pÊJ CDA en WD zijn het vrijwel eens "Laten we Pieter van v ouennoven Bassende titel r s. ^B 1 99 Handel en ontwikkelings hulp niet samenvoegen MORGEN. NU IN NED WOENSDAG 13 OKTOBER 1982 U doet uzelf toch hoop ik niet tekort door niet naar Terugkeer Brideshead" te kijken? De tweede aflevering speelde maandag avond grotendeels in Venetië. Het lag in de lijn der verwach ting dat de beide, méér dan be vriende Oxford-studenten daar de naam van de dichter Lord By ron zouden noemen, die in het Palazzo Mocenigo aan het Canal Grande heeft gewoond, waar hij het eerste deel van „Don Juan" schreef temidden van een huis houden bestaande uit veertien bedienden, een hond, een wolf, een vos en zelfs een aap. Om van Margarita Cogni maar niet te zwijgen! H. V. Morton beschrijft Byrons problemen met Margari ta in ,A Traveller in Italy". By ron, die leefde van 1788 tot 1824, noemde haar „een heerlijk, maar ontembaar dier". Zij was een boerendochter, getrouwd met een bakker, en hij ontmoette haar tij dens het paardrijden. Blijkbaar maakte hij zo'n indruk op haar, dat zij haar man in de steek liet om hem te volgen, maar toen zij bij Byrons paleis aanschelde liet hij de politie roepen, omdat hij niets van haar wilde weten. Maar zij zei dat ze haar man voor hem verlaten had en vastbe sloten was ze was toen 22 jaar) als zijn maitresse bij hem te blij- En ze bleef Ze kon lezen noch schrijven. Ze domineerde het paleis en terroriseerde de bedienden, waardoor het paleis eindelijk eens op orde kwam en de rekenin gen half zo hoog werden. Altijd handig, zo iemand in huis. Mar garita, schrijft Morton, inspi reerde Byron tot geen enkele dichtregel, maar wel tot de mooi ste brief die hij ooit schreef: Toen ik in de herfst een keer met mijn gondoliers naar het Lido ging, werden we overvallen door een hevige regenbui, waardoor de gondel in gevaar kwam te ver keren - hoeden werden weggebla zen, de boot begon vol te lopen, de roeiriem ging verloren, de hoge golven, de donder, de stromende regen, de invallende duisternis en de steeds harder waaiende wind. Bij onze terugkeer, na een hevig gevecht met de elementen, stond ze op de trappen van het Mocenigo Paleis naar het Canal Grande, open en bloot in de re gen, haar grote zwarte ogen flik kerend door haar tranen heen, terwijl haar lange donkere haar, doordrenkt van de regen, over haar voorhoofd en borsten hing. Ze stond onbeschut in de storm, de wind blies haar haar en haar japon rond haar lange slanke fi guur, de bliksems lichtten rond haar op, de golven kwamen tot haar voeten, ze leek op Medea die uit haar strijdwagen was ge stapt, of op de Sibylle van de storm die op haar aanrolde, zij was het enige levende wezen in de onmiddellijke omgeving op dat moment, op ons na dan. Toen ze zag dat ik veilig was, wachtte ze me niet op om me te begroeten, maar schreeuwde 'Ah! can' della Madonna, xe esto il tempo per andar' al' Lido?' ('O, hond van de Heilige Maagd, is dit nu een tijd om naar het Lido te gaan?'), rende het huis in en troostte zich zelf met het uitschelden van de gondoliers, omdat ze die storm niet hadden zien aankomen. De bedienden vertelden me later dat de enige reden waarom zij mij niet in een boot achterna was ge gaan de weigering van alle gon doliers van het Canal Grande was geweest om bij dit weer uit te varen. Daarna was ze midden in de hevigste regenbui op de trap pen gaan zitten, zonder dat ze zich door iemand wilde laten weghalen of helpen. Haar vreug de me te zien werd getemperd door haar woede, waardoor zij de indruk maakte van een tijge rin die haar welpen had ver overd". Byron werd op den duur toch wat moe van haar emotionele scènes (ze wilde leren lezen om te kun nen nagaan of de brieven die hij ontving niet van vrouwen wa ren), en zei haar dat zij moest vertrekken. Dat deed ze, zonder problemen. De volgende avond echter klonk er glasgerinkel, Margarita stormde de kamer binnen waar Byron zat te dine ren, en stak hem met een tafelmes in zijn duim. Twee bedienden grepen haar, brachten haar naar buiten, waar zij pardoes het Ca nal Grande in sprong. Zij werd gered. Byron, die toen 20 jaar was, zag haar nog twee keer, een keer in de verte, een keer in de opera... Rest de vraag wat mijn moeder en Margarita