De beuk erin De Lindeboom Boomplantdag Sappho droomt van een parkje Voor ieder kind een boom VRIJDAG 24 DECEMBER 1982 blJ Dag waarop men plaatselyk of op uitgebreider schaal en al dan niet met overheidssteun boompjes laat planten ter bevordering van de liefde voor de natuur en vooral ook met het oog öfl de milieubescherming. Jan Westerlaken Misschien krijgt Lisscrbroek ooit nog wel eens zijn 'Sap pho Bijnsdorppark'. Ver noemd naar het elfjarige meisje uit dit gehucht (er wonen nog geen tweedui zend mensen), dat het idee heeft aangedragen. Met de steun van heel wat dorpe lingen. Zo maar op een verloren vakan tiedag, slenterend door Lisser- broek, raapte Sappho links en rechts kastanjes op. Toen de wandeling voorbij was en ze haar zakken leegde, telde ze er niet minder dan driehonderd. Wat moest ze ermee? De helft gaf ze aan vriendjes en vrien dinnetjes, de rest verstopte ze in de tuin achter het huis. On der zand en bladeren. Na een paar weken grote verba zing bij Sappho. Want de kas tanjes waren plantjes gewor den. De tuin stond zo vol, dat er een gedeelte werd overge bracht naar oma. Sappho kreeg toen een idee: al die bo men bij elkaar zouden een mooi parkje kunnen vormen. Tenslotte miste het dorp zo'n voorziening nog. Ze pakte pen en papier en schreef de burge meester van Haarlemmermeer over haar plannetje. De reactie was enthousiast. Het meisje uit Lisserbroek werd uitgenodigd om er in het ge meentehuis over te komen ver tellen. In het bijzijn van de jeugd-gemeenteraad en de ver antwoordelijke wethouder. Een tekening en honderdtwin tig handtekeningen overhan digde ze aan het einde van haar verhaal. "In dit parkje", licht Sappho zelf toe, "kunnen de kinderen dan fijn spelen en de oudere men sen heerlijk wandelen. Nu moeten ze met de fiets eerst naar Hoofddorp rijden om in een bos te komen. We hebben een stukje grond (bij de brand weerkazerne aan de Veenwor- telstraat) waar de bomen kun nen worden geplant. Duur hoeft het niet te zijn. De bomen zyn er, en al die mensen die een handtekening hebben ge zet willen ook helpen bij de aanleg van het park." Vóór zij naar de gemeente stapte, ging ze vele deuren in het dorp langs om steun voor haar ideetje te krijgen. Uiteindelijk vond ze die bij meer dan hon derd inwoners van Lisser broek. Eerst was men wat te rughoudend, later zagen ze toch wel wat in het plan. Wat is er inmiddels van al dat moois terecht gekomen? Wel nu, de kastanjeplantjes zijn van de achtertuin overge bracht naar de gemeente-kwe kerij van Haarlemmermeer. Nu en dan mag Sappho er een kijkje komen nemen hoe het met 'haar' boompjes gaat. Of het park er ook écht zal komen, is de nog vraag. Het idee moet nog verder worden uitgewerkt en pas dan is er zekerheid. Komt er géén park, dan zullen de bomen her en der door het dorp worden verspreid. Die be lofte heeft Sappho al op zak. Reacties? "Ja hoor", roept het meisje uit. "Een mevrouw uit Zandvoort heeft me opgebeld en voorgesteld dat als ik de bo men niet kwijtraak, ik de kin deren in mijn klas moest vra gen met vaderdag nu eens geen sigaretten te geven, maar een kastar\jeplantje". En? "Ze vonden het best leuk. Maar ze willen toch liever een parkje hebben." Sappho Bijnsdorp uit Lisserbroek met één van haar kastanjeplanten. Boomplantdag is een feest voor de kinderen. Al vijfen twintig jaar lang. Honderd duizenden zesdeklassers hebben samen in die kwart eeuw al vijf miljoen boompjes