Bejaardentehuis
anno tweeduizend
Van bejaardenzorg naar ouderenbeleid
"Mensen worden als onproduktief weggestopt"
LEZERS SCHRIJVEN
DONDERDAG 14 OKTOBER 1982
Meningen
PAGINA 13
Vorige week vierde de
KVB haar 25-jarig be
staan. KVB staat voor
Katholieke Vereniging
van Bejaardentehui
zen, welke vereniging
een overkoepelende or
ganisatie is van alle ka
tholieke bejaardente
huizen.
In 1957 werd de KVB ge
vormd met het doel de
belangen van de toen
nog veelal in opkomst
zijnde stichtingen, die
bejaardentehuizen ex
ploiteerden of gingen
bouwen, te behartigen.
De bejaardenhuisves
ting stond nog in de
kinderschoenen.
Nu, in 1982, constateren wij,
dat er veel bereikt is. Zo tel
len wij 600 ledentehuizen met
49.000 verzorgingsplaatsen.
Maar wij meenden dat het
goed zou zijn om bij dit feest
niet naar het verleden om te
zien, maar om naar de toe
komst te kijken. Op onze ju
bileumvergadering hebben
wij gesproken over 'Het ver
zorgingstehuis voor bejaar
den op weg naar 2000".
Groot goed
Voorop stellen wij dat de be
jaardenhuisvesting, zoals die
thans is opgebouwd, een
groot goed is dat wij beslist
willen handhaven. Maar zon
der meer handhaven kan
niet. En waarom niet?
Wel, er zijn twee ontwikkelin
gen die dit verhinderen, en
wel bevolkingsonderzoek en
de financiële ontwikkeling.
In het jaar 2000 zullen er twee
miljoen ouderen zijn, van wie
500.000 ouder dan tachtig
jaar. Om een relatief gelijk
aantal ouderen in onze hui
zen op te nemen als thans,
moeten er 25.000 plaatsen
worden bijgebouwd. Boven
dien moeten vele bestaande
bejaardenoorden worden
verbouwd. Met elkaar zal dit
6 miljard gulden gaan kosten.
De verzorgingsprijs, die van
1970 tot nu toe is gestegen
van 500 gulden tot 2100 gul
den per maand, zal bij gelijk
blijvende ontwikkeling stij
gen tot tenminste 5000 gul
den per maand. Hierbij ko
men dan nog de kosten voor
renovatie. Voor velen en ook
voor de maatschappij een
zware, te zware last.
Zelfstandig
Op ons congres hebben wij, de
KVB, een aantal ideeën geop
perd. Ons uitgangspunt is
daarbij, dat ouderen steeds
meer zelfstandig zullen zijn.
In het jaar tweeduizend zal
de oudere mens, door zijn le
venservaring gesteund, niet
meer bestuurd willen wor
den, maar zelf willen bestu
ren. Dit te bevorderen is een
taak van de directies van be
jaardentehuizen, maar ook
van de ouderenbonden. Veel
steun kan daarbij worden on
dervonden van hen die met
vervroegd pensioen gaan.
Zowel bevolkinsgroei als finan
ciële ontwikkeling vragen
dus onze aandacht. De toena
me van het aantal ouderen zal
er toe leiden, dat alleen zij
worden opgenomen, die door
hun situatie echt niet meer
zelfstandig kunnen blijven
tot vormen van groepsverzor-
ging. Hierbij worden enkele
bewoners tesamen opgevan
gen en begeleid, met behoud
van eigen appartement, eigen
meubels, zodat men ook zich
zelf zal kunnen zijn.
Regionaal
Verder zullen de genoemde
ontwikkelingen nopen tot
een meer regionaal opne-
mingsbeleid in de bejaarden
tehuizen en tot nauwere sa
menwerking tussen deze te
huizen en de verpleegtehui-
door
drs. H.J.J. Uiterwaal
zen. Deze instellingen zullen
met opoffering van een deel
van hun zelfstandigheid tot
onderlinge afstemming moe
ten komen om zo de ouderen
de beste verzorgingsplaats te
bieden.
