Revolutie van Desi Bouterse onderschat 3 Achtergrond U spaart heel persoonlijk bij de Zakenbank 5'^ Slavenburg Bank De Zakenbank -C Verwachtingen na 1980 te hoog gespannen A\ VRIJDAG 17 DECEMBER 1982 Het gaat de laatste tijd heel goed met de Nobelprijs voor litera tuur, althans dat denken we. Wie weet dachten ze hetzelfde in 1906, nadat achtereenvolgens Sully Prudhomme, Mommsen, Bjorn- son, Mistral, Echegaray, Sienkie- wicz en Carducci de Nobelprijs hadden gekregen, terwijl wij nu, driekwart eeuw later, weten dat niet deze Nobelprijswinnaars nog gelezen worden, maar niet- bekroonde schrijvers als Tolstoj, Tsjechov, Zola, Proust, Fontane, Ibsen, Strindberg, Rilke en dat soort luitjes. Maar zoals het er nu uitziet heeft het de schijn dat met schrijvers als Garcia Marquez (1982), Canetti (1981) en Milosz (1980) raak geschoten is door de Zweedse Academie van Weten schappen. Daarbij is bovendien sprake van een oplopende reeks van populariteit, want terwijl de Pool Milosz vrijwel onbekend was (en nog steeds is) in Neder land, was Canetti toch al behoor lijk in vertaling te verkrijgen, terwijl Garcia Marquez ook bij ons een bestseller-auteur is. Gabriel Garcia Marquez. Vorige week woensdag heeft de Co lombiaanse schrijver van onder meer „Honderd jaar eenzaam heid" zijn dankrede uitgespro ken toen hij in Stockholm de prijs in ontvangst nam, en dank zij De Volkskrant, die de rede in de ver taling van Cees Zoon integraal afdrukte, heb ik kunnen constate ren dat GGM (als George Ber nard Shaw als GBS door de we reld kon gaan, lijkt het me voor het gemak wel dienstig om Ga briel Garcia Marquez voortaan met GGM aan te duiden) zijn re putatie als groot schrijver met deze rede geheel gestand heeft ge daan. Sinds de Chileense dichter Pablo Neruda in 1971 de Nobelprijs kreeg, zei GGM, zijn er 20 miljoen Latijnsamerikaanse kinderen gestorven vóór zij twee jaar oud waren - meer dan er in Europa sinds 1970 geboren zijn. Het aan tal vermisten als gevolg van de onderdrukking bedraagt bijna 120.000, wat hetzelfde is als wan neer niemand zou weten waar al le inwoners van Maastricht zijn gebleven. Hij zei eigenlijk Uppsala, maar dat heb ik even uit het Zweeds in het Nederlands voor u vertaald. „Omdat zij niet wilden dat de dingen zo doorgingen, zijn bijna 200.000 mensen op het hele conti nent omgekomen, en meer dan 100.000 daarvan hebben het le ven gelaten in drie kleine, willeu- keurig landen in Midden-Ameri- ka: Nicaragua, El Salvador en Guatemala", vervolgde Gabriel Garcia Marquez. ,Als dit ge beurd was in de Verenigde Sta ten, zou het overeenkomstige cij fer zijn één miljoen zeshonderd duizend doden door geweld in vier jaar". „Een miljoen mensen zijn Chili ont vlucht, een land met een traditie van gastvrijheid - dat is tien pro cent van de bevolking. Uruguay, een minuscuul land met twee en een half miljoen inwoners, dat zichzelf beschouwde als het meest beschaafde land van het conti nent, dwong één op iedere vijf burgers tot ballingschap". ,fSinds 1979 heeft de burgeroorlog in El Salvador bijna één vluchte ling per 20 minuten voorte- bracht. Het land dat gevormd zou kunnen worden door alle bal lingen en gedwongen emigranten uit Latijns-Amerika zou dichter bevolkt zijn dan Noorwegen". Tot zover deze welsprekende feiten en getallen uit GGM's rede. Hij is de vijfde Nobelprijswinnaar voor literatuur uit het Zuidame- rikaanse gebied. Pablo Neruda uit Chili, Miquel Angel Asturias uit Guatemala, Juan Ramon Ji menez uit Puerto Rico en Gabrie- la Mistral uit Chili gingen hem voor. Die vier landen waaruit ge noemde Nobelprijswinnaars af komstig waren, tellen samen on geveer 50 miljoen inwoners, dat is dus 12,5 miljoen per Nobel prijswinnaar. Dan hadden wij er dus ook al lang eentje moeten hebben met onze 14 miljoen inwo- Varia PAGINA 17 door Ruud de Wit „Dat Surinamers hun broeders vermoorden dat is onbegrijpelijk. Dit is