c
zitvlees
Een mannenclub
De hoge hoeden van de
3 October Vereeniging
ZATERDAG 2 OKTOBER 1982
Een aankomend socioloog
uit Canada heeft ooit eens
geprobeerd het Leidse 3
oktoberfeest te
doorgronden. Kennelijk
een moeilijke klus voor een
buitenstaander die niet is
opgegroeid met de
tradities en
eigenaardigheden van dit
pure Leidse festijn. Want
de studie draaide al snel
uit op het slaken van
zwaarwichtige
opmerkingen in de trant
van 'het 3 oktoberfeest is
een uiting van sociale
solidariteit'.
"De Engelse taal kent geen
goede term voor het
Nederlandse woord
Extra
gezelligheid en wellicht is
dat de reden dat deze
buitenlander toch net geen
kans ziet om het karakter
van 3 oktober te
omschrijven", zegt
professor A. Rörsch,
voorzitter van de 3 October
Vereeniging, in de vorige
eeuw (13 mei 1886)
opgericht met het doel het
beleg en ontzet van Leiden
in 1574 te herdenken.
Ruim 5000 leden telt de 3
October Vereeniging en is
daarmee vermoedelijk de
grootste club in Leiden en
omgeving. Iedereen die
betrokkenheid voelt bij
het 3 oktobergebeuren kan
lid worden en betaalt
daarvoor de luttele
contributie van vier
gulden per jaar. "Op een
ledenvergadering zijn
altijd maar zo'n 20 mensen
aanwezig en meestal
dezelfde. Het bestuur kan
dus z'n gang gaan, maar
dat wordt met integriteit
gedaan. Formeel is alles in
orde", zegt Rörsch.
Hij en zijn 13 andere
bestuursleden vormen een
opmerkelijk gezelschap
dat met een zekere
regelmaat in restaurant De
Doelen aan het Rapenburg
vertoeft om zich daar te
beraden over het 3
oktobergebeuren.
Vergaderingen die volgens
ingewijden niet zelden tot
diep in de nacht
voortduren en waarop het
reuze gezellig kan toegaan.
door
Bert Paauw
sen die je moet betalen. De
praalwagens zijn ook duur".
Een grote slokop vormt ook het
vaste feestonderdeel haring
en wittebrood. Het domein
van dokter Har Meyer, die
dat een "leuke klus" vindt.
"Begin augustus koop ik de
haring in bij Hoek in Kat
wijk. Ik heb dan de keus uit 4
of 5 soorten haring. Ik eet er
wel een stuk of 15 op. Op de
eerstvolgende vergadering
van het bestuur zet ik dan de
gekozen haring voor. De ani
mo voor de haring en witte
brood neemt de laatste jaren
enorm toe. Ik kryg verzoeken
van scholen, bejaardenhui
zen en andere instellingen.
Kunnen we voor de hele
school haringen komen ha
len. vragen ze. Nou. daar is
niet aan te beginnen. Dat is
financieel niet te doen. Er
zijn nu al 40.000 haringen en
6000 broden nodig".
"Ik ken ook alle Leidse bak
kers. Die loop ik af. dat vind
ik gezellig. Vroeger deden we
een bestelling by de LBF,
maar sinds vorig jaar worden
alle Leidse bakkers ingescha
keld. Dat geeft wel meer
georganiseer maar dat is niet
erg. Leuk als ze 's morgens
vroeg al die broden komen
brengen. En elkaar maar op
jutten: he joh. jy kan niet
bakken. Op 3 oktober is het
uitdelen in de Waag tot 10
uur. Vorig jaar duurde het
wel tot kwart voor 11. Er
wordt met 40 man rondge
deeld en ik loop daar dan zo'n
beetje tussen met een toeter
in m'n handen. Het is een
echt Leids volksfeest, schit
terend. Ik vraag ook altyd
echte Leidenaars om te hel
pen met uitdelen. Die haring
en wittebroodtoestand is mij
op het lyf geschreven. Ze
moeten mij geen optocht of
kermis laten organiseren.
Daar ben ik niet punctueel
genoeg voor, dat wordt een
rotzooitje".
G. Wisse houdt zich weer volop
met de kermis bezig. "Elk
jaar moet je mensen teleur
stellen. We kunnen er onge
veer 110 120 plaatsen. Het
dubbele aantal schryft in. De
exploitanten met de beste
aanbiedingen krijgen een
plek. Wel houden we de ver
scheidenheid van attracties
in de gaten. We kunnen geen
10 autoscootertenten hebben.