Een andere te overdenken wij
ziging is de samenstelling
van het verzorgingspakket.
Moet men zich niet veel meer
instellen op de individualiteit
van iedere bewoner? En hem
of haar geven, wat nodig is
voor hem of haar? Ook uit fi
nancieel oogpunt zal dit moe
ten gebeuren. Maar gelijktij
dig zeg ik: kan dit?
De technologie zal daarbij een
grote steun zijn. De ontwik
keling van de chip en van de
ultra-lichte apparaten zullen
de bewoner in staat stellen
veel huishoudelijk werk zelf
te doen. Denk aan geperfec
tioneerde stof- en kruimel
dieven, mini-wasmachines,
zelf-kiezende telefoons. Als
dit realiteit is, kan de indica
tienorm "hulp bij huishoude
lijke activiteiten" vervallen.
Zaak is wel om nu reeds de toe
komstige bewoners via voor
lichting en eductatie met de
ze ontwikkelingen vertrouwd
te maken. Het organiseren
hiervan is nu nodig.
Op te merken is, dat men wel
eens bang is voor al deze
technische toestanden. Maar
het is aan te leren. Een waar
om zou dan een menselijke
toepassing aan onze huizen
voorbij gaan? Indien hier
door de zelfstandigheid van
de oudere wordt bevorderd,
mag deze niet worden tegen
gehouden, vinden wij.
Maatregelen
Zoals gezegd menen wij, dat
bejaarden hun zelfstandige
woonwijze geheel of ten dele
veel langer kunnen behou
den. Wij denken aan een aan
tal maatregelen, die ik hier
kort zal omschrijven:
a. De verzorgingstehuizen moe
ten financieel en organisato
risch in staat worden gesteld
nieuwe vormen in te voeren,
zoals dagverzorging, nacht-
opvang, tijdelijke verzorging
in het tehuis.
b. De bevordering van de bouw
van voor ouderen geschikte
woningen. Ook zullen inven
tieve architecten moeten na
gaan. hoe bestaande wonin
gen zijn aan te passen. Er zijn
mogelijkheden genoeg voor
handen.
c. De bevordering van een ze
ven maal 24-uurs alarm bewa
king. Veel mensen hebben
niet zozeer hulp nodig, als
wel de zekerheid, dat zij altijd
iemand kunnen roepen. Mo
derne apparatuur maakt veel
mogelijk.
Met creativiteit kunnen wij
veel oplossen. Voor deze ex
perimenten zal geld nodig
zijn. Maar de cost gaet voor
de baet uit!
Vrijwilligers
Belangrijk is ook het inschake
len van vrijwilligers. Dit
moet niet als een bedreiging
voor de beroepskrachten
overkomen, integendeel.
Vanuit de eigen motivering
van de vrijwillige krachten
moeten zij worden ingezet als
goede aanvulling bij de hulp
verlening.
Een andere vereiste is, dat de
hulpverlening thuis en in een
bejaardentehuis gelijk gaan
lopen. De huidige toestand
belemmert nieuwe ontwikke
lingen, terwijl dit juist onder
steunend zou moeten zijn.
Nieuwe stijl
Zoals gezegd, zullen de nieuwe
centra uitgaan van een zoveel
mogelijk zelfstandige woon
wijze. Wij zien geen iri i
huizen ontstaan voor vele c
deren bijelkaar. Neen. wij
denken aan normale wonin
gen en appartementen, die op
kleinschalige wijze bouw
kundig an elkaar zyn gekop
peld. Eenheden van tussen
de vier en tien woningen met
een gemeenschappelijke
ruimte. Meerdere van deze
blokjes zijn technisch en or
ganisatorisch verbonden met
een klein hulpverleningscen
trum. dat op loopafstand ligt.
In dit centrum treft men te
vens ruimten voor dagverzor
ging en therapie aan Tevens
zijn daann of vlakby woon
eenheden voor geestelijk
minder functionerende oude
ren gelegen.
