Zweepslag van de crisis treft wao Beursweek Postgiro wil banken paaien Lubbers maakt geen indruk Geldmarkten ZATERDAG 27 NOVEMBER 1982 De klap van een zweep begint bij het handvat, maar is pas echt voel baar aan het uiteinde. De zweep van de crisis eindigt bij de uitke ringstrekker, die afhankelijk is van wat hem wordt doorgegeven en de pijn niet verder kan transporteren. Los van de vraag of in het laatste geval ook sprake onontkoombare wetmatigheid, is dat het beeld: de gezondmaking van het Nederland se bedrijfsleven zal vooral tot stand moeten komen via snoetwerk in de niet-directe loonkosten, de premies voor sociale uitkeringen. On vermijdelijk richt dat de kritische aandacht op de uitkeringstrekker zelf, als laatste in de rij, weerloos in de schijnwerper blijft staan. De arbeidsongeschikte is het eerste specifieke doelwit van de huidige regering. Naast de al aangekondigde bevriezing voor alle uitkerin gen, zal aan de wet op de arbeidsongeschiktheid een aparte bezuini gingsronde worden gewijd. De rechtvaardiging daarvan: de wao-uit kering is gemiddeld veel hoger dan de werkloosheidsuitkering, ter wijl het aantal (langdurige) wao'ers sterker is toegenomen dan ooit de verwachting was. De groei van het aantal mensen dat een beroep doet op een uit kering voor arbeidsonge schiktheid is explosief ge weest. Tien jaar geleden be droeg het aantal uitkerings trekkers 220.000. Nu zijn dat er 700.000. Zij slorpen jaarlijks een bedrag op van zestien mil jard gulden. Daar komt dan nog zes miljard gulden by aan ziekte-uitkeringen. Geld, dat moet worden losgemaakt uit de loonsom via premies voor werknemers en, in mindere mate, werkgevers. Gevolg: de premies zijn enorm gestegen en 'dus' ook de lonen en de prijzen. Dat heeft de kos tenontwikkeling van het Ne derlandse (export)produkt geen goed gedaan. Het leidt er toe dat, in eerste instantie van werkgeverszijde, de roep om verlaging van de kosten luider wordt. Op het moment dat ver dere verschuiving van de pre mielast richting werknemers dreigt, ligt voor de hand dat de 'betalers' (werkgevers én werk gevers) zich gezamenlijk gaan afvragen of er aan de kant van de 'ontvangers' (de uitkerings trekkers) niet iets mis is. Zijn de werkomstandigheden, ondanks het verdwijnen van veel zwaar en vuil werk, slech ter geworden? Komen er tal van mensen in de wao terecht die er niet thuishoren? Is het begrip arbeidsongeschiktheid niet teveel opgerekt?Het zijn vragen die de werkende en werkbiedende klasse eerst aan zichzelf zal moeten stellen. De wao is een verzekering onder beheer van de bedrijfsvereni gingen en de invulling ervan vloeit dus voort uit de eigen verantwoordelijkheid van de sociale partners. Als het op verwijten aankomt kan de vinger bijvoorbeeld gaan naar de werkgever, die de wao (heeft) gebruikt als afval- vat voor improduktieve werk nemers en die zich nu de woe de van de wao'ers op de hals haalt door juist in de premie- kosten (dus de uitkeringen) te willen snoeien. Mr H. van Brussel, secretaris van het VNO, heeft kort geleden toegegeven dat individuele be drijven de kosten hebben op gedreven door kwakkelende of na bijvoorbeeld een hartaanval deels herstelde werknemers in de wao te lozen. Maar hij vindt niet dat dat het collectieve be drijfsleven verweten kan wor den, laat staan dat Van Brussel het woord 'misbruik' van toe passing acht. "Want de wet biedt de mogelijkheid, het is de verantwoordelijkheid van de wetgever". Volgens de VNO-secretaris zouden veel bedrijven er trouwens slechter dan voorstaan dan nu het het geval is, indien zij deze moge lijkheid niet hadden aangegre pen. Dê werknemers dan en, in het verlengde daarvan, de wao'er zelf. Hen wordt wel verweten te snel genoegen te nemen met een bestaan als uitkeringstrek ker, zeker naarmate de inko mensachteruitgang minder is. Het mag dan zijn vastgesteld, dat bij wao-trekkers nog veel arbeidsreserve aanwezig is. Maar het