De kleine burgeroorlog Durft u met de feestdagen voor de dag te komen meteen wijn onder de vijf gulden? LIBANON BEIROET - Aan de ingang van het Druzen-dorp Kfar Him is een Israëlische controlepost. Enkele gepantserde voertuigen, een paar soldaten die geen bijzonder grote interesse tonen in het verkeer dat voorbij trekt. Het is een koude, regenachtige dag. Er zijn niet veel auto's op de weg die de tocht naar het naburige dorp Deir el Kamar wagen, want er vinden voortdurend ontvoeringen plaats. Kfar Him is een Druzen-dorp, Deir el Kamar is christelijk. De chris tenen ontvoeren Druzen, de Drozen ontvoeren christenen. Nie mand weet precies hoe dat soort incidenten ontstaat. Maar plot seling zijn ze er, meestal als gevolg van een kleinigheid, zoals een twist in het verkeer. De chauffeurs zijn gewapend en er is geen politie. „Een vicieuze cirkel", zegt sjeik Amanwar Abi Khzam, de geestelijke leider van het Drozen-dorp. Een vriendelijke man, gekleed in een zwart ge waad met een witte tulband om, de traditionele kleding van de Drozen-geestelijke. De kamer wordt al snel gevuld met de notabelen uit het dorp, de dokter en de moekhtar (burgemeester). „Wij hebben met Deir el Kamar altijd in vrede geleefd. Er zijn geen moeilijkheden. Er is geen sprake van een religieuze oorlog. Dat is een smoes van de christelijke falangisten. Wat er aan de hand is, is dat de Israëli's ons tegen elkaar opzetten. Zij hebben de falangisten naar het Shoefge- bergte gebracht. De Israëli's en hun handlangers, de Forces Liba- naises (falangistische strijdkrachten) zijn begonnen, en nu is er een kettingreactie. Het is een smerige oorlog, maar wij verdedigen ons alleen maar. Dit is het gebied van de Druzen, van onze leider Walid Jumblatt. Wij, Druzen, zijn de meerderheid in de Shoef, dit is ons gebied, maar de falangisten proberen met gewapende elementen de heerschappij over te nemen, met de steun van de Israëli's", zegt de sjeik. Een moeder in het christelijke Libanese dorp Kobeiat bij haar dode zoon. Een archieffoto c nend beeld geeft van de explosieve situatie in Libanon. WOENSDAG 8 DECEMBER 1982 Hoewel er acht sprekers op het po dium hadden gestaan van de mooie mini-Scala (De Schouw burg op de Oude Vest) in Leiden, was iedereen het er na afloop over eens dat het een zeer ge slaagde middag was geweest. We hadden vier speeches c.q. lezin gen te horen gekregen, en vier schrijvers die nauw met Leiden verbonden zijn, hadden uit eigen werk voorgelezen, en toch was het amusant en onderhoudend ge weest. Boudewijn Buch, F. L. Bastet, Maarten van 't Hart en Maarten Biesheuvel hadden over hun Leidse ervaringen verteld ter gelegenheid van de presenta tie van het Boek van de Maand „Het land der letteren - Neder land door schrijvers en dichters tn kaart gebracht", een kloek en rijkgeillustreerd boekwerk waar aan vierhonderdvijftig auteurs hebben meegewerkt. Behalve op het podium waren er ook in de zaal heel wat mensen die in Leiden wonen, studeren of college geven, onder wie prof. dr. Karei van het Reve, die een bij zondere band met Leiden heeft, omdat hij een van de weinige hoogleraren in het ruim 400-jari- ge bestaan van de universiteit is geweest die in het water van het Rapenburg heeft gelegen. Hoe wel, gelegen is het woord niet. Voor een kleine kring van be langstellenden, onder wie Maar ten Biesheuvel die nog een rol in het verhaal heeft gespeeld, heeft hij het, vanwege de bijzondere gelegenheid, nog eens