Bejaardentehuis anno tweeduizend Van bejaardenzorg naar ouderenbeleid "Mensen worden als onproduktief weggestopt" LEZERS SCHRIJVEN DONDERDAG 14 OKTOBER 1982 Meningen PAGINA 13 Vorige week vierde de KVB haar 25-jarig be staan. KVB staat voor Katholieke Vereniging van Bejaardentehui zen, welke vereniging een overkoepelende or ganisatie is van alle ka tholieke bejaardente huizen. In 1957 werd de KVB ge vormd met het doel de belangen van de toen nog veelal in opkomst zijnde stichtingen, die bejaardentehuizen ex ploiteerden of gingen bouwen, te behartigen. De bejaardenhuisves ting stond nog in de kinderschoenen. Nu, in 1982, constateren wij, dat er veel bereikt is. Zo tel len wij 600 ledentehuizen met 49.000 verzorgingsplaatsen. Maar wij meenden dat het goed zou zijn om bij dit feest niet naar het verleden om te zien, maar om naar de toe komst te kijken. Op onze ju bileumvergadering hebben wij gesproken over 'Het ver zorgingstehuis voor bejaar den op weg naar 2000". Groot goed Voorop stellen wij dat de be jaardenhuisvesting, zoals die thans is opgebouwd, een groot goed is dat wij beslist willen handhaven. Maar zon der meer handhaven kan niet. En waarom niet? Wel, er zijn twee ontwikkelin gen die dit verhinderen, en wel bevolkingsonderzoek en de financiële ontwikkeling. In het jaar 2000 zullen er twee miljoen ouderen zijn, van wie 500.000 ouder dan tachtig jaar. Om een relatief gelijk aantal ouderen in onze hui zen op te nemen als thans, moeten er 25.000 plaatsen worden bijgebouwd. Boven dien moeten vele bestaande bejaardenoorden worden verbouwd. Met elkaar zal dit 6 miljard gulden gaan kosten. De verzorgingsprijs, die van 1970 tot nu toe is gestegen van 500 gulden tot 2100 gul den per maand, zal bij gelijk blijvende ontwikkeling stij gen tot tenminste 5000 gul den per maand. Hierbij ko men dan nog de kosten voor renovatie. Voor velen en ook voor de maatschappij een zware, te zware last. Zelfstandig Op ons congres hebben wij, de KVB, een aantal ideeën geop perd. Ons uitgangspunt is daarbij, dat ouderen steeds meer zelfstandig zullen zijn. In het jaar tweeduizend zal de oudere mens, door zijn le venservaring gesteund, niet meer bestuurd willen wor den, maar zelf willen bestu ren. Dit te bevorderen is een taak van de directies van be jaardentehuizen, maar ook van de ouderenbonden. Veel steun kan daarbij worden on dervonden van hen die met vervroegd pensioen gaan. Zowel bevolkinsgroei als finan ciële ontwikkeling vragen dus onze aandacht. De toena me van het aantal ouderen zal er toe leiden, dat alleen zij worden opgenomen, die door hun situatie echt niet meer zelfstandig kunnen blijven tot vormen van groepsverzor- ging. Hierbij worden enkele bewoners tesamen opgevan gen en begeleid, met behoud van eigen appartement, eigen meubels, zodat men ook zich zelf zal kunnen zijn. Regionaal Verder zullen de genoemde ontwikkelingen nopen tot een meer regionaal opne- mingsbeleid in de bejaarden tehuizen en tot nauwere sa menwerking tussen deze te huizen en de verpleegtehui- door drs. H.J.J. Uiterwaal zen. Deze instellingen zullen met opoffering van een deel van hun zelfstandigheid tot onderlinge afstemming moe ten komen om zo de ouderen de beste verzorgingsplaats te bieden. Een andere te overdenken wij ziging is de samenstelling van het verzorgingspakket. Moet men zich niet veel meer instellen op de individualiteit van iedere bewoner? En hem of haar geven, wat nodig is voor hem of haar? Ook uit fi nancieel oogpunt zal dit moe ten gebeuren. Maar gelijktij dig zeg ik: kan dit? De technologie zal daarbij een grote steun zijn. De ontwik keling van de chip en van de ultra-lichte apparaten zullen de bewoner in staat stellen veel huishoudelijk werk zelf te doen. Denk aan geperfec tioneerde stof- en kruimel dieven, mini-wasmachines, zelf-kiezende telefoons. Als dit realiteit is, kan de