Kleine winkeliers vormen front tegen supermarkten Amsterdam laat hoofd hangen Geldmarkten Beursweek Kijk en vergelijk zelf maat Dan ziet u wie écht 't goedkoopst is, Zwart bankieren: Adam at 'n appel ZATERDAG 18 DECEMBER 1982 DEN HAAG - De georganiseerde groothandel, die probeert front te maken tegen de bedreiging door het grootwinkelbedrijf, heeft het bij neergaande con junctuur niet gemakkelijk. Meer bundeling van activitei ten stuit nogal eens op het feit dat het om familiebedrijven gaat, die elkaar beconcurreren en bovendien niet graag zelf standigheid inleveren. Er zijn dus duidelijk „emotionele weer standen" te overwinnen. Binnen de Federatie van de Groothandel in Levensmidde len ziet men over het algemeen wel in dat ingrijpende wijzigin gen in het patroon nodig zijn. En dat men daarbij verzekerd moet zijn van de medewerking der zelfstandige levensmidde lendetaillisten, de afnemers dus, want deze schakels zijn on losmakelijk verbonden. Mede door de uitgebreide taken van de groothandels in samenhang met de vele soorten van inkoop combinaties en vrijwillige fi- De federatie vierde juist onlangs het 75-jarige jubileum. De leden zijn: Centrale A 0 Nederland, Centra Nederland, coöperatie GIB, Kroon Levensmiddelenor ganisatie, Makro, Spar Centra le, Sperwer Nationaal, coöpera tieve vereniging voor de Neder landse Melkhandel SRV, Coop. Groothandel TIP, Verkoopge meenschap Végé, Vivo. Deze organisaties moeten zich ook verweren tegen zogenaam de vrije grossiers, die „een gat in de markt" hebben gezien en daarin zijn gedoken. Reden te meer voor de bij de federatie aangeslotenen om behalve indi vidueel op te treden ook geza menlijk een „tegenoffensief" te ontketenen. Daarover is nu de discussie volop aan de gang in deze toch altijd al beweeglijke sector. Als het aan het grootwinkelbedrijf ligt zullen er over een aantal ja ren alleen nog levensmiddelen- winkels zijn, die Albert Heijn, Edah, Dirk van den Broek of soortgelijke namen hebben. De ze grootwinkelbedrijven zullen dan het monopolie hebben en de „zelfstandige kruidenier" zal ver dwenen zijn. Zo lijkt althans de toekomst eruit te zien, een beetje versimpeld, want zo eenvoudig ligt de situatie niet. De feiten zijn: het grootwinkelbe drijf wist zijn marktaandeel in de levensmiddelen van 1975 tot nu op te voeren van 35 tot 51 pro cent. Verwachting: over drie tot vier jaar 60 procent. Steeds meer zelfstandige kruideniers hieven de afgelopen jaren hun zaak op en vloeiden af (meestal in de ar beidsongeschiktheidswet), velen zitten nogal „vast" aan hun gros- Andere zelfstandigen worden aan getrokken door de mogelijkheid „zetbaas" van Albert Heijn te worden. Dit zogenoemde „fran- chisen" houdt in dat een onder nemer voor eigen rekening zijn zaak volgens de AH-winkelfor- mule exploiteert. Hij is daarbij verplicht alle artikelen van Al- bert Heijn te voeren, maar tege lijkertijd ontlast hem dat ook van veel rompslomp. Belangstelling blijkt er genoeg voor deze formu le, zo stelde AH-directeur Hun- feld onlangs vast. Er is nu een jaar mee geëxperimen teerd en het succes bleek groot. Er kwamen in dat jaar veertien franchise-contracten tot stand die in totaal 22 winkels omvat ten; deze maand gaat de 23e open. In de betrokken zaken groeide de omzet met gemiddeld 40 procent. Op jaarbasis komt de totale omzet van de franchise- winkels op 100 miljoen gulden uit. Albert Heijn zelf speelt met zijn nieuwe project al ongeveer quitte. Na het succesrijke eerste jaar gaat Albert Heijn nu actief r gadigden zoeken. Het volgt in zijn systeem in grote lij nen het voorbeeld van de Hema, die het al lange tijd toepast. Men meent dat er tussen de 300 en 400 bevolkingscentra