uitvoerig uit de doeken gedaan, uitvoeri ger dan zijn eigen schoondochter het ooit gehoord had. Hij reed, nu al weer jaren geleden, met zijn auto over het Rapen burg, dacht over de auto voor hem: „Wat rijdt die boerelul langzaam!", en passeerde die au? to. Toen merkte hij dat de auto daarvoor ook zo langzaam reed, hij dacht weer: „Wat rijdt die boerelul langzaam!", gaf even flink gas en passeerde ook deze voorligger. Daarna viel het hem op dat ook de tegenliggers erg langzaam reden en begreep hij dat de weg spiegelglad was. Toen hij aan de kant van het water tussen twee bomen in parkeerde, deed hij dat dan ook uiterst be hoedzaam, met een vaart van 1 kilometer per uur. Hij parkeerde achteruit in, zette de versnelling weer in zijn vooruit, maar merk te tot zijn verbazing dat de auto achteruit bleef glijden en het Ra penburg in plompte. Een kenmerk van paniek is niet dat je heel erg zenuwachtig wordt, vertelde hij, maar dat je de ver keerde conclusies trekt. De auto bleef rechtop in het water drij ven, en daaruit trok ik de conclu sie dat ik gewoon op de bodem stond, en dus niet kon zinken. Op de kant stonden de mensen opge wonden te gebaren, maar ik be duidde ze dat er niks aan de hand was, dat ze zich niet zo druk moesten maken. Een me vrouw van de universiteit die mij kende bleek achteraf opge wonden te hebben geroepen: „Dat is een professor die verdrinkt! Dat is een professor die ver drinkt!", maar daar was zij al leen van onder de indruk. Wel kwam iemand met een ladder aanzetten, die duwden ze tegen de auto aan, waarop ik door het geopend raampje mijn tas met papieren op de ladder legde, om dat ik bang was dat de inhoud nat zou worden. Op de kant ble ven ze maar roepen dat ik eruit moest komen omdat zij niet be grepen dat de auto met zijn wie len op de bodem stond, en toen trokken ze de auto met die ladder naar de kant. Ik had toen kunnen begrijpen dat de auto dreef, maar dat drong toch nog steeds niet tot mij door. Ze zetten de ladder tussen de au to en de wallekant, een forse man klom een paar sporten omlaag, stak me zijn hand toe, en zei: „Kom er nou uit, klootzak!" Dat deed ik toen maar, en toen ik op de kant stond en omkeek was de auto al geheel onder water ver dwenen. Mijn broek was nat ge worden, ik werd op een Duits in stituut door die mevrouw naar binnen gehaald en zij belde met een de rector magnificus op dat mijn broek nat was. Hij zei dat hij mij graag zijn broek wilde le nen, maar dat hij over vijf minu ten de koningin of een minister moest ontvangen, maar gelukkig kwam toen Maarten Biesheuvel eraan, die aan de overkant voor bij gefietst was en die auto in het water had zien liggen, maar tot zijn spijt had moeten doorfietsen omdat hij college had van profes sor Van het Reve. Maar toen ik niet kwam opdagen begreep hij dat ik in het Rapenburg had gele gen. Hij leende mij zijn broek, die een beetje krap zat, en hij trok mijn natte broek aan en bleef tij dens het college tegen de kachel aan zitten, zodat wa na het colle ge weer van broek konden ruilen! Tot zover het verhaal van Karei van het Reve, Rapenburg, zijn broek en Maarten Biesheuvel. Hij had het zelf wel eens beschreven, zei hij. Ik ook, zei Maarten. Dat was Karei weer vergeten Ook ik ben beide verhalen van de hoofd personen weer vergeten, ik be doel: ik weet niet waar ze te vin den zijn, dus het lijkt me een aar dige taak voor de neerlandici om mijn verhaal (opgetekend uit de mond van de ongelukkige