Meerder van deze complexen
worden 's nachts doorgescha
keld op een centrale bewa
kingspost elders in de stad of
wijk Daar kunnen ook admi
nistratie. directie en leiding
gevenden zetelen Samen
werking met Kruiswerk en
Gezinszorg is hecht georgani
seerd.
Toekomst
Bejaardenhuisvesting kon in
het verleden en moet in de
toekomst kunnen. Wel moe
ten wij nieuwe wegen in
slaan. Veel studie is nodig
door alle betrokkenen Er zal
moeten worden geëxperi
menteerd. Problemen moe
ten worden overwonnen.
Denk byvoorbeeld eens aan
personeelsproblemen Zij
zullen zich moeten omscha
kelen. Functies verdwijnen.
Andere functies komen er
voor in de plaats. Hoe je dit
moet begeleiden is een
hoofdstaak apart
Dit ziende heeft de KVB bij
haar zilveren feest willen op
wekken tot studie en bezin
ning bij alle bi trokkenen, en
de overheid willen vragen om
deze studie en de nodige ex
perimenten mogelijk te ma
ken.
Drs. HJJ. Uiterwaal Is voorzitter
van de Katholieke Verenlfinc van
Bejaardentehuizen.
Het heeft de laatste tijd niet
bepaald ontbroken aan
manifestaties rond het ou
derenwerk. Zowel op na
tionaal als op internatio
naal nivo vonden een aan
tal gebeurtenissen plaats
die ook de aandacht van
de media opnieuw vestig
den op de groep mensen
die een steeds groter deel
van de bevolking gaan uit
maken. In Nederland is
dat nu al ruim 11% en dat
neemt verder toe tot bijna
14% in het jaar 2000. Re
kent men ook diegenen
die, hoewel nog geen 65
jaar oud, voorgoed uit het
arbeidsproces zijn uitge
stoten, tot de kategorie
ouderen dan is dat percen
tage nog zeer veel hoger.
door
drs. Th. Wehkamp
De voortdurende berichten over de
uitstoot van mensen die nog
maar 57 V2 jaar oud zijn zeggen zo
het één en ander over het feit dat
je steeds vroeger tot de bejaar
den, d.w.z. de nuttelozen wordt
gerekend. En er klinken slechts
sporadische protesten tegen de
ze diskriminerende handelwijze
van zowel bedrijven als over
heid. Hoewel steeds wordt ge
zegd dat het allemaal op vrijwilli
ge basis gebeurt, mag men best
vraagtekens zetten bij die zoge
naamde vrijwilligheid. Te ge
makkelijk wordt vergeten dat
werkgevers en kollega-werkne-
mers over talloze middelen be
schikken om de vrijwilligheid
een handje te helpen. Ook de pu
blieke opinie vindt dat deze nog
jonge mensen plaats moeten ma
ken voor nog jongere. Die oude
ren hebben immers toch wel een
inkomen, zo wordt geredeneerd,
en men vergeet dan voor het ge
mak dat arbeid in een mensenle
ven nog iets meer betekenen kan
dan een manier om aan geld te
komen.
Onproduktief
Intussen vertellen deze ontwikke
lingen het één en ander over de
manier waarop in de samenle
ving tegen ouderen wordt aange
keken: onproduktief, een blok
aan het been, afgeschreven,
waardeloos geworden. Ook in dit
opzicht is onze maatschappij een
wegwerpmaatschappij gewor
den.
