Geliefd symbool van eeuwigheid De levensboom Professor Berkhof PAGINA VI VRIJDAG 24 DECEMBER 191 VRIJD Lammert Leertouwer De kerstboom, rijk versierd en vol lichtjes, is voor tallo ze mensen een onmisbaar onderdeel van de kerstvie ring. Ook zij die in de kerst dagen niet meer zien dan een extra gezellig rustpunt in een guur seizoen, doen mee aan het boomoffer dat tijdens de winterzonne wende in duizenden huis kamers, op openbare plei nen en in kerken wordt ge bracht. Alleen zeer rechtzinnige protes tanten en hun niet minder or thodoxe tegenvoeters, zeer principiële vrijdenkers, keuren de kerstboom af. Merkwaardig genoeg om één en dezelfde re den: er kleeft een heidense smet aan de boom, een herin nering aan voor-christelijke ge bruiken en voorstellingen. In katholieke kring moet de kerstboom, hoewel ook daar ingeburgerd, het nog steeds opnemen tegen de kerstkrib be. Maar de meeste Nederlanders maken er geen probleem van. Voor hen lijkt het alsof de kerstboom er altijd is geweest en onverbrekelijk is verbon den met de huiselijke rituelen van de kersttijd. Dat is overi gens een verkeerd idee, want de oudste berichten over de kerstboom stammen uit het midden van de zeventiende eeuw. Eerst honderdvijftig jaar later - vanaf het begin van de negentiende eeuw veroverde de kerstboom langzamerhand vanuit Duitsland geheel West en Noord-Europa en de Ver enigde Staten. Prins Albert Toch waren er zelfs in Duitsland omstreeks 1870 nog hele gebie den waar men het gebruik niet kende. Om begrijpelijke rede nen een sparreboom kost geld en de versiering ook, om van de cadeautjes voor de kin deren maar te zwijgen was het vooral de gegoede burgerij die de boom in huis haalde en versierde. Toen arme landar beiders in Duitsland kleine en onverlichte boompjes met een paar stukjes suikerwerk èraan voor de kinderen begonnen te plaatsen, werd dat door een tijdgenoot als iets bijzonders genoteerd. In Engeland, toch van oudsher bekend om zijn uitvoerige kerstvieringen, kwam de kerst boom pas in zwang door het initiatief van prins Albert, de gemaal van koningin Victoria. De Duitse afkomst van de prins zal aan dat initiatief niet vreemd zijn geweest, want de kerstboom werd door onze oosterburen lange tijd gezien als een nationaal symbool. Zo schreef Wilhelm Mannhardt, een bekend godsdiensthistori cus, in 1874: "De frisse, altijd groene boom is immers een symbool dat, zolang het niet door overlading verminkt wordt, nooit kan verouderen of het gevoel voor schoonheid be ledigen of aanleiding geven tot verwisseling van het beeld met de zaak zelf, een symbool en een treffende gelijkenis van het leven der naar licht(kennis) en waarheid strevende, vruch ten der liefde kwekende zuive re mensheid.... Het mag ons tot vreugde stemmen, dat ons volk (het Duitse dus - LL) door dit symbool in zekere zin tot kenmerk van de natie te maken, de levensboom der zui vere mensheid, zoals ze naar haar wezen zijn moet, met het eigen volksleven heeft vereen zelvigd". (Wald-und Feldkulte, I.p. 249-250). Symbool Zo bloemrijk zullen we ons in 1982 niet meer uitdrukken. Niettemin vallen aan deze pas sage een paar dingen op. Mannhardt houdt bij deze lof zang op de kerstboom een paar slagen om de arm. Ook in 1874, bestond kennelijk al de nei ging om de kerstboom tot een kitschvoorwerp te maken en was het protest tegen de kerst ening van het heidense boom motief nog niet verstomd. Overigens is de kerstboom maar één lid van een zeer grote fami lie van heilige bomen, waarvan de verering over de hele we reld bekend is. De boom, die de mens overleeft over de rampzalige ontbossing van de aardbol door gigantische hout verwerkende industrieën spre ken