Cogni gemeen bed den? Ze hebben allebei in het Ca nal Grande gezwommen! Terwijl de mannen van het reisgezel schap met een gondolier onder handelden over de prijs, liep mijn moeder enkele treden af die naar het water leidden om daar te gaan zitten. Ze moet toen tegen de zestig zijn geweest. Het kabbe lende water had de treden spie gelglad gemaakt, ze gleed uit in het halfduister, roetsjte de treden af en verdween met een vaartje in het Canal Grande, om pas een behoorlijk eindje uit de kant weer boven te komen. Niemand, ook mijn vader niet, had iets ge merkt! Mijn moeder zwom op haar gemak terug naar de kant. en riep toen mijn vader om haar eruit te helpen. Zelfde Canal, zelfde water, alleen een andere reden dan Margarita. En ander halve eeuw later „Dit is de mooiste dag van mijn leven", neu riet een dame als zij na het bezoek aan de Ko ninklijke Stallen in Den Haag in de bus stapt. De overige vijftig •inzittenden uiten hun tevredenheid niet zo demonstratief, maar die is daarom niet min der. Voor een notaris uit Nij megen is de bezichti ging van de Gouden Koets en van de ko ninklijke trek- en rij paarden en hun tuigage het hoogtepunt van de Oranje-dagen. Kleine Jacqueline zal het ko ninklijk weekend tot in lengte van dagen bij blijven omdat zij nu eindelijk een blik heeft kunnen werpen op Huis ten Bosch. Dames Oranjedagen in Scheveningen. Het begint op vrijdag met een Oranje-bitter dan wel jus d'o- range en het eindigt zaterdag met een tas vol nieuwe aan winsten voor de Oranje-ver zameling. Van Oranje-buffet tot Oranje-ruilbeurs, via Oranje-films en een Oranje- rijtoer. Het Scheveningse Eu ropahotel waar alles plaats vindt, lijkt herschapen in een Oranjeveste. In de loop van de vrijdag arriveren de deel nemers aan de Oranjedagen. De gemiddelde leeftijd ligt zo rond de zestig en het aantal dames overtreft het aantal heren. De vroegkomers hebben met een geluk: zij kunnen de ope ning van de jaarlijkse Oranje fototentoonstelling meema ken. De opening is gekop peld aan de prijsuitreiking voor de drie beste Oranjefo to's die beroepsfotografen de laatste anderhalf jaar hebben gemaakt en voor iedere geno digde is er het boek Oranjefo to '82. De vroeg gearriveerde Oranjedagen-deelnemers pikken het boek, dat enkele uren later f9,50 zal kosten, gratis mee. „Dat hebben we toch maar vast", zegt een da me triomfantelijk tegen haar vriendin. 's Avonds is daar het Orapje- buffet. Op het eerste gezicht valt er weinig koninklijks aan de tafels te ontdekken. Er wordt onder de rij wachten den wat teleurgesteld gemon keld („wat heeft die opgezet te vis nu met het koninklijk gezin te maken"). De uit bo ter gestileerde vis is echter een zalm, die meestal oranje op een bord belandt. Want het Oranje-achtige van het buffet zit hem niet zozeer in het uiterlijk dan wel in het in nerlijk. Een koninginnesoep- m 1 1 /NT T/NVI j B QW 1 H De ruilbeurs in het Europahotel. Nieuw zijn puzzel: ran de Ko- Y y j y u B ninklijke familie, die dan ook grif van de hand gaan De rest van de deelnemers struint de kraampjes af: his torische en minder histori sche boeken, complete jaar gangen van Oranje-tijdschnf- ten, dan wel speciale Oranje- uitgaven van dag- en week bladen. lepël$es. "glazen, speldjes, buttons, vlaggetjes, koektrommeltjes, ontelbare foto's en ansichtkaarten, bad handdoeken. legpuzzels, zelf te borduren kussens met de portretten van Juliana en Beatrix en zelfs een vijftigde- lig Oranje-servies met afbeel dingen van prinses Wilhelmi- na. pnnses Juliana en konin gin O—tri» en prins Claus. Watertandend staan bezoekers van de beurs voor een 49 gul den kostend roomstelletje. Het plateau is getooid met konmgin Beatrix en prins Claus, de suikerpot met prin ses Juliana en het melkkan netje met pnnses Wilhelmi- na. Honderden Oranje-verza melaars schuiven langs de kraampjes. Mevrouw Thoo- len die al m het bezit is van 700 koninklijke lepeltjes vindt zowaar nog vyf nieuwe. Directeur Innemee van de ge lijknamige Haagse begrafe nisonderneming is op zoek naar een foto van de begrafe nis van koningin Emma en vindt er een van enorme af metingen voor een gulden Die siert nu zijn winkel. je vooraf, zalm- en garnalen salade als tussengerecht, kip in sinaasappelsaus als hoofd