'Toeristen, moet je die koken?" -C Honderd jaar katholiek lager onderwijs in Noordwijk I Oud-leerlingen nog vol herinneringen Herdenldng Streek DINSDAG 12 OKTOBER 1982 Vóór 1882 werd in Noordwijk alleen open baar onderwijs gegeven. Pastoor Joan nes van der Horst vond dat maar niks. Die vond in 1880 al dat er in het dorp ook een katholieke school moest komen, en twee jaar later (om precies te zijn op 18 april) kwam die er ook, compleet met onderwijzerswoning. August op de Laak mocht in dat huis gaan wonen, hij was het eerste schoolhoofd. Onder zijn leiding kwam de katholieke lagere school alras tot grote bloei. Zijn idee was het niét om twaalf jaar later al de gemengde school te splitsen in een aparte jongens- en meisjesschool. Dat idee was afkomstig van het kerkbestuur. Voortaan kregen de meisjes les van de zusters van J.M.I, die in 1883 in Noord wijk al een bewaar- en naaischool had den gesticht. Die school verkeerde in aanmerkelijk bete re staat dan de krakkemikkige jongens school aan de Voorstraat. In 1902 beslis te het Rijksschooltoezicht dat-ie dicht moest, maar pastoor Th. Sarter bood uit komst. Met hulp van het kerkbestuur liet hij in 1906 aan de Zeestraat een splin ternieuw zesklassig schoolgebouw ver rijzen en vijf jaar later werden er aan de meisjesschool in de Bronckhorstraat, die opnieuw te klein was geworden, an dermaal lokalen bijgebouwd. Dat kwam goed uit want gedurende de oorlogsjaren 1914-1918 moesten ook de jongens in deze school terecht. Hun eigen school was zolang door soldaten in be slag genomen. In de daaropvolgende ja ren gebeurde veel. In 1921 werd de nieu we Lager-onderwijswet van kracht, die de bijzondere school aan de openbare gelijkstelde. Andermaal werden nieuwe lokalen aangebouwd, want het leerlin genaantal groeide maar. In 1932 had den beide scholen al meer dan 400 leer lingen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten de jongens hun school opnieuw aan sol daten afstaan, maar eind juli 1944 kre gen ze 'm terug. Tot dan toe hadden de meisjes hun school met de jongens moe ten delen. Schoolhoofd H.G. de Boer gaf in die dagen de aanzet tot wederopbouw van het katholiek onderwijs en dat lukte vrij spoedig. Intussen had katholiek Noordwijk ook een ULO-school en twee VGLO-scholen ge kregen; een voor jongens en een voor meisjes. Noordwijk aan Zee kreeg in 1952 ook een katholieke lagere school en een kleuterschool, die thans "De Kwet- terhof' heet. Driejaar later verrijst aan de Panhuysstraat de ULO-school en in 1957 wordt de te groot geworden meis jesschool gesplitst in Maria- en Clara- school. Maar deze laatste school werd door de snelle terugloop van het aantal leerlingen in 1966 alweer opgeheven. Twee jaar later neemt de daarvoor opge richte stichting katholiek onderwijs Noordwijk (SKON) het bestuur over de scholen van het kerkbestuur over. Plan nen worden ingediend voor een nieuwe kleuterschool aan de Van de Mortel straat en een nieuwe basisschool in Boe- renburg, welke respectievelijk in 1973 en 1974 gereed komen. Dan is het 1972, de zusters van J.M.J. ver trekken uit Noordwijk. Alleen zuster Laurentine blijft achter. Een ingrijpen de verandering voor het plaatselijk on derwijs. De bouw van nieuwe scholen gaat ondertussen voort. Oktober 1979 geeft het ministerie toestemming voor de bouw van een nieuwe basisschool aan de Bronckhorsstraat, waarin tevens de Ma- riaschool zal worden ondergebracht. Ook twee kleuterscholen fuseren: "De V/igwam" en "De Bengelenbak". Augus tus 1981 wordt de oude Mariaschool ge sloopt. Vijfmaanden later is het feest in "De Schapendel": het tiende lokaal is ge reedgekomen. Thans is het opnieuw feest. Het katholiek lager onderwijs in Noordwijk bestaat exact honderd jaar, terwijl aan de nieuwbouw van de katholieke lagere school annex kleuterschool "De Bronck- horst/Wigwam" zojuist de laatste hand is gelegd. De rooms-katholieke jongensschool aan de Zeestraat in Noordwijk. NOORDWIJK - Dit jaar is het exact een eeuw gele den dat in Noordwijk de eerste katholieke lagere school in gebruik werd genomen. De herdenking van dit feit valt samen met de gereedkoming van de katholieke lagere school annex kleuter school "De Bronckhorst/ Wigwam". Ter gelegenheid van