zelf), met dat van Maarten en Karei te vergelijken. Zo dragen we alle drie nog een steentje bij aan de literatuurwetenschap. Terwijl de sjeik aan het vertellen is, valt het licht uit. „Zowel wa ter als elektriciteit worden door de christenen afgesne den. De elektriciteitscentrale is in het naburige christelijke dorp Richmaya. De waterbron nen zijn in onze handen, maar de waterleiding loopt door christelijke dorpen, en zij slui ten onze watertoevoer af. Wij overwegen nu om op onze beurt de watertoevoer uit christelijke dorpen af te snij den. Het is een kettingreactie van ac- tie-reactie-escalatie. Geloof mij, het is geen religieuze oor log, het kan er wel een worden. Maar gelooft u mij, wij willen het niet". Er wonen ongeveer 3000 mensen in Kfar Him. De meesten leven van landbouw. Een traditione le gemeenschap, die nogal feo daal leeft onder de hoede van de traditionele leider Walid Jumblatt. De Jumblatts zijn al eeuwen de heersers van de Shoef. De landbouw is hoofd zakelijk olijfteelt. Sommige mensen in Kfar Him werken in Beiroet, dat op 30 kilometer af stand ligt. Tachtig procent van de mensen gaat nu niet naar hun werk, want wie met de au to het dorp verlaat, loopt het gevaar door christenen ont voerd te worden. Welvarend Wij wagen de tocht naar Deir el Kamar, dat vijf kilometer ver derop ligt. Een welvarend dorp dat schril afsteekt tegen het veel primitievere Kfar Him. Deir el Kamer is het bolwerk van de christelijke oud-presi dent Chamoen, de christelijke tegenhanger in de Shoef van Jumblatt. Het dorpshoofd van Deir el Ka mar sluit snel zijn winkel om ons te ontvangen. Zijn zuster voert het woord. Het is een lan ge jammerklacht. „Heb toch medelijden met ons. Het is hier zo beroerd. Meneer, gelooft u mij, de Israëli's zijn erger dan de Palestijnen. Wij dachten dat we na het vertrek van de Pale stijnen uit Libanon vrede zou den krijgen, maar de Israëli's zijn erger dan de Syriërs en Pa lestijnen samen. Zij hebben de Druzen tegen ons opgestookt. Zij geven hen wapens". Het verhaal van Siham Saba is heel verward. Het ene moment is zij tegen de falangisten, en kele minuten later worden zij geprezen. Jumblatt ondergaat hetzelfde lot. „Als de falangis ten voor het welzijn van Liba non zijn, dan hebben ze onze steun, en als de socialisten van Jumblatt voor Libanon zijn, dan steunen wij hem. Wij wil len geen oorlog, dit is een sme rige oorlog. Het is een kettin greactie. Wij willen vrede, opze kinderen naar school sturen, naar Europa gaan, reizen ma ken. Maar nu kan ik niet eens naar Beiroet, want dan moet ik door het Druzen-dorp Kfar Him. En de Druzen zijn niet ge civiliseerd. Ze zijn primitief, ze kennen de bloedwraak. Dat be staat bij ons niet. Wee ons, heb toch medelijden met ons lot". Album Er wordt een album te voor schijn gehaald. Foto's van een neef die de vorige week door Druzen is ontvoerd. „Hij is ver moord in het dorp Aitat. Hij was de weg kwijtgeraakt en kwam in het Druzen-dorp te recht. Samen met twee vrien den. Ze zijn vermoord. Maar ''wij nemen geen wraak, zo zijn we niet. Stel je voor, zomaar vermoord worden omdat je verdwaalt. Nee, wij zijn niet bang voor de Druzen in Kfar Him, dat zijn goede mensen. Wij hebben al tijd met ze in vrede geleefd. Het zijn de vreemde elementen die daar komen, de milities van Jumblatt. En zij worden opge zet door Israël, Syrië en Ameri ka. Dat zijn de ware schuldi gen. Ach, pauvres nous. U bent net bij de Druzen