Twee van die tenten is vol
doende anders wordt de
spoeling te dun. Een ker-
rrusmanager tekent het ter
rein in. kijkt wat hy aan ex
ploitanten kwyt kan. Die in
deling is erg belangryk. de af
wisseling. De man die het
voor ons doet is secretaris
van de Nederlandse kennis
bond. Hij kent iedereen, ie
dereen luistert naar hem".
"De opbrengsten van de ker
mis variéren van jaar tot jaar.
Dat weten we nooit precies
van tevoren. Aan onkosten
hebben we vorig jaar voor de
kermis ruim een ton uitgege
ven. Ga maar na: stroom, wa
terleiding. bewaking, par
keerterrein reserveren voor
pak- en woonwagens, enzo
voort".
Opvangen
De bestuursleden staan overi
gens niet te dringen om over
het financiële wel en wee van
de vereniging een boekje
open te doen. Secretaris Kar
stens zegt dat dat is geregeld
zoals by elke andere club.
"Er is een kascommissie, uit
en door de leden gekozen, die
de penningmeester contro
leert Een registeraccountant
controleert de jaarrekening.
Op de ledenvergadering
krijgt men inzage in de finan
ciën".
Van de inkomsten wordt een
bepaald bedrag gereserveerd
voor bijzondere gelegenhe
den zoals in 1974 de 400-jari-
ge herdenking van Leidens
ontzet. Momenteel wordt ge
spaard voor het 100-jange be
staan van de vereniging in
1986.
Voorzitter Rórsch:"Vorig jaar
hebben we meer uitgegeven
dan ontvangen. Dat is dus
niet zo goed. Wy hebben als
vereniging een bedrijfskapi
taal nodig,want er moeten al
lerlei kosten vooraf worden
betaald. Bovendien vind ik
dat we over een dusdanige re
serve moeten beschikken dat
we een eventueel mislukken
of niet doorgaan van het feest
kunnen opvangen. Stel dat er
vlak voor 3 oktober een natio
nale watersnoodramp ge
beurt Dan kun je niet gaan
feesten. Maar de optochtkos-
ten zijn dan al betaald en de
gestorte gelden door de ker
misexploitanten moet je ook
weer teruggeven. Op dit mo
ment zijn we nog niet zover
dat we zoiets kunnen opvan
gen".
"Van de gemeente krijgen we
geen subsidie Dat is niet zo
erg Bij subsidie gaat Jan-en-
alleman zich ermee be
moeien. We moeten niet ver-
ambtelyken Nu geven we
zelf opdrachten. Het hele ge
beuren is een soort particu
lier initiatief en dat is best
leuk. We weren ook elke pob-
tieke invloed, heel bewust
Een bestuurslid mag niet ac
tief bezig zijn in de politiek"
Vice-voorzitter Jansen beaamt
niettemin: "Van de gemeen
telijke diensten krijgen we
veel medewerking. Toch
moet je wel overal op attent
zyn. Het is wel eens gebeurd
dat een baas uit Assen tot
chef van de plantsoenen
dienst was benoemd. Die
man had enkele dagen vóór 3
oktober een sleuf laten gra
ven tussen de Garenmarkt en
het Van der Werffpark. Daar
lag een plank overheen en
daar zouden dan met de tap
toe 6000 mensen overheen
moeten. Wy hadden die sleuf
tijdig in de gaten en een dag
voor de taptoe werd de zaak
met een bulldozer keurig ge
dicht Kijk. die man had geen
idee wat het 3 oktoberfeest
voor de Leidenaars inhoudt".
Rórsch: "Het 3 oktoberfeest
heeft een traditioneel stra
mien waar het volk aan vast
houdt. Ik maak bestuursle
den die al lang meelopen wel
eens boos met de opmerking
dat het feest gewoon zou
doorgaan als je het bestuur
een poosje opheft Al denk ik
wel dat de hele boel na een
paar jaar zou verwateren, om
dat het bestuur toch steeds
een nieuw tintje aan het ge
beuren geeft Maar veel ver
anderingen kun je niet door
voeren. Dat pikt het volk
niet".