we nu even niet, en we ver geten ook maar hoeveel bomen voor het maken van dit kerst nummer omgehakt moesten worden is in vele godsdien sten een geliefd symbool van een andere, stabielere en met de eeuwigheid verbonden we reld. De mens zou niet het vindingrij ke zoogdier zijn dat hij nu een maal is, als hij niet geprobeerd had deze goddelijke eigen schappen van de boom op zichzelf te betrekken door mens en boom te vereenzelvi gen. Zo geloven bijvoorbeeld de Asmat-papoea's op Nieuw- Guinea, dat de eerste mensen door een goddelijke beelden snijder uit het hout van een boomstam geschapen werden. Een dergelijke gedachte speelt ook mee bij de voorstelling van de levens- of wereldboom. Bij veel volken vinden we de op vatting, dat de eerste mensen als vruchten aan de levens boom hingen, of dat het lot van een individu afhangt van een speciaal voor hem of haar ge plante boom, die als zodanig een symbool van de levens boom is. Wetten Tot welke extreme gevolgen dit geloof in de wezensverwant schap van mens en boom kan leiden, valt op te maken uit de wetten die ter bescherming van bepaalde boomsoorten dienden. Nog vandaag de dag kan men vaststellen dat som mige boomsoorten door de wetgever beter beschermd worden tegen menselijk ge weld dan de eerste dieren. On getwijfeld hingen en hangen die wettelijke bepalingen sa men met de economische waarde van de boom en met zijn lange groeiperiode. Maar er is toch meer aan de hand. Nog in 1720 bepaalde een daar toe speciaal bijeengeroepen "houtgericht" in een gehucht bij Hannover, dat wie een jon ge eiken- of beukenboom be schadigde door er de bast af te halen, op gruwelijke wijze ge straft moest worden. Het ge richt schreef voor dat men de schuldige de ingewanden uit het lijf zou trekken, die aan de beschadigde boom zou vast knopen en vervolgens de ver oordeelde net zolang om de boom heen zou jagen, tot de gewonde plek geheel door diens darmen bedekt was. Wie de top uit een boom haalde (wee de verkopers van kleine kerstboompjes!) diende ont hoofd te worden. Overigens heeft Jacob Grimm - de man van de sprookjes die ook een groot kenner van de folklore was - er al op gewezen dat deze straffen sinds onheu gelijke tijden niet meer werden toegepast en meestal door een kleine geldboete werden ver vangen. Juist daaruit blijkt dat de wezensgelijkheid tussen mens en boom zeer diep wortel had geschoten in het bewust zijn van de mensen. Anders is het immers heel moeilijk te verklaren waarom het gerecht, bestaande uit notabele man nen met een behoorlijke ont wikkeling, het de moeite waard vond zo'n gruwelijke theoretische straf plechtig te boekstaven - en dat aan de vooravond van het meest rato- nalistische tijdperk in de Euro pese geschiedenis: de Verlich ting. IJsland Hoewel de kerstboom dus een uitvinding van betrekkelijk late datum is, heeft hij een groot aantal voor lopers, waarvan de bijzondere betekenis eveneens teruggaat naar twee kernmotieven: de verwantschap tussen mens en boom en de voorstelling van de levensboom. Eén van de meest intrigerende vinden we in een verhaal uit de nederzetting Mödrufell op IJs land. De sage vertelt hoe uit het vergoten bloed van twee onschuldig terechtgestelden een vogelkersboom opbloeide. In de kerstnacht zou deze boom zijn aangetroffen met kaarsverlichting op alle tak ken, die zelfs door de hevigste stormwind niet uitgeblazen kon worden. Een fraaier voor beeld van oppervlakkige kerst ening van een heidens motief is nauwelijks te vinden. Alleen de wonderbaarlijke kaarsjes zijn christelijk - alle overige motieven zijn ontleend aan de germaanse godsdienst en het motief van het onschuldig ver goten bloed waaruit de levens boom