indica tienorm "hulp bij huishoude lijke activiteiten" vervallen. Zaak is wel om nu reeds de toe komstige bewoners via voor lichting en eductatie met de ze ontwikkelingen vertrouwd te maken. Het organiseren hiervan is nu nodig. Op te merken is, dat men wel eens bang is voor al deze technische toestanden. Maar het is aan te leren. Een waar om zou dan een menselijke toepassing aan onze huizen voorbij gaan? Indien hier door de zelfstandigheid van de oudere wordt bevorderd, mag deze niet worden tegen gehouden, vinden wij. Maatregelen Zoals gezegd menen wij, dat bejaarden hun zelfstandige woonwijze geheel of ten dele veel langer kunnen behou den. Wij denken aan een aan tal maatregelen, die ik hier kort zal omschrijven: a. De verzorgingstehuizen moe ten financieel en organisato risch in staat worden gesteld nieuwe vormen in te voeren, zoals dagverzorging, nacht- opvang, tijdelijke verzorging in het tehuis. b. De bevordering van de bouw van voor ouderen geschikte woningen. Ook zullen inven tieve architecten moeten na gaan. hoe bestaande wonin gen zijn aan te passen. Er zijn mogelijkheden genoeg voor handen. c. De bevordering van een ze ven maal 24-uurs alarm bewa king. Veel mensen hebben niet zozeer hulp nodig, als wel de zekerheid, dat zij altijd iemand kunnen roepen. Mo derne apparatuur maakt veel mogelijk. Met creativiteit kunnen wij veel oplossen. Voor deze ex perimenten zal geld nodig zijn. Maar de cost gaet voor de baet uit! Vrijwilligers Belangrijk is ook het inschake len van vrijwilligers. Dit moet niet als een bedreiging voor de beroepskrachten overkomen, integendeel. Vanuit de eigen motivering van de vrijwillige krachten moeten zij worden ingezet als goede aanvulling bij de hulp verlening. Een andere vereiste is, dat de hulpverlening thuis en in een bejaardentehuis gelijk gaan lopen. De huidige toestand belemmert nieuwe ontwikke lingen, terwijl dit juist onder steunend zou moeten zijn. Nieuwe stijl Zoals gezegd, zullen de nieuwe centra uitgaan van een zoveel mogelijk zelfstandige woon wijze. Wij zien geen iri i huizen ontstaan voor vele c deren bijelkaar. Neen. wij denken aan normale wonin gen en appartementen, die op kleinschalige wijze bouw kundig an elkaar zyn gekop peld. Eenheden van tussen de vier en tien woningen met een gemeenschappelijke ruimte. Meerdere van deze blokjes zijn technisch en or ganisatorisch verbonden met een klein hulpverleningscen trum. dat op loopafstand ligt. In dit centrum treft men te vens ruimten voor dagverzor ging en therapie aan Tevens zijn daann of vlakby woon eenheden voor geestelijk minder functionerende oude ren gelegen. Meerder van deze complexen worden 's nachts doorgescha keld op een centrale bewa kingspost elders in de stad of wijk Daar kunnen ook admi nistratie. directie en leiding gevenden zetelen Samen werking met Kruiswerk en Gezinszorg is hecht georgani seerd. Toekomst Bejaardenhuisvesting kon in het verleden en moet in de toekomst kunnen. Wel moe ten wij nieuwe wegen in slaan. Veel studie is nodig door alle betrokkenen Er zal moeten worden geëxperi menteerd. Problemen moe ten worden overwonnen. Denk byvoorbeeld eens aan personeelsproblemen Zij zullen zich moeten omscha kelen. Functies verdwijnen. Andere functies komen er voor in de plaats. Hoe je dit moet begeleiden is een hoofdstaak apart Dit ziende heeft de KVB bij haar zilveren feest willen op wekken tot studie en bezin ning bij alle bi trokkenen, en de overheid willen vragen om deze studie en de nodige ex perimenten mogelijk te ma ken. Drs. HJJ. Uiterwaal Is voorzitter van de Katholieke Verenlfinc van Bejaardentehuizen. Het heeft de laatste tijd niet bepaald ontbroken aan manifestaties rond het ou derenwerk. Zowel op na tionaal als op internatio naal nivo vonden een aan tal gebeurtenissen plaats die ook de aandacht van de media opnieuw vestig den op de groep