"Je hebt een vaste kern van on
geveer 80 mensen die mee
doen, sommigen al meer dan
30 jaar. En er zijn ook fami
lies die al meer dan 10 jaar el
ders in het land wonen maar
nog steeds meelopen. In to
taal zyn er wel zo'n 400 men
sen nodig. De buitenlanders
zijn altijd onder de indruk
van de aantallen toeschou
wers. Nergens komen zoveel
mensen kijken als in Leiden,
zeggen ze. In België zijn ze
heel trots op hun fraaie
Breugheloptocht in Wingene.
Daar komen 30.000 mensen
op af. Nou, wij hebben bijna
vijf keer zoveel kijkers".
Om de optocht redelijk door
die mensenmassa te loodsen
rydt bestuurslid Du Prie mee
in het politiebusje aan de kop
van de stoet "De voornaam
ste taak is om gaten in de op
tocht te voorkomen of om ze
te dichten. Er zyn vanuit de
politiebus verbindingen met
7 motoragenten en met 7 var
te posten langs de route. Uit
informatie van de diverse
posten weet je waar de groe
pen zitten en kun je gaten op
sporen. Is er een gat, dan
stoppen wy totdat we horen
dat er weer aansluiting is".
Kurk
Het wordt van diverse kanten
verzekerd: de kermis is de fi
nanciële kurk waar het 3 ok
toberfeest op drijft. Óver de
opbrengsten van de pachtgel
den leven hier en daar wilde
ideëen. Er zijn mensen die
denken dat de 3 October Ver
eeniging ryk wordt van de
kermis. Du Prie en Karstens
moeten er smakelijk om la
chen. De kermis levert enke
le tonnen op, maar dat geld
vliegt naar hun zeggen zo
weer uit de zakken.
Du Prie: "De optocht kost veel.
Een loper moet geschminkt,
gekapt en gekleed worden.
Hij krijgt een bioscoopbon en
etensbonnen. Er moet ver
voer worden geregeld en
kleedruimte gehuurd. En wat
dacht je van een paard. De
kosten van vervoer, de ruiter
moet worden gekleed en
geschminkt, de betreffende
ruitervereniging krygt een
vergoeding. Er zijn honder
den paarden nodig want 3 of
4 paarden in een optocht, dat
is natuurlijk niks, dat slaat
dood. En dan de buitenlan
ders die meelopen. En denk
ook eens aan de muziekkorp-
Bij de 'gewone' Leidenaar
genieten de 3 oktoberbe-
stuurderen voornamelijk
bekendheid door de out
fit waarmee zij tijdens de
festiviteiten door de stad
paraderen: jacquet, hoge
hoed en paraplu, door
'het volk' oneerbiedig sa
mengevat met de term
apepakkie.
Talloos zijn de geruchten en
verhalen over copieuze di
ners en drinkgelagen waar
aan het illustere gezelschap
zich zou overgeven. "Veel
mensen hebben echt een to
taal verkeerd idee van het 3
oktoberbestuur", zegt
Rörsch. "Naast alle voorbe
reidingen het hele jaar door is
het op de feestdag zelf kei
hard werken".
Ook secretaris mr. J. Karstens
zet zich af tegen de zijns in
ziens verkeerde beeldvor
ming. "Bestuursleden moe
ten gemotiveerd zijn voor de
viering en er behoorlijk wat
tijd en energie in steken. Het
is geen erebaantje".
In elk geval wel een baantje
waar een academische oplei
ding of een goede maatschap
pelijke positie voor vereist
lijkt. Een arbeider zal men
niet aantreffen in het gezel
schap dat o.a. een notaris, een
arts, een bankdirecteur, een
aannemer, een TNO-bestuur-
der, een registeraccountant
en diverse middenstanders
telt. "Het bestuur wordt uit
en door de leden gekozen,
maar in de praktijk komt het
bestuur met voorstellen voor
aanvullingen of wijzigingen",
zegt Karstens diplomatiek.
Tijd
Rörsch:"Ja, kijk eens, om het
werk goed te kunnen doen
heb je mensen nodig die de
tijd aan zichzelf hebben.
Daarnaast moet men over
specifieke capaciteiten be
schikken, op technisch ge
bied, op financieel gebied. En
bestuurders van de 3 October
Vereeniging mdeten ook over
organisatorische talenten be
schikken".
"Wat mij enige zorgen baart is
de gemiddelde leefüjd, voor
al bij de commissarissen. Die
ligt geloof ik boven de 65 jaar.
De meeste bestuursleden be
schikken over veel zitvlees.