opbloeit is ook buiten Europa - tot op Kalimantan (Borneo) tot - welbekend. Dat laatste thema treffen we vooral aan bij de oude akker bouwvolken. Bij hen is de le vensboom tegelijk de spil van de wereld, het centrale punt van contact tussen de andere wereld en de onze. In deze cul turen leren de mensen in de omgang met hun voornaamste De kerstboom - voor zeer rechtzinnige protestanten en principiële vrijdenkers beladen met een heidense smet - is slechts één lid van een zeer grote familie van heilige bomen. Bij veel volken leeft de opvatting dat de eerste mensen als vruchten aan de levensboom hingen. De Leidse theoloog prof. dr. Lammert Leertouwer schetste de betekenis van de boom in tal van godsdiensten en stuitte daarbij op bizarre anekdotes voedingsgewas, waarvan hun voortbestaan afhankelijk is, de diepe waarheid kennen die heel kort kan worden geformu leerd als "er moet gedood wor den om leven mogelijk te ma ken". Of, zoals de het evangelie van Johannes het uitdrukte: "als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, brengt zij geen vrucht voort" (Johannes 12-24). Als Christus de vrucht is, die in de aarde moet vergaan om het nieuwe leven voort te brengen en zo het verstoorde contact tussen God en mens te herstel len, dan ligt het voor de hand om verband te leggen tussen het kruis op Golgotha en de le vensboom. Dichters en den kers hebben die consequentie inderdaad getrokken, soms in uitermate diepzinnige, dan weer in een aan ongebreidelde verbeeldingskracht ontsproten vorm. Vooral in de middeleeu wen heeft deze ingewikkelde symboliek bizarre vormen aan genomen. Het aanknopingspunt vond de vrome speculatie in de voor stelling van Christus als de tweede Adam: wat de eerste mens had bedorven, werd door de tweede hersteld. Zo heet de vierentwintigste december in de liturgische kalender "de dag van Adam en Eva". De eer ste Adam was, zoals het para dij sverhaal uit Genesis 2 leert, de tuinman van God. In het midden van de tuin stond een bijzondere boom, die de dubbele naam draagt van "le vensboom" en "boom van de kennis van goed en kwaad". In de loop der eeuwen is onnoe melijk veel geleerd vernuft be steed aan de vraag of het in dit verhaal nu om één, dan wel om BIJZONDERE BOMEN De Leidse theoloog prof. dr. H. Berkhof denkt dat zijn naam dateert van na Napoleon. Maar even geduld, dan zal hij een aantal papieren raadplegen. "Nee, ik zit toch fout. In de tiende eeuw kwam de naam Bercke al voor. En ik zie hier dat de naam Berkhoff opduikt in 1662". Een achterneef heeft dat allemaal uitgezocht, vertelt hij. Eén van de Berkhoffs schijnt rond 1800 naar Rusland te zijn vertrokken. "Hij is daar een beroemdheid geworden. Hij begon als scheepstimmerman, maar kwam steeds hoger op de ladder te staan". De vader van prof. Berkhof heeft één F laten verwijderen. "Het begon hem te vervelen dat mensen steeds vroegen of hij uit Duitsland kwam. Hij moet die beslissing in 1910 hebben genomen. Ik zou dus niet willen beweren dat hij anti-Duits was". Op de vraag of prof. Berkhof wellicht een voorliefde voor berken heeft, antwoordt hij: "We hebben in onze tuin twee berken staan. Ja, dat vinden we toch wel aardig, want we heten tenslotte niet voor niets Berkhof. Ik denk dat de naam daar ook vandaan is gekomen, ik bedoel, er zal wel iemand zijn geweest die een berk voor z'n huis had staan". Op de foto naast de berken? "Ach, ze zijn nog niet om over naar de Witte Singel te schrijven, maar ik zou zeggen: vooruit dan maar". twee bomen ging. Maar op grond van modern onderzoek, dat zich vooral baseert op de veronderstelling dat het para dij sverhaal in feite uit twee in elkaar geschoven verhalen be staat, kan