Chantage?
Krant moet
zelf grens
afbakenen
c
Effect lagere
belasting op
fraude gering
"Perspauze" na eis ontvoerders Van der Valk
Lezers schrijven
Haakmat
Russen
WOENSDAG 22 DECEMBER 1982
Meningen
Meningen op deze
pagina zijn voor
rekening van de
auteurs
'Pers zwicht voor eisen ontvoer
ders', stond dezer dagen in de
krant. Lezers zullen dat bericht
met gemengde gevoelens heb
ben bekeken. Tevreden, omdat
hieruit blijkt dat journalisten het
leven van de 51-jarige ontvoerde
mevrouw Van der Valk uit Nu
land belangrijker vinden dan de
nieuwsvoorziening over deze
zaak. Maar ook ongerust, omdat
je je kunt afvragen waar het naar
toe gaat als ontvoerders of ande
ren bepalen wat journalisten wel
en niet mogen berichten over
een bepaalde affaire.
Het is misschien een unieke zaak
dat journalisten besluiten op ver
zoek van ontvoerders nieuws
voor zichzelf te houden. Het ge
beurt wel eens meer dat, op ver
zoek van de politie, zaken die op
zich interessant zouden zijn voor
de lezer, niet of pas later in de
krant komen. Niet vaak en altijd
vrijwillig.
Treinkaping
Zo'n verzoek is bijvoorbeeld geho
noreerd in '77, toen journalisten
er lucht van kregen dat in Gilze-
Rijen militaire oefeningen wer
den gehouden ter voorbereiding
van de bevrijding van passagiers
in de gekaapte trein bij De Punt.
In overleg met de autoriteiten
hebben de media dit nieuws vrij
willig verzwegen. Het belang
sprak voor zich: als de kapers
van dit feit op de hoogte zouden
zijn, liepen de treinpassagiers
misschien extra gevaar.
Wordt in zo'n geval het grondrecht
van vrijheid van meningsuiting
vastgelgd in art. 7 van de Grond
wet, opzij gezet? Nee. Het grond
recht is niet geweken, maar de
pers laat het gebruik ervan op
dat moment schieten.
Dat zo'n afspraak om iets buiten de
media te houden vrij moeilijk te
maken is, is duidelijk. De ketting
is zo sterk als de zwakste scha
kel. Als een krant of omroepor
ganisatie zegt: wij hebben met
zo'n afspraak niks te maken, zul
len andere media - misschien uit
concurrentieoverwegingen - ge
makkelijker besluiten dan ook
maar te publiceren. Of die publi-
katie waardering oogst, is punt
twee.
Bevrijdingsactie
Toen in Mogadisjoe in Oost-Afrika
passagiers van een gekaapt Luf-
thansa-vliegtuig moesten wor
den bevrijd, vreesden de Duitse
autoriteiten dat het radiocontact
met het bevrijdingscommando,
op weg naar het gekaapte toestel,
afgeluisterd zou kunnen worden
en dat de voorgenomen bevrij
dingsactie voortijdig in de publi
citeit zou komen. Le vroegen
daarom de media in Duitsland en
in het buitenland over deze ope
ratie te zwijgen.
In Engeland voldeden twee kran
ten en een radiostation niet aan
dat verzoek. Ze schreven er dus
wel over. Zonder gevolgen voor
de gegijzelde passagiers overi
gens, want de bevrijding slaagde.
Maar ze werden wel aangevallen
door collega-journalisten in an
dere kranten. De Sunday Times
schreef toen in een hoofdartikel:
„Dit was nu niet bepaald de gele
genheid bij uitstek om als dappe
re ridders van de pen de al te
machtige autoriteiten te lijf te
gaan. Dat twee dagbladen dat
wel deden, zal ze bij het publiek
niet populairder maken. Ook zul
len ze geen respect verwerven bij
hun vakgenoten".
Mevrouw Van der Valk kort na haar vrijlating. Zij zal even later een dankwoord richten aan de pers.
besprekingen tussen de minister
van justitie, de Nederlandse Ver
eniging van Journalisten en het
door G reetje van
der Veen en
Wim Fortuyn
Nederlands Genootschap van
Hoofdredacteuren. Een van de
taken van het orgaan was, zonder
bindende afspraken of voor
schriften te maken, te zoeken
naar oplossingen van praktijk
problemen tussen justitie en po
litie enerzijds en de pers ander
zijds.
niet publiceren
Binnen dat overleg is in principe
overeenstemming bereikt over
de mogelijkheid van zogenoem
de perspauzes. En onder per
spauzes wordt verstaan op vrij
willige basis, in bepaalde geval
len iets niet te publiceren, om het
leven slachtoffers die bij het ge
beuren betrokken zijn te redden.