gaat wel heel ver om het werknemers te verwijten als ze in de wao terechtkomen. Of ze, bij de huidige werkloos heid, te verwijten dat ze erin blijven. Als men de werkge vers niets aan mag rekenen, geldt dat ook voor werknemers en wao'ers, die in veel gevallen niets te kiezen hebben. Verwijten zijn in feite niet op hun plaats. Feit is wel, dat poli tici, werkgevers én werkne mers zich stevig hebben misre kend bij het uitbreiden van de arbeidsongeschiktheidswetge ving. De Wet op de Arbeidsonge schiktheid (wao) werd in 1967 ingevoerd als opvolger van de oude ongevals- en invaliditeits wetten met als bedoeling werknemers ook tegen onge vallen buiten het werk te ver zekeren. Dat is alom aanvaard als een redelijke zaak. Want als al te bepalen is of de oorzaak van arbeidsongeschiktheid op of buiten het werk ligt, dan nog is er geen reden om onder scheid te maken: een ongeluk is een ongeluk, een hersen bloeding een hersenbloeding. In 1973 kwam er aansluitend een richtlijn: gedeeltelijk arbeids ongeschikten, als gevolg van hun handicap onvrijwillig werkloos, behouden sindsdien recht op de volledige uitkering voor arbeidsongeschiktheid. Ook dat stuitte niet op bezwa ren. Dat gedeeltelijk arbeids ongeschikten een kleinere kans hebben op een baan als een werkloze die niets man keert, is ook een gegeven. Op deze uitbreidingen - in 1976 voltooid met de invoering van de Algemene Arbeidsonge schiktheidswet (aaw), een soort vloer in de wao die ook ruimte biedt aan zelfstandigen en schoolverlaters is in be ginsel weinig aan te merken. Maar in de praktijk is het sinds die uitbreidingen uit de hand gelopen. Niet gerekend werd destijds met een toename van de arbeidson geschiktheid, deels als gevolg een toenemend aantal 'moder ne' kwalen (overspannenheid, hart- en vaatziekten). Al dan niet vage kwalen, die sinds 1967 wel recht geven op een wao-uitkering. Concrete nor men voor arbeidsongeschikt heid zijn er niet. door Wim Fortuyn Niet gerekend werd verder met de enorme groei van de werk loosheid, die ook deels herstel de wao'ers, net als werklozen, steeds langer uit het ar beidsproces houdt. Daarmee rijst meer en meer de vraag, wat er moet gebeuren met de in 1973 ingevoerde richtlijn, dat bij onvrijwillige werkloosheid als gevolg van de handicap de volledige wao-uit kering (tachtig procent van het laatstverdiende loon) tot aan het pensioen blijft gehand haafd. Immers, in tijden dat ook langdurig werklozen vruchteloos solliciteren, is maar moeilijk na te gaan in hoeverre de handicap oorzaak is van onvrijwillige werkloos heid. De langdurig werkloze kan wat dat betreft wel eens in het zelf de schuitje zitten als de ar beidsongeschikte. Maar hij moet het wel met een veel lage re uitkering doen: by 'normale' werkloosheid volgt na een half jaar ww (tachtig procent van het loon) en twee jaar wwv (75 procent) de bijstand, de mini mumuitkering in Nederland. Vooral op dit front zal actie tegen de (kosten)groei in de wao wor den ondernomen: betere ver werking van de werkloosheid in de wao-uitkering. Staatsse cretaris De Graaf van sociale zaken heeft al aangekondigd, dat dat een herstellende ar beidsongeschikte langzaam van de wao naar de werkloos heidswetten wordt geheveld, als hij door gebrek aan passen de arbeid werkloos blijft. De gedachte daar achter een vrachtwagenchauffeur die zijn arm verliest blijft weliswaar zijn leven lang arbeidsonge schikt voor die baan. Maar na genezing van de wond en even tuele scholing is er geen reden hem in de wao te houden, als hy wel een passende baan aan kan als, bijvoorbeeld, spoor wegwachter. Van een werkloze wordt tenslotte ook geéist dat hij uitkijkt naar een passende baan, waarbij regelingen voor om- en bijscholing een steun in de rug kunnen Zeker is, dat de huidige en toe komstige wao'ers minder pret tige tijden tegemoet gaan. Juist nu de werkloosheid toe neemt en de bedrijven daar mee de selectienormen