mensen die een steeds groter deel van de bevolking gaan uit maken. In Nederland is dat nu al ruim 11% en dat neemt verder toe tot bijna 14% in het jaar 2000. Re kent men ook diegenen die, hoewel nog geen 65 jaar oud, voorgoed uit het arbeidsproces zijn uitge stoten, tot de kategorie ouderen dan is dat percen tage nog zeer veel hoger. door drs. Th. Wehkamp De voortdurende berichten over de uitstoot van mensen die nog maar 57 V2 jaar oud zijn zeggen zo het één en ander over het feit dat je steeds vroeger tot de bejaar den, d.w.z. de nuttelozen wordt gerekend. En er klinken slechts sporadische protesten tegen de ze diskriminerende handelwijze van zowel bedrijven als over heid. Hoewel steeds wordt ge zegd dat het allemaal op vrijwilli ge basis gebeurt, mag men best vraagtekens zetten bij die zoge naamde vrijwilligheid. Te ge makkelijk wordt vergeten dat werkgevers en kollega-werkne- mers over talloze middelen be schikken om de vrijwilligheid een handje te helpen. Ook de pu blieke opinie vindt dat deze nog jonge mensen plaats moeten ma ken voor nog jongere. Die oude ren hebben immers toch wel een inkomen, zo wordt geredeneerd, en men vergeet dan voor het ge mak dat arbeid in een mensenle ven nog iets meer betekenen kan dan een manier om aan geld te komen. Onproduktief Intussen vertellen deze ontwikke lingen het één en ander over de manier waarop in de samenle ving tegen ouderen wordt aange keken: onproduktief, een blok aan het been, afgeschreven, waardeloos geworden. Ook in dit opzicht is onze maatschappij een wegwerpmaatschappij gewor den. De zienswijze van de meerderheid van de samenleving op oud en ouderen vertoont echter nog meer kwalijke elementen. Op de jaarvergadering van de jubile rende Katholieke Vereniging van Bejaardentehuizen (K.V.B.) werd terecht opgemerkt dat ou deren vooral worden gezien als een kostenfaktor. Een sprekend bewijs daarvoor is de in het voor jaar door vier ministeries uitge brachte nota "Bouwstenen van een ouderenbeleid". Het gaat in die nota uitsluitend over de voor zieningen voor hulpbehoevende bejaarden. Dat is niet onbelang rijk. Het is goed dat we ons gaan realiseren dat de kosten van deze voorzieningen de pan uit dreigen te rijzen. Toch wordt er op die manier aan voorbijgegaan dat het "ouderen-probleem" al lang niet meer in termen van verzor ging en hulpbehoevendheid ge definieerd kan worden. Het ou- derenprobleem is niet alleen een kostenvraagstuk, doch vertoont aspekten die direkt te maken hebben met de waarden en nor men die onze samenleving ge stempeld hebben tot wat zij nu Een maatschappij die wordt aange duid als een verzorgingsstaat waarin echte armoede uitgeban nen leek, doch die geen raad weet met mensen die op de één of andere manier niet voldoen aan het overheersende waarden patroon. Soms zijn dat afzonder lijke individuen zoals zwervers, mensen die geen prijs stellen op regelmatige arbeid en andere buitenbeentjes, soms zijn dat he le kategorieën van de bevolking. Ik noem er enkele: woonwagenbe woners, gehandikapten, zwak zinnigen, homofielen, vrouwen, ouderen. Over hen wordt gepraat in termen van "zorgen voor", "hulp bieden aan", medelijden hebben met en andere bewoor dingen die eerder de afstand tot anderen benadrukken dan het "erby horen". In een tijd dat het in ekonomisch opzicht niet zo goed gaat wordt de afstand tussen de "gezonden" en de "ongezonden" dan ook snel vergroot. Ontkoppeling heet dat. De zienswijze van de grote meer derheid van de volwassenen mannen in onze westerse maat schappij op die mensen en groe pen die in één of ander opzicht afwijken van het overheersende mensbeeld is er één die zich uit drukt in negatieve omschrijvin gen, in dat wat anderen niet kun nen: niet kunnen zien, niet kun nen lopen, niet goed bij het hoofd zijn, geen vaste woon plaats hebben, niet meer werken, geen deel hebben aan het