worden aangenomen dat de twee bomen identiek As Voor het verhaal, dat het thema van de menselijke schuld en de daaraan verbonden straf het belangrijkste motief achtte, is de levensboom-functie er één van het tweede plan en de functie van "boom der kennis" doorslaggevend. Toch is deze tweede stem in de scheppings fuga nooit geheel tot zwijgen gebracht. Verwonderlijk is dat niet, want in zeer veel schep pingsverhalen kennen wij deze verbinding van motieven: de vraag waarom de mens de dood niet kan ontlopen, hangt samen met de vraag of hij door eigen schuld het goed leven in de oertuin heeft verspeeld. De levensboom in het midden van het paradijs is niet alleen de "as van de wereld", het cen trum van waaruit alles gewor den is zoals het nu bestaat, hij is ook de draagster van het le- venskruid, het geneesmiddel tot onsterfelijkheid, waarnaar een door dood en ziekte geteis terde mensheid even hart stochtelijk als tevergeefs zoekt Het Babylonische Gilga- mesj-epos, dat zijn naam ont leent aan de held, die opstan dig over de dood van zijn beste vriend het onderneemt om dit tovermiddel te bemachti gen, wordt de mislukking aan gezegd: "Gilgamesj, waarheen loop je toch? Het leven, dat je zoekt, zul je niet vinden.' Toen de goden de mensen schie- pen, gaven ze de dood de mensen als deel, zelf hielden ze het leven in de hand". Tegen deze achtergrond wordt het begrijpelijk dat juist het motief van de levensboom met Christus en zijn kruis wordt verbonden. Overigens ont breekt daarbij ook de boom der kennis niet, want een le gende vertelt dat de corrupte tuinman Adam bij zijn verdry- ving uit de hof van Eden hei melijk een appel van de boom der kennis meesmokkelde. Daaruit groeide een boom, waaruit later het kruis voor de tweede Adam werd vervaar digd. Kruis Zelfs de al eerder besproken we zensgelijkheid tussen mens en boom duikt in de middeleeuw se speculatie weer op: Christus zelf wordt als de paradijselijke levensboom voorgesteld, die opbloeit uit de schoot van zijn moeder Maria. Want, zo zegt een liturgische tekst voor de kersttijd uit de Griekse kerk: "haar lichaam toonde zich het geestelijk paradijs, waarin de goddelijke plant geboren wordt, die leven geeft, als wij ons aan haar laven". Zo ontstond het overbekende beeld van de heilige maagd als een ommuurde tuin, een hortu- la conclusa in het midden waarvan de levensboom groeit. Een variant op dit motief uit dezelfde periode stelt Maria niet als een tuin met hoge mu ren voor - een symbool dat verwijst naar haar bovenna tuurlijke zwangerschap maar juist omgekeerd als een voor ieder toegankelijke lust hof, waarin de aan de levens boom Christus groeiende vrucht der onsterfelijkheid als het ware voor het plukken hing. Met een in heel Europa verbreide traditie over een appelboom die in de kersttijd, hoewel met een dikke laag sneeuw bedekt, achtereenvolgens knoppen, bloesems en vruchten droeg, valt misschien een verband te leggen tussen het kruis als le vensboom en de ons vertrouw de kerstboom. Het gaat echter zeker te ver om ook de andere traditionele versieringen van de kerstboom, zoals andere vruchten, suikergoed en sui kerbrood en dergelijke, te wil len afleiden uit de voorstelling van Christus als het hemelse brood. Juist die eetbare versie ringen wijzen erop dat onze denneboom eigenlijk een ver dwaalde gast is op het Kerst feest. Zijn eigenlijke plaats op de kalender is in de Meimaand te zoeken. Meiboom Italië, bestond vanaf onheuge lijke tijden de gewoonte om in de meimaand - ook wel met pinksteren of bij de oogst - een berke- of denneboom uit het bos te halen, de onder ste takken eraf het zagen en de overblijvende kroon te versie ren. De