Overleg
In Nederland is in 1976 het overleg
orgaan Justitie-Politie-Pers tot
stand gekomen, als resultaat van
Zo'n afspraak op basis van weder
zijds respect is te verdedigen, zo
lang overheid en politie opening
van zaken blijven geven en niet Grondwet
(meer en meer) gaan uitmaken
wat er wel en niet in de krant
komt. Anders ligt dat, als ont
voerders gaan eisen dat de pers
zwijgt. Onder dreigementen toe
geven aan een dergelijke eis
komt neer op niet meer of min
der dan zwichten voor chantage.
Dan is er geen sprake van weder
zijds respect en is de volgende
eis gauw gesteld.
Nu worden journalisten wel vaker
onder druk gezet. In zoverre is de
zaak Van der Valk niet uniek.
Dreigen met geweld hoort daar
soms bij. Dat ondervond kort ge
leden een fotograaf die voor het
Leidsch-Alphens Dagblad in
Katwijk een slepende "burenruzie
in beeld wilde brengen. En zo
plegen sommige burgemeesters
of andere hoogwaardigheidsbe
kleders nog wel eens een hoofd
redacteur te overreden een hun
onwelgevallig bericht uit de ko
lommen te houden. Of stappen
zakenlieden om dezelfde reden
naar een dagbladdirecteur onder
het dreigement niet meer te ad
verteren. Bekend is het geval van
de voorzitter van een midden
standsvereniging, die bij een
kleine krant persoonlijk op de
zetterij verscheen met de bedoe
ling een bericht in voor hem gun
stige zin te corrigeren.
Geen rechtgeaard journalist zal en
mag zich door dergelijke chanta
gepogingen laten verleiden tot
het verzwijgen of verdraaien van
feiten. Want altijd moet uitgangs
punt blijven, dat de pers tot prin
cipiële taak heeft de lezer zo
compleet mogelijk te informe
ren. Persvrijheid is niet voor
niets in de grondwet verankerd.
Zij is een hoeksteen van de de
mocratie en mag daarom niet
vrijblijvend worden gehanteerd.
Marchanderen, al dan niet onder
druk, is uit den boze.
Maar daar staat tegenover, dat een
journalist niet zomaar een men
senleven kan negeren. Daarom
zijn er (vrijwillige) afspraken ge
maakt met politie en overheid en
zweeg de pers destijds bij de oe
feningen in Gilze-Rijen. Daarom
heeft de Nederlandse pers in de
zaak Van der Valk eenstemmig
besloten gehoor te geven aan de
eis van de ontvoerders. Daarom
verzweeg in 1975 het Nieuwsblad
van het Noorden ongevraagd dat
zijn toenmalige hoofdredacteur,
Ger Vaders, een van de gijzelaars
was in de trein bij Wijster.
Geen overdreven voorzichtigheid,
zoals datzelfde Nieuwsblad van
het Noorden in 1978 op wrange
wijze zou ervaren. Bij de gijze
ling in het Asser provinciehuis in
mei van dat jaar maakte het blad
bekend, dat zich onder de gijze
laars twee gedeputeerden bevon
den. Juist zij werden doodge
schoten.
Geen censuur
In principe is er tussen al deze
voorbeelden geen verschil. Het is
steeds de pers zelf, die de verant
woordelijkheid heeft genomen.
De vraag is dan, of zij haar eigen
lijke taak daarbij niet heeft vero
nachtzaamd. Als men als uit
gangspunt neemt dat dat niet het
geval is geweest in de gevallen
waarbij op verzoek van overheid
of politie een perspauze in acht
werd genomen, is er geen reden
in de zaak Van der Valk anders te
veronderstellen. Ook nu kan (en
moet) immers alsnog volledige
opening van zaken worden gege
ven, zodat het publiek geen in
formatie zal zijn onthouden. Er
heeft geen censuur plaatsgevon
den.
Of er nu sprake is van een verzoek
(van de politie) of een eis (van
ontvoerders), in beide gevallen
geldt dat inwilliging alleen kan
geschieden als daarmee niet de
bijl wordt gezet aan wortel van
de persvrijheid. Het is misschien
uniek, dat de Nederlandse pers
eenstemmig toegeeft aan de eis
van criminelen. Maar daarmee
zijn geen (nieuwe) grenzen over
schreden.
De schrijvers zijn redacteur bij resp.
het Nieuwsblad van het Noorden en
het Leidsch-Alphens Dagblad. De me
ning komt voor rekening van laatstge
noemde.