zo on-Surinaams, hier zijn geen woorden voor te vinden". Deze en andere van ontsteltenis en ongeloof getuigende uitingen zijn de afgelopen dagen zowel in Suriname als Nederland meermalen op getekend. Of het nu de werkloze arbeider op een erf te Paramaribo is, of de minister-president Lubbers, de voormalige premier van Suriname Henk Chin a Sen of de Surinaamse organisaties in Ne derland, iedereen heeft met verbijstering gereageerd op de execu ties van vijftien vooraanstaande Surinamers door het militaire be wind. Zelfs in adviseurskringen rond Bouterse, en ook in het nationaal le ger heeft men geluiden van afschuw en onbegrip kunnen noteren. De hamvraag bij de vele betrokkenen in wat het uitgestelde drama van Surnames onfhankeli kheidsproces genoemd kan worden, is: Hoe heeft het ooit zover kunnen komen? Of, zoals iemand in Paramaribo een dezer dagen zei: „Ik was het niet eens met de situatie van vóór 25 februari 1980. Het feit dat de parle mentaire democratie in het geheel niet functioneerde, maakte de coup van Bouterse aanvaardbaar. Tachtig procent van de Suri naamse bevolking was blij met die staatsgreep, omdat zij hoopte dat nu inderdaad eindelijk iets gedaan zou worden aan de opbouw i beter Suriname. Die hoop is nu weggevallen, het is nu nog veel erger dan vóór 25 februari 1980" Wat is er van de revolutie van Bouterse en zijn vijftien wapenbroe ders geworden. Wat is er in Suriname gebeurd sinds de nacht van 15 februari 1980, toen zestien eenvoudige soldaten onder leiding van de onbekende sergeant-majoor Desi Bouterse slechts gewa pend met drie jachtgeweren, drie windbuksen en een alarmpistool de Memre Boekoe-kazerne overmeesterden en daarmee de macht in het land overnamen. Is hun streven naar een beter Suriname echt verworden tot een revolutie die slechts haar eigen kinderen opeet, en is Bouterse echt die fascistische zich links noemende dictator met het verstand van een gevaarlijk kind, zoals velen hem willen afschilderen? *Desi Bouterse De vermoorde Surinaamse jour nalist Jozef Slagveer schreef in het vooijaar 1980 een boek ge titeld: „De nacht van de revo lutie". Slagveer was een be kend persoon in Suriname, die vanaf het begin van de jaren '70 meedraaide met de talrijke windvanen van de Surinaamse politiek. Met zijn eigen persbu reau Informa was hij een in vloedrijk intrigant in het poli tieke leven, waarbij het ook voor intimi lang niet altijd dui delijk was welke partij hij nu weer zou steunen. Zo was Slagveer lid van de Na- tionale Partij Suriname, de NPS van ex-premier Arron, maar bekritiseerde hij diens bewind toen bleek dat er voor hem geen partij carrière was weggelegd. En hetzelfde ge beurde hem ook bij Bouterse. Het eerste jaar van de staats greep was hij de grote pers- coördinator van de legerlei ding, om daarna, toen zijn rol uitgespeeld raakte, in een fana tiek bestrijder van hetzelfde bewind te veranderen. Slagveer behoorde ook tot de geëxecuteerden van dinsdag 8 december. Maar zijn „Nacht van de revolutie" is een fraai staaltje van opportunistische, naieve en idealistische helden verering. „Vijfentwintig fe bruari 1980 vormt dan ook in feite het hoogtepunt van het volksverzet. Het was de dag dat de jeugd van de republiek Suriname basta zei aan een verdorven regime. Voor de groep van zestien man was het een grote eer om in de eerste linie te mogen staan van het verzet tegen wanbeleid, on recht, onrechtvaardigheid en corruptie. Het bloed dat ge vloeid is (bij de coup toen vie len officieel zes doden) moge niet alleen prikkel zijn tot ver nieuwing, maar ook tot waar schuwing aan allen die geen in houd wensen te geven aan die vernieuwing". Voor dat laatste heeft Slagveer inmiddels met zijn leven geboet. Velen hebben betwijfeld of Desi Bouterse, toen al de onbetwis te leider onder de militairen die de staatsgreep uitvoerden, een duidelijk plan voor ogen stond. In het boek van