c
"Kleding kan elke
vrouw mooi maken"
Hoe gaat 1990 er uit zien
Bernard Duvaux let vooral op draagbaarheid
Tien jaar kunst
in kleding
SSSïsT*
Carla Fong Leng
ZATERDAG 20 NOVEMBER 1982
Extra
Verscholen achtereen grote
poort in de Rue des
Capucines, een wat sombere
straat in het hart van Parijs,
ligt de studio van Bernard
Duvaux. Nauwelijks
opvallend voor de
voorbijganger markeert een
simpel naambordje de
werkplaats van een man, die
zijn sporen in de
internationale modewereld al
dik heeft verdiend.
Toch straalt zijn studio met
de metershoge
spiegelwanden en de
zwartwitte tafeltjes en
stoelen pure eenvoud uit. Het
Huis Bernard Duvaux is dan
ook nog een jonge loot aan de
stam van de wereldbekende
modehuizen.
Het modehuis Bernard
Duvaux bestaat nu twee jaar.
Bogend op zijn ervaring als
ontwerper, die hij eerst
opdeed bij het huis Cardin,
waar hij verantwoordelijk
was voor de hoeden, en
daarna zo'n twintig jaar bij
Lanvin, waar hij behalve
hoeden, paraplus en shawls
ook dameskleding ontwierp,
ruilde Bernard Duvaux in de
zekerheid van een vaste
betrekking in voor de
onzekerheid van een eigen
onderneming.
Onlangs nodigde hij voor het
eerst de pers uit om naar zijn
werk te komen kijken. Wat
hij toonde was nauwelijks
schokkend. Wel
indrukwekkend. Verfijnde,
haast tijdloze kleding voor de
vrouw, die waarde hecht aan
kwaliteit en doelmatigheid.
door José Smits
Het Centraal Museum in Utrecht
kocht als eerste museum een
werk aan van Fong Leng. de
Amsterdamse ontwerpster,
voor de kostuumverzameling.
Het was de straalmantel, in
1974 gemaakt. Fong Leng
schreef zelf over het aange
kochte ontwerp: „Deze mantel
is geboren uit een verzet tegen
nivellering. Ik begrijp met dat
jonge mensen die in de gele
genheid zijn van de mooiste
kunst te genieten, in de beste
musea over de hele wereld,
zich uniform kleden".
Wie dan zegt dat de kleren van
Fong Leng te duur zijn om zo
maar te kunnen dragen, be
grijpt het niet. Een schilderij
van Constant Nieuwenhuys
kun je ook niet zomaar kopen,
maar dat is nog geen reden om
het werk niet te bewonderen of
thuis altijd te volstaan met een
reproduktie van Vincent van
Gogh die toevallig in de aan
bieding ligt.
Over het werk van Fong Leng is
eigenlijk niet zoveel bekend.
De naam Mathilde Willink
schiet ieder te binnen en beel
den van extreme, onbetaalbare
kleding. Fong Leng is veelzij-
diger dan de publiciteit over
haar doet vermoeden. Zij en
haar medewerkers maken al
ruim tien jaar in eigen studio
kunstwerken, haute couture
en daarvan afgeleide confectie
die een geheel eigen plaats in
Nederland innemen. Vaak is
het beeld onafhankelijk van de
heersende mode.
Een goed overzicht van die onaf
hankelijkheid geeft een on
langs verschenen fotoboek van
uitgeverij Kobra. Renée BofTin
heeft uit de produktie van Stu
dio Fong Leng uit de periode
1972 tot en met 1981 foto's ge
selecteerd. De foto's zijn voor
het overgrote deel ook door
Studio Fong Leng gemaakt en
zijn net als de kleding van een
buitengewone kwaliteit. Een
kunstenares wordt na tien jaar
werk al geeerd met een over
zicht van haar kunst en dat is
in dit geval niet te vroeg.
Carla Maria Fong Leng Tsang is
geboren in Rotterdam (haar va
der een Chinees die zich vanuit
Kanton in Rotterdam vestigde,
haar moeder een Hollandse).