In het verleden zijn heel wat gis
singen gedaan naar de hoeveel
heid zwart geld in Nederland.
Een recente schatting van het
Centraal Bureau voor de Sta
tistiek geeft als grenzen 25 en
30 miljard aan. Dat lijkt een re
delijke benadering.
Zwart geld is sterk in de belang
stelling komen te staan, nadat
twee journalisten van Nieuwe
Revue aantoonden dat banken
bereid zijn zwart geld aan te
nemen en buiten het zicht van
de belasting te beleggen.
Ter discussie staat daarbij vooral
het zogenaamde gentlemens
agreement. Sinds de Tweede
Wereldoorlog voert de belas
tingdienst een zeer terughou
dend beleid ten opzichte van
de banken. Voor het verkrijgen
van gegevens over derden kan
de inspectie bij elk bedrijf de
boeken inzien, behalve bij de
banken. Dan wordt grote voor
zichtigheid in acht genomen.
Nu de banken zwart geld zonder
problemen blijken aan te ne
men, is dit in een wat vreemd
daglicht komen te staan. De
vraag komt naar voren of er
nieuwe regels nodig zijn, wil
de belastinginspectie het zwar
te geld bij de banken aan kun
nen pakken.
In beginsel hoeft dat niet. De in
spectie heeft voldoende ruime
bevoegdheden. Alleen dat
gentlemens agreement moet
worden herzien. Dat kan zon
der problemen. Banken zijn
normale bedrijven; er is geen
reden voor een uitzonderings
positie. De bewering dat een
speurtocht naar zwart geld bij
de banken zal leiden tot een
vlucht van kapitaal, dient met
een korrel zout te worden ge-
Dat laatste wordt altijd gezegd
als aan de positie van de ban
ken geknaagd dreigt te wor
den.
Over de oorzaken van de fraude
zelf is een groot aantal onder
zoeken verschenen, waaronder
het geruchtmakende rapport
van oud-directeur-generaal
van de belastingen Van Bij-
sterveld. Daaruit kwam naar
voren dat er nogal in de sfeer
van inkomstenbelasting ge
knoeid wordt. Als voornaam
ste oorzaken zijn genoemd:
verdwijnt veertig tot vijftig
cent van elke gulden naar de
belasting.
Te lichte sancties. Fraude is in
het verleden te weinig met
zware straffen aangepakt.
Te kleine pakkans - naarmate
de kans afneemt om gecontro
leerd te worden, neemt de frau
de toe. Een bv of nv wordt ge
middeld niet vaker dan een
keer per tien jaar gecontro
leerd. Een Franse krant
schreef vong jaar midden in
Parijs een belastingparadijs te
hebben ontdekt. Het bleek dat
zich in een bepaalde wijk
steeds meer ondernemers ves
tigden. De reden was een zeer
kleine pakkans. De kans op
controle was slechts een keer
per 50 jaar.
door
Willem Vermeend
Een verslechterende burgerlij
ke moraal. In een Italiaanse
film uit de jaren vijftig werd de
goede belastingmoraal, naast
de klomp en de tulp, nog ken
merkend genoemd voor Ne
derland. Volgens een van de
laatste onderzoeken zegt nu
nog maar een op de drie Neder
landers alles aan de belasting
op te geven. Dertig procent
zegt inkomsten te verzwijgen;
veertig procent zegt aftrekpos
ten op te kloppen.
Daarnaast zijn als redenen om te
frauderen nog genoemd: m'n
concurrent doet het, dus moet
ik ook wel. En: de besteding
van belastinggeld door de
overheid deugt niet. Dat laat
ste is natuurlijk een gezocht ar
gument. Het gaat hier uitslui
tend om eigenbelang.
De fiscus heeft de laatste jaren
de strijd met de fraude aange
bonden met gerichte acties,
waarbij complete branches
zijn doorgelicht. Bekend zijn
de acties Schuimkraag, die
voor 300 miljoen aan extra aan
slagen opleverde in de horeca-
sector, en Goudtand (17 mil
joen in de tandheelkundige
sector). Deze onverwachte en
succesvolle acties moeten wor
den voortgezet Daarnaast
moet verder gezocht naar de
meest effectieve methoden om
fraude aan te pakken.
In dat verband is een rapport van
de laatste minister van finan
ciën, Van der Stee, wat teleur
stellend. Het legt sterk de na
druk op het belastingtarief als
oorzaak van de fraude. Het
speelt natuurlijk wel een rol,
maar op dat gebied liggen wei
nig mogelijkheden tot effectie
ve bestrijding. Uit enquêtes,
waarin is gevraagd naar het
een maximumtarief dat niet
leidt tot frauderen, is naar vo
ren gekomen dat 52 procent
van de ondervraagden een ta
rief van 50 procent als grens
ziet.
