Wie bekommert zich om de Groenlander? Conservator Gert Nooter: Koop rustig zeehondebont ZATERDAG 4 DECEMBER 1982 Q Extra PAGINA 15 "Het is een misverstand dat in Groenland alleen rauw vlees wordt gegeten. Trouwens, een broodje tartaar en een groene ha ring zijn ook rauw vlees". Zo ontkracht de Leidse conservator Gert Nooter de benaming Eskimo, zo als de bewoners van Groenland doorgaans ten onrechte worden ge noemd. Eskimo betekent namelijk rauwvleeseter, van oorsprong een scheld woord voor de Inuit, zoals de juiste naam luidt voor de jagende noorderlingen. Inuit (spreek uit: ienoe- wiet) betekent letterlijk: mensen bij uitstek. "Voor een goed klaargemaakt stuk zeehondevlees laat ik een tournedos zomaar staan", aldus Gert Nooter die daar mee uitdrukt hoezeer hij zich heeft aangepast aan de arcti sche samenleving waar hg nu al bijna 18 jaar wetenschap pelijk onderzoek verricht. Door zijn vele reizen naar de Inuit-nederzetting Tinitegi- lég (204 inwoners) is dit kou de oord een tweede thuisha ven voor hem en zijn gezin geworden. Hij jaagt, leeft en spreekt als een Inuit wanneer hij in Groenland vertoeft. Zijn gro te betrokkenheid met de Inuit-samenleving is daarom geenszins verwonderlijk. Zijn opwinding over de wes terse acties tegen de aanschaf van zeehondebont komt recht uit het hart. Rot Nooter verwoordt de nood kreet van de huidenjagers als volgt: "In Groenland is het inkomen van de jagers door de invoerstop van de Europe se Gemeenschap met 21 pro cent gedaald. De prijs die de handelaar voor een zeehon dehuid neertelt is al vijf jaar dezelfde. De benzineprijs is van drieënhalve Deense kro nen gestegen naar vijf kro nen, terwijl ook koffie, sui ker, meel en margarine enorm in prijs zijn verhoogd. Dit maakt het leven daar erg zwaar. Om het inkomen naar het oude niveau terug te brengen moet er hier weer veel zeehondebont worden gekocht". Als de acties van de natuurbe schermingsorganisaties doorgaan is de Inuit-cultuur - die volledig van de jacht af hankelijk is - ten dode opge schreven. Volgens Nooter heeft met name het WNF be wust de problemen van de Inuit veroorzaakt. Hij noemt het fonds dan ook een door en door rotte organisatie "Ze wisten wat ze deden. Het WNF heeft deskundige biolo gen in dienst die beter zou den moeten weten. Door alle soorten zeehonden op één hoop te gooien hebben ze de Groenlanders de nek omge draaid". Het doodknuppelen van jonge zeehondjes in Canada wijst Nooter niettemin duidelijk af. "Maar dat is een blanke ac tiviteit. De manier waarop de Inuit op zeehonden jagen heeft daar niets mee te ma ken. In Groenland werpen de zeehonden hun jongen op verschillende plaatsen terwijl in Canada massaal op één plek wordt geworpen. Daar liggen 600.000 jonge zeehon den bij elkaar op het ijs". In de knel Een verbod op het doodknup pelen van de jonge zeehon den in Canada is voor de Groenlandse Inuit van le vensbelang. "Het Canadese gebied is een soort kraamka mer voor de zeehondenstand in Groenland. De volwassen dieren trekken naar de jacht gebieden van de Inuit. Maar als ze niet volwassen worden, kunnen de Groenlanders ze niet vangen en komen ze zo doende steeds meer in de knel te zitten". "Voor het WNF en de interna tionale dierenbescherming - en in mindere mate Green peace - zijn de zeehonden be langrijker dan de Inuit. Ik heb de voorzitter van de Ne derlandse Dierenbescher ming tijdens een bijeen komst in Rotterdam voor een volle zaal de uitspraak ont lokt: 't is jammer voor de Es kimo's, maar zeehonden gaan voor. Ik dacht dat toen het publiek wel om zou gaan, maar men is blijkbaar doof voor mijn argumenten" Ervaringen als deze komen Nooter de keel uit. "Ik heb schoon genoeg van die werk groepen die het allemaal zo goed weten. Pas hoorde ik nog iemand praten over her scholing en remigratie van de Inuit. Ze weten niet waar ze over praten." Westeuropeanen die in Groen land zijn geweest komen met een duidelijk standpunt te rug: de