In Rotterdam heeft zij
een opleiding in fotografie aan
de Akademie voor Beeldende
Kunsten gevolgd. Met Herbert
Behrens beheerde zij daarna
vyf jaar lang een fotopersbu
reau in Rotterdam. In 1965 ver
trok ze naar Amsterdam om
daar zelfstandig als fotografe te
werken.
Modefoto's werden het vooral
maar een serie portretten van
Johan Cruyff en Jan Cremer
heeft ze ook gemaakt. In 1969
kreeg zij voor een zwart-wit
modefoto een onderscheiding
van textielbladen. Voor jersey-
fabrikant Ross International in
Hoofddorp werkte ze als foto
grafe en mode- en dessinont
werpster. Uit die begintyd zijn
drie foto's. Het onderscheidt
zich niet veel van de mode van
alledag. Dat kon ook nauwe-
Een broekpak van goudbro
kaat van Fong Leng Mathil
de Willink droeg het graag.
Ze is er ook na haar dood in
begraven.
(Foto uit het boek Fong Leng:
tien jaar kunst in kleding).
Ujks omdat Fong Leng zich
moest houden aan de indus
triële beperkingen van haar
broodheer.
Al in de tijd van Ross begon zij,
geholpen door de Hongaarse
Suzanne Kiss, een eigen studio
in de Haarlemmerhouttuinen.
De samenwerking duurde tot
1974. Daarna werd Berry Brun
(Italiaanse vader, Hollandse
moeder) uit Nijmegen haar
voornaamste medewerker tot
vandaag aan toe.
Wie achteraf met behulp van het
fotoboek de modellen bekijkt
die tien jaar lang door Studio
Fong Leng werden voortge
bracht, ziet een constante styl;
geen van jaar tot jaar wisselen
de mode. Dat mag logisch lij
ken, het is het niet. Renëe Bof
fin daarover: „Zelf vind ik het
meest opvallende in die tijd de
voorkeur die bestond voor kle
ding, geïnspireerd op uitheem
se authentieke gewaden uit In
dia, Pakistan en Noord-Airika
In de ontwerpen van Fong
Leng is geen folklore of een
herleving van voorbije tijden,
zoals dat omstreeks 1973 voor
kwam. merkbaar".
Haar Chinese afkomst is wel be
palend. Ze heeft een voorliefde
voor uitbundigheid en frivoli
teit. Er zijn fantastisch mooie
ontwerpen waarin doorzichti
ge stoften of splitten zijn ver
werkt; ze zijn van een voor Ne
derland ongewone elegantie.
Renée Boffin heeft in het boek
vooral de kunstwerken en hau
te couture werken opgenomen.
Zowel de kunstwerken als de
haute couture zyn unica.
Het boek Fong Leng. modeont
werpster, is te koop voor 85
gulden. Uitgever is Kobra in
Amsterdam
De jaren negentig worden com-
puteijaren. Door de ontwikke
ling van de micro-electronica
zal het aantal werklozen toene
men. Het zogenaamde arbeids
loze leven, nu nog een gevoelig
punt, zal dan als onvermijde
lijk worden geaccepteerd.
Dit schrijven drie medewerkers
van het TNO (het instituut
voor Toegepast Natuurweten
schappelijk Onderzoek in
Delft) in het boek "1990 is van
daag begonnen" dat bij Spec
trum is verschenen.
Het drietal (M. J. Matthijssen, G.
A. van de Schootbrugge en P.
Smith) boog zich over het jaar
1990 en ging daarbij uit van de
kernvraag, wat er in dat jaar
technologisch mogelijk is -
een vraag die uiteraard niet los
te maken is van de ontwikke
ling van de economie.
Ze keken naar de volgende ge
bieden: het huis, werken, pro-
dukt en produktie, verkeer en
vervoer, eten en drinken, mi
lieu en gezondheid en, tot slot,
recreatie.