voor de nog schaars te verdelen banen hoger opschroeven, begint het gemorrel aan de bestaansze kerheid van deze kwetsbare groep. Zij zullen steeds kriti scher worden 'afgeschat' op ar beidsvermogen door een steeds achterdochtiger samen leving. Voor hen bevat het pak ket aan maatregelen slechts twee schrale troostprijzen. De één om de 'toestroom' richting wao te stuiten, de ander om de 'uitstroom' te bevorderen. De Graaf, te gast bij de sociale ver zekeringsraad, pakte ze vorige week nog eens uit: De Arbeidsomstandigheden wet (Arbo), die in de komende jaren geleidelijk zal worden in gevoerd. Deze wet moet leiden tot verbetering van veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk en daardoor tot minder ziekteverzuim en arbeidsonge schiktheid. De Wet op arbeid voor gehandi capte werknemers (WAGW). Deze wet verplicht werkgevers tenminste vijf procent (nu: twee procent) gehandicapten in dienst te nemen en zoveel mogelijk belemmeringen voor gehandicapten weg te nemen. Het is voor journalisten een bekend gegeven dat leidende figuren uit politiek of bedrijfsleven tijdens een verblijf in het buitenland eerder geneigd zijn openhartige uitspraken te doen aan het thuisfront. Enerzijds omdat de sfeer van het "uitje" de tongen vaak wat losser maakt, anderzijds omdat het wel eens nuttig kan zyn van enige afstand een nieuwe aanzet te geven en rustig de reacties af te wachten. Vorige week leverde drs. H. Verkoren, commercieel direkteur van de Postgiro, weer eens het bewijs van deze stelling. Op een con- ferntie van bankiers in Londen liet hy zich ontvallen, dat het voor de Postgiro eigenlijk niet meer haalbaar was rente te ver goeden op de saldi van haar rekeningshouders. Momenteel be taalt de Postgiro 1,5% rente op gewone tegoeden, maar de stij gende administratiekosten zouden de opbrengsten steeds min der dekkend maken. Deze uitspraak is om twee redenen opvallend. In de eerste plaats omdat hij juist komt van een vertegenwoordiger van de Postgi ro, die er altijd naar heeft gestreefd - en ook is op gericht om - het betaligsverkeer zo goedkoop en efficiënt mogelyk te verzor gen. In de tweede plaats vanwege de timing. Na jarenlange on derhandelingen heeft de vorige regering eindelijk te kennen ge geven per 1 januari 1984 de oprichting van de Postbank te willen realiseren, waarin Postgiro en Rijkspostspaarbank de ruimte moet krijgen om als volwaardige bankinstelling met de particu liere banken te concurreren. Nu heeft een nieuwe regering, waarin enkele mensen zitten, die verklaarde tegenstanders van de oprichting van de Postbank zijn, een regeringsverklaring uit gegeven, waarin met geen woord meer over de Postbank wordt gerept Om de beweegredenen van de heer Verkoren te achterhalen is het nuttig even terug te gaan in de tijd. De Postgiro is altijd de meest efficiënte en goedkope verzorger van het betalignsverkeer ge weest met een grote voorsprong op het gebied van automatise ring ten opzichte van de particuliere banken. De giro ging er altyd van uit, dat de opbrengst van de gelden die de rekening houders aan haar toevertrouwden voldoende moest zyn om de kosten van de administratie te dekken. De Giro verzorgde beta lingen dus gratis en kon zelfs nog een rente van 1,5% op de tegoeden uitkeren. Oorspronkelijk had de Postgiro een monopolie op het verzorgen van het betalingsvekeer, voorzover dat tussen particulieren plaatsvond. Tot in de jaren zestig hield het bankwezen zich al leen maar met het zakenleven bezig en hadden particulieren geen bankrekening, op de meest welgestelden na. Pas toen de girorekening gemeengoed werd en bedrijven de lonen van werknemers niet meer contant maar via de giro gingen uit- door Paul Frentrop betalen, zagen de banken hoe aantrekkelijk het salaris van de gewone man voor hun kon zijn. Stel dat iemand aan het eind van de eerste maand salaris krijgt en dat aan het eind van de tweede maand volledig heeft