De burgerlijke stand geeft je drie bronnen, geboorteactes, over- lijdensactes en huwelijksactes en in bevolkingsregisters kun je zien waar iemand naartoe is gegaan of vanwaar hij is geko men. Het uitzoeken is niet moeilijk tot 1812, het jaar waar in Napoleon de burgerlijke stand heeft ingevoerd. De meeste Nederlanders kunnen dit. Maar daarna wordt het pas echt leuk". Boeken vol "Je wordt afhankelijk van kerke lijke archieven waarin gege vens over dopen, trouwen en begraven staan beschreven. Sommige kerken beschikken over boeken vol, bij andere daarentegen is het allemaal erg incompleet. In het ene dorp is het wel goed bijgehouden, in het andere dorp niet. De kerke lijke archieven zijn opgeslagen in de provinciehoofdsteden, maar gemeenten met een eigen archief of depotruimte zoals Leiden hebben die bescheiden zelf in beheer. In Leiden bij voorbeeld gaan de trouwgege- vens terug tot 1575". "Als je zover terug bent in de tijd heb je vrij kale gegevens. De figuren moeten dan gestalte krijgen. Daar moet je andere boeken voor raadplegen. Uit notarisprotocollen met boedel beschrijvingen en erfenissen kun je veel afleiden over fami lierelaties. En datzelfde geldt voor rechterlijke archieven en schijnselen in de historie die jc bij je onderzoek tegenkomt, vreemde beroepen, oude pren ten en dergelijke. Eën van mijn voorouders is medebrouwer geweest, een soort bierbrou wer. Mede was de naam van een drank. Het is nog in Oegst- geest gebrouwen". Juweeltjes "Ik ben ook op zeer fraaie pren ten gestuit van ene Jan Pie- terszn Douw. Zo rond 1572 wil den de stedelijke overheden precies weten waar en hoeveel landerijen de mensen bezaten. Douw heeft kaarten getekend, het zijn juweeltjes. Je kunt zien dat het met liefde is ge daan. Met behulp van die kaar ten en de bijgevoegde beschrij vingen over de pachten en de buren kun je eventueel een voorvader bewyzen. Want je kunt soms wel iets vermoeden, maar je moet het wel bewy- Behalve een stamboom kun je ook een zogenaamde kwartier staat maken. Dan ga je niet al leen van je vaders kant uit maar zoek je ook terug in de familie van moeders kant Dan gaat het om de vraag: van wie heb ik allemaal bloed in de aderen. Een kwartierstaat is ze ker zo leuk als een stamboom. Je hebt te maken met allerlei zijtakjes. Met een stamboom loop je nogal eens vast. maar met een kwartierstaat kun je zoveel kanten op". "Nee, een cursus heb ik er niet voor gevolgd. Dat was ook niet zo nodig voor mij. Ik stam af van een gewone Leidse fami lie. Mijn enige probleem waren eigenlijk de verbasterde Fran se namen. Maar archivarissen helpen je graag en je moet zelf ook een beetje inventief zijn. En oude handschriften lezen kan ik wel. al valt het vóór 1700 niet mee. Een cursus is denk ik voor bijvoorbeeld Indiè-gan- gers wel nodig. Dan doemen er problemen op die een speciale archiefkennis vereisen". Om de lol "Bij een cursus ben ik wel bang voor een zakelijke aanpak, bang dat het idee van een hob by in het gedrang komt. Ik vind het prettig om bij het bla deren in de archieven wat te mijmeren of af te dwalen, ook by gegevens die niet op myn familie slaan. Ik hoef niet zo nodig efficiënt bezig te zijn. Als ik inefficiënt bezig ben kan me dat niets schelen. Je moet je natuurlyk wel enigszins la ten voorlichten door iemand die er iets van afweet" "Ik zou iemand die een stam boom wil opzetten geen be paald advies willen geven. Dat staat zo betweterig. Je moet het gewoon leuk vinden om in archieven te duiken Het als een hobby zien, net zoiets als postzegels verzamelen Want het gaat uiteindelijk om de lol". Wie zich bezighoudt met bet opzet ten van een stamboom en daarvoor in rijks-, gemeente- en streekarchie ven grasduint komt op een gegeven moment ook bijna vanzelf terecht bij bet Centraal Bureau voor Genea logie In Den Haag. Uier Is een schat aan gegevens uit bet verleden te vin den die de vastgelopen amateur-ge nealoog weer op een vers spoor kun nen setten. Het Centraal Bureau, kortweg CB, Is in een gloednieuw gebouw gehuis vest - samen met het Rijksarchief en v»t Iconografisch Bureau waar een uitgebreide documentatie van por tretten Is te vinden - direct achter bet Centraal Station. In bet CB kan men bet volgende vinden: - een forse bibliotheek met vele pu blicaties op genealogisch gebied; - famllieadvertrnlies uit dag- en weekbladen sinds ongeveer 1795, bidprentjes en krnnisgevingrn van geboorte, huwelijk en overlijden; - persoonskaarten uit bevolkingsre gisters van alle sinds 1939 In Neder land overleden personen. Dese kaar ten zijn overigens niet openbaar maar uittreksels worden wel ver strekt; - dossiers gerangschikt op familie- - nagelaten familiearchieven en col lecties; microfilms en kopie+n van bevol kingsregisters, registers van de bur gerlijke stand, doop-, trouw- en be- graafregisters. Het CB een In 1945 opgerichte stichting die door de overheid wordt gesubsidieerd - heeft