in de grond ge zet. Heel wat, zo'n getal met zes nullen. Maar is dat ook zo? Formeer ze eens tot een bos. Wat is dan het effect? Zeg maar gerust gering. Die vijf miljoen bomen op één stuk grond leveren een bosje op van ongeveer vijf vierkante kilometer. Nederland is bosarm. Bijna het armst van heel Europa. Slechts acht procent van ons land is bebost. Met Groot-Brittannié is het nog droeviger gesteld: daar is nauwelijks vijf procent van de bodem bedekt met bo men. Magertjes vergeleken met Luxemburg, dat er met dertig procent bos warmpjes bij zit. Hoe komt het toch dat Nederland zo weinig bossen heeft? Roofbouw "Wij zijn opruimers", zegt inge nieur J.A. van Slooten van Staatsbosbeheer. "Land wil den we hebben. De boom werd derhalve als lastig ervaren. Dus weg ermee. Gelukkig ziet men tegenwoordig in dat we met al dat ontbossen niet op de goede weg zaten. Maar intus sen zijn we nog altijd kortzich tig bezig. Alleen het gewin op korte termijn is ons dierbaar. En als we op deze manier door gaan met roofbouw te plegen, dan gaat de wereld naar de knoppen. Dat is duidelijk". Laat - maar nog altijd beter dan in het geheel niet - komt Ne derland nu tegemoet aan de roep om nieuwe bossen. In de jaren '90 komt er 35.000 hectare bij. Verdeeld over de nieuwe polders en de randstad. Tussen Leidschendam, Zoetermeer en Delft. Juist in de buurt van grote steden. Want daar is de behoefte aan bos het grootst. Want precies in de gebieden waar de meeste mensen leven, staan de minste bomen. Ir. Van Slooten: "Ik moet het eer lijk toegeven: de stadsranden zijn altijd stiefmoederlijk be deeld. Iedereen zei altijd: ga maar naar de Veluwe, daar is bos genoeg. Bovendien, de schaarse grond in die randstad is voor het merendeel in han den van projectontwikkelaars. Die is dus niet te betalen. Ze ker niet om er bos op tot ont wikkeling te brengen." Wat is de natuurwaarde van 35.000 hectare nieuw bos? Van Slooten maakt een hulpeloos gebaar. "Dan zou je aan grotere oppervlakten moeten denken. Nee, 35.000 hectare is in dat op zicht niet zo bar veel. Hoe gro ter een bos, hoe vollediger een leefgemeenschap van dieren en planten erin kan zijn. Er wordt zelfs serieus overwogen om diersoorten als de oeros, de eland, de Schotse hooglander en zelfs een afstammling van het steppe-paard weer terug te halen. Voor de instandhouding De grootste vijand van de boom is cynisch genoeg de mens. Jarenlang kapten we maar raak, totdat we een klein beetje begonnen in te zien dat ons milieu in de verstikking raakte. Een kwart eeuw "boomplantdag" is een uitvloeisel van die keer ten goede, en sinds tien jaar bezitten we ook een Nationale Bomenbank die al 15.000 bomen van de bijl heeft gered. Maar of het allemaal helpt blijft de vraag, want het gewin op korte termijn is ons nu eenmaal dierbaar. Toekomstplannen: snelgroeiende bossen, enkel en alleen voor de houtproduktie. Dus andermaal: van een natuurgebied is hun rol van wezenlijke betekenis". Stof Recreatie en houtproduktie. Voor beide zijn de bossen van onschatbare waarde. Maar er is meer. Laten we eens kijken naar wat een volwassen boom van zo'n tachtig jaar oud voor de mens betekent Piet de Win ter, direkteur van de Nationale Bomenbank in Sliedrecht (een bank die in zijn tienjarige be staan zeker 15.000 bomen van de bijl heeft gered): "Een vol wassen boom geeft op één dag net zoveel zuurstof af als een mens gemiddeld in zijn leven Marloes van