M
»-a
TVA
50
s»
bi
Nederlandse
cartografen
gaven lang
de toon aan
"Ik zie nog niks", riep Michiel de Ruyter
ooit vertwijfeld uit toen hij - turend naar
de horizon - volgens de hem beschikbare
kaarten al tien mijl met zijn schepen op
het land zou moeten zitten. De methode
van kaartmaken knopen tellen en de
zandloper in de gaten houden - was nog
niet je ware, hoewel wij Nederlanders er
toen al keien in waren.
Bert Paauw schetst een opmerkelijk stukje
geschiedenis van de cartografie.
Door de eeuwen heen heb
ben mensen zich bezigge
houden met het maken van
kaarten en afbeeldingen
om op die wijze kennis over
(een stukje) van de wereld
vast te leggen. Dergelijke
activiteiten - samengevat
onder de naam cartografie -
hebben in het heden, maar
vooral verleden heel wat
fraaie kunstwerkjes opgele
verd.
Schakelt men tegenwoordig sa
tellieten en computers in om
alle aardse gegevens zo nauw
keurig mogelijk te registreren,
vroeger ging dat uiteraard alle
maal veel provisorischer.
Vooral vöor de 19de eeuw, toen
men nog niet over instrumen
ten beschikte om dé aardbol
goed op lengte te meten, was
het voor wereldreizigers nogal
eens gokken geblazen. Omdat
met de toenmalige methode -
een lijntje uitwerpen op zee,
knopen tellen en de zandloper
in de gaten houden - de effec
ten van de zeestromingen niet
werden meegenomen, wilde
het nog wel eens gebeuren dat
een Indië-ganger na het ron
den van de Zuidafrikaanse
Kaap bij Australië belandde
omdat hij te laat linksaf was
geslagen.
"Ik zie niks"
Admiraal Michiel Adriaanszn de
Ruyter vermeldde destijds in
één van zijn Journaals dat hij
volgens de kaarten al 10 mijl
met zijn schepen op het land
zou moeten zitten, "maar ik zie
nog niks". Dankzij oriëntatie
op de poolster en de zonne
hoogte gaf het vaststellen van
breedtematen overigens min
der problemen.
Kees Zandvliet, conservator uit
de kaartenkamer van het Alge
meen Rijksarchief, zegt dat on
danks alle beperkingen er met
name in de léde en 17de eeuw
toch al redelijk betrouwbare
kaarten werden getekend.
"Het is verbazend hoe snel
men in die tijd een goed beeld
opbouwde van werelddelen als
Afrika en Zuid-Amerika".
Nederlandse cartografen weer
den zich in die periode ook
goed. De Nederlandse kaarten
waren in de 17de eeuw zelfs in
ternationaal vermaard en toon
aangevend, al gingen ze geheel
volgens de sfeer van die tijd
mank aan precisie van de kaar
tenmakers. Zandvliet:"Vanaf
de Middeleeuwen tot in de 17-
de eeuw heerste er een roman
tische, schilderachtige opvat
ting over kaarten. De kaarten
moesten bepaalde ideëen on
dersteunen. Het publiek had
bepaalde verwachtingen over
hoe een kaart er uit moest zien
en daar speelden de kaarten
makers op in, temeer daar ze
op free-lance basis werkten. Ze
moesten hun kaarten zien te
slijten. Daarorh werd er ook
veel aandacht besteed aan het
uiterlijk. Dat blijkt uit randde
coraties waarin allerlei bood
schappen en raadseltjes wer
den verwerkt. Heel grappig".
Jeruzalem mmmmmÊ
"Kaarten werden ook gebruikt
als hulpmiddel voor de gelovi
gen. Hoewel er door pelgrims
tochten al een aardige kennis
was opgebouwd over hoe de
wereld in elkaar stak, werden
er toch kaarten getekend met
Jeruzalem als middelpunt.