Het huis
Revolutionaire veranderingen
aan de buitenkant van huizen
zullen er in 1990 niet te bespeu
ren zijn. Nieuwe woningen zul
len wel kleiner worden, vanwe
ge de kleinere gezinnen en de
energieschaarste. De wonin
gen zijn dan geluidsbewuster
gebouwd.
Er zullen meer en meer concen
traties van woningen en voor
zieningen komen, zo mogelijk
dicht bij transportaders gele
gen: woon- en werkbergen
waarvan Hoog-Catharijne in
Utrecht en Baby Ion in Den
Haag al de voorlopers zijn. De
nieuwe huizen krijgen kleinere
ramen, zonnepanelen, ver
plaatsbare tussenwanden en
lichte, gemakkelijk verplaats
bare meubels. De gemiddelde
binnentemperatuur 's winters
zal ongeveer 18 graden Celsius
zijn.
Kantoor aan huis lijkt in die tijd
een haalbare kaart: het spaart
de baas reiskosten en het heb
ben van een uitgebreid cen
traal kantoor met alle mogelij
ke dure voorzieningen, en voor
de werknemer kan een eigen
kleine huiskantoortje uiterst
aantrekkelijk zijn door een bij
drage van de baas in de huur
kosten.
Eten en drinken
De voedselproduktie zal nog ver
der worden opgevoerd. We
eten dan nog opgewekt grote
hoeveelheden vlees, al is het
bekend, dat vee eigenlijk te
veel kostbare plantaardige ei
witten consumeert. Maar het
vlees en al onze voedingsmid
delen worden steeds meer ont
daan van dierlijk vet, uit het
oogpunt van gezondheid.
Al gaat het voedsel duurder wor
den, we gaan er niet minder
om eten. Dat gaan we opvan
gen door op kwaliteit te bezui
nigen, een typisch Nederlands
trekje. De groep mensen die de
natuurlijke eetwijze aanhangt,
zal groeien. De aandacht voor
soja zal toenemen.
De ontwikkeling van de micro-
electronica veroorzaakt niet al
leen een groot aantal werklo
zen, zij zal ook het karakter van
veel banen aanzienlijk veran
deren: veel handwerk van
vroeger wordt dan verricht aan
het toetsenbord, direkt contact
met collega's wordt schaars,
het grote denkwerk wordt ver
richt door de mensen die syste
men in elkaar zetten.
Herindeling van werk is het
meest urgente probleem: zo
veel mogelijk jongeren moeten
aan werk geholpen-worden, al
was het alleen maar om ze in
ieder geval wat ervaring te la
ten opdoen. Dat gaat dan ten
koste van de ouderen, van wie
er velen vervroegd zullen uit
treden.
De ontwikkeling van het beta
lingsverkeer zal in de jaren ne
gentig minder spectaculair zijn
dan in het recente verleden is
voorspeld; nog lang zullen be
staande en nieuwe systemen
naast elkaar gehandhaafd bly-
Vrije tijd
We krijgen veel vrije tijd. Die
vrije uren zullen echter meer
en meer binnenshuis worden
gebruikt, ook al omdat de be
schikbare inkomens niet riant
zullen zyn. Boten en caravans
zullen niet meer zo snel plaats
maken voor nieuwe exempla
ren, maar hooguit vervangen
worden door goedkopere equi
valenten: in de plaats van de
caravan komt bijvoorbeeld een
tent
Sport en alle mogelijke doe-het-
zelf activiteiten zullen toene
men. Toerisme in binnen- en
buitenland zal ongeveer op het
niveau van nu blyven.
Echt lange vakanties zullen uit
de gratie geraken. We worden
bovendien prijsbewuster en
meer toegeeflijk als het gaat
om minder buitensporige luxe.
Voor recreatieve doeleinden
zullen we de auto blyven pak
ken. ook al verwacht men een
lichte stijging in het gebruik
van trein en bus. De luchtvaart
gaat alle franjes van de service
afknippen, om zo te kunnen
blijven concurreren in de slag
om de gunst van de toerist.
