Jeugdencyclopedieën
geven verkeerd beeld
Erkomtgeeneindaan!
Lage prijzen bij Shell.
Shell helpt, óók met lage prijzen
Rotterdam moet NK
marathon inleveren
Zoals: ruitesproeieranti-vries van f2,- voor f0,95.
DONDERDAG 4 NOVEMBER 1982
Zestien van de vierentwintig mi
nisters en staatssecretarissen
het nieuwe kabinet blijken
jonger te zijn dan ik. Rara, hoe
oud is de columnist? Hebt u, die
net zo oud bent als ik, of een ietsje
ouderof een ietsje jonger, nu ook
dat gevoel dat zo'n regering van
allemaal jonge snotneuzen niet
veel kan voorstellen? Voelt u uzelf
al rijp voor het ministerschap? Ik
nog lang niet. Het is me deze keer
niet gevraagd (cultuur en recrea
tie moet verdwijnen, vandaar),
maar als het me wèl was ge
vraagd, dan zou ik toch gezegd
hebben dat ik eerst nog een paar
jaartjes wilde oefenen in het dra
gen van een das, en dat ik na die
proeftijd nog een jaar of vijf ze
ven, elf nodig zou hebben om aan
het idee te wennen, voordat ik
mijzelf voor het ministerschap
gekwalificeerd zou achten. Maar
die jonge jongens en jonge mei
den van tegenwoordig denken zo
luchthartig over zulke dingen,
die zeggen: 'Minister? Ach, waar
om ook niet, ik ben nu 34, het
wordt tijd dat ik eens aan mijn
welzijn en gezondheid ga den
ken!'
Ik zal het u nog sterker vertellen: er
zitten twee ministers bij die de
oorlog niet eens hebben meege
maakt! Een daarvan is mr. drs.
L. C. Brinkman, hij is 34 jaar,
studeerde politicologie en rechten
en zal als minister van Welzijn en
Volksgezondheid nu ook de cul
tuur moeten gaan behartigen,
die men in de huidige omstandig
heden liever niet meer met name
noemt. Stel iemand geeft hem, op
het feestje dat hij thuis voor
vrienden en familieleden geeft
ter gelegenheid van het behalen
van zijn ministerschap, de
nieuwste roman van Harry Mu-
lisch, 'De Aanslag'. Die gaat over
de oorlog, althans over de gevol
gen van een gebeurtenis in de
oorlog voor de overlevenden. Hij,
de minister, zal niet weten waar
het over gaat. Natuurlijk, hij
heeft ervan gehoord, er werd
thuis wel over gepraat, hij heeft
ook verschillende afleveringen
van 'Het Koninkrijk der Neder
landen in de Tweede Wereldoor
log' van dr. L. de Jong nog tn
plastic verpakt in de kast staan,
maar hij heeft het niet aan den
lijve ondervonden!
Dus als hij leest dat een Pools vlieg
tuigje met een paar gezinnen Po
len ontvlucht is en op weg naar
Zweden strookjes zilverpapier
heeft uitgeworpen om de radar te
ontregelen, dan heeft hij niet, zo
als u en ik die in de oorlog deze
zilveren weesgegroetjes van de
geallieerde vliegtuigen 's mor
gens op straat vonden en mee
naar school namen, een idee hoe
die strookjes er uitzien, hoe ze
aanvoelen, wat voor onleesbare
boodschap zij met zich meevoer
den. Ik geef toe, hij, Brinkman,
kan het nut en gebruik van die
zilverpapieren strookjes nu in de
naslagwerken opzoeken, terwijl
wij, jongetjes, er aanvankelijk de
wildste fantasieën aan ophingen.
Ze waren vrij smal, en niet zo
lang, hoewel ik ook iemand heb
gesproken die op het platteland
hele kluwens zilverpapierstroken
had gevonden, en ze waren, voor
zover mijn herinnering strekt,
ook aan de ene kant zwart en
aan de andere kant zilver, wat
de geheimzinnigheid alleen
maar vergrootte.
Een vijf jaar oudere collega van
me, die, als minister van dit ka
binet, zelfs de alleroudste zou zijn
geweest dus nogmaals: rara, hoe
oud is de columnist?), herinnert
zich dat de Duitsers de bevolking
waarschuwde dat die zilver
strookjes ook een sooYt 'brand
plaatjes' waren, die door de geal
lieerde vliegtuigen werden afge
worpen om ons ernstige brand
wonden te bezorgen. Die beston
den ook, die brandplaatjes, zoals
de moffen ze noemden, maar ze
waarschuwden er tegen om ons
ervan te weerhouden de fotootjes
van de koninklijke familie die
werden afgeworpen op te rapen
of te bewaren. Die moest je geloof
ik ook nog eerst ontwikkelen, of
vergis ik me daarin?, in elk geval
zaten ze bij die vijf jaar oudere
collega van mij thuis die zilver-
papierstrookjes te bestuderen om
er achter te komen of je die nu
moest ontwikkelen of niet toen
het zusje uitriep:
,JMaar het is gewoon zilverpapier!"