De zienswijze van de meerderheid
van de samenleving op oud en
ouderen vertoont echter nog
meer kwalijke elementen. Op de
jaarvergadering van de jubile
rende Katholieke Vereniging
van Bejaardentehuizen (K.V.B.)
werd terecht opgemerkt dat ou
deren vooral worden gezien als
een kostenfaktor. Een sprekend
bewijs daarvoor is de in het voor
jaar door vier ministeries uitge
brachte nota "Bouwstenen van
een ouderenbeleid". Het gaat in
die nota uitsluitend over de voor
zieningen voor hulpbehoevende
bejaarden. Dat is niet onbelang
rijk. Het is goed dat we ons gaan
realiseren dat de kosten van deze
voorzieningen de pan uit dreigen
te rijzen. Toch wordt er op die
manier aan voorbijgegaan dat
het "ouderen-probleem" al lang
niet meer in termen van verzor
ging en hulpbehoevendheid ge
definieerd kan worden. Het ou-
derenprobleem is niet alleen een
kostenvraagstuk, doch vertoont
aspekten die direkt te maken
hebben met de waarden en nor
men die onze samenleving ge
stempeld hebben tot wat zij nu
Een maatschappij die wordt aange
duid als een verzorgingsstaat
waarin echte armoede uitgeban
nen leek, doch die geen raad
weet met mensen die op de één
of andere manier niet voldoen
aan het overheersende waarden
patroon. Soms zijn dat afzonder
lijke individuen zoals zwervers,
mensen die geen prijs stellen op
regelmatige arbeid en andere
buitenbeentjes, soms zijn dat he
le kategorieën van de bevolking.
Ik noem er enkele: woonwagenbe
woners, gehandikapten, zwak
zinnigen, homofielen, vrouwen,
ouderen. Over hen wordt gepraat
in termen van "zorgen voor",
"hulp bieden aan", medelijden
hebben met en andere bewoor
dingen die eerder de afstand tot
anderen benadrukken dan het
"erby horen".
In een tijd dat het in ekonomisch
opzicht niet zo goed gaat wordt
de afstand tussen de "gezonden"
en de "ongezonden" dan ook
snel vergroot. Ontkoppeling heet
dat.
De zienswijze van de grote meer
derheid van de volwassenen
mannen in onze westerse maat
schappij op die mensen en groe
pen die in één of ander opzicht
afwijken van het overheersende
mensbeeld is er één die zich uit
drukt in negatieve omschrijvin
gen, in dat wat anderen niet kun
nen: niet kunnen zien, niet kun
nen lopen, niet goed bij het
hoofd zijn, geen vaste woon
plaats hebben, niet meer werken,
geen deel hebben aan het ekono-
mische produktiesysteem, niet
blank zijn enz. Allerlei emanci
patiebewegingen verzetten zich
tegen dat negatieve mensbeeld
en eisen met nadruk de eigen
plaats onder de zon en in de sa
menleving op.
Strijd
Ook de ouderen in Nederland laten
zich steeds minder in de hoek
duwen van de onvolwaardig
heid. De grote ouderenbonden
zoals de Algemene Nederlandse
Bond voor Ouderen (ANOB), de
Unie voor Katholieke Bonden
van Ouderen (Unie KBO) en de
Protestants Christelijke Oude
ren-Bond (PCBO) ontwikkelen
zich in snel tempo van gezellig
heidsverenigingen waarbinnen
bingo wordt gespeeld, gebiljart
en gereisd, tot strijdorganisaties
die opkomen voor een volwaar
dige plaats onze maatschappij.
Zij vinden terecht dat er geen re
den is voor een minderwaardige
positie waarin anderen over hen
beschikken en uitmaken wat
goed voor hen is. Zij zijn van me
ning dat het niet vanzelfspre
kend is dat werkenden een gro
ter recht op welvaart en welzijn
hebben dan ouderen en eisen in
spraak in alle organen waar de
belangen van ouderen aan de or
de zijn.
Minister De Boer van CRM heeft
onlangs meegedeeld dat er nu
toch een nog voorlopige -
Raad voor het Bejaardenbeleid
zal komen. Dat is een stap voor
uit doch op zich nog onvoldoen
de. Het ouderenprobleem is im
mers meer dan een bejaarden
probleem waarmee gezegd wil
zijn dat het niet alleen gaat over
65+ers die hulpbehoevend zijn,
maar over het totaal aan proble
matiek die ontstaat tengevolge
van het feit dat mensen ouder
worden.