boom werd dan op een centrale plaats "geplant" en rondom zijn stam speelde zich een veelheid van uitbundige vieringen van het nieuwe leven af. De kerk, die er nergens in slaag de dit voor-christelijke gebruik uit te roeien en zelfs niet om het meer dan oppervlakkig te kerstenen, zag dit ritueel met lede ogen aan: het ging niet al leen gepaard met magische ideeën - zonder dit feest zou de oogst wegblijven of het vee niet gedijen - maar ook met slemppartijen en sexuele vrij postigheden. Het siert overigens de Engelse puriteinen, die een ware oorlog tegen de May-pole hebben ge voerd, dat zij het met de mei boom verbonden bijgeloof veel zondiger vonden dan het los bandige volksvermaak op zich zelf. De relatie tussen de meiboom als levensboom en een overvloed aan lekkernijen ligt voor de hand. De oude Grieken ken den de eiresionè, de met wol omwonden en met offergaven behangen olijftak: "Eiresionè brengt vijgen en vette koeken, honing en olie om zich de le den te wrijven, en dan beker onversneden wijn, opdat zij drinke en slape". (vertaling G. van der Leeuw). Worsten De meiboom werd versierd met kransen en slingers, maar ook behangen met eieren, worsten, flessen drank, lappenstof en dergelijke. Soms probeerden de jonge mannen de gladge maakte stam te beklimmen om één of meer van de begerens waardige versieringen uit de kroon te halen: mastklimmen van onze latere volksfeesten, ïn Beieren bestond de merk waardige gewoonte om naast de pure versiering en de lek kernijen de martelwerktuigen uit het lijdensverhaal van Christus (zweep, roede, ladder, sabel, hamer en spijkers, soms ook de dobbelstenen van de soldaten en de azijnspons) aan de takken van de boom te han gen, met afbeeldingen van de kerk, de boerenhofstee, de boer en de boerin en de tekens van de handwerksgilden. De boom werd soms gekroond met een weerhaan, maar ook wel met een piek. Het is niet onmogelijk, dat som mige van onze kerstboomattri buten, zoals de kerstkransjes en de ballen, eerder teruggaan naar het zoete gebak dat de Ro meinen elkaar schonken tij dens de Saturnaliafeesten, die in dezelfde periode als ons kerstfeest gevierd werden. De vorm van die lekkernijen wijst eveneens op een verband met de vruchtbaarheid. Dat neemt echter niet weg dat de kerst boom, die in de angelsaksische landen ook nog het centrum is van de jaarlijkse uitwisseling van cadeautjes en zo nog dui delijker dan bij ons de boom van overvloed is, het beste be schouwd kan worden als de burgerlijk geworden nakome ling van de aloude boerenfami lie der meibomen. Godslasterlijk Het is een lange weg van de ver pozing - die in de fijnzinnige middeleeuwse poëzie aan de zondaar beloofd wordt, wan neer hij zich neerlegt aan de voet van het kruis naar de gezelligheid die mensen van vandaag, gelovig of niet, onder de kerstboom vinden. Ik kan mij zelfs voorstellen dat som mige lezers de vergelijking op het godslasterlijke af vinden. Het zij zo toen de eerste zen delingen bij onze voorouders de heilige eiken van Odin kwa men omhakken om op de vrij gekomen plaats het kruis te planten, zullen ze hebben ge hoopt een zuiver Christendom te zien opbloeien. Dat het in tussen niet zo gemakkelijk was om de culturele erfenis der ger- manen uit te wissen, bewijzen de in dit artikel genoemde fei ten. Literatuur Wilhelm Mannhardt. Wald- und Feldkulte, Ze dr. 1905. H. Bergema, De Boom des Levens In Schrift en Historie. Amsterdam 1928. Th. P. Van Baaren en L. Leer touwer, Doolhof der Goden. Gronin gen 1980. Prof. dr. L. Leertouwer Is hoogleraar in de algemene godsdienstgeschie denis en de vergelijkende gods dienstwetenschap te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 34