Dat betekent dat je het huidige
maximum tarief van 72 procent
met twintig procent zou moe
ten terugbrengen. En dat
houdt in dat de overheid nog
veel meer moet bezuinigen dan
nu al het geval is. Het effect is
bovendien twijfelachtig. In
omliggende landen is de om
vang van de fraude niet klei
ner, soms zelfs groter, ook al is
het belastingtarief er lager.
De auteur is nscaa! jurist bij de rijksu-
niversiteit Leiden.
Het plaatsen van brieven van lezers betekent niet dat de
redactie de daarin weergegeven mening onderschrijft.
Brieven kunnen van redactiewege worden ingekort
Na twintig jaar verblijf in Neder
land pakt Haakmat zijn koffers
in om de militaire elite in Surina
me zijn diensten aan te bieden.
Zoiets heet dan "op verzoek van
Chin a Sen".
Ik denk, dat Haakmat bij zijn re
laas in het Leidsch-Alphens Dag
blad van zaterdag 18 december
j.l. rekent op de naiviteit van de
lezers. Want het verhaal ging
voornamelijk over Bouterse en
diens minder ontwikkeldheid.
Waar ik benieuwd naar ben, is
welke de beweegredenen van de
heer Haakmat geweest zijn om in
het militair bewind te gaan parti
ciperen.
Immers, je koffers pakje pas in na
dat je het eens bent met het in
Suriname gevoerde beleid en te
vens bereid bent mede uitvoe
ring daaraan te geven. Daarom
staat een ding onomstotelijk vast
en dat is dat Haakmat niet naar
Suriname is vertrokken om de
democratie te herstellen.
Tijdens zijn ministerschap heeft
hij geen gelegenheid onbenut ge
laten te verkondigen dat er in Su
riname naar een eigen Surinaam
se democratie gewerkt zal wor
den, zonder daarbij te vermelden
hoe die democratie er uit zou
moeten zien. Inmiddels weten
we wat onder een Surinaamse
democratie moet worden ver
staan. Ook voor het vertrek van
Haakmat naar Suriname begon
de Surinaamse democratie zich
af te tekenen.
Zo werd uit naam van de democra
tie de procureur-generaal neer
geschoten omdat hij zich had
verzet tegen de militaire coup;
uit naam van de nieuwe Suri
naamse democratie werd met het
geweer in de aanslag het parle
ment gedwongen een wetje aan
te nemen waarbij bepaald werd
dat de staatsgreep de beste op
lossing voor Suriname was en
dat de militairen buiten alle
rechtsvervolging werden gesteld
en dus werd de revolutie gewet
tigd; uit naam van de nieuwe Su
rinaamse democratie werd het
gekozen parlement per decreet
naar huis gestuurd; uit naam van
de nieuwe democratie diende het
justitieel apparaat rekening te
houden met de wensen van de
militairen.
Deze feiten waren bekend voordat
Haakmat besloot naar Suriname
te vertrekken. Dit impliceert, dat
hij bewust gekozen heeft voor de
nieuwe democratische rechtsor
de. Toen Haakmat vice-premier,
minister van buitenlandse zaken,
minister van justitie was heeft hij
niets gedaan om deze zaken
recht te trekken.
Haakmat kon weten (uit de historie
en vandaag de dag nog) dat een
militair regime de burgers alleen
maar ellende brengt. En wie
meewerkt of meegewerkt heeft
aan de instandhouding van een
militair regime, is mede verant
woordelijk voor de wandaden
die uit dat regime voortkomen.
Daarom moet Haakmat nu niet
de heilige onschuld gaan spelen.
George Hewitt
Klimopzoom 114
Leiderdorp
De heer Hollebeek legt in zijn brief
(in deze krant van 16 december
j.l.) een verband dat mij nogal be
vreemdde. Het betreft een impli
ciete vergelijking tussen het Der
de Rijk en de huidige westerse
wereld. Het vijand-denken van
Hitier en zijn consorten wordt
vergeleken met het beeld dat wij
(enige groeperingen uitgezon
derd) hebben van de Sowjetunie.
Hoe ridicuul die vergelijking is
blijkt uit het feit dat de SU een
oorlogs-economie heeft, dat in de
SU de jeugd op zeer jonge leef
tijd een paramilitaire training
ontvangt en dat in de SU diezelf
de jeugdigen wordt ingepompt
dat zij moeten strijden tegen de
"westerse kapitalisten en uitbui
ters".