deze twee mijlpalen heeft een werkgroep, bestaande uit huidige en oud-leer krachten en bestuursle den van het katholiek on derwijs in Noordwijk, een herdcnkingsweek georganiseerd die van Veel is er veranderd in hon derd jaar katholiek lager onderwijs in Noordwijk. Lei en griffel treft men niet meer in de schoolklas aan en naar de vertrouwde sponzedoos is het even eens vergeefs zoeken. Ver dwenen zijn ook dë be kende Kleine /catechismus of christelijke leer met als eerste vraag: Waartoe zijn wij op aarde? Mevrouw A. Vink-van Rossum kan zich de tijd nog goed heugen dat de katcchismus wél verplichte leerstof was. Het is alweer zo'n zestig jaar geleden dat zij naar school ging en kapelaan Hesp katechismusles gaf. „Daar ging altijd een hele ceremonie aan vooraf', vertelt ze. „Voor de kapelaan in z'n zwarte toog binnenkwam, werd er altijd een schoteltje op de lessenaar ge zet. Onder het genot van een dik ke sigaar werd dan het geheim van de Heilige Drievuldigheid behandeld en gaf hij uitleg over de drie Goddelijke Personen. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Drie personen en toch maar één God. 'Zo kinderen, hebben jullie dit nu allemaal be grepen', vroeg de kapelaan daar op." „Ja meneer kapelaan, zeiden wij." ,,'Zo...nou dat kan niet, want dat kun je niet begrijpen', sprak de kapelaan toen. En dat heeft wel indruk op me gemaakt, want ik weet het nu nog." Onkuis „Blote benen of zelfs alleen sokjes was in onze schooljaren bepaal delijk onkuis", weet mevrouw Vink nog. „Je hoefde het dan ook niet te proberen om zonder lange zwarte kousen naar school te komen. Dat accepteerden de zusters niet. In de les van één van hen moesten we om beurten een groente noemen. Maar toen ik aan de beurt was, waren zowat alle soorten groente al genoemd. Dus ik wist niets beters te verzin nen dan koolraap. En toen zei de zuster, dat weet ik nog goed, toen zei ze: 'Koolraap...? Koolraap.., dat is geen groente maar var kensvoer'." Anekdotes zijn er ook uit de mond van Jaap Vink, die in de jaren twintig in de schoolbanken zat. Hij vertelt. „Een flinke opdonder was in mijn tijd heel normaal. En een goed pak voor je broek, soms zelfs met een stok, behoorde bij na tot de dagelijkse dingen. Ik herinner me nog een juf die daar bijzonder sterk in was. Maar denk niet dat wij jongens daar niks aan deden. Bij herhaling was de stok gepikt." „Toen dit weer eens was gebeurd, was er een uitslover - ik zal zijn naam niet noemen - maar hij woonde in Noordwijk Zee, die van het strand een pracht van een bamboestok had meege bracht. Maar voor hij de stok had afgeleverd, was hij eerst al be hoorlijk afgetuigd door de Bin- ners. En nadat na veel vijven en zessen de stok, onder dankzeg ging van de juf, was afgeleverd, was het de zeeër die binnen tien minuten tot leedvermaak van de hele klas het broekje strak mocht trekken. Zo kreeg hij er met z'n eigen stok van langs." Kannibaal „Aardrijkskundeles hadden we al tijd op zaterdagmorgen", ver volgt Vink. „Een keer ging het over Zwitserland en toen las de meester met stemverheffing voor: De bevolking leeft er van veeteelt en toerisme. En daarop vroeg hij: Zo,... Gerrit cn vertel jij me eens wat dat zijn: toeristen? zondag 17 tot en met 24 oktober in de nieuwe Bronckhorstschool zal worden gehouden. Aan de viering in de school gaat (17 okt, 11.30 uur) een heilige mis vooraf in de parochiekerk van St. Jeroen. Onderdeel van de viering is een reünie voor ver schillende leeftijdsgroe pen, opdat men zijn eigen leeftijdsgenoten (on geacht of men op de Je roen-, Clara- of Maria school heeft gezeten) kan Moet je die koken....? Of moetje die rauw eten? „Gerrit wist het niet, waarop de klas begon voor te zeggen: ko ken..., koken..., koken joh." „Gerrit zei dan ook: Koken me- „En wij riepen toen met z'n allen: Kannibaal." „Aardrijkskundeles toen was wat. Je moest ten eerste de landen, steden en belangrijke plaatsen van Europa kennen. En hetzelf de van Azië, Afrika en de andere werelddelen was mooi meegeno men. Nederlands Oost- en West- Indië moest je zeker kennen, evenals de vaarroutes van de Maatschappij Nederland en de Rotterdamse Lloyd naar Oost en West. En als je daar dan ook nog havensteden kende, was je een goeie." „Een keer vroeg de meester wat de hoofdstad van Oostenrijk was, maar de jongen die de beurt had wist het niet. 