Er is wel een schema van af
treden maar dat is natuurlijk
lariekoek. Jongere mensen
hebben moeite zich bij ons
aan te sluiten. Toch moet er
naar mijn mening via geleide
lijke veijonging van het com-
missarissenbestand in de toe
komst naar verjonging van
het bestuur worden ge
streefd".
Een vaste stek in het bestuur is
ingeruimd voor de praeses
van de Leidse studentenver
eniging Minerva. De kwali
teitszetel is een gevolg van
het in 1886 vanuit de studen
tenwereld genomen initiatief
om de voordien verwaterde 3
oktoberviering nieuw leven
in te blazen. Dat leidde toen
tot de oprichting van de 3 Oc
tober Vereeniging. Via die
kwaliteitszetel deed in 1975
de eerste vrouw haar intrede
in het bestuur. Rörsch: "Het
bestuur is niet in principe
een mannenclub. Wel zijn het
overwegend mannen, maar
dat heeft een praktische re
den. Er wordt vaak tot diep in
de nacht vergaderd. Vrou
wen kunnen zich gewoon
moeilijker vrijmaken voor dit
werk".
Is de kwaliteitszetel voor de Mi-
nerva-praeses een traditie
waaraan wordt vastgehou
den, de feestkledij van het 3
Octoberbestuur - jacquet, ho
ge hoed, paraplu - staat even
min ter discussie. Karstens:
"Die ouderwetse manier van
presenteren geeft misschien
een bepaald imago van een
eliteclubje, maar het is ge
woon traditie".
Graadmeter
Rörsch: "De acceptatiegraad
van die kleding is sinds de re
volutie van de zestiger jaren
gering. Maar het durven dra
gen van dat jacquet is een
goede graadmeter voor ie
mands geschiktheid. Je moet
op 3 oktober zulke gekke din
gen doen, het is een circus. Je
wordt uitgescholden, soms
zelfs geslagen, maar je moet
je blijven beheersen. Geen
aanleiding tot agressie geven.
Als je geen weerstand hebt
via dat jacquet, dan ben je on
geschikt. En dan nog iets.
Dat jacquet, dat werkt als een
soort uniform, het geeft een
duidelijke herkenbaarheid
op zo'n chaotische dag".
Tweede penningmeester M.du
Prie denkt daar ook zo over.
"Die kleding is heel functio
neel. Er wordt naar je geluis
terd. Ik denk dat ik niet veel
zou klaarmaken als ik in een
blazer en trui ging rondstap
pen. Nu kun je aan iedere
agent vragen: wil je dit of dat
even doen? Trouwens, dat
jacquet geeft ook een beetje
sjeu aan het feest. En ik vraag
me af of er minder onvriende
lijkheden zouden zijn als wij
niet in jacquet gingen rondlo
pen".
Onvriendelijkheden, de 3 Octo-
berbestuurders zeggen er elk
jaar mee te worden gecon
fronteerd. Middenstander G.
Wisse: "Je krijgt dingen naar
je hoofd dat je je afvraagt:
waar ben ik mee bezig, kan
het niet een beetje gezelli
ger?" En huisarts H. Meijer:
"Ach, ik weet niet of het alle
maal wel zo kwaadaardig is
bedoeld. Jongetjes bij mij in
de buurt zeggen in septem
ber al: dokter, we gaan bij de
taptoe weer met eieren gooi
en. Die zien dat als een lol
letje, al wil ik niet beweren
dat ik dat nou zo leuk vind.
Het pak dat we als bestuur
ders dragen, daar heb ik de
eerste jaren wel tegen gea
geerd. Maar dat gaat over. De
mensen willen nou eenmaal
dat je er voor pias bijloopt.
Het geeft herkenning, de
mensen weten dat jij het or
ganiseert en dan heb je op
zo'n dag gemak van dat pak.
Waar ik wel absoluut op te
gen ben is dat we met z'n al
len per koets meerijden in de
optocht".
Duin
Met die traditie is overigens
drie jaar geleden gekapt.
Rörsch daarover: "Dat mee
rijden maakte op sommigen
de indruk van: het bestuur
laat zich lekker rondrijden en
het volk mag toekijken. Ver
der ontstond er een bepaalde
mythevorming. De optocht
stopt nogal eens. Het verhaal
ging de ronde doen dat de
koetsen overal stopten voor
drankjes en dat de heren be
stuurders dronken in de
koetsen zaten. Nou hebben
de meeste bestuursleden best
een grote alcoholresistentie,
maar dronken.... nee. Er rij
den nu nog maar twee koet
sen voorin mee met o.a. de
burgemeester en de voorzit
ter en secretaris van het be
stuur. Aan het eind van de
optocht rijdt nog een koets
met leden van de optocht-
Één van die leden is J. Jansen,
vice-voorzitter en een oude
rot in het optochtgebeuren.