Produkten
Onze produkten worden nog
vriendelijker voor milieu en
energie. Kwalitatief worden ze
een stuk beter, de kostprys
wordt meer verantwoord. Ook
de consument zal veranderen;
die wordt, mede door verbeter
de informatie, eindelijk echt
mondig en trapt niet meer zo
snel in de kuil die door verbor
gen ve rleiders voor hem gegra
ven zyn.
De auto maakt zyn zoveelste ver
jongingskuur door, ventilatie
en verwarming worden geper
fectioneerd. Als u de weg niet
weet, kan een beeldschermpje
naast het stuur u de door u ge
wenste plattegrond laten zien;
men krijgt bovendien al rij
dend aanwijzingen over links
af en rechtsaf enzovoorts.
Verkeer en vervoer r
In 1990 krijgt hy of zy, die aan
het verkeer wil gaan deelne
men, op welke manier dan ook.
zyn informatie desgevraagd
geïntegreerd aangeboden, via
de eigen huiscomputer. Het
wegen en treinennet zal echter
nauwelijks groter zyn dan nu.
Of de behoefte aan gemotoriseer
de mobiliteit overigens even
groot zal zyn als nu het geval
is, staat te bezien Het autory-
den wordt er bepaald niet
goedkoper op
Benzine blyft, ook al omdat de
benzinemotor zuiniger zal wor
den, het gebruik van LPG en
diesel neemt toe. en een meng
sel van alcohol en benzine gaat
betrekkelijk gemeengoed wor
den. want de meeste auto's zul
len zo worden uitgevoerd, dat
ze op meer dan één type brand
stof kunnen rijden.
Gezondheid
In de jaren negentig zal veel aan
dacht worden besteed aan de
preventie. De medicus zal zich
naast zyn specifieke vakgebied
veel meer met de ethiek van
zyn vak gaan bezighouden
Biologie en biochemie zullen ons
Inricht In de hm 1 AmdanM n
tele levensprocessen explosief
doen toenemen De toepas
singsmogelykheden van de
zgn recombinant-DNA-tech-
niek nemen gigantisch toe.
En wellicht komen we zo ver. dat
we een afweersysteem ontwik
kelen tegen virusziekten, dat
even efTectief is als antibiotica
by bacillaire infecties Ook een
serum tegen dementie ligt in
de lyn der verwachtingen
ELLY VAN HOEVEN
door Kitty van Gerven
Wie meent dat mode-ontwer
pers hun klanten het liefst
voor hun zaak zien arrive
ren in een dure limousine
met een prive-chauffeur
achter het stuur en met een
tas vol gedekte che
ques, heeft het mis. Al
thans, als het gaat om een
ontwerper als Bernard Du
vaux. Hem staat een heel
ander type vrouw voor
ogen als hij achter zijn te
kentafel bezig is. „Ik richt
me eigenlijk voornamelijk
op de werkende vrouw. De
vrouw met smaak, die
houdt van een verzorgd ui
terlijk, die kijkt naar kwali
teit, maar die tegelijkertijd
rekening moet houden met
een beperkt budget.
Voor Bernard Duvaux is mode
méér dan geld verdienen aan
kleding. Zijn aandacht is in de
eerste plaats gericht op de
vrouw, die de kleding moet
dragen. Kleding dient slechts
om haar persoonlijkheid te on
derstrepen. Dat blijkt wel als
hij zegt: „Ik denk dat iedere
vrouw mooi kan zijn als zij
maar de kleding draagt, die bij
haar past. Kleuren die harmo
nieeren met haar ogen, met
haar huidskleur en modellen,
die de mooie delen van het li
chaam accentueren".
Wie zyn collectie voor de komen
de zomer bekijkt, valt vooral
hiet eenvoudige, maar chique
voorkomen van zijn japonnen
op. „Het zijn jurken, die een
vrouw 's morgens al aantrekt
en die zij 's avonds kan aan
houden als zij bijvoorbeeld uit
eten gaat.