geschikt zijn voor AH-winkels op franchise basis. De eersten, die krachtig tegen dit franchisen stelling nemen, zijn nu de grossiers. Zij zien er hun positie door bedreigd. Voorzitter drs. A. Pandelitschka van de Fe deratie Groothandel in Leven middelen wees onlangs op de krachtige opmars van het groot winkelbedrijf in de levensmidde lenbranche. Die ontwikkeling betekent een duidelijke daling voor de zelfstandige handel, waarvan de zelfstandige gros siers het moeten hebben. Pandelitschka sprak van „een dra matische ontwikkeling". Hij voorziet dat nogal wat grossiers hun deuren zullen moeten slui ten, dat het aantal winkels met 30 procent terugloopt, van 10.000 tot 7000. Het gaat vooral om mid delgrote bedrijven. De winke liers, die „zetbaas" van Albert Heijn worden, beschreef de voor zitter van de groothandelsfedera tie onlangs als „overlopers". Zelfstandigheid „Deze mensen moeten duidelijk Grootwinkelbedrijven dreigen door hun monopolie-positie steeds meer "kleintjes" te verdrijven. (foto: Jan Holvast) beseffen dat er geen sprake van is dat ze hun zelfstandigheid ooit nog terugkrijgen, laat staan be houden", zo sprak Pandelitsch ka. „Wanneer eenmaal het em bleem van het grootwinkelbe drijf op de pui staat, krijgen ze dat er nooit meer af. Bij beëindi ging of verkoop van het bedrijf zal er uiteindelijk slechts één se rieuze gegadigde voor overname zijn: het grootwinkelbedrijf'. Dat grootwinkelbedrijf komt op die manier wel erg goedkoop aan zijn vestigingspunten, meent Pandelitschka. Hij meent dat „de goede zelfstandige ondernemer de overstap niet doet en zijn zelfstandigheid niet prijsgeeft. „Dat wil zeggen dat het aantal 'overlopers' wel be perkt zal blijven". Overigens noemde de groothan delsvoorzitter de ontwikkelin- door Kees Cornelisse en Jan Harren gen zowel een bedreiging als een uitdaging voor de groothandel. Die zal zich dus moeten verwe ren en daarom luidt het parool: bundeling van krachten. Pande litschka sprak in dit verband over gezamenlijke distributie centra. Opslag en vervoer zouden veel meer gemeenschappelijk en daardoor doelmatiger kunnen worden. Is het eigenlijk niet te gek, zo overwoog Pandelitschka, dat een aantal vrachtauto's bij wijze van spreken achter elkaar aan rijdt om zo veel kilometers verder detaillisten die bij elkaar in de buurt zitten, te bevoorra den? Er zou ook op andere punten be spaard kunnen worden: meer ge zamenlijk inkopen en gezamen- lijnlijke afspraken over prijzen, zoals die van de zogenoemde A- merken. Inkoopprijzen van be paalde produkten kunnen best omlaag. Te groot verschil Men heeft nu te maken met zoge noemde A- en B-merken. Maar de B-merken komen meestal ook uit de fabrieken die de A-merken leveren. Zowel groothandel als detailhandel vindt de prijsver schillen tussen beide „typen" merken te hoog. Het gaat om 15 procent en meer en dat bestem pelt de A-merken, die van ouds her in de zelfstandige handel worden gevoerd, bij de consu ment als „te duur". Daarvoor moet een oplossing ko men, bepleitte Péndelitschka en hij was niet de eerste. Zijn sug gestie is: verlaging van de in koopprijs van het A-merk door invoering van „assortimentskor tingen". Een grootwinkelbedrijf krijgt nu bij afname van grote hoeveelheden van één artikel kortingen, ook al ligt er van dat artikel in zijn zaken slechts die ene, goed verkopende soort. Maar de zelfstandige, die de hele reeks artikelen voert, krijgt de korting niet. In elk geval moeten groothandel en detaillisten veel beter samen werken, zo is de opvatting. Dat ■geldt ook voor de industrie, die evenzeer belang heeft bij een sterke groothandel en zelfstandi ge levensmiddelenhandel. Pan delitschka: „Men is nu