Overigens werden met het vor
deren van de kennis de fanta
sieën steeds meer naar onbe
kende gebieden verschoven.
Één of ander onheilspellend
dier wordt dan niet meer gesi
tueerd in de Beemster, maar
bijvoorbeeld op Spitsbergen of
in de binnenlanden van Ameri
ka".
"In de 18de eeuw is het afgelo
pen met het figuratieve ele
ment. De mensen denken en
handelen dan rationeler, hech
ten meer waarde aan het ver
standelijke aspect en dat uit
zich in de cartografie. Al eerder
zie je dat rationele element
naar voren komen in de water-
schapscartografie. De Neder
landers hebben altijd al strijd
moeten leveren tegen het wa
ter en daar is een berekenende
aanpak voor nodig. De militai
re cartografie borduurt in de
18de eeuw - wanneer de oor
logspraktijk zich van dc bele
gering naar het slagveld ver
plaatst - op die aanpak voort.
Een precieze kennis van het
landschap wordt belangrijk
voor het snel en doelmatig ope
reren in het terrein. Na 1770
ontstaan naar Frans en Duits
voorbeeld de eerste militaire
topografische kaarten met uit
voerige informatie over het
r 1 LJ LJwL-IJ
Bijlage van het Leidsch/Alphens Dagblad
De kunst van het kaartmaken;
Nederlandse cartografie tussen
de Middeleeuwen en de Indus
triële Revolutie. Dat is de titel
van een expositie die nog tot 20
december - op maandag tot en
met zaterdag van 9.00 tot 17.00
uur - in de hal van het Algemeen
Rijksarchief in Den Haag is te be
zichtigen. De expositie is samen
gesteld door Kees Zandvliet, con
servator uit de kaartenkamer
van het Rijksarchief, en bevat
een fraai overzicht van Neder
landse 'kaartmakerij' in het
verleden. Na 20 december gaat de
tentoonstelling - in hei kader van
de 200-jarige betrekkingen tus
sen Amerika en Nederland - een
reis om de wereld maken. Voor
liefhebbers is er dus nog ruim
een week de gelegenheid om op
een speciale wijze 'te ruiken' aan
een voorname episode uit de va
derlandse geschiedenis.
Een kaart, getekend door Nico laas Cruquius, die de overgangsfase in de cartografie aan het einde
van de 17de eeuw goed weergeeft. Enerzijds nog een sterke nadruk op het decoratieve element,
anderzijds de neiging om met een grote mate van precisie elk stukje grond en elk opstalletje te
registreren.
door Bert Paauw
landschap door middel van
symbolen en kleuren".
Wereldcentrum mmm
Terug naar de 17de eeuw; toen
de Nederlandse Republiek een
wereldcentrum was van cul
tuur, politiek en commercie.
Geleerden, kunstenaars en uit
gevers vestigden zich in Am
sterdam. Zeelui, kooplui en ko
ningen kochten vooral hier de
Hollandse kaarten en atlassen
die vaak juweeltjes van infor
matie en schoonheid waren.
De opbloei van nijverheid en
handel had een enorme uit
breiding van de zeevaart tot ge
volg met als uitvloeisel een ge
weldige produktie van route
beschrijvingen, getekende en
gedrukte kaarten (de zoge
naamde maritieme cartogra
fie).
Omdat de kaarten ook gaarne als
een vorm van wandversiering
werden gebruikt was er voor
kunstenaars een belangrijke
rol weggelegd bij het ontwer
pen van omlijstingen en rand
decoraties. Een fraaie wand
kaart werd als een soort status
symbool beschouwd, waarbij
het geografische aspect vaak
een ondergeschikte rol speel
de.