opgemaakt, dan heeft hy toch gemiddeld een halve maand salaris op de bank staan, zijn hele leven lang. In de concurrentieslag die toen losbarstte wilden de banken maar al te graag rente betalen op salansrekeningen, kantoren op ie dere straathoek openen en zelfs de meest absurde cadeaus weg gegeven, om toch maar zoveel mogelyk nieuwe rekeningen bin nen te krijgen. Alleen konden ze niet zo goedkoop werken als de Postgiro, dus moest er betaald worden. Deze kosten zijn voor de cliént echter zorgvuldig versluierd. In plaats van bijvoorbeeld een kwartje rekenen voor iedere overschrijving passen de ban ken het systeem van de valutadata toe. Ze schryven het geld boekhoudkundig eerder af dan de datum waarop opdracht is gegeven en wachten enkele dagen met het op de rekening van de ontvanger bij te tellen. In de tussentijd is het geld eigenlijk van de bank en kan deze er rente van trekken. Dat is de zoge naamde pijplijn, een fenomeen waar de Postgiro zich uitdrukke lijk niet mee bezig houdt. Die boekt het geld in principe meteen Dit verschil gaat nog duideljker worden wanneer de banken en de Postbank over enige jaren in het Nationaal Beta lings circuit via computers met elkaar zijn verbonden en het geld met de snel heid van het licht van de ene rekening naar de andere kan gaan Geen wonder dat de banken zeer bezorgd zyn over de concurren tiekracht van de Postbank als die er komt. Maar ook de Postgiro lijkt bezorgd. Wanneer de Giro geen rente meer betaalt op reke ningcourant tegoeden, mag worden aangenomen dat de banken, verlost van de druk van de concurrentie, dat evenmin zullen doen. Aangezien het bankwezen gemiddeld zo'n f35 miljard aan giraal geld binnen heeft scheelt het de gezamenlijke banken op jaarbasis zeker een half miljard gulden als ze geen rente meer betalen. In feite een kadootje van de Giro, die er zelf ook ca. f 160 miljoen beter op wordt. He tekent de zorgen van de Giro, wanneer deze instelling de ban ken dit half miljard aan moet bieden. Ook niet verwonderlijk. Want na byna twintig jaar lange stryd, zou de Postbank nu ein delijk tot stand kunnen komen, waardoor de giro een eind zal zien komen aan het dalen van de gelden die het bedrijfsleven bij haar uit heeft staan, omdat ze dan ook het echte bankwerk kan gaan doen: het financieren van ondernemingen, die dus ook bij de Postbank hun rekening aan moeten blijven houden. Maar de kans blijf nog steeds groot dat de Postbank in het zicht van de haven strandt. Minister Smit-Kroes is een verklaard te genstander van de Postbank en het huidige kabinet en heeft de PTT en dus de Postgiro onder haar beheer Dan lijkt de half miljard een soort van afkoopsom, die ook voor de Giro zelf nog voordelen heeft. Want zolang de Giro rechtstreeks onder de PTT viel had zij er weinig belang by veel winst te maken, omdat die toch in de algemene middelen zou verdwy- nen. Als Postbank kan de winst echter in het eigen bedrijf wor den geïnvesteerd en als de Giro die 1.5% rente niet meer betaalt, beschikt ze jaarlyks ook over f 160 mifjoen extra Met meer dan gewone spanning werd afgelopen maandag in Am sterdam de nieuwe beursweek ingegaan. Volkomen onverwacht werd zaterdag immers een cen traal akkoord bereikt tussen werkgevers en werknemers. Re den te meer om uit te kijken naar de financieel/economische pas sages van de regeringsverklaring en met name naar de conclusies die de regering aan dit akkoord zou verbinden voor de al aange kondigde bevriezing van lonen en prijzen in het eerste kwartaal van 1983, de omstreden adem pauze. Daarbij was de beurs ook nog in afwachting van wat prominent bedrijfsnieuws, in de vorm van de kwartaalcijfers van Akzo, Phi lips, en Unilever. Om met de laat ste te beginnen: bij Unilever daalde winst in het derde kwar taal met vijftig miljoen tot 455 miljoen en dat bracht voor de eerste negen maanden van dit jaar een beeld van een doorgezet te neergang van 1.505 miljoen