Ouderenbeleid dient te worden ge
voerd op allerlei plaatsen waar
ouderen zijn en betrekking heb
ben op hun totale leef- en werksi
tuatie. Zelfs is het ouderenbeleid
volop aan de orde in plaatsen
waar zich geen ouderen bevin
den, maar waar wel maatregelen
worden beraamd en beleid wordt
ontwikkeld dat in zijn gevolgen
die ouderen wel degelijk raakt.
Ik wil dit nader toelichten.
Hierboven wees ik de uitstoot van
57+ uit het bedrijfsleven. Dat ge
beurt mede om ruimte te schep
pen voor nog jongere mensen.
Maar daar niet alleen daarom.
"Men" vindt dat de mensen niet
goed meer mee kunnen, dat zij
niet meer passen in het moderne
bedrijf; zij zijn wel eens lang ziek
en zijn niet altijd even enthou
siast over allerlei nieuwigheden
die jongeren willen invoeren. Je
kunt je echter wel afvragen of de
tijd nog te weinig gedaan om de
arbeid aan te passen aan de mens
die het werk moet doen. Over ou
derenbeleid gesproken
Gelijk
ze situatie de uitkomst is van een
natuurnoodzakelijk-proces of
dat - zo de gangbare opvatting al
juist zou zijn - er ook maatrege
len getroffen kunnen worden die
dat kunnen voorkomen. Mijn
mening is, dat wanneer er in de
bedrijven en instellingen, inklu-
sief die van de overheid, even
veel aandacht zou worden be
steed aan het onderhoud van
mensen als aan dat van machi
nes, veel werkers niet de neiging
zouden hebben om reeds op zo'n
jeugdig tijdstip af te haken. Van
een oudere werknemer die met
vervroegd pensioen ging hoorde
ik eens de volgende ervaring. De
ze man werkte in een ruimte
waar steeds deuren open bleven
staan in verband met de aanvoer
van grondstoffen. Zijn taak was
het om de machine te bedienen
die de grondstoffen een eerste
bewerking gaf.
Nadat een modernere en snellere
machine was aangeschaft traden
er steeds storingen op die te wij
ten bleken aan de tochtige omge
ving. Dus werd er een sluis ge
bouwd die toch voorkwam. Dat
deze arbeider jarenlang in de
tocht had moeten werken, vaak
ziek was en tenslotte vervroegd
met pensioen moest, was niet
voldoende geweest om eenzelfde
voorziening te realiseren. Van
mensen, ook van oudere men
sen, wordt voortdurend ge
vraagd dat zij zich aanpassen aan
de omstandigheden waarin ge
werkt moet worden. Er wordt al
Ook de overheid kent regels die
diskriminerend zijn voor oude
ren. Probeer maar eens als 40+
een studiebeurs te krijgen. Kijk
om u heen en zie wat er wordt
gedaan om mensen met weinig
opleiding een dusdanig bijscho
ling te geven dat zij ook in aan
merking kunnen komen voor
een beter betaalde en vaak ook
plezienger baan. Bijscholings
mogelijkheden worden immers
veelal beperkt tot die scholingen
die van belang zijn voor de funk-
tie die men thans vervult. De slo
gan: "Gelijke kansen voor allen",
dient ook voor ouderen te gel
den. Wie zegt dat dat niet kan
omdat ouderen niet zoveel meer
kunnen geeft blijk te lijden aan
het vooroordeel dat naarmate je
ouder wordt de geestelijke en li
chamelijke vermogens zo sterk
afnemen dat je tot niet veel
goeds meer in staat bent.
Het blijkt dat het beeld van de on
volwaardige hulpeloze en krom
getrokken bejaarde dat we wel in
kinderboeken aantreffen zijn uit
straling heeft naar groepen van
mensen die zichzelf niet bejaard
vinden. Een goed bejaardenbe
leid kan dus niet beginnen bij de
65+ers of bij de hulpbehoeven
den. De wijze waarop wij onze
samenleving hebben ingericht
en de allesoverheersende beteke
nis die wordt toegekend aan
"produktieve" arbeid heeft voor
een niet gering deel het ouderen-
vraagstuk in het leven geroepen.