invoerbeperkingen mogen de Inuit niet raken. Zo ging enige tijd geleden een delegatie Europarlemen tariërs naar Groenland. Eén kaar door wanneer er gevaar dreigt en waar rgke voedsel- gebieden zijn. De motoren van de gasvervoerders ma ken deze communicatie on mogelijk. Waar de dieren heen trekken om te kunnen blijven praten weet niemand. Ook het jachtgebied van de Inuit wordt door de IJsbre kers aan stukken gevaren. De IJsbreker zoekt het dunste gs. De zeezoogdieren doen het zelfde en maken daar adem gaten Bij deze ademgaten wacht de Inuit op zijn prooi. Kortom, als de oliemaat schappijen hun wil doordrij ven wordt het natuurlek evenwicht vermeld en wordt de spil van de Groenlandse samenleving - de jacht - on mogelijk gemaakt. Diepvrieskisten Een McDonaJds-zaak is in Groenland nog niet gesigna leerd. maar verder is de wes terse beschaving al aardig tot de autochtone bevolking doorgedrongen. Het begon al in de 18e eeuw toen de Inuit gebruiken van de Deense be zoekers overnamen. Tabak, katoen en koffie deden hun intrede en zijn tegenwoordig normale verschijnselen. De aanschaf van westerse con sumptieartikelen gaat echter verder Hoe vreemd het ook mag klinken, wie Groenland nu bezoekt vindt er diep- Wil«kisten Voor de Inuit een bruikbaar apparaat omdat ook in Groenland de tempe ratuur wel eens schommelt Het vers houden van vis en zeehondevlees gebeurt daar om met elektrische hulpmid delen. Het leven is volgens Nooter door sommige westerse pro- dukten een stuk makkelgker geworden voor de Inuit. "De vrouwen die zorgen voor de verwerking van de huiden kunnen nu zeggen: schenk mij eens een bakje koffie in of haal eens een brood. Vroe ger moesten ze het brood zelf bakken. Er is telefoon en er is een gasfornuis. De komst van de buitenboordmotor heeft de jachtmogelgkheden ook verruimd, hoewel de zeehon- denjacht nog altijd met kayaks wordt gedaan". Het tempo waarin de verwes ter lg king van de Inuit zich voltrekt is wellicht af te me ten aan dezelfde buiten boordmotoren. In 1965. toen Nooter samen met VARA- filmer Jan Veenman zijn eer ste bezoek aan TinitegilAg bracht, was er in de straatloze samenleving nog geen bui tenboordmotor te bekennen. Vijf jaar later waren er moto ren van 15 pk. terwijl hg dit jaar motoren met een vermo gen van 50 pk signaleerde. Het aantal kayaks is in die achttien jaar van 23 naar 6 te ruggebracht. door Dirk-Jan Roeleven De Leidse conservator Gert Nooter: "Jachtcultuur van de Inuit is ten dode opgeschreven". (foto: Dirk Ketttaf 1 Acties als "Stop de zeehondenmoord" blijken ook nog een legitieme keerzijde te hebben. Dat vindt althans Gert Nooter, als conservator voor de arctische gebieden verbonden aan het Rijksmuseum van Volkenkunde in Leiden. In fijn ogen vormen ze een regelrechte bedreiging van de geheel op de jacht aangewezen Inuit-bevolking (de enige juiste benaming voor w at doorgaans ten onrechte als "Eskimo" wordt aangeduid). Sinds 1965 maakt de 51-jarige Nooter regelmatig reizen naar de Oostgroenlandse nederzetting Tinitegil&g, waar hij en zijn gezin inmiddels volledig in de autochtone gemeenschap zijn opgenomen. Dit jaar verbleef hij er andermaal vijfmaanden en raakte er meer dan ooit opgewonden over de toenemende cultuuraanslagen, veroorzaakt door de op winst beluste multi nationals en goedwillende, maar in zijn ogen fout handelende natuurbeschermingsorganisaties. Dirk-Jan Roeleven sprak met hem over de voortgaande verwesterlijking, zijn afkeer van het Wereld Natuur Fonds, "Eskimo-pop" en diepvrieskisten tussen de ijsbergen. Met als binnenkomer een opmerkelijke uitspraak: "Koop alsjeblieft Groenlands zeehondebont". EG Gert Nooter heeft het ook mee gemaakt dat hg op de hon deslee zat terwijl een Philips- cassette recorder Inuit- popklanken voortbracht Westerser kan het bgna niet. Nooter: "De muziek die de Groenlandse jeugd maakt is een soort Bob Dylan-achtig protestlied. Het aantal uitge brachte platen is voor een