eerder ge neigd om tot bundeling van acti viteiten te raken, omdat de zaken nu minder goed marcheren. Het zal dus wel moéten". Hij voegt daaraan toe: „Ik neem aan dat meerdere bij onze federa tie aangeslotenen op het spoor van verdergaande samenwer king zitten. Onze organisatie al thans (Pandelitschka is commer cieel directeur van de groothan del voor Vivo en Végé in Dok kum en Leeuwarden) komt bin nenkort met een andere aanpak naar de winkeliers toe. De tijd is rijp voor veranderingen, gezien de dreigende ontwikkelingen". Gemeenschappelijke centra Ook secretaris mr. M. P. Lentink van de Federatie Groothandel in Levensmiddelen is die visie toe gedaan. „We zouden moeten streven naar gemeenschappelij ke distributiecentra per regio", merkt hij op. „In ieder geval zou dat zeer wenselijk zijn". Over dit soort zaken heeft de federatie nauw contact met het Vakcen trum Levensmiddelen, de be roepsorganisatie van 2300 le vensmiddelendetaillisten. In dit centrum hebben in 1977 de drie bonden van levensmidde lendetaillisten hun leden inge bracht. Van die drie bestaat in middels alleen nog de Christelij ke Kruideniers Bond (CKB). Het centrum is uitgegroeid tot één landelijke ondernemersorganisa tie, waarin de krachten zijn ge bundeld. Volgens secretaris Schoolenaar maakt het nog steeds groei door, sluiten zich vooral jonge beginnende onder- Schoolenaar: „We hebben een goe de relatie met de groothandelsfe deratie. Het betoog van Pande litschka zal zeker leiden tot een nauwer overleg over dit soort za ken. Het is duidelijk dat de gros siers doelmatiger moeten gaan werken. Op de kwestie van de AH-franchise werpt de Vakcentrum-secretaris een ander licht: „Albert Heijn heeft ons benaderd over de con tracten, het Vakcentrum heeft die inhoudelijk bekeken en bij gesteld. De franchise-nemers zijn ook gebundeld in een vereni ging, waarvoor wij de statuten hebben gemaakt. Zo kunnen de ze ondernemers zich losser op stellen van het AH-concern". Schoolenaar is het niet eens met groothandelsvoorzitter Pande litschka, dat degenen die met AH in zee gaan niet de „goeden" zijn. „Dat is niet juist; het zijn wel de genen die nog vrij (van andere bindingen) zijn". "Ze hebben de vrij heid hun zaak, als ze stoppen, aan een andere ondernemer te verkopen. Dat is een bepaling die de meeste samenwerkings contracten van grossiers met de taillisten niet kennen. Daarin wordt vaak bepaald dat de on dernemer de zaak eerst aan de grossier te koop moet bieden. Die heeft dan drie maanden de tijd. In de praktijk koopt de gros sier meestal wel". Zorgen Directeur Donia van Konsumen- ten Kontakt zegt: „Wij hebben grote zorgen over deze ontwikke ling. De tendens wordt steeds sterker merkbaar dat de „kleine winkelier" in het algemeen dreigt te verdwijnen. Dat zijn vaak juist de zaken die direct aan een bepaalde buurt zijn gebon den. (Volgens Pandelitschka heeft nu meer dan een half mil joen Nederlanders geen levens middelenzaak meer in de woon omgeving). Donia: „In dit verband wijs ik op de steeds verdergaande vergrij zing van onze bevolking, die vooral in de jaren '90 nog duide lijker zal blijken. Het proces van de verschuivende marktverhou dingen kan betekenen dat steeds meer mensen alleen nog met de auto naar een winkelcentrum kunnen. Maar grote groepen, zo als bejaarden, zijn daartoe niet in staat". Donia moet echter constateren dat de kleinere ondernemer met zijn prijs lang niet altijd tegen het grootbedrijf op kan. „Hier ligt een belangrijk punt, dat men onder ogen zal moeten zien. En nog steeds vindt Konsumenten Kontakt dat een instrument als de minimumprijzen volstrekt averechts werkt. Daarmee hou je de kleine zelfstandige niet over