Als we deze zienswijze^ deze
ideologie niet weten te verande
ren dan zullen wij het probleem
nooit de baas worden. Daarom
dat de voorlopige Raad voor Be
jaardenbeleid er komt is een stap
in de goede richting.
Als deze Raad zich moet beperken
tot de voorzieningen voor 65+ers
dan kan zij niet veel meer doen
dan "Kurieren am Symptom",
pleisters plakken op dc wonden
die toch steeds weer opengaan
In deze krant kunt u ook het één
en ander lezen over de onbetaal
baar wordende bejaardentehui
zen, bejaardensilo's kan men ze
soms wel noemen, en de manier
waarop de voorzitter van de Ka
tholieke Vereniging van Bejaar
dentehuizen dit probleem denkt
aan te pakken. Het is een poging
om tegen betaalbare kosten aan
de bejaarde tehuisbewoner toch
die verzorging te bieden die hy
of zij nodig heeft en als zodanig
is dit een te waarderen poging
Persoonlijk heb ik de rede van
de heer Uytterwaal op het reeds
vermelde jubileumkongres van
de KVB - waarop zijn bijdrage
steunt met gemengde gevoe
lens beluisterd. Gemengde ge
voelens omdat er zo duidelijk uit
blijkt welke gevolgen een beleid
heeft gehad dat resulteerde in
het verwijderen van een grote
groep ouderen uit ons midden, in
het bouwen van komplete be
jaardendorpen. en het volledig
uitbesteden van persoonlijke
verplichtingen aan beroeps
krachten op een schaal die in de
hele wereld verder niet voor
komt. Ouderen worden aldus 1« t
terüjk zelf ingeleverd, voorgoed,
en feitelijk uit de samenleving
verwijderd.
Is het zo'n absurde gedachte er
voor te pleiten dat de verwanten
van bejaardentehuisbewoners
een stuk van de zorg waarop de
ze ouderen recht hebben zelf ble
ven verlenen? Waarom zyn vol
wassenen soms zo druk met het
verlenen van allerlei hand en
spandiensten in de scholen waar
hun kinderen worden voorbe
reid op de toekomst en laat men
de zorg voor de eigen ouders ge
heel over aan vreemden?
Wat hebben onze ouders ons mis
daan dat wij hen dat durven aan
doen'* Zou het niet beter zijn om
in plaats van via de bijstandswet
maandelijks meer dan 2000.- te
betalen voor de verzorging in een
bejaardentehuis geld te geven
aan die verwanten die, met aan
passing van de eigen woning, be
reid en in staat zijn de ouderen
zelf die zorg te blijven geven
waarop zu aanspraak kunnen
maken
Ouderenbeleid en bejaardenbe
leid, het zijn verschillende bena-
dcringswyzcn VM MBB Iftk
maatschappelijk fenomeen de
overwaardering van het sterke
en de onderwaardering van alles
en iedereen die de krankzinnige
prestatie-race niet meer kan
meemaken
Drs. Th. Wehkamp I
Stichting Nrdrrl*nd*e Frdrratir 1
Brjaardrnbrlrid
Meningen op deze
pagina zijn voor
rekening van de
auteurs
Israël
In zijn artikel "onrecht blijft du
ren" geeft prof. W.H. Nagel een
beschouwing over "Israel's spe
ciale status". (LD 29-9-82). Alvo
rens Nagel aan het onderwerp Is
raël toe is, laat hij eerst zijn ge
dachten gaan over "recht en on
recht" in het kader van het straf
recht. "Grondgebied kan worden
teruggegeven, het leven van een
vermoorde niet", wordt zeer te
recht vastgesteld. In zijn be
schouwing betrekt Nagel het on
recht dat de Duitsers ons in
1940-45 hebben aangedaan en
dat in feite niet geheel is her
steld. Er is niet vergoed wat is ge
roofd, noch is er vergiffenis ge
vraagd aan hen "die niet te repa
reren leed hebben ondergaan".