Slag veer verklaart hij echter wel degelijk een notie te hebben gehad van het avontuur waarin hij zich zou storten. „Er ont stond op een gegeven moment een discussie, waarbij onder andere de mening naar voren kwam: je kunt geen revolutie hier in het land hebben. Een revolutie is eigenlijk een zaak waarbij .de gehele bevolking betrokken zou moeten zijn. Ie dereen zou er aan moeten mee werken ew^it land is er nog niet rijp voor. Bovendien is ge bleken dat de Surinamer erg bang is voor zijn eigen hachje. Je zou mannen moeten opvoe den, hetgeen een proces van ja ren zou zijn. En toch, naarmate je met mensen sprak, met be paalde figuren uit onze samen leving, ging het idee meer post vatten dat dit voor Suriname de enige mogelijkheid was. De enige redding zou zijn", aldus Bouterse. Ten tijde van die roerige dagen was kolonel Hans Valk hoofd van de Nederlandse militaire missie te Paramaribo. Hij kent Bouter§p goed, hoewel hi nu al weer twee jaar in Brussel ge detacheerd is en sindsdien geen contact meer met Bouter se heeft gehad. Bouterse was. niet alleen zijn ondergeschikte toen hij in het Nederlands le ger diende, ook in de maanden voor en na de coup spraken ze regelmatig met elkaar. Valk: „Ik heb Bouterse altijd ge kend als een aardige, beschaaf de maar eenvoudige onderoffi- cier. Ik kan me niet voorstellen dat hij over de executies ge heel zelfstandig heeft beslist. Een mens kan veranderen door omstandigheden, maar toch niet zoals hij zich nu heeft gemanifesteerd. Ik heb in de dagen na de coup tegen hem gezegd: 'Het is niet jouw taak als militair om te doen wat je hebt gedaan op 25 februari 1980. Revoluties moeten uit het volk komen, uit de vakbe weging bijvoorbeeld". „Bouterse was het wel met me eens. Hij wilde de macht ook zo snel mogelijk overdragen. Aanvankelijk leek dat erop, toen hij Chin a Sen vroeg een regering te vormen. Maar macht corrumpeert blijkbaar. Misschien is hij uiteindelijk bezweken voor die macht. Nu bezoekt hij als revolutionair leider landen als Venezuela en Brazilië, schudt de handen van presidenten en inspecteert ere wachten waarvan hij nog niet zolang geleden zelf lid was", al dus Valk. Toch is het beeld dat Valk van Bouterse oproept niet bevredi gend. Hoe eenvoudig van ka rakter hij ook moge zijn vol gens Valk, hij heeft veel ge leerd in de twee jaar dat hij in Suriname sterke man is. Men sen die hem van nabij kennen, zeggen dat hij zich goed oriën teert, veel studeert, zich heeft laten scholen en vooral ge groeid is in zijn rol. Bij de for maties van de verschillende re- geringen-Chin a Sen en -Neij- horst heeft hij steeds zelfstan dig beslissingen genomen op basis van de informatie die hij van zijn adviseurs kreeg. Het is ook niet zo dat hij zich af schermt voor mensen die een afwijkende mening hebben. Wel heeft hij zich nooit ingela ten met de zogenaamde oudere Surinaamse politiek. Van het raciaal gebonden en met cor ruptie bevlekte ancient regime heeft hij zich vanaf het begin verre gehouden. Dit in tegen stelling tot de tweede man van de legerleiding, Roy Horb. De ze liet zich wel degelijk beïn vloeden door de NPS-politici als Cambridge en Seedorf, maar ook met iemand als Haakmat, van wie bekend was dat hij nauwe contacten had met de aan de NPS gelieerde vakcentrale de Moederbond. Een cruciale rol in de politieke ontwikkeling van Bouterse heeft de persoon van Badres- sein Sital gespeeld. Deze ser geant-majoor zat ten tijde van de staatsgreep van 25 februari 1980 gevangen vanwege zijn militair vakbondswerk. Bou terse wist van Sital dat ook hij bezig was geweest met een po ging tot een staatsgreep tegen Arron. Dat Sital niet tot de commando-eenheid van 16 man behoorde die de coup heeft uitgevoerd, kwam omdat hij gevangen zat en Bouterse ervan op de hoogte was dat Si tal gedreigd had met zelf moord als hij door Arron zou worden veroordeeld. Zoals bekend werd Sital