taalgebied van 40.000 mensen vrij groot". De jeugd protesteert voorna- melgk tegen het Deense lid maatschap van de Europese Gemeenschap De Groenlan ders willen bever nog van daag dan morgen uit het Eu ropese samenwerkingsver band, dat in grote mate ver- antwoordclgk is voor de pro blemen waarmee zij thans kampen. Nederland loopt daarin voorop door als eerste Europese land de invoer van zeehondebont te hebben ver boden Het instellen van een 200 mgls- zone om het viswater te be schermen is een ander onder werp waar de felle protestlie deren over handelen. Westeu- ropese vissers halen nu het jachtgebied van de autochto ne bevolking overhoop. "On ze Urker vissers kunnen er ook wat van. die varen dwars door alles heen", zegt Nooter. Toen hg 18 jaar geleden voor het eerst naar Oost-Groen land ging. was zijn komst een grote gebeurtenis voor de Inuit. Tegenwoordig belt hg naar Tinitcgil&g dat hg eraan komt. Bg aankomst wacht het gezin Nooter een paar zware dagen. "Om te beginnen moet je ieder een de hand schudden cn word je overal uitgenodigd om een hapje te eten. Het is een ware marathon Het le ven in een Inuit-nederzetting is moordend Je hebt er 24 uur per dag dienst, huisbe zoek is heel belangrgk in de Inuit-cultuur. en jc kunt er lettcrlgk op elk moment van de dag visite krggen. Daarom zou ik er ook niet Kunnen wo nen Ik zou daar niet in mgn onderhoud kunnen voorzien En op mgn leeftgd is het ja gen een te zware opgave ge worden De slcentten vreten energie, dat heeft echt niets met jinglebells te maken". van hen, de Nederlander Hemmo Muntingh, deelt nu het standpunt van Nooter en vindt ook dat de totale in voerstop van zeehondebont de jachtcultuur van de Inuit ernstig bedreigt. Greenpeace Om het bont van de Groenland se zeehonden te scheiden van de doodgeknuppelde Cana dese dieren heeft de Deense regering een merkteken ont wikkeld. Dit teken vermeldt: Echt Robbe, The Royal Green land Trade Department. Door middel van een adver tentiecampagne van 500 mil joen kronen (ongeveer 150 miljoen gulden) in bladen als Le Monde en de Frankfurter Allgemeine probeert de Deense regering dit merkte ken bekendheid te geven en de liefhebber van onbevlekt bont aan te sporen het Groen landse produkt te kopen. En waar blijft Greenpeace, vraagt Gert Nooter zich af. "Ik vind dat Greenpeace in de beurs moet tasten om aan die advertenties mee te beta len. Aan de ellende die ont staan is, en waaraan zij mede schuldig is, moet een einde komen. Overigens heb ik een diep respect voor Greenpea ce als ze bezig zijn walvis vaarders te hinderen. Ik ben alleen bang dat ze op een ge geven moment ook kayaks in het vaarwater gaan zitten". Op steun van het WNF hoeven de Inuit volgens Nooter niet te rekenen. "Wat in Afrika met behulp van deze interna tionale jet-set is gepresteerd, is je reinste criminaliteit. Waar vroeger inlanders woonden zijn nu natuurreser vaten. Ze hebben de zwarten afgeschoten en gedeporteerd, om blanke Neckermann-toe- risten van de zogenaamde on gerepte natuur te laten genie ten. In het gunstigste geval is een inlander nu chauffeur van een Landrover. Puur neo-kolonialisme". Olie Een ander gevaar voor de Inuit is de komst van multinatio nale oliemaatschappijen. Nu de meeste vindplaatsen van delfstoffen op aarde zijn uit gemolken, wordt het renda bel om de poolcirkel te ont ginnen. Op Melville Island heeft de Canadese staatsolie- maatschappij Petro-Can on geveer 150 miljard kubieke meter gas aangeboord. Om dit gas bij de afnemers te krij gen worden reusachtige ijs- brekers gebouwd die een hoeveelheid geluid maken, die in het gebied waar totale stilte heerst, honderden kilo meters ver draagt. Walvissen en zeehonden "pra ten" over honderden kilome ters onder water, zg geven el- Links het barre landschap van Oost-Groenland. Boven een nieuwe generatie Oost- Groen landers prooi van ver westerlijking. (Foto Gort Nootrr)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 15