Tegen het einde van de 17de
eeuw gaat - met het teruglopen
van de handel - ook de voor
aanstaande positie van Neder
land op cartografisch gebied
verloren. De Engelsen ontwik
kelen nieuwe methoden waar
door hun kaarten veel nauw
keuriger worden dan de Hol
landse, terwijl bovendien in
1672 de drukkerij van Joan
Blaeu in vlammen opgaat. En
juist vanuit deze drukkerij -
een soort fabriek - wordt zo on
geveer de hele wereld van
kaarten voorzien. Bij de brand
gaan veel kaarten en koperpla
ten verloren.
Blaeu zelf sterft een jaar later.
Joan Blaeu (1596-1673) mag
zonder aarzeling tot één van de
toonaangevende figuren in de
Nederlandse cartografie wor
den bestempeld. Hij was niet
slechts kaartenmaker, maar
bracht het in zijn tijd tot lid
van de vroedschap van Am
sterdam. Vanuit die positie
kon hij allerlei contacten leg
gen die de kwaliteit van de
door zijn bedrijf vervaardigde
kaarten bevorderden. Blaeu
had connecties met vorsten,
wetenschappelijke uitgevers,
schilders, graveurs en had be
moeienis met de Oost- en Wes-
tindische Compagnieën.
Concurrentie mmmm
Vooral dat laatste was van be
lang omdat de compagnieën
uit concurrentie-overwegingen
niet graag de tijdens de reizen
opgedane ontdekkingen, erva
ringen en uitgestippelde rou
tes aan de openbaarheid prijs
gaven. Blaeu drong echter wel
tot die gegevens door en dat
komt zijn kaarten - onder meer
de koloniale cartografie - ten
goede. Hoogtepunt van
Blaeu's werken is de Atlas
Maior uit 1662, een overzicht
van de sterren, zeëen, conti
nenten, landen, streken en ste
den met Amsterdam (en Blaeu)
als stralend middelpunt. Deze
atlas was echter onbetaalbaar:
hij kostte ongeveer tweemaal
een gemiddeld jaarinkomen.
Kees Zandvliet: "Met die Atlas
Maior heeft Blaeu zichzelf over
de kop gejaagd. De macht en
rijkdom van Amsterdam en
Blaeu leken in die tijd niet op
te kunnen. Het beste bewijs
daarvan vormt het toen ge
bouwde stadhuis, wat nu het
Joan Blaeu (1596-1673), één
van de toonaangevende figuren
uit de geschiedenis van de Ne
derlandse cartografie. Hij was
de eigenaar van een wereldver
maarde drukkerij waar halver
wege de 17de eeuw de beste en
meest gevraagde kaarten ter
wereld werden vervaardigd.
paleis op de Dam is. In dat
stadhuis werd een wereldkaart
in twee halfronden opgesteld
met Amsterdam als middel
punt".
Veelzijdig mmmmmmt
Niet alleen Blaeu is bepalend ge
weest voor de Nederlandse
cartografie Ook Cornells An-
thoniszn, Petrus Plancius, Ni-
Voor het deel 'Amerika' van de beroemde Atlas Maior van Joan
Blaeu ontwierp Nicolaes Pxetersz Berchem deze titelplaat De In
diaanse, symbool voor haar continent, ivordt getypeerd als nog onbe
schaafd Dit beeld wordt ondersteund door de krokodil en het feit dat
zij met haar voet op een hoofd staat Linksboven wordt de wrede,
katholieke Spanjaard uit de hemel neergesabeld, een detail dat het
ten tijde van de samenstelling van de Atlas Maior (halverwege de
17de eeuw) goed deed in Holland.
colaas Cruquius en
C.R.Krayenhoff verdienen ge
noemd te worden. De Amster
dammer Cornells Anthoniszn
(1507-1563) was schilder, hout
snijder, etser, kopergraveur,
landmeter, zeekaartmaker en
schrijver over navigatie. An
thoniszn kon een gebied opme
ten en in kaart brengen, was in
staat de kaart te graveren en te
versieren en trad ook nog als
uitgever op. Zo'n veelzijdig
heid komt latt-r nu t meer voor,
want het opmeten en karteren
wordt in de 17de eeuw de spe
cialiteit van de landmeter, het
versieren en graveren die van
een groep specialisten rond de
uitgever. Anthoniszn maakte
onder meer een kaart voor de
vaart naar Skandinavié en een
beroemd panorama van Am
sterdam. De Spaanse keizer
Karei V vergezelde hij als
kaartmaker/verslaggever bij
diverse militaire operaties.