Dat laatste is ontegenzeggelijk
waar. Het eerste maar ten dele.
Er hebben wel degelijk vergoe
dingen door de West-Duitsers
plaatsgevonden. In ieder geval
zijn vergoedingen of herstelbeta
lingen nooit in een formele vrede
met Duitsland geregeld. Als Na
gel de oorzaak hiervan nagaat,
verwijst hij naar onze bondgeno
ten "en een roomsrode regering
die met het oog op een nieuwe
wereldoorlog onze vijand liever
als vriend zagen".
Het is opvallend dat als Nagel zijn
vakgebied verlaat en zijn politiek
stokpaardje berijdt, hij uitmunt
in het versimpelen van vraag
stukken door het weglaten van
elementen die niet in zijn be
schouwingen passen. Heel vrien
delijk gezegd ontstaat hierdoor
een oryuist beeld van het verle
den maar zeer zeker een onvolle
dig beeld. Volgens de opvattin
gen die Nagel in de loop der ja
ren heeft gepubliceerd, moeten
alle nazi's wel in W.-Duitsland
gevestigd zijn geweest, en znn
het alleen de Westerse landen die
de Duitsers tot vriend hebben
gemaakt. Noch dat in de regering
en communistische partij van
deze democratie volksrepubliek,
oud-nazi's hoge functies hebben
bekleed. Ook horen we nooit eni
ge cynische opmerkingen van
Nagel over het feit dat de DDR
nooit enige schadevergoeding
aan nazi slachtoffers heeft ge
daan, om van vergiffenis van
aangedaan leed maar te zwijgen.
Nagel staat kritiekloos tegenover
de Oost-Europese volksdemo
cratieën. Het neerslaan van de
Hongaarse opstand in 1956 door
de Sovjet-Unie kon op zyn steun
rekenen. De schrijver M Dekker
die een roman had gepubliceerd
over de bekentenisprocessen m
Oost-Europa werd prompt door
hem op onheuse manier aange
vallen. Het beeld van Nagel als
ten alle tijden bestrijder van on
recht en geweld is niet geloof
waardig.
Nagel heeft zich in zijn artikel uit
voerig met nazi-Duitsland bezig
gehouden om zijn kritiek op Is
raël een historisch perspectief te
geven. Zonder het uitdrukkelijk
te vermelden trekt hij een paral
lel tussen nazi-Duitsland en Is
raël. Niets nieuws voor Nagel,
wel een ander indirectcre metho
de. Waarschijnlijk was hij erg ge
schrokken van de reacties op zyn
artikel in de NRC van 3 april j 1
1 hy stelde: zionisme is fas
cisme, de Joden aanbidden een
rassen- en een woestyngod. De
kerk zal pas werkelijk een
christelyke kerk worden als zy
zich onthecht van het Jahweis-
me Behoudens zyn politieke
motieven heeft Nagel ook nog re
ligieuze argumenten om van zyn
afkeer van het Joodse volk te ge-
tnifi
Nagel verwondert zich dat hy anti
semiet wordt genoemd Als we al
zyn beweringen over de Joden,
hun godsdienst en Israël op een
ry zetten, blyft geen andere con
clusie over. Hy kan mocilyk als
een vriend van het Joodse volk
worden beschouwd Denkt Na
gel nu werkelyk dat hy zonder
dat erop gereageerd wordt Israél
met naze-Duitsland kan vcrgely
ken en Joodse organisatie fascis
tisch noemen? Er is niemand die
Nagel met de term antisemiet
chanteert. Hy vindt het wel on
recht dat zal duren. Dit soort on
recht dat slachtofTers van een ho
locaust wordt aangedaan, is bui
ten iedere proportie, maar
hoogst waarschynlyk wel type
rend voor zyn redeneringen en
opvattingen
S Speyer.
secretaris stichting
Bestryding Antisemitisme (ST1
BA)
Alphen a/d Rijn
Door de redactie ingekort