eind". Ook in de zogenoemde bodemprij zen, die men onlangs in de le vensmiddelenhandel heeft afge sproken (inkoopprijzen plus vas te opslagen), ziet Donia geen heil. „Dat gaat weer te veel lijken op de oude verticale prijsbin-' ding, die bijna is verdwenen. Ik voel meer voor een benadering via het oogpunt van maatschap pelijke doelmatigheid. Je moet kosten en baten op dit punt te gen elkaar afwegen. Want het streven om de zelfstandige win kelier in stand te houden, ver dient ondersteuning". Twee verslaggevers van de Nieuwe Re vu zijn met een koffertje met daarin honderdduizend gulden aan zwart geld langs een aantal bankkantoren geweest Zij kregen daar te horen dat er verschillende manieren bestonden om dit geld zo te beleggen dat de fiscus er niet achter zou komen. Dit heeft nogal voor wat opschudding gezorgd. Toch was het eigenlijk voor niemand echt nieuws dat de banken bemiddelen bij het beleggen van zwart geld. Het was eerder vermakelijk dat de banken zich in hun gretigheid zo hadden laten kennen tegenover twee verslag gevers. De blunder van de banken is ook wel begrijpelijk. Met honderd duizend gulden in een koffertje een bankkantoor binnengaan is een goed voorbeeld van de kat op het spek binden. Juist bij het aantrekken van nieuw geld zijn de banken immers sterk met elkaar in concurrentie. Bij het uitlenen, de kredietver strekking is het meestal niet moeilijk om aan nieuwe klanten te komen. Maar als de banken hun zaken uit willen breiden heb ben ze nieuw geld hard nodig en daar is moeilijk aan te komen tegen de juiste prijs. Wanneer dat geld zwart is wordt het daardoor alleen maar extra aantrekkelijk. Want zwart geld is voor de banken goedkoop. De belegger kan niet de hoogste rente bedingen, omdat hij de ban ken nodig heeft om zijn geheim te bewaren. Hij zal zich ook niet al te druk maken over de rente, omdat die immers toch vry van belasting is en dus al gauw hoger dan voor andere beleggers die hun inkomsten netjes opgeven. De "zwarte klant" is ook volledig aan de willekeur van de banken overgeleverd. Hij kan immers nooit bewijzen dat het geld dat hij op valse naam heeft gestort ook inderdaad van hem is. Van de klant hoeven de banken dus nooit moeilijkheden of klachten te verwachten. Hij zal slechts zonder opschudding eens in de zo veel tijd contacten op komen nemen. Toch brengt het aannemen van zwart geld voor de banken ook een ernstig probleem met zich mee. Het geld dat via een valse identi teit wordt gestort, wordt in feite beheerd door de betreffende functionaris op een bankkantoor, die als enige de belegger kent En dat betekent dat de interne controle die de banken via hun eigen accountantsdiensten voeren, ook nauwelijks kan controle ren of die functionaris nu zelf met dat geld aan het speculeren is of dat de "onbekende" klant dat doet Het gebrek aan interne controle is ongetwijfeld bij sommige ban ken, zoals bijvoorbeeld Slavenburg's Bank, een van de belang rijkste redenen geweest dat de afgelopen jaren zulke enorme verliezen zijn geleden op de financiering van onroerend goed, toen de markt eenmaal begon in te zakken. En juist in de onroerend-goedwereld is het zwarte geld zoals mag worden aangenomen in grote bedragen aanwezig. Het is voor de direkteur van een bankkantoor moeilijk een eigenlijk te hoge hypotheek te weigeren aan een klant die een behoorlijk bedrag aan zwart geld bij diezelfde bank uit heeft staan. Maar juist om dat dat geld zwart is en op een andere naam staat kan het nooit echt als onderpand dienen. door Paul Frentrop In het licht van de onderlinge concurrentie is het duidelijk dat de banken zelf geen stappen hebben ondernomen om het zwart geld probleem aan te pakken. Maar