(,tfaar hij heeft niets aan", riep
een klein kind, om Andersen ook
eens een keer te citeren).
Dat zusje was toen natuurlijk met
een een trut die er niks van be
greep, maar de geschiedenis zou
haar later gelijk geven. Zo zit dat
allemaal in elkaar, Brinkman,
het halve Nederlandse volk zit
wat z'n cultuur en volksgezond
heid betreft nog vastgebakken
aan die oorlog die jij niet hebt
meegemaakt, dus je ziet maar
hoe je het redt (ik zal als oudste
het initiatief maar nemen om el
kaar te tutoyeren, vind je ook
niet?). Je kan natuurlijk, in
moeilijke gevallen, je licht opste
ken bij je collega's in het kabinet,
als je er maar wel rekening mee
houdt dat Van den Broek, Ru-
ding, Deetman, Lubbers, Braks,
Winsemius, Smit-Kroes, Schoo,
Van Houwelingen, Brokx, Bolke-
stein en Koning nog op de lagere
school zaten toen op 5 mei 1945 de
lange lieve vrede begon, dus je
moet echt bij Ploeg of Rietkerk of
De Koning zijn als het om het
juiste inzicht in zilverpapier
strookjes en dat sóórt dingen
gaat. Of anders bel je rustig mij
even op (02903-1411), want zo erg
gepasseerd voel ik me nu ook
weer niet, al heb ik de leeftijd!
De meeste jeugdencyclopedieën waarmee in de do
cumentatiecentra van het lager en voortgezet on
derwijs in ons land wordt gewerkt, bezorgen de
leerlingen een verkeerd beeld van andere rassen
en culturen en werken op die wijze mee aan het
ontstaan en bevestigen van vooroordelen. Tot die
conclusie komt de heer Piet Buddingh', docent
aan de Christelijke Pedagogische Akademie te
Gorkum, na een onderzoek van de zeven meest
gebruikte naslagwerken voor kinderen.
De heer Buddingh', die deze studie ondernam als lid
van de werkgroep „Betaald Antwoord", die in Ne
derland steun probeert te verwerven voor het anti
racisme programma van de Wereldraad van Ker
ken, vindt dat de scholen de desbetreffende jeug
dencyclopedieën de deur uit moeten doen, omdat
ze niet meer geschikt zijn als informatiebron voor
opgroeiende kinderen in een samenleving die
steeds meer een multi-culturele en een „wereldwij
de" aan het worden is.
Betaald Antwoord heeft zich de
laatste vier jaar intensief be
ziggehouden met racisme in
kinder- en schoolboeken. Na
de internationale conferentie
die de Wereldraad van Ker
ken enkele jaren geleden in
het Westduitse Arnoldshain
aan dit thema wijdde, richtte
de heer Buddingh' met enke
le andere onderwijsmensen
een educatieve sectie op bin
nen „Betaald Antwoord".
Het materiaal van Arnolds
hain werd verwerkt in een
Nederlandstalige werkmap
„Racisme in kinder- en
schoolboeken". Daarnaast
verscheen voor leerlingen
van brugklassen en voortge
zet onderwijs een „Alle Men
sen Krant" die racistische
passages in kinderboeken
aan de kaak stelde.
van jongeren levend blijft. In
een samenleving die boven
dien gekenmerkt wordt door
het dicht bij elkaar leven van
mensen van verschillende ra
ciale en culturele komaf, zal
de ontmoeting centraal die
nen te staan.
Gezag
Wereldwijs
De laatste twee jaar heeft Bud
dingh' zich toegelegd op een
onderzoek naar jeugdency
clopedieën. Uit het enorme
aanbod van schoolboeken
koos hij juist deze categorie,
omdat gebleken is dat de na
slagwerken in het documen
tatiecentrum van een school
veelvuldig worden opgesla
gen bij het maken van allerlei
werkstukken. De heer Bud
dingh' vindt dan ook dat
jeugdencyclopedieën moeten
passen binnen de pedagogi
sche doelstelling en binnen
de onderwijsmethoden die
een school hanteert. Pas wan
neer zij voldoen aan bepaalde
eisen, kunnen zij zinvol func
tioneren bij het wereldonder-
wijs en kunnen zij kinderen
helpen „wereldwijs' te wor
den.