tot 1.346 miljoen gulden. IJs le verde door de goede zomer meer op, diepvries is door het dal, maar in de sectoren verpakking en chemie werden tegenvallers geboekt. Prognoses werden zo- door Ton van Brussel als gebruikelijk niet gegeven. Ook bij Akzo een winstdaling van 51,7 miljoen vorig jaaf tot 29,9 miljoen in het derde kwartaal van dit jaar. Niet veel slechter, maar ook niet veel beter dan was verwacht. Over de eerste negen maanden een daling van 127,7 tot 114,9 miljoen. Na een redelijk eerste halfjaar, viel bij Philips het derde kwartaal te gen, met zes miljoen minder, kwam de kwartaalwinst uit op 80 miljoen en dat was wel veel lager dan verwacht. Door de ge ringe marges die in het vierde kwartaal gezien de prijzenslag met de Japanners in de sector consumptie-artikelen voor lief genomen moeten worden, staat nu al vast dat 1982 voor Philips niet de voorspelde resultaatver betering gaat brengen. Met de bescheiden kwartaalcijfers en progonose van Shell in het achterhoofd, drukte de tegenval lers bij deze drie grote onderne mingen een zwaar stempel op de afgelopen beursweek. Koersstij gingen by KLM, waarvoor veel Amerikaanse belangstelling was en Wessanen, die een geslaagde emmissie achter de rug heeft, konden daar weinig aan verande ren. Aan het obligatiefront deden op nieuw geruchten de ronde over een nieuwe staatslening. Vast staat dat de Staat recentelijk on dershands veel heeft geleend; aan de andere kant werd betwij feld of een nieuwe lening tot vol gende maand kon uitblijven. Het afgelasten van de adempauze werd positief ontvangen, maar daar stond weer teleurstelling over de inhoud van de regerings verklaring tegenover. Het uitge sproken voornemen om de posi tie van het bedrijfsleven de ko mende jaren meer accent te ge ven, maakte gezien de beloften in het verleden niet veel indruk. Concrete maatregelen zouden dat ongetwijfeld wel hebben ge daan, maar juist het ontbreken daarvan had tot gevolg dat het parlementaire debuut van de re gering Lubbers min of meer voor kennisgeving werd aangenomen. De afgelopen week bleek opnieuw hoezeer Amsterdam zich laat lei den door Wall Street. Beleggers gaan er van uit dat Nederland op eigen initief geen nieuwe rente daling kan ophoesten, vooral om door Ton van Brussel niet te veel uit te pas te lopen bij de wat terughoudender discon to-politiek van de Westduitse Bundesbank. In de Verenigde Staten werd welis waar een tariefsverlaging van op nieuw een half procent doorge voerd, waardoor het prime-rate nu HM bedraagt, maar daaruit werd in New York weinig hoop geput. Amsterdam, maar ook Londen, Frankfurt en Tokio slo ten zich bij die houding aan. Factoren van belang daarbij waren zowel nieuwe rapporten van be langrijke economische instituten in de VS, waarin een langer uit blijven van een economisch her stel werd gesignaleerd, als de speech, afgelopen woensdag van Paul Volcker, de topman van de Federal Reserve Board, het stel sel van centrale banken in Ame rika. Na enige aanpassingen van het geldbeleid. blykt Volcker nu niet bereid nog verder te gaan in het vergroten van de geldhoe- veelheid, om zo de rented ruk po sitief te beïnvloeden. Absolute voorwaarde is voor hem een for se bezuiniging op de overheids uitgaven, maar dat het daar op enige termijn van komt wordt in brede kring betwyfeld. Voorlo pig ia er de progonose dat het Amerikaanse begrotingstekort dit jaar 11 miljard bedraagt, vol gendjaar 150 miljard en in '83- 84 naar 200 miljard dollar zal stij gen. Internationals en bankaan delen hebben daar in Amster dam nog het meest van te lyden. By dat al was er zowel in Neder land als in de VS toch nog een lichtpuntje. De Amerikaanse au to-industrie zit weer in de lift en publiceerde verrassende cijfers en nu in eigen land Fokker in de schaduw staat, heeft Volvo Car zich deze week als nieuwe natio nale trots aangediend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 33