gerecht, terwijl de maaltijd kan worden afgesloten met een mandarijnen-bavarois. Raadsel Na de maaltijd begeeft men zich naar de filmzaal alwaar zes historische Oranjefïlms zullen worden vertoond. Het begint met de historische te rugblik die koningin Juliana en haar gezin in 1963 gaven ter gelegenheid van honderd- vijftig jaar Koninkrijk. Prin ses Beatrix behandelt Willem I, Irene beschrijft de jeugd van de „onstuimige" Willem II en dan volgt plotseling het beeld van prinses Christina die ernstig zegt: „Ik ben be nieuwd hoe het er in 2013 uit zal zien". Verwarring in de zaal: hier is duidelijk wat mis gegaan - waarom zijn prinses Margriet en prinses Christina er uitgeknipt? Wat zeiden zij eigenlijk? Het raadsel zal die avond niet worden opgelost. Uit alles blijkt dat de deelne mers zich het meest verheu gen op „menselijke" beelden van onze Koninklijke Fami lie. De aandacht verslapt dui delijk als koningin Juliana de ontwikkeling van het Neder landse volk tussen 1813 en 1963 beschrijft. Maar ieder een is er weer helemaal bij als tijdens de volgende film de terugkeer van koningin Wil- helmina in 1945 in Nederland wordt behandeld. Terwijl de beelden van haar intocht in Den Haag op het doek ver schijnen, weerklinken de to nen van het Wilhelmus. In het midden van de zaal njst een bejaarde dame uit haar stoel en blijft staan totdót de nationale klanken wegster- Een zucht van genoegen gaat er door de zaal als de film „Bea trix de bruid" wordt ver toond. Geroezemoes tijdens de beelden van Irene en Car los op weg naar Beatrix' hu welijksbal. De jeugdige Claus is aanleiding voor bespiege lingen over zijn gezondheid. Pieter van Vollenhoven met een stok, en als één man klinkt het door de zaal: „O ja, hij zat toen in het gips". Hier en daar wordt zelfs een traan weggepinkt „Fantastisch", verzucht een mevrouw, „maar ik ga nu gauw naar bed, anders ben ik morgen niet fit voor de rijtoer". Nauw Per bus gaat het de volgende morgen door Den Haag, Pa leis Noordeinde, het huis van Jan de Witt, dat van Gys- brecht Karei van Hogendorp en, zoals reisleider en histori cus Mostars zegt, „de Gou den Koets gaat over het Bin nenhof, dus wij ook". Nu is het, zoals later tijdens het be zoek aan de Koninklijke Stal len zal blijken, voor de Gou den Koets al een hele toer om door de poortjes van het Bin nenhof te komen, voor een bus is dat onmogelijk. De chauffeur waagt zich er dan ook niet aan. Maar verder wordt alles wat er maar is aan orapjegebouwen in Den Haag aangedaan. De Koninklijke Stallen tenslot te zijn voor iedereen het hoogtepunt. Normaal wordt hier geen bezoek toegelaten. „Alleen paardemensen mo gen hier binnen, uw belang stelling ligt volgens mijn in formatie elders, dus u moet goed begrijpen dat dit een uitzondering is. U komt dus ook nergens aan - we werken wel eens een vlekje weg, maar niet die van uw han den". De rondleider, een voormalige koetsier, is uiter mate streng. „Dat is inder daad het trapje van de Gou den Koets, maar ik klap het niet voor u uit. Want ik ben een paardeman en dit is la- keienwerk". Iedereen houdt zich keurig aan de instructies, al vinden som migen dat de voormalige koetsier wat al te streng op treedt: „Wij houden allemaal vreselijk veel van ons vor stenhuis; dan zijn wij toch de laatsten die iets van hen gaan vernielen". Op de gretige vraag welk van de rijpaarden dat van Willem-Alexander is moet de rondleider het ant woord schuldig blijven. „Ze zijn allemaal op Soestdijk, daar is een springconcours", legt hij wat onwillig uit „Oh wat enig, ze hebben wel slecht weer, wat jammer is dat voor ze" Want alsof men de koninklijke familie al ja ren kent. zo wordt er over ge praat: „ze; Beatrix; Claus; Pieter; Margriet; kleine Flo- ris", en „Ireentje". Ruilbeurs Terug van de Koninklijke Stal len duikt men in het Europa- hotel meteen in het gewoel van de Orapje-ruilbeurs. Pe ter van der Wal uit Rotterdam is 23 en daarmee een van de zeer weinig jonge deelnemers aan de Oranjedagen. Hij spaart alles van de koningin nen en maakt zich een beetje zorgen. De ruilbeurs is al twee uur aan de gang en zul len er nog wel genoeg foto's van koningin Beatrix over zijn? Na enkele uren zoeken heeft hij toch honderd dia's bij elkaar Kleine Jacqueline