Buddingh' heeft bij zijn onder
zoek vooral gekeken naar het
materiaal voor kinderen, om
dat kinderen op die leeftijd
het gevoeligst zijn voor het
aankweken van een even
wichtige, open levenshou
ding. Zesdeklassers kunnen
zeer enthousiast aan het werk
zijn in het documentatiecen
trum van hun school. Dat legt
echter een grote verantwoor
delijkheid op de schouders
van ouders en onderwijsge
venden bij het kiezen van de
informatiebronnen die het
kind ter beschikking worden
gesteld.
Toen Piet Buddingh' aan zijn
onderzoek begon, ontdekte
hij al gauw dat de meeste van
de zeven onderzochte ency
clopedieën in het midden van
de zeventiger jaren herdrukt
waren. Dat was in de tijd dat
in ons land het opzetten van
eigen documentatiecentra in
de scholen in zwang was ge
komen. Buddingh' vraagt
zich dan ook af of de uitgave
van naslagwerken voor het
onderwijs in die tijd wellicht
een goudmijntje is geweest.
Feit is in ieder geval dat de
meeste uitgevers niet de
moeite namen om met nieu
we, aan de tijd aangepaste
publicaties te komen. Ook bij
het herdrukken bleven aan
passingen achterwege.
Als uitgangspunten bij zijn on
derzoek heeft Buddingh' de
begrippen „hoop" en „ont
moeting" genomen. Hij vindt
dat het onderwijs in een tijd
van crisis en bedreiging per
spectieven moet openen naar
een menswaardige toekomst,
zodat de hoop in de harten
De beeldvorming bij kinderen
van andere rassen en cultu
ren wordt natuurlijk niet al
leen door het onderwijs be
paald. Wat op school gebeurt
is voor een belangrijk deel
het bevestigen of corrigeren
van opvattingen die het kind
van jongsaf aan uit zijn omge
ving heeft opgenomen. In het
onderwijs moet men zich
echter goed realiseren dat het
gedrukte woord voor leerlin
gen groot gezag heeft, zeker
wanneer de tekst met illu
straties ondersteund wordt.
Door de eenzijdige nadruk
die altijd in ons onderwijs is
gegeven aan kennisover
dracht, ondermijnt de school
volgens de heer Buddingh' -
hoe goed ze het ook bedoelt
- de zelfstandigheid, de fan
tasie en het kritisch denken
van het kind.
Hoe gevaarlijk dat is, blijkt
wanneer kinderen kri
tiekloos en uit eerbied voor
het gedrukte woord informa
tie opnemen die niet juist of
tendentieus is. Als voorbeeld
noemt de heer Buddingh' de
ze passage uit een school
boek: „Men vond de jood
kruiperig, omdat eeuwenlan
ge minachting en vervolging
hem hadden verhinderd
krachtig en zelfverzekerd op
te treden... Deze laatste ei
genschappen zijn juist type
rend geworden bij de moder
ne Israëliet". In plaats van
het te bestrijden, bevestigt de
auteur het vooroordeel, door
er een legitimatie voor aan te
dragen. Hij praat daarmee de
bedrijvers van antisemitisme
goed.
Kinderen moeten weerbaar ge
maakt worden tegen het ge
drukte woord, vindt Bud
dingh'. Het onderwijzend
personeel moet attent zijn op
vooroordelen, clichés en ste
reotypen. Onzorgvuldigheid
in deze komt volgens Bud
dingh' neer op minachtig van
het kind.
Superieur
Vooroordelen en racisme zijn
in de kern van de zaak terug
te voeren op gevoelens van
superioriteit van de ene cul
tuur boven de andere. Hoe in
tensiever het contact tussen
mensen van verschillende
culturen is geworden, hoe
nijpender het probleem. Ne
derland wordt daarmee ge
confronteerd sinds de komst
van grote groepen buitenlan
ders naar ons land. Het pro
bleem is dat juist de kwets
baarste groepen in ons land
voor de opgave worden ge
plaatst met mensen van an
dere afkomst, cultuur en reli
gie samen te leven, terwijl
daar de laatste jaren als extra
bron van spanning de druk
van een ernstige economi
sche crisis is bijgekomen,
üeeds bij het analyseren van
het taalgebruik in jeugdency
clopedieën kan blijken hoe
zeer vele schrijvers uitgaan
van de meerwaarde van de
westerse cultuur. De negatie-
DEN HAAG (GPD) - Het be
stuur van de Nederlandse at-
letiekbond (KNAU) heeft
Rotterdam de organisatie van
het Nederlands kampioen
schap marathon ontnomen.