geweest? Wat zeggen zij? Dat wij hun elektriciteit afsnijden? Maar we hebben zelf ook geen stroom. Dat hebben de Israëli's gedaan. Zij hebben de centrale gebombardeerd. En het water sluiten wij ook niet af. Zij wil len ook vrede? Maar waarom hebben ze dan acht jaar gele den 132 christenen vermoord na de moord op hun leider Ka- mel Jumblatt?". Siham Saba vertelt dat zij haar kinderen thuis houdt. Ze gaat niet zonder geleide de straat op, want de falangisten recru- teren kinderen vanaf 14 jaar voor de milities. En als je als 14-jarige zomaar op straat loopt, loop je de kans voor de vrijheid van Libanon gerecru- teerd te worden. „Ze zeggen: jullie moeten mee doen anders worden jullie door de Druzen afgemaakt. Ik ben niet tegen de Forces Libanai- ses (falangisten), maar ik wil mijn kinderen thuis houden. Ach, pauvres nous. De Israëli's zijn niet gekomen om de chris tenen te helpen, niet voor de Druzen, maar om Libanon ka pot te maken. Eerst hebben ze de falangisten hier gebracht en toen zijn ze de falangisten gaan tegenwerken. Pauvres nous". Burgemeester De neef van mevrouw Siham, Georg Deeb, is de burgemees ter van Deir el Kamar. Er is een enorme drukte in zijn huis. Er komen voortdurend mensen binnen en de telefoon rinkelt zonder ophouden. Er komen twee huilende nonnen binnen. Zuster Jeanne vertelt dat ze vanmorgen op weg was naar Beiroet, toen de auto waar zij met een andere non in reed, om een uur of elf in het Dru zen-dorp Kfar Him werd aan gehouden. Dat was precies toen wij op de koffie waren bij de sjeik. De chauffeur werd ge kidnapt en de Druzen zeiden tegen mij: „Ga terug naar je dorp en zeg dat we iemand van jullie te pakken hebben". Ze is direct naar Georg Deeb ge komen en de vader van de ont voerde man is al aan de tele foon: als zijn zoon niet onmid dellijk wordt vrijgelaten gaat hij zelf Druzen kidnappen. Dat is heel eenvoudig, want ieder een heeft wapens. „Geef mij een paar uur", zegt Georg Deeb „Ik ben aan het onder handelen over een uitwisse ling. Wacht nog met ontvoeren. Maak het niet erger". De man belooft het nog even aan te Kettingreactie „Het is een kettingreactie", zegt Georg. „Gisteren is het begon nen. Twee christenen uit het dorp Bnch zijn in Kfar Him verdwenen. Georg Lachoud en Hassoud Hassoud. Wij hebben direct contact opgenomen met alle vertegenwoordigers van de Druzen tot het hoogste ni veau, met Jumblatt, en met de leiders van zijn partij de PSP (Progressieve Socialistische Partij), maar de Druzen zeggen van niets te weten. De twee mannen zijn als rook verdwe nen. Als reactie daarop zijn er drie Druzen gekidnapt. Vanmorgen is het verder gegaan: zes christenen zijn ontvoerd. Ik heb direct contact opgeno men met de PSP. Ze zullen me terugbellen. Zij hebben mij na men gegeven van hun ontvoer de mensen. Die geef ik door aan de falangisten. De burge meester in Kfar Him kan ik niet direct bellen, want de plaatselijke telefoon naar zijn huis werkt niet. Dat is jammer, want wij staan al jaren op heel goede voet met elkaar". Georg Deeb vertelt dat hij met al le partijen goede betrekkingen onderhoudt, met de falangis ten, met de Druzen, met de PSP en ook met de Israëli's. Hij zelf is Chamoenist, hetgeen begrijpelijk is, want Deir el Ka mar is de geboorteplaats van oud-president Chamoen. „Ik ben tegelijkertijd partij in dit conflict en bemiddelaar", zegt Georg. „Maar als Chamoenist behoor ik bij de coalitie van christelijke partijen die zich met Kataeb van