nu de hele zaak door het geruchtmakende optreden van de twee journalisten is aange zwengeld, mag worden verwacht dat de banken, verenigd in de bankiers vereniging, de kans aangrijpen, om in eigen huis orde op zaken te stellen. Maar wanneer de Tweede Kamer, zoals de bedoeling is, zich na het kerstreces met de problematiek gaat bezig houden, bestaat de kans dat er van de banken geéist zal worden, de fiscus volledige inzage in de boeken te geven. Bij een normale groothandel kan de belastingdienst inzage in de boeken vragen om te zien hoe veel aan welke afnemer is geleverd en zo de aangiften van die afnemers controleren. Hoewel het nergens zwart op wit staat, behandelt de fiscus de banken, die eigenlijk groothandels in geld zijn, anders. Inspecteurs mogen alleen bij uitzondering ge gevens bij de banken opvragen. Dan moeten er al gerede ver moedens bestaan dat er sprake is van ontduiking van dc belas tingwet en bovendien moet de betrokken persoon of het betref fende bedrijf met naam en toenaam worden gespecificeerd. Het is de fiscus dus niet mogelijk een globaal overzicht op te vragen van alle andere relaties waar de onderzochte zaken mee doet. Nu is het onwaarschijnlijk dat het ervan zal komen dat de uitzon deringspositie die het bankwezen in de praktijk bij de belasting dienst inneemt volledig zal komen te vervallen. Dat komt omdat het Nederlandse bankwezen een belangrijke schakel vormt bin nen de internationale stromen van geld. Voor grote multinationale ondernemingen geldt Nederland als een soort van belastingparadijs. Vooral vanwege het gunstige belastingverdrag met de Verenigde Staten, waarover overigens binnenkort opnieuw onderhandeld gaat worden. Het Neder landse bankwezen wordt voor hen veel minder aantrekkelijk, wanneer de fiscus al deze geldstromen zomaar kan volgen. Niet eens omdat het daarbij om zwart geld zou gaan. maar alleen al om het vertrouwelijke karakter van veel transacties. Volledige openheid zou zo ernstige consequenties kunnen krugen voor de Nederlandse economie. Wat de verslaggevers van de Nieuwe Revue nog eens aan het licht brachten is slechts een symptoom van de gammelheid van de Nederlandse belastingwetgeving en de lauwe belastingmoraal die daar het gevolg van is. De zorg van de banken is nu dat er geen medicijn voor moet worden gekozen dat zo sterk is dat de patiënt daardoor aan andere kwalen zal overlijden. door C. Wagenaar Ondanks positieve rente-ontwik- kelingen verliep de afgelopen week voor de Newyorkse beurs in ongunstige zin. De Dow Jones-koersbarometer werd door baisse-factoren in de eerste twee dagen tot rond 10 punten beneden de 1000 ge trokken. De beurs van Amster dam, die op grond van de nieu we discontoverlaging in de Verenigde Staten en gunstige verwachtingen voor dc koers ontwikkeling in Wall Street dinsdag aanvankelijk hoog in zette en de flauwe maandag stemming herzag, kwam spoe dig op haar schreden terug en het nadien eveneens het hoofd hangen. De reactie in Wall Street werd door vele factoren beïnvloed. De belangrijkste is evenwel het feit dat de recente hausse langzamerhand op leeftijd komt, na rond vier maanden te hebben geduurd. Dan wil de massa van beleggers, die zich zo positief en vol goede ver wachtingen voor de toekomst hebben opgesteld, wel eens wat zien om hun inzichten te testen. Rond de komende jaar wisseling is daar de tijd rijp voor. Vooral voor de koplopers in de hausse loopt de spanning op. Maar wat daarover tot dusver bekend is gemaakt, is niet erg bemoedigend. Zo werd van de sinds augustus dit jaar fors ge stegen IBM toch zeker een ho ger kwartaal-dividend ver wacht. Maar de gebruikelijke beslissing die altijd om deze tijd