Dit r.aar aanleiding van het
feit, dat Rotterdam niet tege
moet wilde komen aan een
aantal eisen van de KNAU.
Een van die voorwaarden was
dat de deelnemers een start
nummer met daarop de naam
van de sponsor van de KNAU
moesten dragen. Rotterdam
evenwel was intussen een
overeenkomst aangegaan
met een concurrerende firma
en weigerde voor deze spe
ciale gelegenheid contract
breuk te plegen. Reden voor
de KNAU om aan de mara
thon van Rotterdam (op 9
april a.s.) het predikaat natio
nale titelstrijd te ontnemen.
Als belangrijkste gegadigden
voor de organisatie van het
Nederlands kampioenschap
gelden nu Amsterdam en En
schede.
ve klank van woorden als in
boorling, primitievenhut,
stam, etc. wordt gesteld te
genover positief geladen be
grippen als ontdekkingsrei
zen, moedig, pioniers. Bud
dingh': „De vertekende
werkelijkheid, opgeroepen
door het woordgebruik,
wordt versterkt door een se
lectieve keuze: negatief naar
de wereld van andere volken,
positief naar de eigen we
reld". Columbus wordt altijd
afgeschilderd als moedig,
wat tevens betekent, dat de
volken op wier grondgebied
hij binnendringt, agressief
zijn. Wanneer de verschillen
dan ook nog aan de hand van
illustraties in verband wor
den gebracht met lichamelij
ke verschillen en gebruiken,
dan komen de auteurs van
schoolboeken in de buurt
van discriminatie en racisme.
Primitief
Piet Buddingh' tekent vooral
bezwaar aan tegen het ge
bruik van het woord „primi
tief'. Hij wijst erop dat het al
tijd gebruikt wordt om een
waarde-oordeel te geven over
andere, volgens de gebruiker
van het woord „minder ont
wikkelde" volken. Ronduit
racistisch noemt hij de klassi-
ficatie van menselijke types
in hoofdrassen en primitieve
re verschijningsvormen
Onthutsend vindt Buddingh'
het dat sommige jeugdency
clopedieën kritiekloos de ras
sentheorieën weergeven van
de nazi-antropoloog Von
Eickstedt. Deze was er, in de
liin van achttiende en negen
Onderzoeker Piet Buddingh': Het Westen altijd superieur.
tiende-eeuwse wetenschap
pers, van overtuigd dat het
..Noordse ras" superieur is
aan andere rassen. Boven
dien legde hij verband tussen
psychische eigenschappen
en erfelijkheid. Piet Bud
dingh' vond de beschrijving
die Von Eickstedt gaf van de
menselijke rassen in twee
van de zeven jeugdencyclo
pedieën terug.
De fout waar de meeste jeug-
dencyclopedieen telkens in
vervallen is het centraal en
daarmee vaak superieur stel
len van de eigen westerse cul
tuur. Of het nu over het ont
staan van de mens gaat, over
aardrijkskunde, over de eco
nomische ontwikkeling of
over culturele en religieuze
gebruiken, steeds wordt het
Westen als uitgangspunt en
als voorbeeld genomen.
Daarbij worden de feilen van
onze eigen samenleving dik
wijls voor lief genomen of
verdoezeld.
Vooral bu het vak geschiedenis
gaan de auteurs van naslag
werken dikwijls in de fout.
Een voorbeeld is wat ge
schreven werd over de Mao
ri's, de oorspronkelijke be
woners van Nieuw-Zeeland;
„Vroeger waren zij erg oor
logszuchtig. Zij vochten fel
tegen de Engelsen, die van
Nieuw-Zeeland een kolonie
maakten. Tegenwoordig zijn
de Maori's vredelievende
mensen". Hier doet zich voor
wat Buddingh' de omkering
van de feiten noemt. „De in
dringer is vredelievend, de
aangevallene agressief'.
Het onderzoek van G. P. F.
Buddingh' Wereldonder-
wijs: wereldwijs", verschijnt
als uitgave van de Protestant
se Stichting tot Bevordering
van het Bibliotheekwezen,
Voorburg.
Bij Shell blijven de prijzen laag. Op
vrijwel al onze stations r ook langs de snel
weg - is de benzine scherp geprijsd.
Maar ook voor allerlei andere arti
kelen betaalt u geen cent te veel. Voor een
flaconnetje ruitesproeier-anti-vries be
taalt u op 't ogenblik een hartverwarmend
lage prijs.Voor f 0,95(normaal f 2,-)wordt
u onderweg niet onaangenaam verrast
door een bevroren reservoir
Zodat u met „schoon zicht" de lage
prijzen bij Shell opmerkt.