De strenge calvinist Petrus Plan
cius (1552-1622) bracht een ver
zoening tot stand tussen dc
theologie en de commerciële
cartografie. Hij was de geeste
lijke vader van de ontdek
kingsreizen van de Nederland
se zeevaarders en hun eerste
tochten rond Kaap de Goede
Hoop naar Oost-Indiè Hij be
reidde die tochten voor met
Spaanse en Portugese kaarten
die hij via spionage had verkre
gen. Zelf stelde hij in 1592 met
behulp van kaarten van ande
ren een nieuwe wereldkaart sa
men. Met stuurlieden en kaart-
makers van de Oostindische en
Westindische Compagnie had
hij nauwe banden Algemeen
wordt gesteld dat met Plancius
de Gouden Eeuw van de Ne
derlandse cartografie begon.
Tijd vooruit
Nicolaas Cruquius (1678-1754)
vormde de schakel tussen de
17de eeuw en de 18de eeuw of
tewel tussen de penode waann
kaarten nog werden voorzien
van 'een bloemige decoratie'
en de periode waarin kaarten
een grote mate van preci. ie
kregen waarbij elk stukje
veengrond, elk opstalletje
werd geregistreerd Hij was
zijn tijd ver vooruit Zgn ge
durfde voorstellen - onder
meer voor de inpoldering van
de Haarlemmermeer en de
aanleg van de Nieuwe Water
weg - werden pas in de 19de
eeuw gerealiseerd. Ook zijn
idee van een gedetailleerde
kaart voor het waterbeheer van
Nederland vond aanvankelijk
geen gehoor In 1730 trok hij
zich verbitterd terug. Later
wordt teruggegrepen n
ideëen en publicaties
C.R.Krayenhoff (1758-1840) stu
deerde medicijnen en volgde
een ingenieursopleiding Hg
behoorde tot de patriotten die
vernieuwingen wilden door
drijven en kreeg in de Franse
tgd de opdracht een nieuwe
kaart van Nederland te maken.
Hg zette een dienst op voor
driehoeksmeting en grootscha
lige kartering. De geografische
ingenieurs, die onder Krayen-
hoffs leiding werkten, kregen
opdracht om ook gegevens te
verzamelen over landbouw,
bodemgesteldheid, geologie,
aantal en aard van de bewo
ners. industrie enz. Zowel dc
waterstaat, het kadaster als de
topografische dienst zgn in ho
ge mate door Krayenhoff beïn
vloed. Zijn werk wordt boven
dien gezien als een basis voor
de zogenaamde thematische
kartering.
Gevaar
Bg thematische kartering dienen
de kaarten een
Thematische kaarten zgn er al
tijd al geweest - in de Middc
leeuwen bgvoorbeeld met de
godsdienst als thema maar na
het werk van Krayenhoff wer
den er opeens vele mogclgkhe-
den blootgelegd In het onder-
wgs is hier ten volle van gepro
fiteerd
Kees Zandvliet "In de moderne
cartografie gaat het om de
weergave van een thema Dat
gebeurt meer en meer in een
abstracte vormgeving via kleu
ren. lijnen en schalen. Naar
mgn mening grijpen de bc-
roepscartografcn te hoog met
hun abstractie, zegt het de
mensen weinig Dat is een ge
vaar, want al kun je natuurlgk
niet meer aankomen met gete
kende huizen en opstallen, een
kaart moet wel aanspreken"
Zo bezien valt er uit dc decoratie
ve cartografie van het verleden
nog wel iets te leren.