ekono- mische produktiesysteem, niet blank zijn enz. Allerlei emanci patiebewegingen verzetten zich tegen dat negatieve mensbeeld en eisen met nadruk de eigen plaats onder de zon en in de sa menleving op. Strijd Ook de ouderen in Nederland laten zich steeds minder in de hoek duwen van de onvolwaardig heid. De grote ouderenbonden zoals de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANOB), de Unie voor Katholieke Bonden van Ouderen (Unie KBO) en de Protestants Christelijke Oude ren-Bond (PCBO) ontwikkelen zich in snel tempo van gezellig heidsverenigingen waarbinnen bingo wordt gespeeld, gebiljart en gereisd, tot strijdorganisaties die opkomen voor een volwaar dige plaats onze maatschappij. Zij vinden terecht dat er geen re den is voor een minderwaardige positie waarin anderen over hen beschikken en uitmaken wat goed voor hen is. Zij zijn van me ning dat het niet vanzelfspre kend is dat werkenden een gro ter recht op welvaart en welzijn hebben dan ouderen en eisen in spraak in alle organen waar de belangen van ouderen aan de or de zijn. Minister De Boer van CRM heeft onlangs meegedeeld dat er nu toch een nog voorlopige - Raad voor het Bejaardenbeleid zal komen. Dat is een stap voor uit doch op zich nog onvoldoen de. Het ouderenprobleem is im mers meer dan een bejaarden probleem waarmee gezegd wil zijn dat het niet alleen gaat over 65+ers die hulpbehoevend zijn, maar over het totaal aan proble matiek die ontstaat tengevolge van het feit dat mensen ouder worden. Ouderenbeleid dient te worden ge voerd op allerlei plaatsen waar ouderen zijn en betrekking heb ben op hun totale leef- en werksi tuatie. Zelfs is het ouderenbeleid volop aan de orde in plaatsen waar zich geen ouderen bevin den, maar waar wel maatregelen worden beraamd en beleid wordt ontwikkeld dat in zijn gevolgen die ouderen wel degelijk raakt. Ik wil dit nader toelichten. Hierboven wees ik de uitstoot van 57+ uit het bedrijfsleven. Dat ge beurt mede om ruimte te schep pen voor nog jongere mensen. Maar daar niet alleen daarom. "Men" vindt dat de mensen niet goed meer mee kunnen, dat zij niet meer passen in het moderne bedrijf; zij zijn wel eens lang ziek en zijn niet altijd even enthou siast over allerlei nieuwigheden die jongeren willen invoeren. Je kunt je echter wel afvragen of de tijd nog te weinig gedaan om de arbeid aan te passen aan de mens die het werk moet doen. Over ou derenbeleid gesproken Gelijk ze situatie de uitkomst is van een natuurnoodzakelijk-proces of dat - zo de gangbare opvatting al juist zou zijn - er ook maatrege len getroffen kunnen worden die dat kunnen voorkomen. Mijn mening is, dat wanneer er in de bedrijven en instellingen, inklu- sief die van de overheid, even veel aandacht zou worden be steed aan het onderhoud van mensen als aan dat van machi nes, veel werkers niet de neiging zouden hebben om reeds op zo'n jeugdig tijdstip af te haken. Van een oudere werknemer die met vervroegd pensioen ging hoorde ik eens de volgende ervaring. De ze man werkte in een ruimte waar steeds deuren open bleven staan in verband met de aanvoer van grondstoffen. Zijn taak was het om de machine te bedienen die de grondstoffen een eerste bewerking gaf. Nadat een modernere en snellere machine was aangeschaft traden er steeds storingen op die te wij ten bleken aan de tochtige omge ving. Dus werd er een sluis ge bouwd die toch voorkwam. Dat deze arbeider jarenlang in de tocht had moeten werken, vaak ziek was en tenslotte vervroegd met pensioen moest, was niet voldoende geweest om eenzelfde voorziening te realiseren. Van mensen, ook van oudere men sen, wordt voortdurend ge vraagd dat zij zich aanpassen aan de omstandigheden waarin ge werkt moet worden. Er wordt al Ook de overheid kent regels die diskriminerend zijn voor oude ren. Probeer maar eens als 40+ een studiebeurs te krijgen. Kijk om u heen