Jansen: "Wij rijden mee om
de sfeer te proeven. Wij vra
gen ook aan het publiek: wat
vond u ervan? Je krijgt soms
wel de vreselijkste dingen
naar je hoofd. Luie donders
of dronkelappen, wordt er ge
roepen. Ik weet niet precies
waar 'm dat in zit. Sommige
mensen hebben de pest aan
hoge hoeden, anderen zijn
niet tevreden omdat ze te
lang hebben moeten wach
ten, of hun kind heeft het niet
goed kunnen zien of mis
schien hebben ze wel net een
belastingaanslag gehad. Ou
dere mensen roepen vaak:
vroeger waren er goede op
tochten, jullie kunnen er niks
van. Je moet goed luisteren.
Er zitten wel eens rake op
merkingen by. Er zijn ook
wel aardige reacties hoor, een
vrouw die haar duim omhoog
steekt".
Speld
De optocht. Het is jaarlijks het
hoogtepunt van het 3 okto
berfeest. Jansen kan er
boeiend over vertellen. "Me
neer De Wilde, mijn voorgan
ger, heeft wel eens gezegd:
het hangt op een veiligheids
speld. Stel dat er een belang
rijk kledingstuk bij een
hoofdrolspeelster losschiet.
Niet leuk voor die vrouw,
niet leuk voor de optocht.
Daarom draag ik voor de ze
kerheid altijd een paar veilig
heidsspelden bij me. De op
tocht is door de ervaringen
van vele jaren tot in de klein
ste details geregeld. Toch
kun je het niet op je routine
af, je moet wakker blijven, er
gebeurt altijd wel iets geks.
Neem nou de optocht voor
dit jaar. Er zouden drie oli
fanten meelopen. Die zijn al
in april gecontracteerd en ko
men uit België. Begin sep
tember kreeg ik een telefoon
tje dat één van de olifanten is
overleden. Nou, dan moet je
toch weer wat regelen. Twee
olifanten is minder leuk dan
drie, maar een nieuwe olifant
heb ik niet meer kunnen krij
gen. Dus doen we er een ka
meel bij".
"Het motto van de optocht. Dat
kan nog wel eens een zware
bevalling zijn. Soms zijn er
duidelijke aanleidingen zoals
in 1974 met de 400-jarige her
denking van het ontzet. Soms
zijn er toevalstreffers zoals
vorig jaar, toen de Louise de
Coligny Scholengemeen
schap naar ons toe kwam met
de mededeling dat zij in het
kader van hun 100-jarig be
staan graag wilden meedoen.
Wij hebben toen gezegd: dan
laten wij de optocht spelen in
de tijd van Louise de Colig
ny".
"Bij het zoeken naar een onder
werp proberen we toestan
den te voorkomen. In het jaar
van het kind hebben we ex
pres geen onderwerp over
kinderen genomen. Dan krijg
je actiegroepen op je dak die
gaan roepen: geef het geld
voor de optocht aan de kinde
ren in de Sahel. Nou willen
de Leienaars als je het ze
vraagt best een paar kwartjes
voor de Sahel geven, maar op
3 oktober willen ze gewoon
een dag lol. En wy willen een
leuke optocht, geen acties".
"Wij huren dan ook meestal
groepen uit België. Wat die
Belgen doen krijg je niet van
Leidenaars gedaan. Ja, de
eerste vijf minuten, maar dan
niet meer. Dan denken ze dat
ze voor gek lopen. Je krijgt
nog net van ze gedaan dat ze
niet op basketbalschoenen
gaan lopen als ze Willem de
Zwijger moeten uitbeelden.
We hadden eens iemand die
keizer Nero moest voorstel
len. Hij deed het reuze leuk,
maar hij had alleen vergeten
zijn bril af te zetten, hij had
z'n horloge nog om. liep op
sportschoenen en riep naar
de kant: dag opoe. Toch moet
je Leienaars in de stoet heb
ben voor de goodwill. De op
tocht is van Leienaars voor
Leienaars".
Het jaarlijkse touwtrekken van de bestuurders: "Dat jacquet geeft herkenbaarheid op zo'n chaotische dag".