Gemayel in het Libanese front heeft ver enigd. De strijdkrachten van dat front zijn de Forces Liba- naises. Maar ik ben niet alleen maar partij, want ik heb mijn betrekkingen met de anderen niet verbroken. Dat is een heel moeilijke positie. Ik voel me een soort van koorddanser". De Shoef is traditioneel het bol werk van de Jumblatt aan de kant van de Druzen en de Cha- moenisten aan de kant van de christenen. Het klinkt onwaar schijnlijk, maar de strijd die de Kataeb heeft ontketend in de Shoef gaat niet eens in de eer ste plaats tegen de Druzen, maar is op indirecte manier te gen de Chamoenisten gericht Met de Israëlische invasie zyn de falangisten achter de Israë li's aangekomen en hebben met toestemming van de Israë li's wegcontroles en militaire kampen ingericht in dorpen waar in het verleden christe nen hebben gewoond. Terugkeer „Toen de PSP van Jumblatt in 1975 de macht heeft overgeno men, zijn veel christenen weg gegaan", zegt Georg, „nu ko men zij terug. Maar de PSP ac cepteert dat niet Zij begrijpen niet dat zy niet meer de alleen heersers ziin in de Shoef'. Hy geeft de argumenten van de Kataeb. Maar helemaal waar is dat niet Want de christenen die in 1975 gevlucht zijn tij dens de burgeroorlog, waren Chamoenisten, geen Kataeb- aanhangers van Gemayel. Ge mayel had in de Shoef geen en kele invloed. Nu wil hij die in vloed met hulp van de Israëli's vestigen ten koste van zyn ri vaal-bondgenoot Chamoen, en als middel om die invloed te winnen is de stryd tegen de Druzen aangebonden. In dat verband is het van belang te weten dat twee jaar geleden de vermoorde falangistenlei- der Beshir Gemayel de milities van Chamoen heeft uitgeroeid, voordat Chamoen zich bij het front aansloot. Het mechanis me is nu eenvoudig: door de vi cieuze cirkel van actie en reac tie werpt de Kataeb met de Forces Libanaises zich als de grote verdediger van de chris tenen op in de Shoef, en maakt de christelijke bevolking van zich afhankelijk. Vandaar de ambivalentie van mevrouw Si ham Saba. Vandaar dat Georg Deeb tegelijk partij en bemid delaar kan zijn. Patroon In feite heeft dus hetzelfde pa troon zich vorige week afge speeld in Beiroet op de dag dat er een aanslag werd geplaagd op de Druzen-leider Jumblatt. Jumblatt kwam net terug van een verzoeningsbijeenkomst met oud-president Chamoen. Chamoen weet dat hij in de Shoef een verliezende partij is. en daarom waren de heren het snel eens: de terugtrekking van de falangisten uit de Shoef en tegelijkertijd ontwapening van de Druzen. Maar deze deal werd uiteraard door de Kataeb direct van de hand gewezen. De steun van Israël aan het christelijke kamp m de Shoef heeft tot boze protesten van de Israëlische Drozen-bevolking geleid. En onder druk van de Israëlische Druzen heeft Israël toen beloofd de Libanese Dru zen te zullen beschermen te gen de falangisten. Vandaar dat dubbele spel. Gelooft Georg Deeb ook dat de Israëli's schuldig zijn aan de troebelen in de Shoef7 „Het is wat al te gemakkelijk om de Is raëli's te beschuldigen. Het is ons probleem, dat al dateert van ver voor de komst van de Israëli's. In 1860 hebben de Druzen en christenen elkaar hier al afgeslacht". Opnieuw gaat de telefoon. De Druzen aan de lijn met namen van twee gekidnapten. Georg belt direct het falangisten- hoofdkwartier op. want de PSP vraagt de namen van hun ontvoerde mensen. Er kan aan een uitwisseling gewerkt wor den. „Vergis u niet, ik ben niet alleen maar