direct na de coup voorzitter van de Nationale Militaire Raad, het beleidsorgaan van de militai ren. Duidelijker dan Bouterse stond Sital een links-radicale samenleving voor ogen, uit gaande van solidariteit met de armen onder de bevolking, de Derde Wereld en het Carai- bisch gebied in het bijzonder. Nadat Bouterse aanvankelijk nog Sital en zijn medestanders had laten opsluiten op be schuldiging van een links-radi cale staatsgreep, koos hij in fe bruari 1980 uiteindelijk defini tief voor de lijn-Sital en daar mee voor een directe confron tatie met het establishment in Suriname. In dat eerste jaar van de Suri naamse revolutie ijverden im mers de oude politieke partij en, de kerken, de zakenlieden, maar ook Nederland, nog om het hardst voor hun belangen en vonden in de persoon van de beminnelijke president Chin a Sen een goed pleitbe zorger. Maar voor hun belan gen had Bouterse uiteindelijk zijn leven niet gewaagd. De straten van Paramaribo waren dan wel geplaveid, het water stroomde nu wel regelmatig uit de kranen, en de etnische tegenstellingen leken op de achtergrond geraakt, maar moest hij nu terugtreden en ge hoor geven aan de roep om een parlementaire democratie? Er zijn twee kleine politieke groeperingen in Suriname die sinds februari 1980 een grote invloed op Bouterse hebben gehad. Allereerst is daar de Progressieve Arbeiders en Landbouwers Unie, de PALU, van Iwan Krolis en Winston Caldira, die al jaren ijverde voor een andere economische ontwikkeling van Suriname. In plaats van grootschalige projecten zou het accent van de Surinaamse ontwikkeling gericht moeten zijn op het ver beteren van de positie van de kleine man, de arme landbou wer en de werkloze arbeider. Bouterse, die wekelijks het land in trok om zich op de hoogte te stellen van de levensomstan digheden van de bevolking, met zijn grote problemen, voel de veel voor die politiek, die gebaseerd is op kleinschalige, zelfvoorzienende projecten. De tweede groep waarnaar Bou terse in toenemende mate luis terde, is de Revolutionaire Volks Partij. Deze plaatste Su riname meer in het kader van de solidariteit met de Derde Wereld en benadrukte met na me het ontbreken van banden van Suriname met de eigen re gio. Zij stelde dat Suriname te afhankelijk was van Nederland en Amerika en dat haar positie daardoor voor de toekomst, mede gezien de groeiende te genstelling tussen arm en rijk, in gevaar zou komen. Het zijn juist RVP'ers als de broeders Naarendorp, die in het verle den uitstekende contacten hadden opgebouwd met lan den als Cuba, Nicaragua en Grenada, en die zich spiegel den aan de strijd van de volke ren aldaar tegen de bezittende klasse. Meer dan wie dan ook moet Bou terse zich in het voorjaar van 1981 hebben gerealiseerd dat hij bij zijn politiek van een Ca- raibische oriëntatie afhanke lijk was van de kracht van het leger. Immers, zoals hij zelf heeft gezegd, een revolutie van de bevolking kost jaren. Van daar de scholing van de militai ren, vandaar de uitbreiding van het leger van ongeveer 800 mensen in 1980 tot een geschat aantal van ruim 4000 op dit mo ment. Daar komt bij dat soldaten die aan hem gebonden zijn en die weten dat ze hun maatschap pelijke positie zullen verliezen bij de komst van een ander be wind, hem niet gemakkelijk in de steek zullen laten. Het is op vallend hoe zeer verschillende personen in de kring rond Bouterse de afgelopen dagen identiek de internationale ver houdingen hebben betrokken bij hun reactie op de executies in Suriname. Steeds komen dezelfde voorbeelden terug: Chili, Nicaragua, Vietnam, Guatemala, El Salvador. Of, zoals Henk Essed, directeur van het Bureau Volksmobilisa tie, zegt: „Zoals het westerse imperialisme actief is geweest en nog altijd is in landen als Chili en El Salvador, zo wordt de linkse revolutie in Surina me ook behandeld". En vérwij- zend naar de heftige reacties in Nederland, die