deskundigen in huls die tonodig hulp kunnen verle nen. Ook doet hel CB allerlei publi caties die een steuntje kunnen bete kenen bij bet 'navloolen' van de fa miliegeschiedenis. Er is ook een Nederlandse Genealo gische Vereniging (postbus 97C, Am sterdam) die over het land versprei de afdelingen beeft en regelmatig le zingen grcfl. Anders dan bij bet CB speelt bij deze verenging bet sociale aspect, hrt contact tussen de leden onderling, een voorname rol. Vereni ging en CB vullen elkaar als bet wa- "Hoewel, zo erg is het ook weer niet", zegt voornoemde medewerkster. "Een boomchirurg kan wonderen verrichten en wij hebben er Het opzetten van een familiestamboom - ofwel de schone kunst der genealogie - begint een ware hobby van velen te worden, waaraan je van lieverlee steeds inniger verslingerd raakt. Zo verging het ook Jan van Egmond uit Zoeterwoude. Hij stuitte zowaar op steenrijke voorvaderen, die ergens in het grijze verleden zelfs twintig procent van de Valkenburgse gemeentegrond in bezit hadden... zo'n man bij gehaald. Dus onze goudenregen bloeit nog steeds. En watje verder ook van die boom kan zeggen, dat is toch een fraaie prestatie". Jan van Egmond in het Leidse stadsarchief: "Hoe rijker de familie, hoe verder je komt". transportregisters waarin het overdragen van onroerend goed staat beschreven. Derge lijke stukken lopen nog verder dan de archieven over dopen en trouwen. Als je geluk hebt pik je er iemand van jouw fa milie uit. Een belangrijke bron vormen ook de belastingboe- ken, de zogenaamde 10de Pen ning en Het hoofdgeld van 1623 waarin alle huizen met be woners staan beschreven met het oog op het heffen van be lasting". Speuren "Afhankelijk van de welgesteld heid van de familie kom je wel of niet ver. Je kunt zeggen: hoe rijker hoe verder je komt. Rijk is voornaam, is macht en dat uit zich in vermeldingen in of ficiële stukken. Een arme drommel kom je niet of nauwe lijks in de archieven tegen. Er valt niets te erven, niets te transporteren, weinig te ver melden". "Een probleem is dat de mensen het vroeger niet zo nauw na men met hun achternaam. De oudste Van Egmonds kom je bijvoorbeeld tegen onder de naam Van de Sluis omdat die mensen bij een sluis in Valken burg woonden. De verste voor vader die ik heb ontdekt was Jacob Meeszn van de Sluis. Hij woonde bij de Wassenaarse watering in Valkenburg, aan de Rijndijk. Ik kan feilloos de plek aanwijzen waar hij heeft gewoond. Er zit nu een tuin der. De nazaten van Jacob Meeszn van de Sluis noemen zich twee generaties later alle maal Van Egmond". "Het aardige van het opzetten van een stamboom is enerzijds het speurelement, de spanning van het ontdekken van dingen. Anderzijds is het aardig te zien hoe de vaderlandse geschiede nis ook aan je eigen familie niet is voorbijgegaan. Jacob Meeszn is in 1574 tijdens het beleg van Leiden door de Spaiyaarden met z'n koeien uit Valkenburg gevlucht naar Delft. Dat heb ik uit een nota rieel archief kunnen halen waarin staat beschreven dat hij naderhand geen pacht voor een bepaald stukje land heeft willen betalen omdat hij van wege zijn vlucht geen gebruik van dat land heeft gemaakt". 'Je kunt de op- en neergang van families zien als je de stukken naslaat Bij de dood van hun ouders gingen kinderen naar een weeshuis als er geen geld werd nagelaten. Was er wel geld, dan werden er voogden benoemd die de kinderen van dat geld opvoedden. Bij het op groeien raakte dan het hele ka pitaal op en moesten de inmid dels groot geworden kinderen uit aanvankelijk welgestelde milieus zich verhuren als ar beidskrachten". Rijk "Een bepaalde tak van mijn fa milie is een tijdje heel rijk ge weest Een halfbroer van één van mijn voorouders, ene Van der Does, was een njke aanne mer in Amsterdam. Bij zijn overlijden liet hij tien grach tenpanden achter. Aangezien hij zelf geen kinderen had ging de erfenis naar de kinderen van zijn halfbroer, mijn voor vader dus. Zo wordt opeens een tak van de familie Van Eg mond erg rijk. Op een gegeven moment hebben ze zelfs 20 procent van de gemeentegrond van Valkenburg in bezit. Gelei delijk vloeit het geld door ver erving ook weer weg". "En zo zijn er wel meer dingen die ik heb ontdekt Mijn fami lie was in het begin katholiek. Eën tak gaat van lieverlee over tot de Hervorming, een andere tak die in een katholieke omge ving blijft wonen bUjfl katho liek. Mijn familie is in het v. rk-den van het platteland naar de grote stad getrokken, vooral naar Leiden. Amster dam en Rotterdam. Omstreeks 1584 zun er ontzettend veel Wa len, Fransen en Vlamingen naar Leiden gekomen. Sommi ge families hebben zich in de loop der jaren een oer-Holland- se naam aangemeten maar ze stammen ook van de Fransen af Om eens wat te noemen men noemde zich Smid m plaats van Marëchal of Van de Heiden ui plaats van Bruyëre". "Leuk zijn ook allerlei randvcr-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 37