en zie wat er wordt gedaan om mensen met weinig opleiding een dusdanig bijscho ling te geven dat zij ook in aan merking kunnen komen voor een beter betaalde en vaak ook plezienger baan. Bijscholings mogelijkheden worden immers veelal beperkt tot die scholingen die van belang zijn voor de funk- tie die men thans vervult. De slo gan: "Gelijke kansen voor allen", dient ook voor ouderen te gel den. Wie zegt dat dat niet kan omdat ouderen niet zoveel meer kunnen geeft blijk te lijden aan het vooroordeel dat naarmate je ouder wordt de geestelijke en li chamelijke vermogens zo sterk afnemen dat je tot niet veel goeds meer in staat bent. Het blijkt dat het beeld van de on volwaardige hulpeloze en krom getrokken bejaarde dat we wel in kinderboeken aantreffen zijn uit straling heeft naar groepen van mensen die zichzelf niet bejaard vinden. Een goed bejaardenbe leid kan dus niet beginnen bij de 65+ers of bij de hulpbehoeven den. De wijze waarop wij onze samenleving hebben ingericht en de allesoverheersende beteke nis die wordt toegekend aan "produktieve" arbeid heeft voor een niet gering deel het ouderen- vraagstuk in het leven geroepen. Als we deze zienswijze^ deze ideologie niet weten te verande ren dan zullen wij het probleem nooit de baas worden. Daarom dat de voorlopige Raad voor Be jaardenbeleid er komt is een stap in de goede richting. Als deze Raad zich moet beperken tot de voorzieningen voor 65+ers dan kan zij niet veel meer doen dan "Kurieren am Symptom", pleisters plakken op dc wonden die toch steeds weer opengaan In deze krant kunt u ook het één en ander lezen over de onbetaal baar wordende bejaardentehui zen, bejaardensilo's kan men ze soms wel noemen, en de manier waarop de voorzitter van de Ka tholieke Vereniging van Bejaar dentehuizen dit probleem denkt aan te pakken. Het is een poging om tegen betaalbare kosten aan de bejaarde tehuisbewoner toch die verzorging te bieden die hy of zij nodig heeft en als zodanig is dit een te waarderen poging Persoonlijk heb ik de rede van de heer Uytterwaal op het reeds vermelde jubileumkongres van de KVB - waarop zijn bijdrage steunt met gemengde gevoe lens beluisterd. Gemengde ge voelens omdat er zo duidelijk uit blijkt welke gevolgen een beleid heeft gehad dat resulteerde in het verwijderen van een grote groep ouderen uit ons midden, in het bouwen van komplete be jaardendorpen. en het volledig uitbesteden van persoonlijke verplichtingen aan beroeps krachten op een schaal die in de hele wereld verder niet voor komt. Ouderen worden aldus 1« t terüjk zelf ingeleverd, voorgoed, en feitelijk uit de samenleving verwijderd. Is het zo'n absurde gedachte er voor te pleiten dat de verwanten van bejaardentehuisbewoners een stuk van de zorg waarop de ze ouderen recht hebben zelf ble ven verlenen? Waarom zyn vol wassenen soms zo druk met het verlenen van allerlei hand en spandiensten in de scholen waar hun kinderen worden voorbe reid op de toekomst en laat men de zorg voor de eigen ouders ge heel over aan vreemden? Wat hebben onze ouders ons mis daan dat wij hen dat durven aan doen'* Zou het niet beter zijn om in plaats van via de bijstandswet maandelijks meer dan 2000.- te betalen voor de verzorging in een bejaardentehuis geld te geven aan die verwanten die, met aan passing van de eigen woning, be reid en in staat zijn de ouderen zelf die zorg te blijven geven waarop zu aanspraak kunnen maken Ouderenbeleid en bejaardenbe leid, het zijn verschillende bena- dcringswyzcn VM MBB Iftk maatschappelijk fenomeen de overwaardering van het sterke en de onderwaardering van alles en iedereen die de krankzinnige prestatie-race niet meer kan meemaken Drs. Th. Wehkamp I Stichting Nrdrrl*nd*e Frdrratir 1 Brjaardrnbrlrid Meningen op deze pagina zijn voor rekening van de auteurs Israël In zijn artikel "onrecht blijft du ren" geeft prof. W.H. Nagel