geleid hebben tot het stopzetten van de ont wikkelingshulp: „Wanneer rechts op een gegeven moment afrekent met links Suriname, en die plannen waren er, denk maar aan Ormskerk, aan Haw ker en aan Rambocus, is er nie mand op de wereld die een traan laat, behalve de onder drukte volkeren". Hierop aansluitend lijkt het zin vol nader in te gaan op de emo tionele reacties naar aanleiding van de dood van 15 Surina mers vorige week. Telkenmale wordt het on-Surinaamse ka rakter van de executies geac centueerd. Toch spreken de feiten van de Surinaamse ge schiedenis dit enigszins tegen. Deze geschiedenis, ook de re cente, geeft overvloedige be wijzen van brandstichtingen, gewelddadigheden en moor den. Bij de staking in 1973 brandde Paramaribo ook. En toen was het nog een Nederlandse kolo nie. De onafhankelijkheid in 1975 vond plaats tegen de wil van minstens de helft van de bevolking en er werd openlijk over een dreigende burgeroor log gesproken. In de weken voor de onafhankelijkheid bra ken dagelpks branden uit en waren raciale rellen aan de or de van de dag. En ook de rege- ring-Arron is bevlekt door een aantal moorden die nooit zijn opgehelderd. Uit de schaarse berichten die over de gewraakte executies van vorige week naar Neder land zijn overgewaaid, duiken herhaaldelijk de leden van de commandoploeg van 15 solda ten van het eerste uur op. (Hawker was nummer 16, maar werd na een unanieme beslis sing door de overigen gefusil leerd). Deze commando's had den een eed gezworen, elkaar te blijven dekken tot in de dood. En het is bijna zeker dat het deze groep is die de beslis sing heeft genomen om de 15 arrestanten te doden; deels uit lijfsbehoud, deels uit wraak voor de aanvallen die door de oppositie de laatste twee jaar op Bouterse en het leger zijn ingezet door Ormskerk, Haw ker, Rambocus, maar ook de 'oude politiek', Haakmat en de Moederbond. In augustus van dit jaar hield Bouterse op Half Flora een zeer felle redevoering, waaruit niets bleek van enige onzeker heid over de te volgen koers. Hij waarschuwde de advoca tuur, de journalisten, de medi ci, de vakbonden, Nederland en Amerika, en ook de 'oude politiek' voor wat hij „destabi liserende activiteiten" noem de, en kondigde aan op geen enkele wijze te zullen wijken. Nu Suriname en Nederland treu ren over de doden, is het toch goed hierop te wijzen Men heeft Bouterse en zijn linkse ideeën onderschat. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat And- ré Haakmat gelijk krijgt, toen hij deze week zei dat Bouterse nog hooguit een paar maanden aan het bewind zou zijn. Of, zo als kolonel Valk zegt: „Die jon gens kunnen niet meer terug. Voor hen is het allang geen pa pieren revolutie meer. Het is voor hen een kwestie van leven of dood. Hoe je daar ook over denkt, Bouterse kan niet meer zeggen: zand erover, we trek ken ons terug in de kazerne, al les is vergeven en vergeten". Hoe men ook denkt over de hui dige realiteit van Suriname, het is verstandig daar rekening mee te houden. ADVERTENTIE Rentetarieven per 15-12-1982 Bij opname boven f 5.000,- en binnen de termiin van 1 maand, wordt '/4% van het opgenomen bedrag aan u berekend Bij opname binnen de opzegtermijn van 1 maand, wordt 1% van het opgenomen bedrag aan u berekend. Geldmarktrekening Minimumsaldo f 5.000,- Bij opname binnen de opzegtermijn van 3 maanden, wordt 2% van het opgenomen bedrag aan u berekend. Rente afhankelijk van de ontwikkeling op de geldmarkt. looptijd Bij opname binnen de opzegtermijn van 6 maanden, wordt 3% van het opgenomen bedrag aan u berekend. Renteverrekening op maand basis Bij alle kantoren van Slavenburg's Bank zijn folders beschikbaar over alle spaarvormen en de algemene spaarvoorwaarden Leiden, Kort Rapenburg 20.071-126244 Hoofdkantoor Cool singel 63. Postbus 104s. 3000 ba Rotterdam Telefoon 010 694400

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 17