der Horst en Judith Oskam in het Alpheuse Luierpark. verbruikt. Je kan het ook an ders zeggen: een grote boom scheidt net zoveel zuurstof af als duizend kleine. Daarnaast zijn bomen enorme stofvan- gers. Per jaar kunnen ze wel duizenden kilo's opvangen. Neem een volwassen beuk. Die heeft zeg maar zo'n 700.000 bla deren. Hij kan gemakkelijk 1300 kilo zwevend vuil opne men. En als het gaat regenen vloeit het eraf. Waarna de boom opnieuw stof kan opvan gen. Wel is het zo dat de boom minder zuurstof afgeeft als de bladeren onder het stof zitten" De natuurwaarde van een boom kan tegenwoordig ook in geld Naar de baas vernoemd, zegt de werknemer met grote stelligheid. En die baas is op dit moment even niet in de zaak, dus als we het over tijdje nog eens zouden willen proberen. Hij heeft het over café Lindeboom aan de Voorstraat in Katwijk. Lindeboom zelf vertelt even later dat hij weliswaar in het bezit is van een familiestamboom, maar hoe hij noet precies aan die naam is gekomen, Joost mag het weten. "Er zal wel een familielid bij een lindeboom hebben gewoond", verondersteld hij. "Weet u overigens wat lindeboom in het latijn is? Tillia. Hoe ik dat weet? Ik heb mijn boot die naam gegeven". "Ja hoor, ik weet drommels goed hoe een lindeboom er uit ziet. In Noordwijk heb je overigens een Lindeplein, daar ben ik wel 'ns geweest. En ook op de Voorstraat in Katwijk stonden vroeger lindebomen". Maar hoe jammer ook, die bomen zijn allemaal verdwenen. "Allemaal", herhaalt Lindeboom nog eens ten overvloede. "In de oorlog zaten de mensen namelijk zonder hout. Dus wat deden ze. Ze zaagden die bomen om. Waarschijnlijk zijn ze begonnen met de takken, maar uiteindelijk stond er niets maar dan ook helemaal niets meer". "Tja", besluit hij melancholiek. "In de Voorstraat staat nu gelukkig nog één lindeboom. Eentje. Mijn café dus". worden uitgedrukt. Hoe, dat ligt een beeljë aan de soort, de leeftijd en de plaats waar hij staat. Piet de Winter daarover: "De gemiddelde prijs ligt rond de drie gulden per vierkante centimeter. Een populier is bij voorbeeld minder waard dan een beuk. Want een populier is in dertig jaar volwassen en een beuk pas na honderd jaar. Ik heb het wel meegemaakt dat de waarde van zo'n oude boom veertigduizend gulden be droeg. Als er op een bepaalde plek een nieuw gebouw moet komen, dan kan het zijn dat er bomen in de weg staan. Dus weg ermee. Maar er is niemand die er op dat moment geld voor neertelt Je reinste kapitaals vernietiging, ook als er bijvoor beeld een auto tegenaan rijdt. Nu kan de bestuurder niet meer zeggen: jammer, hier heb je honderd gulden voor een nieuwe. Je kunt op hetzelfde ogenblik aantonen wat de werkelijke waarde van die boom is." Praten Nog even terug naar onze toe komstige nieuwe bossen, die in hoofdzaak snelgroeiende bomen zullen gaan herbergen teneinde de houtproductie van dienst te zyn. Een goede zaak? Ir. Van Slooten: "Laten we reéel zijn. Een bos heeft drie functies: het levert hout op, je kunt er recreëren en het heeft natuurwaarde. Wij kunnen het ons in dit kleine landje niet veroorloven om alleen maar bossen omwille van de natuur waarde aan te leggen. Daartoe ontbreekt ons hier nu eenmaal de ruimte. Het blijft altijd pas sen en meten. Maar intussen zijn de aanspraken op de bo dem al zo groot, datje onmoge lijk maar kunt aanrommelen. Gelukkig zijn we nu al zo ver dat bouwers en natuurbescher mers met elkaar