valt, is tot januari uitge steld. Dit besluit kan op ver schillende manieren worden uitgelegd en blijft daarom het mikpunt van allerlei specula ties. Nog teleurstellender zijn de be richten uit de sector van de vi deo-spelletjes geweest waar de producent van het bekende Atari-spel, dat over de gehele wereld triomfen viert, er toch aanzienlijk minder aan blijkt te hebben overgehouden dan Wall Street had verwacht. De afgelopen herfst fors opgelo pen koers maakte dan ook de ene duikeling na de andere. Teleurstellend was ook de traag heid waarmee de Amerikaanse banken de deze week doorge voerde discontoverlaging in de Verenigde Staten beantwoord den. De discontoverlaging met een half procent tot 8,5 procent was op zich wel een verrassing, want vorige week bestonden nog grote twijfels of de rente verder naar beneden zou gaan of de opgaande lijn zou hervat ten. President Volcker van de centrale banken van de Ver enigde Staten besliste echter een verdere verlaging, die veel sneller kwam dan de voorlaat ste verlaging. Die duurde toen anderhalve maand. Nu waren er nauwelijks een paar weken verstreken. Met dit relatief snelle doortrek ken van de renteverlaging geeft het bestuur van het Ame rikaanse centrale bankwezen overigens wel aan nog niet erg overtuigd te zijn van een snel economische herstel. Mede om die reden zijn momen teel, nog nergens tekenen waar neembaar die op een keer in de rente-ontwikkeling wijzen. De nieuwe Amerikaanse discon toverlaging was een welkome steun voor de dinsdag gehou den inschrijving op de nieuwe 7,75 procent staatslening. Niet tegenstaande deze coupon- waarde zeer aanzienlijk bene den de 10 procent van de voor laatste staatslening gelegen was, kon de inschrijving toch nog een bedrag van 1,3 miljard gulden opbrengen tegen zelfs 100,2 procent. De aandelenmarkt gedroeg zich ditmaal nogal chaotisch met grote fluctuaties van de ene dag op de andere. De week werd flauw ingezet wegens het eveneens flauwe beurss lot van Wall Street op vorige week vrijdag. Dinsdag voltrok zich echter een veel forser herstel, maar de daarbij geboekte win sten gingen nadien volledig verloren door Wall Streets te leurstellend gedrag. Hierdoor kwam het gros van de hausse favorieten op saldoverliezen te staan. Vooral de financiële sec tor moest het ontgelden. Dit deels door de betrokkenheid van onze grote banken bij de hulpfinanciering van de faillie te staatsboedel van Mexico en door het grote verhes dat de verzekeringsmaatschappij Am fas over 1982 verwacht Hoewel dit Ratste naar alle waar schijnlijkheid een eenmalige gebeurtenis zal blijken te zijn omdat alle misrekeningen en stroppen uit het nabije verle den nu zouden zijn afgeboekt, schrok de beurs zo dat de koers van 93 gulden op 74 gul den terecht kwam. Ennia zorgde voor een teleurstel ling door over 1982 een zy het lichte winstdaling te verwach ten. De forse koersstijgingen van de laatste tijd voor dit fonds hadden dat niet ver diend zodat ook hier een da ling van 135 gulden op 125 gul den optrad. ABN kwam onge veer 10 gulden beneden het vo rige week-slot terecht, evenals Gist Brocades. Ook Unilever had een slechte week met meer dan 5 gulden koersverlies. Al leen Wessanen bleef zich in de gunst van de beleggen verheu gen. Hier kon de koen na af trek van f 1,60 aan interim-divi dend nog een viertal guldens aantrekken. Dit niet weg dat dc meeste beurs groepen twee tot drie punten op hun index afston den. Het algemeen beursge- middelde kwam op circa 97 flink beneden de 100 te staan, na vorige week donderdag een topniveau van 102 te hebben bereikt Erg florissant is deze week dus niet verlopen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 25