is net te laat voor de Beatrix- kalender van 1983. Een dom per op de feestelijke dagen. Titel Voorzitter R. C. Sangster vfcn de Haagse Oranjevereniging pnnses Juliana peilt de reac ties voor het idee om Pieter van Vollenhoven een titel te geven. „Als hij dan geen prins kan worden, dan toch in ieder geval graaf of her tog". Pieter zelf is nog niet benaderd voor het idee „een titel voor Pieter", wel is er contact opgenomen met poli tieke MraMB De motivatie ligt in de ziekte van pnns Claus: „Het is voor onze koninklijke familie en voor velen die ons konings huis een warm hart toedra gen heel onaangenaam, dat prins Claus der Nederlanden (voorheen drs. C. von Ams- berg) om gezondheidsrede nen niet in ons muki. n v. r toeft. Heel gelukkig zijn we met het feit dat mr. P. van Vollenhoven nu de honneurs kan waarnemen. Hiertoe is besloten nadat is gebleken dat dit lid van het Koninklijk Huis en vader van vier prin sen na een jarenlange erva ring ertoe in staat is die ftinc- tie te vervullen. Nu is het ook tijd hem een passende titel te verlenen, zodat hy in binnen- en buitenland met dezelfde waardigheid wordt benaderd als die welke overeenkomt met zijn plaats in de maat schappij", aldus mr SaAgster in een toelichtende bnef. ADVERTENTIE DEN HAAG (GPD) - CDA en WD lijken het eens te worden over de uitgangspunten voor het financiële en sociaal-economi sche beleid van een CDA-WD- kabinet. Op dit belangrijke be leidsterrein bestaan geen grote problemen tussen CDA en WD meer, zo werd gisteren in Den Haag gezegd. De werkgroep van CDA- en WD- kamerleden die zich bezig heeft gehouden met het opstellen van een economisch programma, heeft gisteren haar rapport bij kabinetsinformateur Scholten ingediend. Het stuk - 40 pagina's dik - bevatte, naar verluidt, geen „open einden" meer, waarover tussen de onderhandelaars Lub bers (CDA) en Nijpels (WD) nog nieuwe problemen kunnen ont staan. Nu informateur Scholten zowel het economische als het welzijns- rapport binnenheeft, zet hij zich vandaag samen met Lubbers en Nijpels aan de laatste'onderhan delingen. Die moeten leiden tot één concept-akkoord, dat door de informateur aan de fracties zal worden voorgelegd. Mogelijk stuurt Scholten het stuk vrijdag naar de fracties toe. Daar na zullen deze ja" of „nee" moe ten zeggen Nu in de werkgroe pen zo positief is samengewerkt door CDA- en WD-specialisten, wordt met een „nee" in politiek Den Haag nauwelijks nog reke ning gehouden. Volgens kringen rond de informa teur liggen de meningsverschil len tussen CDA en WD meer op het terrein van het mediabeleid en het onderwijs dan op econo misch gebied. Maar ook die pro blemen zullen op dit moment niet tot conflicten leiden. Het economische stuk, dat door werkgroep voorzitter Van Aar- denne (WD) aan Scholten werd aangeboden, zou geen grote ver rassingen bevatten. De hoofdlij nen van de Miljoenennota voor 1983 overeind. Dat betekent dat de WD niet haar zin heeft gekregen in de eis vol gend jaar nog eens 3 miljard ex tra te bezuinigen, bovenop de reeds in de Miljoenennota vast gelegde 13 miljard. De extra-be- zuinigingen zullen nu over de ja ren na 1983 worden gespreid Jan Pronk (UNCTAD): GENEVE - De armste landen dreigen de dupe te worden wanneer WD en CDA de plannen doorzetten om de buitenlandse handel onder te brengen bij ontwikkelingssamenwerking. Deze waarschuwing komt van oud-minister van ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk Hij is sinds eind 1980 tweede man bij de handels- en ontwikkelingsorganisa tie van de Verenigde Naties, UNCTAD. „Ik wil waarschuwen tegen een vermenging van hulpverlening en ex portbevordering", zegt hij, reagerend op de formatievoorstellen van de centrum-rechtse coalitie om het deel van het departement van econo mische zaken dat zich bezig houdt met buitenlandse handel, samen te voegen met ontwikkelingssamenwerking tot een nieuw ministerie Weliswaar zou Nederland er volgens Pronk goed aan doen haar exportpo sitie te versterken, maar hij is er tegen dit te financieren uit de hulpver lening aan ontwikkelingslanden. „De allerarmsten hebben daarvan te lijden", aldus Pronk, „deze landen worden met exportbevordering niet geholpen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 19