praten. En als we de handen ineen slaan kun nen we best wat bereiken". Zou ooit het besef tot de Neder lander doordringen welke waarde de boom in zijn leven vertegenwoordigt? Van Sloo ten: "Ik ben daar nog niet zo van overtuigd. We zijn nu een maal niet bereid om iets voor de natuur in te leveren. Hoe dat komt? Omdat we deel uit maken van een mensbeeld waaruit we als kortzichtige, in halige dieren tevoorschijn ko men. Maar om verder te leven zal er hoe dan ook water bij de wijn moeten". t Het zal je maar gebeuren: je ligt, in het kraambed. Je man heeft aangifte van het kind gedaan, komt thuis en zegt: 'Als cadeau heb ik een boom gekocht. Hij wordt in het Luierpark geplant'. Dan knipper je wel even met de ogen. Inderdaad, dit overkwam me vrouw Van der Horst, moeder van de inmiddels tweejarige dochter Marloes. "Een ander krijgt een gouden ring of een horloge, maar ik kreeg en boompje. Weet je, ik was er best blij mee." De 431 bomen die de gemeente Alphen aan den Rijn in het Luierpark heeft gezet, hebben stuk voor stuk hun eigen ver haal. Dat Luierpark kwam er toen de dienst openbare werken een kwart eeuw be stond. In het 'Jaar van het Kind' wilde zij daadwerkelijk iets voor het kind doen. De heer Du Bois (vrij vertaald Van 't Hout), beheerder van het groen in de Rijnstad, kreeg de opdracht wat te ontwerpen. Dat deed hij en zo kwam het Luierpark tot stand. De boompjes werden voor vijfen twintig gulden per stuk ver kocht als een vader aangifte van een kind kwam doen. De opbrengst, bijna elfduizend gulden, ging naar Unicef. Iedereen weet zijn boompje te vinden. Want op de houten steunpaaltjes zijn plaatjes met de namen van het kind aange bracht. "Het is er altijd druk", weet Du Bois. "Kinderen die bij de boom worden gefotogra feerd of samen met opa of oma op de kiek moeten. Wij onder houden het parkje, dat hoeven de ouders niet te doen. Ja, we krijgen geregeld telefoontjes of brieven met de melding dat een boompje het heeft bege ven. Of het kan worden ver vangen. Natuurlijk, dat doen we dan." Wat Du Bois vooral belangrijk vindt, is dat de kinderen het besef krijgen dat er iets van hen zelf §taat. "Dan krijgen ze binding met zo'n gebiedje en zullen ze er niet zo gauw een tak afrukken. De kinderen le ren op die manier het groen waarderen. Dat is ook wat waard." De familie Oskam volgde het voorbeeld van 430 anderen. Voor dochter Judith (inmid dels 2 xh jaar oud) werd ook een boom gekocht. Over de ge dachte erachter zegt haar moe der: "Het idee dat het geld aan arme kinderen werd besteed vond ik erg goed. Daarom heb ben we er met plezier hieraan meegedaan." Het gezin Oskam waardeert de natuur. Toen de eerste zoon werd geboren, werd er in de tuin bij het huis een braam struik geplant. Toen Judith op de wereld kwam, werd er een boompje naast gezet. "Wij gaan geregeld naar het park om te kijken of de boom groeit. Elk jaar maken we foto's voor het plakboek." Helemaal uniek is het Alphense Luierpark overigens niet. De gemeente Amsterdam had er al een lang voor dat Alphen eraan dacht. Het idee is, zeker wat de Rijnstad betreft, aangeslagen. Of er ooit nog eens een herha ling van komt? Du Bois: "Moeilijk te zeggen. Maar in dezelfde vorm denk ik niet. Je zult naar wat anders moeten zoeken en een goede aanlei ding moeten hebben. Eén ding is duidelijk: de relatie mens boom is er positief door beïn vloed."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 30