'Het is om te hui len', hielp de meester. 'Het is om te janken.., het is om te grienen'. Nóg ging de jongen geen licht op. 'Het is om te schreien', hielp de meester andermaal. 'Het is om te wenen, stommerd'. Toen wist de jongen het nóg niet." Kakhuis Jaap Vink verhaalt ook van de bol lenschuur van de firma Alkema de, achter de voormalige apo theek. „De oudere leerlingen van de Zeestraatschool herinneren zich deze schuur nog wel. Het was een ideale plaats om voor ontmoeten. In de school kan bovendien een ten toonstelling worden be keken over de klas van vroeger en nu. Ook is er een doorlopende voor stelling van een door de werkgroep gemaakte film over de oude en nieu we school. Aan het onderwerp "100 jaar katholiek onder wijs" is tevens een ge denkboek gewijd, samen gesteld door de Noord- wijkers H.J. Eggen, J.W. de Haas en YV.J. Krewin- kel. In dit boek hebben zij een grote hoeveelheid fo to's en feiten weten te rangschikken. schooltijd nog even een kleine boodschap te doen, wat uiter aard verboden was. Maar wat doe je als je hoge nood hebt? Maar een keer werd een van onze klas door meester De Boer op he terdaad betrapt. En met een: 'Zo Van Hille, schrijf jij maar eens driehonderd keer Een pakhuis is geen kakhuis', werd hjj aan het werk gezet." Het onderwijzend personeel was in die dagen aan strakke voor schriften gebonden. Ze waren verplicht erop toe te zien dat in de school niet op klompen werd gelopen, dat deze klompen ach ter in de kerk bleven en dat de leerlingen de gebeden meebaden en niet door de kerk holden. Dit gold ook voor het biechten op za terdag. Voorschrift was ook dat de hoogste klassen 's middags niet naar de wc mochten, behalve bij onge steldheid. Merkwaardig genoeg was deze regel ook van toepas sing op de R.K. Jongensschool. Ook dóór diende de „kleeding der dames in overeenstemming te zijn met de Bisschoppelijke voorschriften. Exentrieke klee ding of versiering ervan is verbo den", aldus de regels. „En ieder zorge, dat bezoekers niet om ringd worden door nieuwsgieri ge jongens." Pokkenbriefje Frans de Lincel, oud-leerling en ex-onderwijzer van de Jeroen- school staat nog helder voor de geest hoe hij op een mooie mei dag in 1910 als zesjarig ventje met z'n 2Vi cent schoolgeld en pokkenbriefje in de eerste klas bij meester Nijssen kwam. Ook staat nog haarscherp in zijn ge heugen gegrift hoe hij en zijn klasgenootjes jubelden, toen tij dens de Eerste Wereldoorlog sol daten het schoolgebouw hadden bezet en er zodoende (zij het voor slechts enkele dagen) geen school was. door Sjak Jansen Over zijn onderwijzerstijd vertelt hij: „Een keer, het was de dag dat het Heilig Vormsel werd toege diend, zaten we met de klassen in de kerk. De bisschop deed de H. Mis en kapelzanger Kamer beek stond op de preekstoel te vertellen wat de bisschop alle maal deed. Zo zei hij met om floerste stem dat de bisschop nu naar de Epistelzijde ging om zijn handen te wassen. 'Ja', zei een jongen toen,'en aanstonds snuit hij zijn neussie'." ,In klas 2 zat een knaap, een klein kleutertje die ik grijs muisje noemde. Daar heb ik het nodige mee beleefd. Eens, na de och tendschooltijd, ging hij naar Kees Rodenburg om twee flesjes bier voor zijn vader. Hij naar huis en verstopte die twee flesjes in een greppel ertegenover." ,Na het eten zei hij dat hij meteen naar school moest, maar hij ging natuurlijk naar het greppeltje. Daar dronk hij de flesjes leeg en keek om zich heen. Even verder op zag hij Klein Klaasje aan het werk. Deze had z'n jasje uitge daan en het grijs muisje door zocht het en vond prompt een pijpje, tabak en lucifers. Hij stop- je het pijpje, stak het aan en smookte dat het een lieve lust was. Gelijk een beschonkene en zo ziek als een hond kwam hii de speelplaats oplopen. We hebben hem naar huis moeten dragen." Lijdensverhaal In die tijd was het geen uitzonde ring dat twee- en driejarigen al op school waren. Immers, zodra een kind zindelijk was, mocht het naar de bewaarschool. Met over elkaar gevouwen handen moesten de kinderen in de ban ken zitten, maar bij warm weer hoefde dat niet. Wie stout was, kreeg krijt