onderhandelaar, ik ben er ook by betrokken. Ik kan niet afzydig blyven als mijn vrienden ontvoerd wor den. Hier zit de vader van de man die vanmorgen in Kfar Him ontvoerd is. Hy komt uit dit dorp Zyn zoon is 22 jaar oud en werkt bij de veilig heidspolitie in Beiroet. Hy kwam terug uit Beiroet om zyn ouders op te zoeken Als wy niets horen dan kan ik zyn va der niet tegenhouden Ik be grijp de Druzen heel goed. Tot letterlyk vandaag hebben we in pnma verstandhouding ge leefd. zy willen zich verdedi gen. maar wil ook". Snel weer terug naar Kfar Him De gastvryheid van de Druzen vereist dat wy er blijven eten By het verlaten van Deir el Ka mar is er een controlepost van Georg Deebs plaatselyke gen darmerie. Christenen mogen het dorp niet uit. Onze chauf feur is gelukkig moslim. On derweg nog een kidnapcontro le van de falangisten. maar er zyn geen Druzen m de auto dus wy kunnen doorrijden Verder weer naar Kfar Him De Israëli's zitten nog steeds on geïnteresseerd in hun post. Onheilspellend De sjeik wacht met eten Hy be vestigt onmiddellijk dat de au to met de nonnen vanmorgen is aangehouden. „We moesten wel, want wat ze je in Deir el Kamar niet verteld hebben, is dat daar vanmorgen een Dro zen-jongen is ontvoerd Maar u kunt ervan op aan dat wy hun mensen goed behan i- N n Drozen krenken niemand een haar. En zo'n reeks van ontvoe ringen eindigt gewoonlyk in een uitwisseling. Het wordt pas gevaarlyk als zy ontken nen dat de kidnapping heeft plaatsgevonden Dat kan bete kenen dat er een moord is ge pleegd. Het is nogal onheil spellend dat zy tot dusver heb ben ontkend de kidnapping, vanmorgen te hebben uitge voerd. Het is vr. s. lijk. .'n burgeroorlog, maar wy zitten in de val". ADVERTENTIE Geen probleem met Caveau. Rood, wit of rosé. Altijd lekker, altijd van goede kwaliteit Caveau Vin de Table, met zorg geselec teerd door de wijnkopers van Verbunt. U kunt ervan op aan. En u vindt geen be tere wijn onder de vijf gulden. Caveau. Gegarandeerd doorVerbunt. Uit de kelders van Verbunt Wijnkopers sinds 1844. I5ij twee flessen één J gulden cadeau. Snij mei een purine mes|e J hei Caveau-ze-gel uit de loden capsule van een van de Caveau wijnen i Stuur twee van deze lood I merkjes, te /amen met een I ingevulde coupon, in een en- I veS 'p r nda i* 'st/ryii m J Margnet boodv happenplan. J Antwoordnummer 10655, 1000 RA Amsterdam U om vangt dan f t- retour NaamJ Adres - Postcode/PlaatsI Bankrekeningnummer j Of gironummer Deze actie is geldig tot I mei I Zie voor not niwr voor- j deel .Het bood happen plan De sjeik dient zelf het eten op Hy vertelt over de Drozen rcli gic, die afstamt van de islam maar in reïncarnatie gelooft Hy roemt Jumblatt. dc PSP en de socialistische beginselen De Drozen zyn socialisten, voor sociale gelykheid rechtvaardigheid Dat gaat i men met een uitermate tradi tioneel levenspatroon, want zyn gesluierde vrouw en moe der wachten in de keuken tot wy klaar zyn met eten Pas bij de koffie vertonen zy zich aan de gasten. Tydcns het eten in het met kaar sen verlichte huis - de elektrici teit is nog steeds niet terog komt het bericht over een uit wisseling. Het is hier dit keer goed afgelopen, maar nut overal in de Shoef Er zyn op verschillende plaatsen be schietingen. De ontvoeringen leidden vaak tot moord, be schietingen en bomaanslagen, zoals de aanslag op Walid Jum blatt vonge week Een dagje burgeroorlog in Libanon

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 17