een beschouwing over "Israel's spe ciale status". (LD 29-9-82). Alvo rens Nagel aan het onderwerp Is raël toe is, laat hij eerst zijn ge dachten gaan over "recht en on recht" in het kader van het straf recht. "Grondgebied kan worden teruggegeven, het leven van een vermoorde niet", wordt zeer te recht vastgesteld. In zijn be schouwing betrekt Nagel het on recht dat de Duitsers ons in 1940-45 hebben aangedaan en dat in feite niet geheel is her steld. Er is niet vergoed wat is ge roofd, noch is er vergiffenis ge vraagd aan hen "die niet te repa reren leed hebben ondergaan". Dat laatste is ontegenzeggelijk waar. Het eerste maar ten dele. Er hebben wel degelijk vergoe dingen door de West-Duitsers plaatsgevonden. In ieder geval zijn vergoedingen of herstelbeta lingen nooit in een formele vrede met Duitsland geregeld. Als Na gel de oorzaak hiervan nagaat, verwijst hij naar onze bondgeno ten "en een roomsrode regering die met het oog op een nieuwe wereldoorlog onze vijand liever als vriend zagen". Het is opvallend dat als Nagel zijn vakgebied verlaat en zijn politiek stokpaardje berijdt, hij uitmunt in het versimpelen van vraag stukken door het weglaten van elementen die niet in zijn be schouwingen passen. Heel vrien delijk gezegd ontstaat hierdoor een oryuist beeld van het verle den maar zeer zeker een onvolle dig beeld. Volgens de opvattin gen die Nagel in de loop der ja ren heeft gepubliceerd, moeten alle nazi's wel in W.-Duitsland gevestigd zijn geweest, en znn het alleen de Westerse landen die de Duitsers tot vriend hebben gemaakt. Noch dat in de regering en communistische partij van deze democratie volksrepubliek, oud-nazi's hoge functies hebben bekleed. Ook horen we nooit eni ge cynische opmerkingen van Nagel over het feit dat de DDR nooit enige schadevergoeding aan nazi slachtoffers heeft ge daan, om van vergiffenis van aangedaan leed maar te zwijgen. Nagel staat kritiekloos tegenover de Oost-Europese volksdemo cratieën. Het neerslaan van de Hongaarse opstand in 1956 door de Sovjet-Unie kon op zyn steun rekenen. De schrijver M Dekker die een roman had gepubliceerd over de bekentenisprocessen m Oost-Europa werd prompt door hem op onheuse manier aange vallen. Het beeld van Nagel als ten alle tijden bestrijder van on recht en geweld is niet geloof waardig. Nagel heeft zich in zijn artikel uit voerig met nazi-Duitsland bezig gehouden om zijn kritiek op Is raël een historisch perspectief te geven. Zonder het uitdrukkelijk te vermelden trekt hij een paral lel tussen nazi-Duitsland en Is raël. Niets nieuws voor Nagel, wel een ander indirectcre metho de. Waarschijnlijk was hij erg ge schrokken van de reacties op zyn artikel in de NRC van 3 april j 1 1 hy stelde: zionisme is fas cisme, de Joden aanbidden een rassen- en een woestyngod. De kerk zal pas werkelijk een christelyke kerk worden als zy zich onthecht van het Jahweis- me Behoudens zyn politieke motieven heeft Nagel ook nog re ligieuze argumenten om van zyn afkeer van het Joodse volk te ge- tnifi Nagel verwondert zich dat hy anti semiet wordt genoemd Als we al zyn beweringen over de Joden, hun godsdienst en Israël op een ry zetten, blyft geen andere con clusie over. Hy kan mocilyk als een vriend van het Joodse volk worden beschouwd Denkt Na gel nu werkelyk dat hy zonder dat erop gereageerd wordt Israél met naze-Duitsland kan vcrgely ken en Joodse organisatie fascis tisch noemen? Er is niemand die Nagel met de term antisemiet chanteert. Hy vindt het wel on recht dat zal duren. Dit soort on recht dat slachtofTers van een ho locaust wordt aangedaan, is bui ten iedere proportie, maar hoogst waarschynlyk wel type rend voor zyn redeneringen en opvattingen S Speyer. secretaris stichting Bestryding Antisemitisme (ST1 BA) Alphen a/d Rijn Door de redactie ingekort

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 13