op de handen. Ge schreven werd er op leien en tus sen de zeeërs en de binders, alle maal braaf katholiek, heerste al tijd strijd. Scheldwoorden als Noordwijkbinse kliekebel waren tamelijk in gang. De schoolmis vierde toentertijd hoogtij en er werden verschiller- de gekleurde kaartjes uitgereikt om de telaatkomers van de ande ren te scheiden. Ging je van school af, dan deed je je eerste communie. Daarna ging je 's zon dags nog twee jaar naar de lering, wat hoofdzakelijk katechismus- onderwijs inhield. Een hele prestatie op godsdienstig gebied was het van buiten leren van het lijdensverhaal (de pas sie). Een typische straf was wan neer je met je schort over je hoofd achter het bord moest gaan staan. Ria de Groot (45 nu) herinnert zich over haar schooljaren aan de Bronckhorststraat onder meer: „In de laatste klas deden we mee aan een interscholair korfbal- toernooi, maar dat moest in mijn grote-communie-jurk. En door die stomme jurk misten we net het winnende doelpunt, toen we met een andere school om de eer ste plaats moesten vechten met tien afstandschoten. Door die jurk ging ik net iets vóór de lijn staan, waardoor het doelpunt werd afgekeurd. Maar ja, sport- kleding kon toen nog niet." Opgelaten Jaren later keerde Ria terug op haar school. Als juf. „Op zater dag 1 juni 1957 haalde ik mijn on derwijzersakte en de maandag erna stond ik al voor de klas. Voor mij moest een Katwijkse vrouw wijken. Omdat ze ge trouwd was moest ze plaatsma ken voor een groentje van de kweekschool. Ik dus. Want in die tijd mochten gehuwde onderwij zeressen alleen maar werken, als er geen ongehuwden voorhan den waren. Achteraf heb ik me daar reuze opgelaten over ge voeld." „Ik had niet eens een sollicitatie brief geschreven of een gesprek vooraf gehad. Mijn vader had de zaak even telefonisch voor me geregeld. Wel moest ik nog even ter keuring bij de deken van de pastorie verschijnen, maar toen had ik al een week gewerkt." „Die deken, begreep niet eens zo gauw wat ik kwam doen. En hij had kennelijk slechte ogen. Want toen ik er was, zei hij dat ik wat beter in het licht moest gaan staan. Dan kon "hij mij beter be kijken, zei hij." „Ik vertelde dat ik de nieuwe juf was van de meisjesschool en om dat hij blijkbaar niets had aan te merken op mijn uiterlijke ver schijning, kreeg ik een hand en heette hdj mij welkom. Dat was alles." De naarste dag als juf op school vond ze een eerste communie feest van haar klas, „toen ik over al even moest gaan feliciteren en niets durfde te weigeren en dus drie keer tussendoor naar huis moest om bver te geven en ver volgens weer vrolijk verder." Zowel bij de meisjesschool als bij de jongensschool was er in die dagen de zevende en achtste klas. Deze klassen bestonden uit een aparte rij in de zesde klas, waar de leerlingen een soort bij les kregen. Na twee jaar gingen de meisjes dan naar de kweek school in Den Bosch en de jon gens naar de kweekschool in Be verwijk om onderwijzer te wor den. Anderen gingen het kloos ter in en sommige jongens wer den priester. Dat waren de enige mogelijkheden tot verdere stu die. In die jaren werd echter zelden ver der geleerd. Na de lagere school moesten de meeste jongeren meehelpen thuis de kost te ver dienen. Op de meisjesschool heette het dat dochters van beter gesitueerden een streepje voor hadden. Zij mochten in de voorste banken zitten. Boerendochters die boter of vlees van de slacht meebrach ten genoten ook voorrechten. Talrijk zijn de anekdotes over een eeuw katholiek lager onderwijs in Noordwijk. Meester Puttelaar is vele Noordwijkers bijgeble ven. Tijdens de les bestond hij het zijn fiets in het klaslokaal te laten schoonmaken. Vermakelijk is al evenzeer het speurtalent van één der leer krachten toentertijd. Had een jongen een wind gelaten, dan moesten andere jongens al rui kend „de zondaar" ontdekken. 100 Jaar katholiek lager onderwijs Noordwijk 1882-1982, foto's en feiten. Door H.J.A. Eggen, J.W. de Haas en W.J. Krewinkel. In een oplage van 1500 ex emplaren uitgegeven door de gelijkna mige werkgroep, prijs 15 gulden. De Noordwijkse meisjes van de rooms-katholieke meisjesschool. Een foto die is gemaakt in 1929.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 18