De heer Hollebeek is op één punt
nogal vaag: moeten we denken
dat de SU helemaal geen moge
lijke vijand is (zie Afghanistan),
of dat er nog andere mogelijke
vijanden zijn, die het tegen de
NAVO zouden willen, durven of
kunnen opnemen?
Zouden de grootmachten of het ka
pitaal serieus afsturen op een
oorlog als zij weten dat er in het
geval van een kernoorlog niets
van ze zou overblijven? Zouden
ze echt last hebben van een zelf
moordpsychose? Gelet op de
huidige situatie blijkt het ant
woord althans voor de westerse
wereld 'nee' te zijn.
Het is zeker niet mijn bedoeling ge
weest alleen de SU de schuld te
geven voor het uitbreken van
W.O. II. Hitier voelde zich onge
twijfeld een stuk veiliger toen hij
zich van rugdekking had verze
kerd. De laksheid die er in vele
westerse landen (ook in Neder
land) heerste, is er één van de
oorzaken van geweest dat bij
voorbeeld Hitiers zeemacht zich
zo enorm uitbreidde. U zult zich
ongetwijfeld de tijd van 'Het ge
broken geweertje' kunnen herin
neren. Een droom die wreed
werd verstoord op die beruchte
ochtend in mei. Velen schijnen
daarvan echter nog niet geleerd
te hebben.
Overigens, ik meen dat het Solzje-
nitsyn was, die eens eens gezegd
heeft dat Stalin maar één man
vertrouwd heeft in zijn leven, en
die man heette Adolf Hitler. Ik
heb dan ook zo mijn twijfels over
de door de heer Hollebeek ge
noemde reden voor het niet-aan-
valsverdrag. Tijd en ruimte
scheppen? Wat dacht u van het
tussen Duitsland en de SU opde
len van Polen? Op dezelfde dag
waarop ik uw brief las stond er
ook een bericht in dc krant over
de plannen van het bij dc SU in
lijven van het noordelijke deel
van Afghanistan. Dc ontwikke
lingen lopen na 40 jaar nog altijd
opmerkelijk parallel.
Democratiseringsbeginselen ma
ken wel degelijk een belangrijk
deel uit van de Amerikaanse po
litiek inzake Latijns-Amerika.
Het is echter zeer wel te begrij
pen dat de VS liever een hen
goed gezind regime steunen met
daarmee gepaard gaande contro
le over de democratisering in dat
land, dan dat zij een tweede, der
de of vierde Cuba voor de deur
willen hebben.
De geschriften van Pax Christi en
andere "vredes"bewegingen zyn
mij bepaald niet onbekend. Jam
mer, dat er niet wordt geschre
ven over de huidige situatie in
Nicaragua, Vietnam en nog vele
andere "bevrijde" staten. Op een
of andere manier zu l u. heer Hol-
lebcek, er kans toe, om em VOOT
mij onbegrijpelijke reden, Israël
in uw betoog te betrekken.
De dissidenten worden in de SU,
naar u, hopelijk terecht, aan
neemt, inderdaad niet met bull
dozers onder de grond gescho
ven. De SU kent subtieler me
thoden zoals werkkampen, psy
chiatrische inrichtingen, bedrei
ging van familieleden, gevange
nissen, weigering van visa en
dergelijke. Zo juist heb ik al de
vergelijking tussen Hitlcr-Duits-
land en de SU besproken. Nu tk
de weigenng van visa noem valt
mij nog een punt in.
De SU doet namelijk op dit punt
hetzelfde als Hitier Ook in de SU
mogen Joden veelal het land niet
uit. Ook in de SU worden bevol
kingsgroepen op (rood-)fascisti-
sche wijze gediscrimineerd en
monddood gemaakt en wordt
men paranoïde of schizofreen
verklaard als men weg wil of het
niet eens is met het heersende re
gime van, door arterioscleros
aangetaste, bejaarden.
Ik denk dat het tijd wordt dat som
mige groeperingen in ons land
cn in de ovenge landen van het
vrije WWtoll hun i«ml Lntalli
tuele masochisme laten varen en
landen als dc SU en haar satellie
ten eens op hun daden gaan
beoordelen Misschien komen
die groeperingen er dan achter
dat zij bestaan dankzij ons demo
cratische en kapitalistische stel
sel en niet ondanks dat stelsel.
F Kromhout
Contactpersoon van de OSL-Stich-
tmgen voor Vryheid en Veilig
heid, afd. Leiden
Postbus 1133
2340 BC Oegstgcest