Draagbaarheid c=
Een eerste vereiste vindt Ber
nard Duvaux de draagbaar
heid. Bij hem daarom geen ex
travagante modellen maar juist
veel simpele ontwerpen. Bo
venlijfjes met vierkante halzen
of boothalzen, .vleermuismou
wen, die veel bewegingsvrij
heid bieden of driekwart mou
wen. Rechte of ruime rokken
tot net op de knie en veel spor
tieve japonnen met opgestikte
zikken.
Dat zijn ontwerpen zo'n verfijn
de indruk maken ligt vooral
aan de stofkeuze. Voor blouses
gebruikt hij bij voorkeur dun
ne zijde, voor zijn japonnen
Zwitserse katoen of polyester
crêpe: stoffen die soepel rond
het lichaam zwieren en die bo
vendien lang meegaan. En dat
alles in heldere, zomerse kleu
ren, waarbij de combinatie fel-
rood-zwart en blauw-wit een
belangrijke plaats innemen. In
tegenstelling tot veel van zijn
collega's gebruikt Duvaux ook
Bernard Duvaux - geen jet-set
kleding.
spoor te kunnen treden van de
trendbepalende Franse crea-
teurs en zijn collectie aan dui
zenden inkopers en journalis
ten uit de hele wereld te kun
nen tonen. Het ontwerpers-
bloed stroomt duidelijk door
zijn aderen. „Ja, ik droom er
van om op zekere dag een ei
gen boutique te hebben en
naam te maken. Daarvan heb
ik mijn hele leven al ge
droomd. Ontwerper worden
was voor mij geen keuze. Het
moest. Als kind al zat ik op
school onbeholpen schetsjes te
maken van schoenen. Toen ik
een beroep moest kiezen stond
het voor mij vast dat ik in de
mode zou gaan", vertelt Ber
nard Duvaux, die tegen de wil
van zijn ouders in, aan zijn car
rière begon. „Mijn vader, die
advocaat was in een plaats in
Noord-Frankrijk wilde er niets
van weten. En ook myn moe
der, een schat van een mens
hoor, maar zonder enig gevoel
voor mode, begreep niets van
myn besluit".
Na verloop van enkele jaren toen
het succes voor Bernard Du
vaux niet uitbleef, aanvaarden
ook zijn ouders de keuze van
hun zoon. Zelf heeft hy nooit
spijt gehad van deze keuze.
„Telkens weer als ik werk aan
mijn ontwerpen, voel ik mij ge
lukkig. En vooral nu ik zie, dat
ik daarmee steeds meer succes
kryg".
hard aan de uitbreiding van
zijn bedrijf, zijn naam hoeft
niet over een of twee jaar bo
venaan de lijst van Franse mo
de-ontwerpers te schitteren.
„Ik heb in de afgelopen vier
mode-seizoenen een aardige
klantenkring opgebouwd.
Mijn ontwerpen hebben hun
weg gevonden naar landen als
Frankrijk, Belgie, Japan, lan
den in het Midden-Oosten als
Libanon en Abu Dabi en Enge
land. Zo af en toe verkoop ik
ook wat aan Nederland, maar
het hoeft niet zo snel te gaan.
Alles moet in evenwicht blij
ven. Ik wil dat mijn klanten
kring gaat bestaan uit mensen
die vertrouwen in mij hebben
en elk jaar bij me terugko-
Toch hoopt hij eens in het voet-
veel gebloemde stoffen in
pasteltinten.
„Ik houd van heldere kleuren.
Donkere kleuren zijn op zich
erg mooi, maar zij staan niet ie
dere vrouw. Sommigen krijgen
er een somber uiterlijk van. En
sommigen gaan zich van don
kere kleuren ook somber voe
len. Dat wil ik niet. Ik wil met
mijn kleding vrouwen geluk
kig maken.
Dat hij kiest voor eenvoudige
modellen heeft duidelijk te
maken met zijn levenshou
ding. „Ik houd ook meer van
recht-toe recht-aan eten dan
van ijsjes en gebak. Eenvoud
keert altijd weer terug. Alles is
een kwestie van balans".
Dat laatste geldt zeker ook voor
zijn toekomstverwachtingen.
Al werkt Bernard Duvaux